Wetenschapsfilosoof Herman de Regt (Tilburg), auteur van boeken over denken en redeneren en wat daarbij kan misgaan, hield een inleiding bij het jubileumcongres van Skepsis op 21 oktober 2017 dat als thema ‘Alternatieve Feiten’ had.
Bezochte activiteiten
Darwin in Opheusden
Op een herfstige zaterdag (7 okt 2017) vond in het Betuwse kerkdorp Opheusden het congres De waarde van de schepping voor wetenschapsbeoefening en ethiek plaats. Het congres werd georganiseerd door het Logos instituut, een kerkelijke club wetenschappers die zich ten doel stelt om medechristenen van informatie te voorzien. Vanuit dezelfde gedachte wordt bijvoorbeeld het Weet Magazine uitgegeven, wat de leukste ontdekkingen uit natuur, techniek en wetenschap vanuit een christelijk perspectief beschrijft.
Uit het persbericht van het congres: Veel christenen zien dat wat de Bijbel ons vertelt in Genesis niet meer als historisch betrouwbaar. Zij zijn ingepakt door het ‘christelijke verlichtingsdenken’, een contradictio in terminis. Binnen scholen en universiteiten wordt het evolutiedogma gepresenteerd als ‘de waarheid’. Vanuit de Schrift bezien is dit dogma niet te rijmen met de dogma’s van een recente schepping van de aarde, een historische zondeval en een wereldwijde zondvloed.
Het congres werd goed bezocht; er waren een paar honderd aanwezigen. Ik had de indruk dat dit beslist niet alleen rabiate fundamentalisten waren, maar merendeels gewone (gereformeerde) christenen die geloven in de Bijbel (het liefst zo letterlijk mogelijk), en tegelijk worstelen met de vraag hoe zij dit moeten rijmen met de ontdekkingen en uitspraken van de moderne wetenschap. Dit publiek werd een gevarieerd programma geboden, bestaande uit twaalf lezingen gevolgd door discussie, in twee verschillende zalen. Noodgedwongen heb ik een selectie gemaakt.
Het christelijk geloof als katalysator van de wetenschap
Als eerste schetste Piet Bouma, projectdirecteur aan de Rijksuniversiteit Groningen, het ontstaan van de westerse wetenschap. Zijn stelling is dat de moderne wetenschap noodzakelijkerwijs alleen in het christelijke 16e eeuwse Europa kon ontstaan, omdat God zowel de wereld als de mens geschapen heeft. Hierdoor zien en begrijpen wij de wereld zoals die echt is. Dit wordt ook wel de leer van Gods twee boeken genoemd (de Bijbel en het boek van de Natuur). Ter illustraite verwees hij naar het intrigerende feit dat de wiskunde, een zuiver menselijk product, de buiten-menselijke werkelijkheid telkens verrassend goed weet te beschrijven.
Het christelijk geloof heeft volgens Bouma als een katalysator voor de ontwikkeling van de wetenschap gewerkt. Het atheisme werkt juist belemmerend, omdat de wereld voor een atheist geen zin en betekenis heeft. Iedereen denkt in dit verband onmiddellijk aan de vervolging van Galilei Galileo door de katholieke kerk, maar volgens Bouma is dit dan ook de enige wetenschapper die vanwege zijn wetenschappelijke uitspraken door de kerk vervolgd is. (De filosoof Giordano Bruno belandde uiteindelijk op de brandstapel, maar dit was vanwege zijn theologische uitspraken).
De Bijbel en de evolutieleer: een moeizaam compromis?
Vervolgens hield predikant M.J.Paul, directeur van de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond, een bespreking van het boek En de aarde bracht voort van Gijsbert van den Brink, waarin geprobeerd wordt om uitspraken in de Bijbel met de evolutieleer te verzoenen. Paul vindt het boek niet overtuigend. Hij illustreerde zijn betoog met zeker twintig citaten uit Bijbel en psalmen, waarvan de finesses mij vanwege mijn beperkte bijbelkennis ontgingen. Maar het was wel duidelijk dat Van den Brink de Bijbel niet goed genoeg gelezen heeft.
Als belangrijk argument werd nog genoemd dat het door Darwin beschreven evolutieproces ‘wreed en onpersoonlijk’ is; dit in tegenstelling tot Gods genade. Tijdens de hierop volgende discussie voerde een toehoorder aan, dat in de Bijbel toch ook veel (wreed) lijden en ziekte voorkomt. De predikant antwoordde dat deze dingen geen onderdeel vormen van Gods (volmaakte) schepping, maar zijn veroorzaakt door de menselijke zondeval.
Creationistische argumenten in de (micro)biologie
Peter Borger, gepromoveerd medisch bioloog, gaf vervolgens een overzicht van de argumenten die vanuit de (micro)biologie tegen de evolutietheorie aangevoerd kunnen worden. Van deze voordracht verwachtte ik het meest, omdat Borger uitspraken doet waarover een serieuze discussie mogelijk is. Zie bijvoorbeeld het artikel De wetenschappelijke dwaalwegen van een creationistisch bioloog van Bart Klink, te vinden op de website www.deatheist.nl.
Het liep echter op een enorme teleurstelling uit. Borger bracht inderdaad een groot aantal argumenten uit een door hem geschreven boek ter sprake, maar deed dit in een absurd hoog tempo, met elke drie seconden een nieuwe ingewikkelde slide over een specialistisch onderwerp, dat hij blijkbaar bij zijn gehoor bekend veronderstelde. Het publiek zat mijns inziens met de oren te klapperen en kon het alleen verbijsterd over zich heen laten komen.
Wat mijzelf betreft zijn Borgers opvattingen afdoende weerlegd door het bovengenoemde artikel van Bart Klink. Omdat ik zelf geen bioloog ben heb ik ervan afgezien om met Borger in discussie te gaan. Zijn voordracht bood daar ook nauwelijks ruimte voor.
Drie soorten verandering
Volgens W.M. de Jong, ‘adviseur Innovatie en Verandering’, is de evolutietheorie gebouwd op het idee dat een opeenvolging van veel kleine veranderingen (mutaties) tot een grote verandering kan leiden. Hierbij wordt volgens hem genegeerd dat niet alle veranderingen hetzelfde zijn. De Jong onderscheidt drie soorten: variatie, innovatie (er komt een dimensie bij; een wezenlijke verandering) en degeneratie (het omgekeerde).
Variatie (mutatie) kan nooit innovatie teweegbrengen; daarvoor moet er energie worden toegevoegd. In de natuur blijkt echter het omgekeerde: ingewikkelde moleculen hebben de neiging om uiteen te vallen (zie het begrip ‘entropie’ uit de thermodynamica). Omdat de evolutietheorie dit niet onderkent, is evolutie voor de Jong ‘geen robuust wetenschappelijk begrip’. Het zij zo.
Wetenschappelijke munitie
In de middag verhuisde een groot deel van het publiek naar de bovenverdieping, waar twee wetenschappelijk opgeleide sprekers de Bijbelse informatie over de leeftijd van de aarde en de zondvloed natuurkundig probeerden te onderbouwen.
Het bovenzaaltje was afgeladen vol. De mensen zaten bijna tot in de gordijnen. Zo groot is blijkbaar de honger naar wetenschappelijke feiten die een letterlijke lezing van de Bijbel lijken te bevestigen. Wetenschappelijke feiten die dat niet doen werden door de inleiders buiten beschouwing gelaten.
Hoe oud is ons zonnestelsel?
Gert-Jan van Heugten, scheikundig technoloog verbonden aan het Logos instituut, verzorgde een tour van het zonnestelsel en noemde bij elk hemellichaam een wetenschappelijke bevinding die in tegenspraak lijkt te zijn met de algemeen veronderstelde ouderdom ervan. Voorbeelden hiervan zijn: de faint young sun paradox (de onopgeloste vraag hoe het leven zich miljarden jaren kon ontwikkelen terwijl de zon maar 70% van de huidige hoeveelheid energie produceerde); afname van het magnetisch veld van Mercurius, veranderingen in de afstand aarde-maan, het feit dat de ringen van Saturnus pas 50 miljoen jaar oud zijn, etc).
Van Heugten kwam op mij over als een bevlogen bekeerder, voor wie zijn Bijbelse boodschap op de eerste plaats komt, en die daarbij natuurwetenschappelijke feiten bijeen zoekt om die boodschap te onderbouwen (en de rest buiten beschouwing laat).
Wat gebeurde er tijdens de zondvloed?
In creationistische hoek zijn een aantal modellen ontwikkeld die het Bijbelse zondvloedverhaal geologisch proberen te onderbouwen. Als mogelijke oorzaak voor de zondvloed worden o.a. genoemd: een regen van meteorietinslagen (Michael Oard), en een catastrofale platentectoniek (John Baumgardner). Beide modellen kampen met het probleem, dat volgens de daarin beschreven scenarios er zoveel hitte moet zijn vrijgekomen dat Noach geen schijn van kans had gehad om te overleven.
Ingenieur M. ’t Hart (geen familie van de gelijknamige schrijver) hield een betoog waarin hij probeerde beide modellen te combineren en het hitteprobleem op te lossen. Hij bespaarde zijn gehoor daarbij geen technische details, maar wist zijn voordracht toch helder en neutraal te houden, voortdurend benadrukkend dat het volgens hem zo gebeurd zou kunnen zijn, maar dat hij er uiteraard niet bij was (in tegenstelling tot het ‘ooggetuigenverslag’ van Noach in de Bijbel, wat de aanwezigen als letterlijk waar beschouwen).
Om een probleem te noemen: de veronderstelde meteorietinslagen ‘ten tijde van de zondvloed’ kunnen zich nooit verspreid over de gehele aarde voorgedaan hebben, want dan had Noach geen schijn van kans gehad om te overleven. De meteorieten moeten dus aan één kant van de aarde (het westelijk halfrond) zijn ingeslagen. Hoe waarschijnlijk is dat? Zijn er planeten die een vergelijkbaar patroon van inslagen vertonen?
In de hierop volgende discussie werd gevraagd of de meteorietenregen onderdeel was van Gods volmaakte schepping, of dat deze veroorzaakt werd door de menselijke zondeval.
Ik ga verder niet in op de details van het zondvloedmodel van ’t Hart. Een laatste punt: hij besteedde wat aandacht aan de verschillende manieren waarop magma zich bij een vulkaanuitbarsting kan verspreiden. Afhankelijk van de dichtheid van het magma kan het naar boven gaan (de atmosfeer in), maar het kan ook naar beneden gaan (de aardkorst in). Ter onderbouwing van zijn model toonde ’t Hart plaatjes waarop te zien is dat diep onder relevante vulkanen inderdaad een grote ‘pluim’ magma zit (wat in overeenstemming is met zijn model).
Toen een van de aanwezigen hierop vroeg hoe hij weet dat God die pluim niet al bij de schepping geschapen heeft (zodat hij niet tijdens de zondvloed is ontstaan), moest hij het antwoord schuldig blijven.
Tot slot
Ik heb een interessante dag gehad. Veel aanwezigen zullen naar huis zijn gedaan met het idee dat zij weliswaar niet alles begrepen hebben (ik ook niet), maar dat er wel degelijk wetenschappelijke argumenten zijn om aan de evolutietheorie te twijfelen.
Wat zij daarbij mijns inziens uit het oog verliezen is dat de door de sprekers aangevoerde problemen best reëel kunnen zijn (een dergelijk debat is onderdeel van het normale wetenschappelijke proces), maar dat dat nog geen reden is om dus het Bijbelverhaal tot letterlijke waarheid te verklaren.
March for Science
Zaterdag 22 april waren een aantal mede-skeptici aanwezig op de March for Science, alwaar wij onze passie voor de wetenschap deelden samen met een bonte groep van 3000 mensen.
Over de hele wereld werden gelijktijdig deze demonstraties gehouden, met veelal positieve media-aandacht. In het NOS-journaal werd ook aandacht besteed aan de Amsterdamse en overige protestmarsen, welke zelfs tot aan de Noordpool reikten. Op het Museumplein waren verschillende sprekers uitgenodigd die de positieve rol van wetenschap benadrukten in belangrijke maatschappelijke problemen. De insteek van de onderwerpen was breed: belang klimaatwetenschap, economische overwegingen, maar ook zaken als de vertegenwoordiging van vrouwen en minderheden in de wetenschappen zelf.
Met behulp van de mooie Skepsis- en Kloptdatwel.nl-bordjes wisten de skeptici elkaar snel te vinden, en we raakten aan de praat met lezers uit verschillende hoeken van het land. Die versterking konden we goed gebruiken toen we oog in oog met een HIV-ontkenner kwamen te staan (zie ook hieronder), dus dank aan iedereen die heeft meegedaan!
Op het Museumplein waren ook twee ‘Discovery Tents’ aanwezig alwaar enthousiaste, veelal jonge wetenschappers van verschillende universiteiten zowel de schoonheid als belang van wetenschap verkondigden. De onderwerpen liepen van astronomie tot onderzoek over obesitas, de organisatie had duidelijk moeite gestoken om de breedte van wetenschap te laten zien. Persoonlijk heb ik er verschillende dingen geleerd over de regelgeving rondom dierproeven in Europa. Er wordt bijvoorbeeld gewerkt met de drie V’s (vervangen, verminderen, verfijnen), met als einddoel om dierproeven overbodig te maken. De lastige vraag of dit haalbaar is, leek me een mooi onderwerp voor een volgende Skeptics in the Pub (Amsterdam) (datum nog te bevestigen, dus schrijf je in!).
Uiteraard trekken dit soort evenementen allerlei mensen aan, en we werden nog kort geïnterviewd door een ‘wetenschapsjournalist‘ die al snel begon over 9/11 en batterijen liet vallen om iets over zwaartekracht en vallende torens te bewijzen. Het mocht de pret verder niet drukken; PowNed heeft hem later ondervraagd maar waarschijnlijk gezien hun eerdere ervaring wijselijk besloten om het niet uit te zenden.
Impressie Nationale Gezondheidsbeurs 2017
Na een aantal jaren met verbazing te constateren dat een zeer groot deel van de standhouders op de nationale gezondheidsbeurs uit het alternatieve circuit komen, vonden we dat het tijd was voor een tegengeluid. Na het succes van vorig jaar, staan ook dit jaar Skepsis en de Vereniging tegen de Kwakzalverij weer op de nationale gezondheidsbeurs in Utrecht. Wij staan op standnummer D20 in Zaal 1 dus kom gerust langs om even gedag te zeggen. Hieronder een kort verslagje van de eerste beursdag:
Gisterochtend als eerste aangekomen op de stand. Gelukkig staat alles nog zoals we het gisteren na het opbouwen hebben achtergelaten (zie foto). De grote blauwe doeken met prikkelende vragen zijn heel goed zichtbaar en trekken de aandacht. We hebben voor veel horizontale ruimte gezorgd om de Skepters en Tijdschriften tegen de Kwakzalverij goed uit te kunnen stallen.
Langzaam druppelen de standhouders binnen en zo ook mijn mede-standleden. Na een kleine briefing (wat ligt waar, hoe gaan we de gesprekken aan en wat geven we mee) begint de beurs met het binnenkomen van de eerste gasten. We hebben als lokkertje een quiz over alternatieve geneeswijzen waarmee mensen een mooi boekje met strips van Sigmund (Sigmund weet wel raad met spiritualiteit) kunnen winnen. Het allereerste gesprek is meteen motiverend. Een man (muts nog op) meldt ons dat het heel goed is dat wij er zijn. Hem was vorig jaar ook al opgevallen dat er zoveel onzin op de beurs stond. Hij overweegt zelfs om donateur te worden van een van onze organisaties.
Het tweede gesprek is met twee dames die lachend roepen ‘oh, wij zijn echte enorme alternativo’s hoor’. Ze blijken twee haptonomen te zijn. We hebben een leuk gesprek over het al dan niet bestaan van energieën (‘jij denkt te materialistisch’), de farmaceutische industrie (‘daar gebeuren pas slechte dingen’) en het placebo-effect (‘waarom gebruikt de reguliere geneeskunde dat niet meer?’). Het blijkt dat de haptonomenvereniging nog mensen zoekt die onderzoek kunnen/willen doen naar de werkzaamheid van haptonomie. Wie weet ligt hier een klusje voor ons?
Gedurende de dag heel veel gesprekken gevoerd met mensen die geïnteresseerd zijn in de onderwerpen die in onze bladen behandeld worden. Een vriendin heeft bijvoorbeeld weleens acupunctuur geprobeerd en ze zijn benieuwd wat het nou eigenlijk is. Daarnaast heb ik gesproken met schrijvers van Skepter artikelen, journalisten, diëtisten, podotherapeuten, eigenaren van een biologische winkel en pensionado’s.
Een bijzonder gesprek was met een iemand van het Antennebureau van de rijksoverheid. Het Antennebureau is het informatiebureau van de Rijksoverheid over antennes voor draadloze en mobiele communicatie. Mensen kunnen hier terecht met vragen over de gezondheidseffecten van de elektromagnetische velden van antennes, de wetgeving rond de plaatsing van antennes en de toepassingen waar antennes voor worden gebruikt. De standmedewerkster kwam ons bedanken voor de genuanceerde informatie die wij publiceren over dit onderwerp. Daarnaast gaf ze aan dit soort beurzen altijd gemeden hadden maar omdat ze vorig jaar zagen dat wij er stonden, zij het ook wel aandurfden om hier voorlichting te komen geven. Een mooi compliment en een goede reden om samen met andere organisaties door te gaan met dit soort publieke voorlichting.
QED 2016 – verslag van een lang weekend tussen skeptici
650 skeptici in één zaal, naar schatting tweederde Brits en eenderde Europees (met enkele Amerikaanse en Australische uitzonderingen), verzameld met dezelfde passie voor onderzoek, kritisch denken en onzinbestrijding. Zo was het half oktober 2016 in het Mercure Piccadilly Hotel in Manchester op QED: Question, Explore, Discover, de grootste meerdaagse skeptische conferentie van Europa ooit. Om te luisteren naar wetenschappers en activisten die hierover spreken en discussieerden, maar vooral ook om als skeptici onder elkaar te zijn, oude vrienden te zien en nieuwe vrienden te maken. En ik was erbij, voor de derde – en wat mij betreft beste – keer. Het is ongelofelijk hoe veel aardige, leuke en interessante mensen uit allerlei streken en landen je bij QED tegenkomt die je gewoon kunt aanspreken en hun eigen verhaal hebben. Over tal van onderwerpen werden presentaties gegeven, paneldiscussies gehouden of bij borrels of diners gekletst, variërend van hilarisch tot bloedserieus en verbijsterend.
Donderdag 13 oktober
De eerste dag, 13 oktober (naar het schijnt International Skeptics Day), vloog ik met Vera de Kok via Eindhoven naar Manchester, terwijl we over social media al druk communiceerden met onze vrienden. Toen ik dacht dat we de weg kwijt waren, liepen we juist Rüdiger en Heiko, twee getrouwde Duitse mannen die we slechts online kenden, tegen het lijf recht voor het conferentiehotel. Na meer dwalen en vergeefs op bussen wachten hebben we een taxi genomen naar de Skeptics in the Pub in Salford, waar ik oude bekenden tegenkwam. Professor parapsychologie Caroline Watt vertelde over onderzoek dat zij met anderen zoals Richard Wiseman had uitgevoerd aan de Universiteit van Edinburgh. Veel meer dan testen of paranormale claims waar zijn, bestudeert de Koestler Parapsychology Unit vooral waarom mensen erin gaan geloven. Een belangrijke observatie daarbij is dat wie in zijn jeugd zich machteloos voelde (vaak maar niet exclusief bij slechte opvoeding), magisch denken een gevoel van controle kan scheppen. Om middernacht kwam uiteindelijk mijn Hongaarse vriend András Pintér aan, die ik warm begroette.
Vrijdag 14 oktober
Dag twee stond in het teken van SkeptiCamp. Deelnemers konden van tevoren aangeven dat ze een presentatie wilden geven van 10 minuten met 5 minuten Q & A. Men gebruikte het Inferno-slideshowformaat, waarbij de dia elke 20 seconden automatisch verandert. Dit houdt de vaart erin en werkt goed voor wie gevoel voor timing heeft, maar schopte ook een aantal presentaties in de war, omdat het verhaal van de spreker niet synchroon liep met de plaatjes en de organisators geen handmatige bediening toelieten.
Er kwamen tal van interessante onderwerpen voorbij, zoals dat Electronic Voice Phenomena eigenlijk communicatie met onszelf is (Claire Elliott), de verdwaalde anti-GMO-beweging (Myles Power), hoe de Edinburghse en Glasgowse skeptici samen met kraampjes op festivals mensen informeerden (Heather Pentler en Brian Eggo), skeptische samenwerking op Europees niveau (András) en de grappigste mythes over blindheid – ja, blinden kunnen beter horen of er een auto aankomt; nee, niet iedere blinde heeft het muzikaal talent van Stevie Wonder of Ray Charles; nee, blinden zijn niet beter in bed, het is gewoon als seks in het donker bij niet-blinden (Chris Hofstadter, werd als dertiger geleidelijk blind).
Er waren echter ook wat gekkere onderwerpen, zoals een andere kijk op economie, nl. via bezit i.p.v. schuld (Tim Knight), waarom kannibalisme zo gek nog niet is (James Williams), een man die door een foutje in zijn hersenen tijdelijk geheugenverlies had en twee weken lang in God geloofde (Michael Hales) en de jolige Adam Cuerden die inspeelde op de recente killer-clownhype, o.a. met drie tenenkrommend lange, luidruchtige maar wel geinige liedjes.
Zelf heb ik ook kort gesproken over mijn Wikipedia-project over het verzamelen van informatie over alle skeptische organisaties in Europa, dat ik de afgelopen 3 jaar heb gedaan met tientallen mensen in verschillende talen en dat nu bijna voltooid is. Paranormaal onderzoekster Hayley Stevens, die twee jaar geleden nog felle kritiek had op hoe wij bij Guerrilla Skepticism on Wikipedia te werk gaan (zie Skepter 27.2), kwam naderhand glimlachend naar me toe en bedankte me voor mijn praatje, ze was aangenaam verrast om te zien wat wij hadden bereikt. Mijn weekend kon niet meer stuk.
De vrijdagse pubquiz was traditiegetrouw heel gezellig in een informele sfeer, maar veel vragen hadden helaas niets met skepticisme te maken en alles met Engelse taal en Britse culturele referenties die je als buitenlander moeilijk kunt weten. Net als vorig jaar kreeg mijn team de laatste plaats, maar ook weer een leuke pechprijs (onzinboeken over pseudowetenschap en complotten). Daarna ging ik dineren in Manchesters Gay Village met o.a. Andreas Kyriacou (Zwitserse Vrijdenkers), Catherine de Jong (VtdK), Jakub Kroulik en Claire Klingenberg (Tsjechische Skeptische Club Sisyfos), die talloze tests hebben uitgevoerd met mensen die beweerden iets paranormaals te kunnen demonstreren, maar nog niemand heeft overtuigend de prijs van 1 miljoen kronen gewonnen.
Zaterdag 15 oktober
Dag 3, het begin van de eigenlijke conferentie, werd geopend door de Lets-Amerikaanse Alan Melikdjanian, op YouTube bekend als Captain Disillusion, één van de beste online hoax video debunkers. Dat blijkt niet makkelijk: van de 6 voorbeelden die hij de zaal vol skeptici liet zien, raadde de meerderheid maar in 3 gevallen goed of een filmpje echt of nep was. Alan toonde hoe hij steeds een maand lang bezig is voor geweldige video’s en hoe je kunt zien dat twee viral video’s met blikseminslagen onrealistisch en nep waren, duidelijk mee geknoeid. Veel humor en interessante audiovisuele techniek, waarbij hij tips geeft hoe je zelf een succesvolle YouTuber kunt worden en dat hij, ondanks veel flauw en negatief commentaar, denkt dat het ontmaskeren van onechte video’s op het internet toch zin heeft om mensen kritischer te laten nadenken over of ze de realiteit gepresenteerd krijgen.
Daarna begonnen paralelle sessies in verschillende zalen; je moet soms moeilijke beslissingen maken wat je echt wilt bijwonen en wat je zult missen. Ik ken genoeg mensen, dus ik kwam altijd wel iemand tegen die naar dezelfde sessie ging en anders leerde ik gewoon nieuwe mensen kennen. De sfeer is ontzettend open en vriendelijk en je hoeft je nooit alleen te voelen.
Een paneldiscussie van vier vrouwen over spoken en andere rare wezens werd voorgezeten door Deborah Hyde, hoofdredacteur van The Skeptic en cryptozoölogie-expert; Hayley, Caroline en Susan Blackmore (ervaringsdeskundige voor out-of-body-ervaringen) deden ook mee. Allevier hadden ze vroeger wel in iets paranormaals geloofd, maar kwamen na kritisch onderzoek tot andere conclusies. De dames bespraken hoe je mensen het beste kunt benaderen en waarom het goed is om te proberen irrationele angsten weg te nemen. Hayley vertelde dat ze vaak gaat kijken als iemand thuis iets buitengewoons heeft gesignaleerd. Meestal wordt de oorzaak snel gevonden (bijv. een krakende deur, een piepende koelkast enz.). Sommige mensen zijn dan opgelucht, maar anderen houden stug vol dat het spookt en wijzen wetenschappelijke verklaringen af.
Bij een workshop van onderzoeksjournalist Meirion Jones vertelde hij hoe je kwakzalvers ontmaskert met verborgen camera en microfoon, zoals de oplichter die de koninklijke familie van Swaziland had overtuigd dat je aids kunt genezen met geitenserum. Je hebt de juiste gadgets nodig voor stiekem filmen en opnemen en er moet publiek belang zijn om iemands vertrouwen/privacy zo te schenden. Als journalist kun je ook een kwakzalver overvallen door bij een geplande afspraak met iemand anders ineens binnen te komen lopen (“doorstep interview”) met een “helikoptervraag” waarom hij nepmiddelen verkoopt. Als hij wegloopt, verraadt hij zichzelf, als-ie zich verdedigt, zijn z’n claims on record en kan zijn bedrog worden gedeeld met de hele wereld.
Daarna was ik al moe; zoals altijd voor grote evenementen kon ik de nacht ervoor slecht slapen en ik was tot laat opgebleven om te socialisen. Tip voor meerdaagse conferentiegangers: de meeste presentaties en panels worden gefilmd en later toch gepubliceerd op YouTube; het is de sociale interactie met andere skeptici die een conferentie zo geweldig maakt, die kun je thuis niet opnieuw beleven, dus richt je daar op. Ik sliep tot 17:30 en probeerde toen aan te sluiten bij een eetgroepje. Onderweg kwam ik nog een groepje christelijke straatprekers tegen voor ons hotel, over die leuke beleving zal ik later nog schrijven. Ik ging uiteindelijk uit eten met Britse en Duitse skeptici die ik nog niet kende en heb een zeer gezellig diner gehad.
De zaterdagavond geldt als het hoogtepunt van QED. De Ockham Awards (vernoemd naar Ockhams scheermes) worden door de redactie van The Skeptic uitgereikt voor de beste skeptische activiteiten van het afgelopen jaar. De winnaars dit jaar zijn:
– Best blog: The Naturopathic Diaries. Britt Marie Hermes kwam er na 3 jaar als praktiserend naturopaat achter dat natuurgeneeskunde anders was (gebaseerd op achterhaalde ideeën en potentieel gevaarlijk) dan haar was verteld, stopte ermee en blogt nu over haar ervaringen.
– Best podcast: Say WHY To Drugs. Dr. Suzi Gage bespreekt kritisch de effecten van recreatieve drugs en hoe ermee om te gaan. Zonder uitleg ‘nee’ zeggen of loutere bangmakerij is geen goede voorlichting, meent zij, en dat vond de redactie ook.
– Best Event/Campaign: Good Thinking Society. Simon Singh, Michael Marshall en Laura Thomason zijn er o.a. in geslaagd om overheidsvergoeding voor homeopathie in Merseyside via de rechter te beëindigen; belastinggeld mag namelijk niet worden verspild aan onwerkzame behandelingen. Waarschijnlijk gaat de campagne straks overal in Engeland en Schotland lukken.
– Editor’s Choice: Crispian Jago. Al lang betrokken bij de beweging als komiek en blogger, in december gediagnosticeerd met onbehandelbare nierkanker. Alle kwakzooi heeft hij consistent afgewezen, maar sinds 3 maanden is er chemotherapie beschikbaar gekomen die werkt, dus misschien overleeft hij het nog. Volgens Deborah had hij de prijs nu wel verdiend.
Psychologieprofessor Richard Wiseman voerde met ons de grootste kaarttruc ooit uit: schijnbaar willekeurig moesten we kaarten schudden en scheuren, maar aan het einde hielden we precies de kaart over waar we mee begonnen. De linkse lesbische singer-songwriter Grace Petrie zong leuke liedjes tegen onzin, zoals kerkleiders die roepen dat overstromingen de schuld zijn van homoseksualiteit: ‘I do not have the power to cause a flood / but if I could I would, right to Putin’s door.’ Dave Alnwicks gegoochel verbaasde ons allemaal; hoe hij ieders gedachten kon lezen legde hij soms uit, bij andere trucs bleef het geheim erachter een raadsel. Komiek Tiernan Douieb rondde het af met veel op recente Britse actualiteiten gebaseerde humor die daarom soms moeilijk te volgen was voor buitenlanders, maar andere grappen snapte iedereen: ‘Het klinkt wel mooi om te zeggen dat je ‘je angsten moet omarmen’, maar ik weet niet of knuffelen met een haai zo’n goed idee is.’
Aan de bar was het socialisen met andere skeptici absoluut het mooiste onderdeel van QED. Ik ervoer dikwijls een mengeling van emoties dat ik zowel met prominente als volkomen onbekende figuren uit de skeptische beweging gesprekken kon hebben, waarvan ik zo daverend enthousiast werd dat ik mijn eigen verhaal volkomen door elkaar gooide (ik wilde 10 dingen tegelijk vertellen aan mensen die ik pas een minuut geleden had ontmoet) en ook nog eens compleet over mijn Engels struikelde. Dan moest ik rustig ademhalen en opnieuw beginnen, maar niemand vond dat erg en mensen hingen aan mijn lippen en ik aan de hunne. Historica Victoria Stiles wilde iets weten over Nederlandstalige nazipropaganda tijdens de oorlog, laat ik daar nu toevallig onlangs wat onderzoek naar hebben gedaan. Opgewonden zegt ze tegen mij: ‘You’ve just become my favourite person!’ Een internationale skeptische conferentie is echt geweldig en ik kan het iedere skepticus aanraden.
Zondag 16 oktober
Zondagochtend, dag 4, was Cara Santa Maria, bekend van o.a. de podcast The Skeptics’ Guide to the Universe, de keynote speaker. Zij vertelde hoe zij opgroeide in een mormoons gezin maar daar radicaal mee brak, een tijd journalist was en wetenschapscommunicator werd. Televisiezenders zoals Discovery Channel, National Geographic en History zitten tegenwoordig vol pseudowetenschap of dingen die niks met wetenschap te maken hebben, omdat aangenomen wordt dat mensen dat willen zien; dat moet veranderen. Cara benadrukte ook dat de skeptische beweging nood heeft aan meer diversiteit, vriendelijker moet worden voor vrouwen, homo’s, etnische minderheden etc. en presenteerde plannen hoe dat kan.
De rest van de dag heb ik de meeste sessies overgeslagen omdat ik nog een project te voltooien had: zo veel mogelijk belangrijke sprekers kort interviewen voor een voice intro op Wikipedia. Ze stellen zichzelf daarin kort voor en zeggen erbij wat ze interessant of belangrijk vinden aan skepticisme. Een hele toer omdat iedereen het druk heeft en je ook een stille ruimte moet vinden voor een goede opname. Het is me uiteindelijk met 10 sprekers gelukt.
De laatste keynote presentatie was van Meirion Jones, die de oplichter James McCormick ontmaskerde met zijn nep-bomdetector ADE-651 (een veredelde wichelroede), waarmee zijn groep vermoedelijk zo’n 40 miljoen pond heeft verdiend door o.a. de Iraakse regering om te kopen om deze nutteloze dingen aan te schaffen. Er wordt geschat dat dit op zulke grote schaal soldaten bij checkpoints in Bagdad en elders een vals veiligheidsgevoel heeft gegeven en daardoor veel autobommen zijn doorgelaten, dat zo’n 2000 mensen zijn omgekomen in aanslagen die hadden kunnen worden voorkomen met echte bomdetectie. McCormick is in 2013 veroordeeld tot 10 jaar cel en bijna 8 miljoen pond boete, maar het meeste geld heeft hij niet hoeven teruggeven en kan hij na zijn vrijlating waarschijnlijk nog prettig van genieten in zijn drie villa’s…