Heleen Dupuis (1945) studeerde na het gymnasium theologie en rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden, waar ze in 1976 promoveerde. Ze gaf enige tijd les, verwierf vanaf de jaren tachtig landelijke bekendheid als hoogleraar medische ethiek en was een van de voorvechters van het opnemen van medische ethiek in het geneeskundig onderwijs. Sinds 1999 is Dupuis lid van de Eerste Kamer voor de VVD en is ze vicevoorzitter van de Commissie medische ethiek van het Leids Universitair Medisch Centrum. Ze schreef diverse boeken waaronder: ‘Wel of niet behandelen? Baat het niet, dan schaadt het wel’ en ‘Op het scherp van de snede. Goed en kwaad in de geneeskunde.’ Daarnaast is ze lid van verschillende besturen zoals: de Stichting Geuzenverzet, de Alzheimerraad Nederland, als voorzitter van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en de Raad van toezicht WoonZorgcentra Haaglanden. Ze is ook vicevoorzitter van de Vaste Kamercommissie voor VWS. Uit deze ultrakorte samenvatting van haar cv zou men licht kunnen afleiden, dat zij weinig omstreden is en ook een grote kennis van de gezondheidszorg moet hebben. Piet Borst beweerde eens dat de medische ethiek in ons land bedorven wordt door de talrijke ex-theologen en antroposofen, die je daar tegen komt, maar noemde Dupuis niet expliciet. Plasterk mocht Dupuis in zijn jaren als columnist wel graag als afschrikwekkend voorbeeld van die domme medisch ethici nemen. ‘Taxichauffeurs met een titel. Nooit een vak geleerd. Hooguit theologie of Indisch recht.’ Over een tv-optreden van haar in Netwerk schreef Plasterk dat daarmee het Tante Betje-gehalte van de Nederlandse ethici een nieuw hoogtepunt bereikte. Bij de bespreking van haar Op het scherp van de snede zette hij haar ‘faciele’ leunstoeluitspraken af tegen het moeizame, maar verdienstelijke onderzoek naar de kwaliteit van leven zoals dat in het NKI wordt verricht. Dan kon je pas iets beweren.
De kritiek heeft haar weinig gedeerd en begin december 2012 werd Dupuis door minister Schippers benoemd in de gewichtige Adviescommissie Pakket van het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Het CVZ geeft de minister van Volksgezondheid advies over wat er wel en niet in het basispakket moet zitten en er staat opnieuw een politiek gevoelige inkrimping van dit pakket voor de deur. Mocht deze benoeming al enige verbazing wekken gezien het probleem dat zij nu als Eerste Kamerlid moet stemmen over voorstellen vanuit CVZ, er is nog een andere reden om ernstig aan haar geschiktheid voor deze functie te twijfelen.
Blijkt immers haar gebrek aan onderscheidend vermogen op medisch gebied niet uit het feit dat zij prominent deel uitmaakte van de Medische Advies Raad (MAR) van de oplichters van de Leidse Quress cytotron kliniek? Over deze affaire waar een registeraccountant, een andere investeerder en een paar geschifte medici een Indiaas wonderapparaat tegen kanker in praktijk brachten en wanhopige kankerpatiënten met een nep-MRI vele duizenden euro’s afhandig maakten, is meer te vinden op: http://www.kwakzalverij.nl/1533/Trage_en_weifelende_IGZ_liet_kwakzalverkliniek_Quress_haar_gang_gaan
Dupuis, ook toen al vicevoorzitter van de Vaste Kamercommissie voor VWS, was lid van de MAR van Quress van mei 2008 tot augustus 2009. Eerst toen nam zij met haar twee medeadviesraadleden ontslag, omdat de entrepreneurs, die het Indiase wonderapparaat naar Leiden haalden om kanker- en artrosepatiënten te gaan behandelen, bleven weigeren voldoende expertise in huis te halen. In de lange lijst nevenfuncties, die Dupuis heeft bekleed en die vermeld staan op de officiële site van de Eerste Kamer, staat deze functie niet vermeld. Wij vragen ons af of de minister van deze misstap van haar partijgenote wel op de hoogte is (gebracht). Oliedom was het natuurlijk dat Dupuis zich zo gemakkelijk liet strikken door een paar kwakzalvers en haar enige excuus kan zijn, dat ook bij de twee andere MAR-leden, die nota bene medisch specialisten waren, pas laat de schellen van de ogen vielen. Zij namen vrijwel gelijktijdig ontslag. Ook hen zou ik echter niet graag tot de Adviescommissie Pakket van CVZ zien toetreden.