Therapeutic Touch is een complementaire behandelwijze die ervan uitgaat dat alle mensen een energieveld om zich heen hebben. Een behandelaar kan dat veld met zijn of haar handen aftasten op verstoringen. Deze worden vervolgens gedurende 10-20 minuten handmatig weggemanipuleerd. De patiënt wordt al die tijd niet aangeraakt: in wezen geeft de behandelaar een luchtmassage.
Dat Therapeutic Touch niet meer is dan een beetje extra aandacht aan de patiënt besteden werd onlangs pijnlijk duidelijk in een Canadees onderzoek naar de inzet van de methode bij de behandeling van borstkankerpatiënten die radiotherapie krijgen. Een nadeel van bestraling bij zulke patiënten is dat er huidschade (dermatitis) kan ontstaan. Uit het onderzoek bleek dat Therapeutic Touch geen gunstig effect op het voorkomen daarvan had: er was geen significant verschil met de controlegroep. Maar zelfs als gekeken werd naar meer subjectieve factoren als kwaliteit van leven, stemming en vermoeidheid was er niets positiefs te melden.
Bij een vage, naar pseudowetenschap riekende behandelwijze als Therapeutic Touch zal de skepticus zich direct afvragen waarom daar eigenlijk onderzoek naar gedaan moet worden. De Canadese onderzoekers leggen dat aan het begin van hun in Complementary Therapies in Medicine gepubliceerde onderzoek uit: er zouden klinische onderzoeken zijn waarin een positief effect van Therapeutic Touch op wondherstel werd aangetoond. Die opmerking mag direct verbazing wekken. In de voetnoten wordt naar meer dan 15 jaar oude studies verwezen, én naar een Cochrane Review uit 2014 met een allesbehalve positieve conclusie: “There is no robust evidence that TT promotes healing of acute wounds.”
De onderzoekers, onder wie een Certified Therapeutic Touch Practitioner, rekruteerden hun proefpersonen onder borstkankerpatiënten die op de rol stonden om aanvullende radiotherapie te krijgen. Ze vroegen 17 patiënten om mee te doen en die bleken daar allemaal toe bereid. De onderzoekers namen het rekruteren zeer serieus. Patiënten mochten bijvoorbeeld tijdens het onderzoek geen homeopathische middeltjes tegen dermatitis gebruiken. Stel je voor dat die het resultaat zouden beïnvloeden! De 17 patiënten werden gedurende 5 weken bestraald en kregen 3 keer per week een Therapeutic Touch-behandeling van zo’n 15-20 minuten. In totaal ging het dus om 15 behandelingen per patiënt, oftewel 225-300 minuten. Na afloop werd een controlegroep van 32 patiënten gerekruteerd volgens dezelfde criteria. Ook zij werden bestraald, maar ze kregen geen Therapeutic Touch-behandeling.
Zouden Therapeutic Touch-behandelingen het ontstaan van dermatitis kunnen voorkomen? De onderzoekers keken naar twee objectieve factoren: “the worst grade of radiation dermatitis experienced and time to develop the worst grade”. Er werd geen positief preventief effect van de behandelingen op de ontwikkeling van huidschade gevonden. Er waren geen significante verschillen tussen de twee groepen als werd gekeken naar de ergste graad van dermatitis (zie tabel) en de onderzoekers moesten zelfs concluderen dat “the number of days to develop any grade radiation dermatitis favored the control group (29 days in control group versus 20 days in the TT group, p < 0.001)”.
Verrassender is dat er ook geen positief nieuws te melden is als gekeken wordt naar meer subjectieve factoren, te weten kwaliteit van leven, stemming en vermoeidheid. Juist klachten op die terreinen zijn gevoelig voor placebo-effecten en enkele honderden minuten extra aandacht zouden hier toch enig effect moeten laten zien. Hoewel het onderzoek op dit punt wat vaag is en tabellen met data ontbreken, is de conclusie van de onderzoekers duidelijk: “The secondary objectives were quality of life, fatigue and mood, which were also not significantly impacted by TT.”
De uitkomsten van deze studie zijn dus duidelijk negatief voor Therapeutic Touch, en aan het einde van het onderzoek merken de onderzoekers ineens op dat dit in overeenstemming is met de conclusie van de hiervoor genoemde Cochrane Review. Diezelfde review dus die indirect werd aangegrepen om het uitvoeren van het onderzoek te rechtvaardigen. In het onderdeel Discussion doen de onderzoekers dan nog een poging de deur voor Therapeutic Touch op een kier te houden. De groep van 17 patiënten was misschien te klein, de follow-up te beperkt, de groepen onderling wellicht te verschillend. Dat mag allemaal zo zijn, de conclusie blijft dat sommige patiënten gedurende 5 weken tot wel 5 uur extra aandacht kregen, en dat dit geen enkel effect bleek op te leveren. De raadselachtige slotopmerking van de onderzoekers is dat “TT may have variation in impact with different TT practitioners, possibly diluting the benefit seen with TT”. Wat willen ze hiermee zeggen? Dat ze een stelletje klunzen hadden ingehuurd om de behandelingen te geven?
Oud-hoogleraar complementaire en alternatieve geneeskunde Edzard Ernst schreef een rake blog naar aanleiding van dit onderzoek, onder de veelzeggende titel “Therapeutic Touch – time to stop taking such rubbish seriously!”. Ernst, die zelf in het verleden ook onderzoek deed naar helen op afstand, schrijft onder meer:
“Like all forms of ‘energy healing’, TT lacks any biological plausibility and is not clinically effective. At best, it can generate a placebo-response; but in this particular study it did not even manage that.”
De vraag is inderdaad waarom we een behandelwijze die al lang geleden door een destijds 9-jarig meisje (met wat hulp van haar ouders en Stephen Barrett) onderuit is gehaald nog serieus zouden nemen. Te meer daar beoefenaren van Therapeutic Touch in ons eigen land nog altijd steevast weigeren hun gaven op de proef te laten stellen in eenvoudige onderzoekjes door een organisatie als Skepsis.