Drie dagen World Skeptics Congress 2012
‘Promoting science in an age of uncertainty’ was het thema van het zesde skeptische wereldcongres dat plaatsvond van 18 tot en met 20 mei 2012. De organisatoren van de Duitse skeptische organisatie GWUP hadden erg hun best gedaan. Midden in het centrum van Berlijn in het chique Crowne Plaza hotel vond het zeer goed verzorgde evenement plaats.
22 sprekers van over de hele wereld gaven drie dagen lang interessante lezingen waarin werd ingegaan op vragen als: Waarom zoeken mensen steun bij pseudowetenschappen? Wat maakt alternatieve geneeskunde zo aantrekkelijk, en hoe kunnen we te weten komen wat echt werkt? Waarom is het zo moeilijk om op een rationele manier met risico’s en onzekerheden om te gaan?
Wat betreft die laatste vraag schiet me een leuk voorbeeld te binnen uit de lezing van Holm Hummler over risicomanagement: stel u bent van plan ergens aan een strand in Australië te gaan zwemmen en ziet een bordje met de waarschuwing ‘beware of sharks‘, waarschijnlijk gaat u dan niet meer het water in. Een vergelijkbaar bordje aan een palmbomenlaan met de mededeling beware of falling coconuts zal veel minder angstige gevoelens oproepen. Toch (of juist daarom) overlijden jaarlijks wel 150 mensen door een vallende kokosnoot. Ter vergelijking: het aantal mensen dat een haaienbeet niet overleeft blijft meestal onder de tien (De Telegraaf schreef hier ook ooit een artikel over).
Andere vragen waren: kunnen we kinderen al leren om kritisch en wetenschappelijk te denken? En hoe kunnen disciplines als biologie en psychologie zichzelf beschermen tegen pseudowetenschappelijke invloeden? (Samenvattingen van de lezingen zijn hier te vinden.)
Skeptici
Behalve de lezingen bijwonen was het ook erg leuk om mede-skeptici te ontmoeten, hiervoor was ruim gelegenheid tijdens de bijzonder goed van eten en drinken voorziene koffiebreaks en lunchpauzes.
Kloptdatwel was goed vertegenwoordigd: er waren wel zes werkgroepleden/schrijvers aanwezig. Fijn was het ook dat Catherine de Jong, voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij, ons voorstelde aan verschillende interessante mensen.
Zo ontmoetten we Gerald Woerlee, een aardige man met veel gevoel voor humor, mij bekend van het artikel in Skepter over bijna-doodervaringen naar aanleiding van het boek van Pim van Lommel*. Hij heeft verschillende boeken (zie onderaan!) geschreven over bijnadoodervaringen, anesthesie, religie en atheïsme.
Tijdens de eerste lunch belandden we aan tafel met een Nederlands echtpaar, waarmee we napraatten over de lezing van Eugenie Scott: Creationism In and Outside the US. Natuurlijk kwam toen ook de Nederlandse zaak betreffende minister Maria van der Hoeven en de Delftse hoogleraar Cees Dekker ter sprake (hier een interessant artikel op de website van Kennislink over deze kwestie) .
Tegenover mij aan tafel zat een ‘skeptiker’ uit Dresden, voormalig Oost-Duitsland. Hij vertelde dat in deze stad de alternatieve therapievormen welig tierden; bij hem in de straat zit een tandarts die adviseert amalgaamvullingen te laten vervangen door goud. Een handige vorm van klantenbinding, want het zachte goud is na een aantal jaren alweer aan vervanging toe!
Meer skeptici
‘s Avonds stond een sightseeing boat tour met dinerbuffet gepland. We troffen het enorm met het weer, het was een warme dag geweest, zodat we de hele avond aan dek konden blijven. Berlijn is een erg mooie stad, heel divers qua architectuur en alles is ontzettend groen! Vrijwel overal zijn bomen geplant, dat was in de straten ook al opgevallen; er is bijna geen straat te vinden die niet vol staat met bomen.
Met Catherine en Maarten zat ik aan tafel bij Wim Betz, (voorzitter van het Belgische Skepp) en zijn vrouw, wat erg gezellig was. Na het eten kwamen een aantal bestuursleden van Europese skeptische organisaties bij ons zitten en werden plannen bedacht waarmee de merkwaardige geneesmiddelenstatus van homeopathische middeltjes op Europees niveau in de politiek onder de aandacht kan worden gebracht.
Wim Betz had de avond ervoor een Award in ontvangst mogen nemen voor zijn jarenlange inspanningen ter bestrijding van de kwakzalverij. Andere Award-winnaars waren: Edzard Ernst en Simon Singh, bekend van de bestseller Trick or treatment? (In het Nederlands Bekocht of behandeld?) en de Italiaan Luigi Garlaschelli. Zijn specialiteit is het verklaren en kopiëren van wonderen. Binnenkort verschijnt van hem een boek over de veronderstelde wonderen van Lourdes.
De laatste dag en nog meer skeptici
De laatste dag begon met een lezing van James Randi, ‘An Amazing life’, waarin hij weer mijn favoriet, de Filipijnse nepoperatie liet zien. Voor liefhebbers of voor wie hem nog niet gezien heeft, hier nog even het filmpje:
Erg leuk dat Randi er weer bij was. Leuk ook om hem samen met collega Ray Hyman (allebei even oud, grijs en klein, ik schat ca. 1.50) al grappen makend door de hotelgangen te zien lopen.
Later tijdens de lunch spraken we met twee Duitse journalistes, de een werkte voor de ARD, de belangrijkste Duitse tv-zender, die elke dag een item over het congres uitzond. Ze vertelde hoe de Duitse situatie wat betreft vergoedingen voor alternatieve behandelingen in elkaar zit. Ook daar worden alternatieve behandelingen niet vergoed uit de basisverzekering. Alternatieve behandelaars moeten het diploma ‘Heilpraktiker’ op zak hebben. Het enige waar dit diploma in voorziet is dat er een zekere medische basiskennis aanwezig is, met de bedoeling dat de behandelaar de patiënt tijdig naar het officiële medische circuit verwijst. Verder kan de behandelaar om het even wat voor cursus volgen of gewoon zelf iets verzinnen. Naar mijn idee geeft dit systeem wel wat meer helderheid dan het Nederlandse, waar verzekeraars door hun vergoedingenbeleid bijdragen aan het idee dat de ene alternatieve therapie wel zou werken en de andere niet.
Een van de laatste sprekers was Rebecca Watson, bekend van het Skepchick-netwerk
(http://skepchick.org/author/rebecca/) en van ‘The skeptics guide to the universe’. Haar lezing ‘How girls evolved to shop and other ways to insult women with science’ ging over de onzinnige sekse-gerelateerde uitspraken die ons onder het mom van neurobiologie en psychologie bereiken via de populaire media. Watson baseerde zich ondermeer op werk van Cordelia Fine die zich ook stoort aan dit neuroseksisme. Van haar verscheen vorig jaar een boek over dit onderwerp: Delusions of Gender (zie onderaan!); Nederlandse vertaling: Waarom we allemaal van Mars komen, hoe neuroseksisme aan de basis ligt van de verschillen tussen man en vrouw (zie onderaan!). Ter illustratie een treffend voorbeeld uit het boek van Fine dat duidelijk maakt wat er mis kan gaan:
Een bekend onderzoek van de Britse ontwikkelingspsycholoog Simon Baron-Cohen wees uit dat zelfs meisjesbaby’s van anderhalve dag oud al meer belangstelling hebben voor gezichten dan even oude jongensbaby’s. Een aangeboren verschil! Of toch niet? Wat er meestal niet bij verteld wordt is dat de studie een belangrijke tekortkoming vertoonde. De blindering was vergeten! de onderzoekers wisten of een baby een meisje of een jongetje was en waren dus niet per se objectief. Toen andere onderzoekers het experiment herhaalden met in het wit gehulde baby’s in een neutrale ruimte vonden zij geen enkel verschil.
Ter afsluiting gingen we die avond met de organisatoren een hapje eten in de stad. Ergens anders was nog een ‘Skeptics in the pub’, maar daar zijn we niet meer aan toegekomen. Het was een geslaagd congres, alle dagen waren vrijwel uitverkocht (ik dacht ca. 300 bezoekers per dag) en hadden een behoorlijk aantal belangstellenden uit niet-Duitstalige landen weten te trekken (Volgens Martin Mahner van de GWUP, was het ongeveer 25%). De Zweden, die – heel opmerkelijk voor zo’n klein land – een van de grootste skeptische organisaties hebben, beloofden volgend jaar in augustus een Europees congres in Stockholm te zullen organiseren!
Hieronder zie je de boeken van G.M. Woerlee. Als je ze bestelt via onderstaande links steun je daarmee Kloptdatwel! Alvast enorm bedankt!
Geïnteresseerd in het boek van Cordelia Fine? Bestel het via de onderstaande link en steun daarmee Kloptdatwel.nl! Alvast enorm bedankt!
* Edit Maarten: Dat was zelfs het artikel dat ervoor zorgde dat ik een abonnement nam op Skepter! Bedankt heer Woerlee!
Jan Willem Nienhuys says
Wat betreft die haaien en kokosnoten moet je natuurlijk wel in aanmerking nemen hoeveel kokospalmen er staan op plaatsen waar wel eens mensen komen en hoeveel haaien er (wel eens) zijn op plekken waar wel eens mensen zwemmen. Je kunt het natuurlijk nog sterker maken: je kunt bij elke openbare straatweg zetten dat je moet oppassen voor (andere) auto’s (in Nederland alleen al vele honderden slachtoffers…).
En Randi is ongeveer 1 meter 55;
PS. op internet vind je allerlei getallen, maar hij is al 84. Vanaf je zestigste of misschien wel eerder krimp je in (door slijtage tussenwervelschijven). Ik heb gekeken naar schattingen van mensen die samen met hem op de foto stonden.
Constantia Oomen says
En hoe lang ben jij, JW? Ik persoonlijk ‘val’ altijd op (erg) lange mannen (en schriel hoeft voor mij zeker niet), ik kan het echt niet helpen, het is iets wat mijn natuur dwingend wil. Nu is Randi natuurlijk geen optie voor mij, want hij is homoseksueel én petietepeuterig klein.
AAtsouPier says
Ik ben een groot liefhebber van dr. G. M. Woerlee, en als ik onder anesthesie zou moeten zou ik hem bij voorkeur uitkiezen.
Maar nu even wat kritiek. Ik heb “Mortal Minds” gelezen, heel interessant. Maar hij leest de Bijbel zoals een creationist dat doet : literalistisch, zonder rekening te houden met de maatschappelijke omgeving, en zelfs met wat er een paar regels eerder staat.
Zo schijnt hij onbekend te zijn met het feit dat de betekenis van het woord ziel tussen het begin van het OT en het NT soms wel en soms niet anders is (teksten niet meer nagekeken, maar het was volgens mij Gen. 2 : 7 versus 1 Cor. 15 : 44).
Hij zit ook niet helemaal juist met het begrip onsterfelijke ziel, dat is in ieder geval niet een idee uit het joodse geloof.
Ook beschuldigt hij de God van het christendom van antifeminisme aan de hand van Spreuken 7. Dat is niet zo handig, want het gaat daar om een vader (Salomo) die zijn zoon afraadt naar prostituees te gaan.
En zo waren er nog een paar teksten meer waarvan de uitleg niet klopte. Mijn commentaren heb ik de heer Woerlee doen toekomen met de onderwerpsregel “the attire of a harlot”.
Dat was kennelijk iets teveel voor het spamfilter, want ik heb geen antwoord gehad.
“The unholy legacy of Abraham” staat ook op internet : http://www.unholylegacy.woerlee.org. Ik kan dit boek helaas niet aanbevelen. De literaire vorm van een tweespraak vond ik wel aardig, al is dat eerder gedaan. Inhoudelijk echter is het één lang propagandaverhaal voor het Nieuw Atheïstische gedachtengoed, waar de afkeer van de drie monotheïstissche godsdiensten, en vooral van de islam, van de pagina’s druipt.
Ik heb de heer Woerlee gevraagd of ik zijn titel mocht plagiëren voor het schrijven van een boek getiteld “L’héritage saint d’Abraham”. Mij staat bij dat hij daar geen bezwaar tegen had. De skeptische lezer zal echter nog even geduld moeten hebben voor hij Woerlee’s werk met dat van mij kan vergelijken, want het duurt nog even voor ik met pensioen ga.
Wat betreft sekseverschillen, Asha ten Broeke heeft daar een leuk, maar weinig bekend (?) boek over geschreven : “Het idee van m/v. De ontmaskering van een hardnekkig denkbeeld”.
Het enige bezwaar dat ik had is dat ik de indruk kreeg dat zij haar beweringen steeds staaft met één enkele wetenschappelijke publicatie. Ik zie liever wat meer publicaties, zodat ik een indruk krijg wat de consensus onder wetenschappers is.
agnestieben says
Ik heb wel gelezen over het boek van Asha ten Broeke. In het NRC van 28 mei 2011 werden vier boeken over breinverschillen besproken in het artikel ‘Het menselijk brein, m/v’. Heel in het kort werd haar boek omschreven als: een strijdvaardig boek over het wel of niet bestaan van sekseverschillen, dat minder diep graaft dan dat van Fine en de rol van ‘nature’ soms wel erg boud terugdringt.
Jan Willem Nienhuys says
Over dat Abraham-boek zal ik weinig zeggen. Ik zal wel als nieuwe atheïst gerekend worden als ik het vermoeden uitspreek dat de bijbel grotendeels is wat we tegenwoordig fantasie noemen, en dat het gênante is dat al die gruwelijke en zinloze acties en uitspraken en voorschriften die daarin aan hoogstaande figuren worden toegeschreven door de gelovigen (a) voor echt gebeurd worden gehouden en (b) godbetert nog als voorbeeld dienen van hoe het hoort. Als dan een andere ongelovige de Bijbel behandelt alsof die een andere status qua feitelijkheid heeft dan bijvoorbeeld de avonturen van Aeneas of Odysseus of Luke Skywalker (of Samuel Hahnemann) krommen zich mijn tenen.
Mortal Minds is veel interessanter. De auteur betoogt dat er eigenlijk maar een onderdeel van de mens absoluut noodzakelijk en onvervangbaar is, en dat is de hersenstam.
Constantia Oomen says
Dus de mens is in feite alleen maar een hersenstam? De rest is onnodig en fantasie? Deze bewering is net zo kleurloos en onwaar als alles wat Woerlee beweert over de menselijke geest in relatie tot het lichaam..
Pepijn van Erp says
Dat schrijft Jan Willem toch niet. Als je een onderdeel ‘noodzakelijk en onvervangbaar’ noemt is dat niet hetzelfde als de mens/persoon reduceren tot dat ene onderdeel.
Constantia Oomen says
Toch wel, want Woerlee zegt dat je alles aan de mens probleemloos kunt vervangen, dus ook ledematen, hart, longen, enzovoort, alleen de hersenstam; daarin ziet hij een probleem.
Hij is vast zo’n man die voor God gaat spelen terwijl hij die juist bestrijdt.
Verder weet ik uit vele commentaren van deskundigen dat hij allerlei bewijs dat zijn theorie over bewustzijn/hersenen ondergraaft, gewoon negeert. Dat is de normale tactiek van over de top skeptici.
Vraag Rudolf Smit maar eens naar zijn recente publicaties in het Engels die ingaan op Woerlee. Woerlee was op een gegeven moment plain simple uitgepraat en had geen weerwoord meer. Maar dan negeert hij het gewoon, alsof het niet bestaat.
Pepijn van Erp says
Ik ken het boek van Woerlee niet en alleen dat stuk uit Skepter over Van Lommel van zijn hand gelezen, dus ik weet niet op welk probleem hij hier doelt. Is het puur het vervangen? Omdat dat bijvoorbeeld om technische redenen nooit kan. Of ziet hij daar iets wezenlijks in dat de persoon bepaalt, als ik het zo vaag mag uitdrukken?
Constantia Oomen says
Jan Willem zal hierop beter antwoord kunnen geven, maar ik schat zijn theorie zo in (ik kan en wil het niet opbrengen zijn ziekelijke gewrochten geheel te lezen, sorry): het probleem zit hem in het aanstuureffect van de hersenstam. Woerlee heeft met een kinderlijke optelsom* de mens terug gereduceerd tot waar het ooit begon: de hersenstam. Woerlee kan nog zoveel gestudeerd hebben, hij begrijpt niets van het bewustzijn van de mens. Hij vermoedt dat het in met name de hersenstam gehuisvest zit en heeft een te beperkte kennis. Hij kan slechst concluderen dat je alles zou kunnen vervangen; alleen als je de hersenstam zou moeten vervangen, dan weet Gerry het niet meer.
Tijd is aan het uitwijzen dat het bewustzijn echter niet dwingend vastgekoppeld zit aan vlees en bloed en ook niet aan de hersenstam.
*Aftreksom
Jan Willem Nienhuys says
Woerlee heeft het niet alleen over vervangen. Ogen kun je niet vervangen. Maar mensen kunnen wel leven zonder ogen. Idem met verbazend veel andere onderdelen. Zonder lever kun je niet lang leven, maar als de lever verwijderd is, ben je niet subiet dood. Maar als de hersenstam beschadigd is, dan is het afgelopen. Zo’n beschadiging gaat vrijwel nooit ineens maar stapsgewijs, en doorgaans (90%) is het ophouden van de zuurstoftoevoer (bijvoorbeeld doordat het ademhalingscentrum in de hersenstam uitvalt of doordat het hart stopt) van de hersenstam de uiteindelijke doodsoorzaak.
Woerlee vraagt zich af wat precies ‘doodgaan’ inhoudt en besteedt daar een heel boek aan. Alleen in hoofdstuk 5 (p.51-57) bestudeert hij de vraag hoe de ‘ziel’ het lichaam aan de gang houdt. Het kan niet zo zijn dat de ziel nodig is voor organen, anders zou orgaantransplantatie niet mogelijk zijn.
Als het boek van Woerlee een ‘zwak’ punt heeft, is het dat hij wel heel erg op allerlei details in gaat. Het is alsof hij geen enkel detail wil overslaan.
Als het bewustzijn zelfstandig zou opereren, waarom is het zo dat iemand na toediening van bepaalde anesthetica onherroepelijk onder zeil gaat? Dat zou dan toch een merkwaardig soort ‘zelfstandigheid’ zijn.
Woerlee weet als anesthesist toch een hoop over wat er precies moet functioneren voor bewustzijn. Bovendien: iemand die slaapt is niet dood maar ook niet bij bewustzijn, en het leven functioneert dan anders als bij iemand die een hamburger zit te eten of zit te kletsen met anderen (of beide tegelijk). Daar moet je ook over nadenken als je wilt karakteriseren wat nou eigenlijk het verschil is tussen leven en dood. Woerlee is voornamelijk geïnteresseerd in dat verschil.
Ik vind het daarom eigenlijk niet aangaan om iemand wiens werk je niet gelezen hebt en zelfs niet eens wilt lezen zo af te kammen (het is al door de moderator bewerkt) en zijn boeken zo denigrerend aan te duiden.
En dat een anesthesioloog het opgeeft om iemand met bijzonder veel opinies maar die geen anesthesioloog is en mogelijk ook weinig medische kennis heeft, nog iets aan zijn verstand te peuteren, ach, dat is een ervaring die lijkt op dingen die ik dagelijks meemaak.
Constantia Oomen says
Beste JW,
je weet dat ik in meerdere uitvoerige polemieken over Woerlee aanwezig was. Ik heb wel degelijk stukken van hem gelezen (van zijn website bijvoorbeeld), maar ik verdom het om zijn boeken te lezen. De man voelt voor mij aan als puur vergif, en ik wil geen gifbeker leegdrinken. Mag ik dit nu weer niet zeggen, we leven toch in vrije landen? (jullie in Nederland, ik in de USA).
Beste, lieve JW. En ik heb je het verhaal toch al tig keer verteld dat ik mijn eigen keelamandeloperatie onder gehele narcose op een afstandje (met nadruk op vanaf een afstandje, dus niet vanuit het IN het lichaam perspectief) heb gezien als zevenjarige? Dat ‘onherroeplijk onder zeil gaan’ is dus maar zeer betrekkelijk en gaat lang niet altijd op.
En dat is nu precies waar Woerlee de mist in blijft gaan. Hij wíl het gewoon niet horen en weten en plaatst zijn handen op zijn oren, en draagt een blinddoek.
Een fatsoenlijke reactie op Rudolf Smits artikel, over de man die vrijwel geen herseninhoud had, maar toch heel goed kon leven, heeft hij ook nog steeds niet gegeven. En zo zijn er meer stukken waar Gerry geen raad mee weet.
Maarten Koller says
Woerlee zou niet het niet willen horen en weten… Net zoals jij open staat voor een mogelijke andere verklaring voor je ervaring die je toendertijd hebt gehad? Volgens mij is dat namelijk al net zo vaak geopperd als het aantal keren dat je een verhaal vertelde over een uittreding.
Constantia Oomen says
Mijn geest staat meer open dan die van Woerlee. De waarheid ligt in het brede midden: die tussen de twee uiterste polen van de over de top skeptics en de over de top believers. En dat is exact de positie die ik inneem: precies middenin.
Zoals je zegt: ik wil niet de fout maken die Randi e.a. maken: eindeloos jezelf blijven herhalen, een karikatuur worden van jezelf. Dus ik ben niet van plan de discussie hier opnieuw te voeren.
frankeren says
Je bent onredelijk hard tegen James Randi.
Je vergeet wat hij ontmaskerd heeft en hoe hij nog steeds met zijn stichting vecht tegen bedrog. Dat je zijn optredens (op youtube) een herhaling vindt kan ik begrijpen, maar als je goed oplet zie je dat er meestal een jonge generatie in de zaal zit die dat verhaal nog nooit gehoord heeft.
Zie de analogie met holocaust overlevers die steeds hetzelfde verhaal aan jonge mensen vertellen. Dat vind je toch zeker geen karikatuur? Het verhaal is gewoon niet meer voor jou bestemd als je het al een keer gehoord hebt.
Constantia Oomen says
Randi’s ‘ontmaskeringen’ zijn maar betrekkelijk relevant. Hij is nog nooit tot de ware kern doorgedrongen. Ik vind Randi een boefje en ja, zo behandel ik hem dan ook.
De holocaust ‘analogie’ is volkomen ongepast en heeft hier niets mee te maken. Er is geen analogie met de holocaust.
Kijk eens naar zijn brief; is dit de brief van een man die onderzoekt zonder emoties, objectief en eerlijk? Ik zal je het antwoord geven: neen.
frankeren says
[ Hij is nog nooit tot de ware kern doorgedrongen.]
En wat mag dat dan wel wezen? En waarom is hij dan een boefje?
Je mag voor holocaust ook slachtoffer van vrouwenhandel of Scientology invullen als je dat beter past, het gaat om de passie om je verhaal te vertellen.
Die brief ziet er hard uit maar ik kan er niets mee zonder de voorgeschiedenis. En in dit forum doe je regelmatig hetzelfde, zodanig dat je reacties gemodereerd worden. Pot verwijt de ketel?
Constantia Oomen says
Dat met de moderaties valt reuze mee. Randi is een boef(je) omdat hij zegt onafhankelijk en objectief te zijn, maar ondertussen heeft hij een driftige waas voor zijn ogen, want hij weet de uitkomsten al en dát kan niet in serieus wetenschappelijk onderzoek. Diederik Stapel wist de uitkomsten ook al. En kijk waar hem dat gebracht heeft.
frankeren says
[ Dat met de moderaties valt reuze mee. ]Dat zie je anders niet vaak op dit forum, dat gemodereerd wordt wegens “minder vriendelijke woorden”.
[ ondertussen heeft hij een driftige waas voor zijn ogen, ]
Het zoveelste moddergooien… Laat dat nu eens weg, beperk je tot argumenten i.p.v. drogredenen, dan wordt je serieuzer genomen.
[ want hij weet de uitkomsten al ]
Met al die malloten die homeopathie of wichelroede willen bewijzen weet ik zelf en elk ander zinnig mens de uitkomst ook al. Maar de stichting geeft ze de toch mogelijkheid het te bewijzen. En de meesten falen, of haken af in het voortraject als ze merken dat bedrog vrijwel onmogelijk is. Enig hard bewijs dat Randi én zijn medewerkers de boel oplichten?
Zijn stichting wordt namelijk niet alleen door hem gerund. Er zijn vele wetenschappers geliëerd aan zijn stichting die testen opzetten. Enig voorbeeld van een afvallige die uw bewering staaft?
Constantia Oomen says
“Bedrog” (als je het hebt over homepathie). Grote woorden, maar in feite: kléine woorden.
Misschien moet de moderatie nu even naar jou kijken? Ziet de splinter in andervrouws oog, maar de balk voor eigen ogen niet?
Denk je nu echt ooit iets te bereiken als je je tegenpartij bestempelt als ‘malloten’?
Wat betreft Randi: ik vermoed sterk dat de wetenschappers waar je het over hebt over-de-top skeptische sympathieën hebben. Ik en met mij velen hebben geen vertrouwen in Randi. De man is uit op zijn gelijk (heeft hij weinig), niet op de waarheid.
frankeren says
[ Ziet de splinter in andervrouws oog, maar de balk voor eigen ogen niet?]
Je hebt hierin gelijk, ik had ze geen malloten moeten noemen. Wel moeilijk als je veel van die filmpjes van kandidaten gezien hebt… Maar er zijn er inderdaad ook serieuze bij die er heilig in geloven, zoals Ogilvy die ook afging.
Toch wel blij dat je de splinter in je eigen oog erkent.
[ Wat betreft Randi: ik vermoed sterk ]
Precies, je vermoedt…. en dat mag. Maar je zegt steeds
“Randi is”… zonder een flintertje bewijs of andersoortige
ondersteuning van je beweringen. Zeg dan voortaan “ik vermoed” of
“ik denk” of “ik vind dat Randi…”.
Overigens heeft Randi toegegeven dat als hij zijn werk een
paar eeuwen geleden had gedaan dat hij misschien zoiets als magnetisme of
electriciteit had bestreden omdat het bewijs destijds nog niet goed geleverd
kon worden. Maar ook dat als homeopathie of paranormale gaven wél bewezen
zouden kunnen worden dat het een zegen voor de mensheid zou kunnen zijn.
Naar eigen zeggen komt zijn passie voort uit de kwakzalvers
die hij in zijn jeugd de arme mensen geld uit hun zak zag kloppen en in
navolging van Houdini die mensen ging ontmaskeren. Hij heeft wél bewezen dat
Fillipijnse wonderdokters niet echt opereren, Geller, Popoff ontmaskert en nog veel en veel meer.
Dus bewijs i.p.v. “Ik en met mij velen”.
Constantia Oomen says
Ik heb geen splinter in mijn oog, die heb ik er allang uitgehaald. Balken zijn zwaardere objecten en blijven langer hangen.
Die brief van Randi zei genoeg en Randi is niets in zijn voordeel veranderd. Hij is blijven steken in hoe hij 50 jaar geleden al was. En hij zal nooit iets bereiken met deze nare organisatie van hem. Die heeft zo’n onaangename reputatie dat vooral alle serieuze, oprechte, integere mensen haar links laten liggen. Misschien trekt hij vooral haaien aan; soort zoekt soort. Zijn miljoen heeft weinig aantrekkingskracht op integere mensen.
Pepijn van Erp says
Die brief aan Kolodzey is van juni 1999. Jaren later (2006) zijn er blijkbaar (Wikipedia) nog wel onderhandelingen geweest tussen Randi en Kolodzey om alsnog tot een test te komen. Kritiek op die eerdere harde afwijzing heeft Randi zich dus toch aangetrokken. Het is dus een beetje te kort door de bocht om de persoon Randi af te rekenen op die ene brief.
Constantia Oomen says
Pepijn, natuulijk niet alleen op deze ene brief. Ik heb gedurende de jaren een indruk van Randi gekregen, gebaseerd op vele video’s, teksten, verhalen, enz.. Je vraagt erg veel van me: Randi een eerlijke kans te geven? Terwijl hij naar mijn weten en intuïtie ervan geniet mensen op hun nummer te zetten? Niet het kenmerk van een integere wetenschapper.
Ik heb Randi vorig jaar in Nederland gezien. Dat bracht geen wijziging van mijn standpunt.
Ik denk niet dat het nog gaat lukken Randi als waardige/integere opponent te zien.
frankeren says
[ Terwijl hij naar mijn weten en intuïtie ervan geniet mensen op hun nummer te zetten? ]
Mag je niet genieten van bewezen succes als je passie is om oplichters te ontmaskeren? Als jij zelf een oplichter of misdadiger ontmaskert, ben je dan droevig?
[ Niet het kenmerk van een integere wetenschapper.]
Als je goed hebt opgelet weet je dat Randi herhaaldelijk zegt dat hij géén, ik herhaal géén wetenschapper is en dat hij afhankelijk is van echte wetenschappers om zijn gelijk te bewijzen.
Als je goed hebt opgelet weet je dat Randi herhaaldelijk zegt dat hij liever niet “magician” genoemd wil worden maar eigenlijk een “conjurer”, oplichter dus, want magie bestaat niet volgens hem.
Constantia Oomen says
Nee, je mag er niet van genieten als andere mensen door jou (in deze: Randi dus) als oplichter/verliezer gezien worden. Je mag er niet van genieten als je zogenaamd (!) superieur bent. Alleen kleinzielige mensen genieten van de ‘ondergang’ van een ander.
Ach, hemeltje, ik heb de beste kleine man zó verkeerd begrepen? Aha, zijn gelijk bewijzen wil hij dus toch, hè. Gaat hem nooit lukken, hihi. Mark my words.
frankeren says
[
Alleen kleinzielige mensen genieten van de ‘ondergang’ van een ander. ]
Een ondergang is bv Bjorn Borg die na vele jaren nog een comeback denkt te maken met zijn ouderwetse racket. Daar geniet ik niet van, daar krijg ik plaatsvervangende schaamte van. Ik geniet wèl als een oplichter/misdadiger ontmaskerd wordt. Als jij dat niet hebt…? Dat heeft niets met superioriteit te maken maar met gevoel voor onrecht.
[ de beste kleine man ]
Daar gaan we weer met moddergooien, Q.E.D. Hoe zou jij het vinden als ik je constant aansprak met “jij blondje met te kleine….” of iets dergelijks? Zijn iemands argumenten minder waard als hij/zij klein, grijs, oud o.i.d. is?
Tja, dan ben ik maar geen goede Google snuffelaar. Jouw bereidheid om iemand iets te leren is blijkbaar nul. Ik wens je een prettige dag toe, maar hier is het nacht en ik stop er mee.
Constantia Oomen says
Nee, ik geniet er niet van als oplichters (als ze zo genoemd kunnen worden) ontmaskerd worden. Het enige wat ik altijd voel, is plaatsvervangende schaamte en ontzetting. Ik zie het als iets noodzakelijks, maar niet plezierigs, ik zie het pijnlijke ervan, dat iemand zo laag gezonken is.
Mensen trappen na geven zoals op Geenstijl bijvoorbeeld gebeurt met Joran van der Sloot, zegt meer over de mensen die de trappen uitdelen.
Ik heb teveel invoelingsvermogen om te genieten van de ellende/downfall van een ander. Er zijn een paar uitzonderingen, zoals mensen die dieren kwellen (bijvoorbeeld van levende haaien, dolfijnen de vinnen afsnijden, levende kreeften in kokend water gooien, slagers, jagers…). Die mogen van mij heel erg hard aangepakt worden, daar ken ik geen medelijden, dus ik heb één uitzondering. Ik geniet! als ik lees dat een jager zichzelf per ongeluk heeft neergeschoten. Boontje komt om zijn loontje, vroeg of laat.
Randi is een kleine man, was het je niet opgevallen? Zelfs JW had het er onlangs over, met lengte opgave. Ik ben half blond maar zeker niet met te kleine, eerder te grote (handen, enzovoort). Dingen die waarheidsgetrouw zijn, mogen als zodanig benoemd worden; of ze relevant zijn, is een tweede.
Ik benoem hem zo omdat ik zijn lengte goed vind passen bij zijn importantie. Dat jou dit steekt, kan best zijn.
Bij vogels redeneer ik heel anders: klein = fijn. Wij hebben dagelijks kolibries in de tuin, en ik ben geheel verrukt als ik de diertjes uit bloemen en onze feeders zie drinken. Daar zul je mij ‘klein’ alleen maar in zeer positieve zin horen gebruiken.
Ja, Randi kan me gestolen worden. Dat neem je niet zomaar weg. Dit komt vanuit een jarenlange observatie en echt niet over een nacht ijs.
Soit.
Ik heb net dit bekeken: http://www.zdf.de/ZDFmediathek#/beitrag/video/1705716/Die-Code-Knacker over priemgetallen en het oplossen van de http://nl.wikipedia.org/wiki/Riemann-hypothese Kwaliteitsdocumentaires als deze worden in Nederland niet gemaakt. Nederland is een minderwaardig land op TV gebied als je het vergelijkt met Duitsland. Helaas niet alleen op TV gebied.
Ik moet eens aan JW vragen wat er bedoeld wordt met ‘priemgetallen die op één lijn liggen’. Dit snapte ik al niet. Ik wilde dat ik zo’n knappe kop was die ingewikkelde wiskundige formules kon uitdokteren. Laten we hopen dat mijn (andere) kwaliteiten van net zulke grote waarde blijken te zijn.
Jan Willem Nienhuys says
Ik heb de docu niet uitgekeken, dat duurt me te lang. Het gaat om de vraag hoe de priemgetallen verdeeld zijn. In de buurt van een getal van N cijfers is de dichtheid heel heel ruw ongeveer1 per 2,3 maal N. Dus in de buurt van 10.000 is grofweg 1 per 9 getallen een priemgetal. Dat is al redelijk lang bekend. De schatting kan iets verbeterd worden.
De vraag is of het ook beter kan, of er van die schatting alleen nog maar ‘toevallige afwijkingen zijn. Of zijn er willekeurig grote en ‘vaak’ voorkomende N waar de dichtheid flink afwijkt van de schatting? Het vermoeden (van Riemann) is: eigenlijk niet.
Dit probleem kan worden omgezet in een probleem betreffende de zogeheten zetafunctie. Dat is een complexe functie op het complexe vlak, en als je niet weet wat dat is, dan moet je maar denken dat het het gewone X-Y-vlak is van de middelbareschoolalgebra. Als het vermoeden waar is, dan heeft die zetafunctie alleen nulpunten op de (verticale) lijn x= 1/2 (en omgekeerd). Als er ergens vlak naast die lijn in plaats van óp die lijn een nulpunt is, dan houdt dat in dat de dichtheidsschommelingen van de priemgetallen groter zijn dan je van ‘toevalsgetallen’ mag verwachten. Het verband tussen die zetafunctie en de ligging van zijn nulpunten enerzijds en de schatting voor hoe erg de afwijkingen zijn van de ‘gemiddelde’ verdeling van de priemgetallen anderzijds is te ingewikkeld om uit te leggen.
Wiskundigen houden meer van de zetafunctie-versie want aan complexe functies valt heel mooi te rekenen, en je kunt ook tamelijk makkelijk met een rekenmachine nagaan of een nulpunt precies op die lijn x=1/2 ligt. Dat is al gecontroleerd voor heel veel nulpunten.
Ik zie dat Pepijn hier al antwoord op gegeven heeft, ik vind dat ik het nog iets minder technisch heb uitgelegd.
Het is inderdaad het lastigste probleem van de klassieke wiskunde.
Pepijn van Erp says
Ik heb die documentaire wel grotendeels bekeken, maar hij laat een beetje raar gevoel achter: eerst wordt die Riemann-hypothese uitgelegd (maar dan wel zo dat de verwarring kan ontstaan dat de priemgetallen op één lijn liggen). Vervolgens iets over belang van priemgetallen voor codering, maar dat heeft weer weinig met Riemann te maken (wat ook wel weer wordt opgemerkt). Tenslotte komt er een stuk waarin een link wordt gelegd met de (algemene) Riemann hypothese en theorieën over quantummechanica en elementaire deeltjes.
Ik kende die mogelijke verbanden niet (is ook een relatief nieuwe ontwikkeling), maar er wordt volgens mij ook weer erg gemakkelijk een diepzinnige link mee gesuggereerd tussen de priemgetallen en de bouwstenen van het universum. Klinkt natuurlijk wel lekker in de oren van de geïnteresseerde leek,
Constantia Oomen says
Synchroon, daar zeg ik net wat over! 😀 (over link naar bouwstenen van het universum)
Constantia Oomen says
Aan Jan Willem en Pepijn.
Oeps en slik, dit is te moeilijk voor mij, hoewel ik het gevoel heb dat ik aan Jan Willems uitleg mogelijk een tikkeltje sneller kan aansluiten (ik heb Pepijns link bekeken). Ik snap er vrijwel niets van en zal jullie uitleg nogmaals bestuderen.
Ik had uit de docu begrepen dat er wat betreft de heel grote getallen ‘enorme’ gaps zitten, wel zo groot als in zestig.
Men zou mij dit in Jip en Janneke taal moeten uitleggen, ik baal enorm dat ik totaal geen wiskundig genie ben. Wat ik wel oppik, is dat ‘men’ een sleutel vermoedt naar de bouwstenen van de kosmos. Er wordt later in de docu gesproken (vanaf ongeveer 32 minuten) over twee wetenschappers (Natuurkundige en Wiskundige) die elkaar tijdens een theepauze (in 1972) spreken en samen tot een verrassend inzicht komen, namelijk dat een formule gebruikt voor de priemgetallen, dezelfde waarschijnlijkheidsverdeling heeft als men gebruikt voor zware atoomkernen als van Uranium (Vergelijk subatomaire ruimte). Zie afbeelding (screenshot docu).
Dit levert het schokkende inzicht op dat priemgetallen niet slechts iets ‘loos’ zijn, maar wel degelijk iets te maken hebben met de bouwstenen van het leven.
Jan Willem, dus dit gaat boven jouw pet? Wie gaat het oplossen?
Jan Willem Nienhuys says
Nou ja, van die link met de kosmos geloof ik eigenlijk niks. Laat ik het nog eens proberen uit te leggen. Ik sprak in het bovenstaande over getallen met N cijfers. Laten we het voor het gemak hebben over getallen tot en met 400 cijfers. Dus vanaf 1 tot aan een 1 met 400 nullen. In dat gebied zijn er volgens de algemene theorie ongeveer 10^400 gedeeld door 920 (= 400 x 2,3) priemgetallen. In feite is er een tamelijk precieze schatting. Dat is zo ontzettend veel, dat kan niemand echt natellen. Maar is wel een verdomd klein beetje (nl. 1/920) van het totaal.
Hoeveel zou het afwijken? Stel eens dat je 10^400 iets doet dat een toevalskans van 1/920 heeft om te slagen. Dan verwacht je dat je ongeveer (10^400) / 920 keer slaagt. Maar de wetten van de kansrekening zeggen dat als het echt toeval is, dan zijn er doorgaans afwijkingen. Hoe groot zijn die afwijkingen?
De algemene kanstheorie zegt dat de afwijkingen in de orde van grootte van de wortel zijn van het verwachte aantal (Dat is altijd goed waneer het gaat om iest met verdomd kleine kansen.) Soms meer, soms minder. In zowat 68% van de gevallen minder. Eén op de 20 keer is de afwijking zelfs meer dan tweemaal die wortel. Ongeveer eens per 365 maal is de afwijking meer dan driemaal die wortel.
NB. Als je zoals indertijd Benveniste en zijn geliefde medewerker Davenas ongedegranuleerde basofiele granulocyten telt, en er door de bank telkens zo’n stuk of 80 telt dan heb je dus afwijkingen van dat aantal van wortel 80 dus 9, en als je het gemiddelde van drie onafhankelijke metingen neemt, zal de fout in dat gemiddelde ongeveer 5 bedragen. Alleen gaven dergelijke ‘metingen’ van Davenas keer op keer foutschattingen van ergens tussen de 1 en 3 en soms zelfs minder dan 1. Het hele lab van Benveniste had niks in de gaten (hoewel Benveniste ‘co-auteur’ was van een stuk dat over de statistiek van zulke metingen gaat) en de referees van Nature hadden ook allemaal peoep in de ogen, terwijl toch voor iemand die van statistiek niks meer weet dan deze wortelregel de bewijzen van fraude in 40-voud te zien waren boem pats op de eerste pagina van het stuk.
Hohoho! Hoezo eens per 365 maal? We hebben toch maar éénmaal?
Nou, je moet je voorstellen dat je achtereenvolgens kijkt naar getallen van maximaal 400 cijfers, dan naar maximaal 410 cijfers (de getallen van maximaal 400 cijfers zitten daar bij, maar die maken maar een te verwaarlozen beetje, namelijk een tienmiljardste deel uit), dan naar 420 cijfers (die van maximaal 410 cijfers zijn daar maar een beetje van), dan naar 430 cijfers enzovoorts. Met ‘eens per 365 maal’ moet je voorstellen dat je bij het telkens opnieuw kijken ongeveer zo vaak een afwijking vindt van driemaal de wortel.
Hoe groot is die wortel uit 10^400 / 920 eigenlijk ? Die is 10^200 / 30 . Dat is verbazend weinig ten opzichte van 10^400 . (Ik heb wortel 920 maar even afgerond tot 30)
De Riemann-hypothese zegt dat de afwijking niet meer is dan (10^200) maal 920 (eventueel maal een verder vaste constante)
Die extra factor, 30 x920. is zogezegd om te zorgen dat de zeldzame keren dat je een veelvoud van die wortel krijgt ook nog binnen de marge vallen.
Als je zou kijken naar getallen van maximaal 5000 cijfers dan zegt dezelfde hypothese:
het aantal priemgetallen met maximaal 5000 cijfers is ongeveer (10^5000) / 11513 (ik heb de schatting nu wat preciezer gemaakt) en de afwijking van de best mogelijke schatting is gegarandeerd niet meer dan (10^2500) maal 11513 maal dezelfde vaste constante.
Dat wil dus zeggen dat die ‘schatting’ ontzettend goed is, dat ongeveer de helft van de cijfers van het bedrag der schatting al correct is. Het zal je niet verbazen dat het eenvoudige rekenregeltje (deel door 2,3 maal het aantal cijfers) eigenlijk niet het goede rekenregeltje is, en dat de ‘echte’ functie in de Riemannhypothese een wat ingewikkelder rekenregel inhoudt. Laat dat nou maar aan de wiskundigen over.
Het gaat dus om schattingen (in de vorm van een precieze formule) voor aantallen priemgetallen met maximaal 10, 100, 1000, 10.000, 100.000, 1.000.000 enzovoorts cijfers en de bewering dat ongeveer de voorste helft van de cijfers in die schattingen correct is, dat wil zeggen dat als je de schatting en het echte aantal onder elkaar schrijft ze hetzelfde beginnen, precies wat je zou verwachten als het priem zijn of niet van een getal zich net zo gedraagt als een toevalsproces.
Voorbeeld:
getallen tot een miljard
aantal priemgetallen 50.847.534
schatting: 50.849.235
getallen tot een triljoen
aantal priemgetallen 24.739.954.287.740.860
schatting: 24.739.954.288.793.479
(mijn primitieve schatting geeft triljoen gedeeld door 18 x 2,3 geeft ongeveer 24.100.000.000.000.000)
Het lijkt of de schatting altijd meer is dan het werkelijke aantal maar in 1914 bewees Littlewood dat de schatting er ook wel eens, oneindig vaak zelfs, onder komt, en inmiddels is al bekend dat dit gebeurt voordat het aantal cijfers 10000….000 (317 nullen) bedraagt.
Als zou blijken (waar ik niks van geloof) dat niet ongeveer de helft van de cijfers voor schattingen van het aantal priemgetallen correct is maar dat het in de rij 10, 100, 1000, …. (dat zijn dus niet getallen, maar aantallen cijfers van getallen) oneindig vaak voorkomt dat maar ongeveer een derde van de cijfers goed is, dan vertaalt zich dat meteen naar ligging van de nulpunten van de zetafunctie: die komen ergens tussen de lijnen x=1/3 en x=2/3 te liggen en niet alleen maar x=1/2. Vraag me niet waarom, want dan moet ik heel veel uitleggen over die zetafunctie. Dat is een resultaat uit 1901 van Helge von Koch. Riemanns vermoeden ging oorspronkelijk aleen over die zetafunctie.
Niet alleen geloof ik er niks van dat ooit zou blijken dat de Riemann-hypothese onwaar is, ik geloof er ook niks van het enige kosmische betekenis heeft. Het gaat om details van hoe de priemgetallen verdeeld zijn bij de getallen die zo groot zijn dat alle inkt in het universum niet toereikend is om ze gewoon uit te schrijven. Het overigens best mogelijk dat het bewijs dat de Riemann-hypothese nooit komt, met andere woorden dat de mensheid uitsterft of collectief te dom wordt, voor er één mens dat bewijs geleverd heeft. En het is ook mogelijk dat De Branges op 21 december aanstaande aankondigt dat hij eruit is. Dat zou dan inderdaad in zekere zin het einde van een tijdperk zijn.
Aan de andere kant is de wiskunde van de zetafunctie zo mooi en gecompliceerd, dat die buiten dit ene probleem ook wel mooie toepassingen heeft.
Constantia Oomen says
Hallo JW.
Dank je. Dat je niet gelooft dat er een direct verband naar de kosmos is; dat mag je voor jezelf niet toelaten. Het waren niet de eerste de beste mannen die dat zeiden, maar twee vooraanstaande geleerden. Het zou verder onderzocht moeten worden.
Op de rest van je uitleg kom ik nog terug, eerst moet ik even gaan fietsen.
Veel dank,
Constantia
Constantia Oomen says
Waarom gaat iedereen ervan uit dat Riemanns Vermutungen (geheel) kloppen?
Ofschoon ik je uitleg nog steeds niet snap, snap ik wel dat je uit gaat van toeval en afwijking (correct me when I’m wrong)? Dat verbaast me, dat uit jouw mond te horen. Dat jij denkt dat er hiervoor geen formule is die alles exact kan ‘voorspellen’. Mijn boerenverstand zegt dat er geen enkel toeval zit, maar dan écht geen, in de verdeling en oplopende reeks (en gaten daartussen) van de priemgetallen. Er is een formule die als je hem zou hebben, precies en tot in de oneindigheid correct zou zeggen waar de priemgevallen zich voordoen, met een afwijking van 0,0 %.
En ja, ik denk dat er een relatie is tot de bouwstenen van de kosmos.
Deze hele kosmos zit zo ausgeklügelt in elkaar, dat alles op micro en macro niveau met elkaar matcht. Het is alleen zo dat we nog niet in staat zijn dit in aardse wetenschap te noteren.
Jan Willem Nienhuys says
Het is natuurlijk niet zo dat een getal de ene keer priem is en de andere keer niet. Maar het is wel zo dat de verdeling voor zover we weten er een is die sprekend lijkt op wat je krijgt als bij je elk getal x een muntje opgooit dat een kans van 1 op ln(x) heeft om op kop te vallen en ‘kop’ noteert als dat ook gebeurt. Weliswaar geeft dit gooien met muntjes niet de priemverdeling maar als je het aantal kop tot aan x telt, is dat ongeveer even groot als het aantal priemgetallen.
In de wiskunde moet je met ‘boerenverstand’ erg oppassen. 2300 geleden dachten de knapste Grieken dat het eigenlijk vanzelf sprak dat in een vierhoek met drie rechte hoeken de vierde hoek ook recht was. Of anders: als je een rechte lijn loodrecht snijdt met twee andere lijnen a en b, dan zijn a en b evenwijdig. Daar had men toen wel enige twijfels over, gezien het aantal verwoede pogingen om dat te bewijzen, of het gebruik van dat feit zoveel mogelijk te vermijden. Het heeft tot in de negentiende eeuw geduurd voor men erachter was dat dat niet vanzelf sprak. Een van de mensen die erachter kwam (de knapste wiskundige aller tijden) zei niks omdat hij geen zin had te worden uitgelachen door de domkoppen (hij zei dat iets beleefder, Boëtiërs, maar hij bedoelde hetzelfde).
Voor lang niet alles is een formule en sommige dingen kun je niet berekenen. En er is zelfs geen methode om de ‘onberekenbare’ dingen te herkennen.
De belangrijkste onberekenbare ‘formule’ is de bewering dat je 0=1 niet kunt bewijzen.
Je zou denken (met je boerenverstand) dat dat vanzelf spreekt. Maar dat is niet zo. De vraag is of er een bewijs bestaat (dus een rij symbolen) dat eindigt met ‘dus 0=1’ en dat volgens de regels van wat een goed bewijs is correct in elkaar zit. Je denkt natuurlijk dat dat heel eenvoudig is: je schrijft gewoon alle mogelijke symboolrijen op gesorteerd op lengte en daarna alfabetisch, en die loop je een voor een na. Dan kom je nooit zo’n raar bewijs tegen (dat goed is en toch op 0=1 eindigt). Maar dat telt niet, want die methode heeft een oneindig aantal stappen.
Er is maar 1 omstandigheid dat zo’n bewijs kan bestaan, namelijk als er ergens een fout in de wiskunde zit. Dan kun je namelijk álles bewijzen. Maar aangenomen dat de wiskunde correct is kun je die correctheid niet bewijzen. De correctheid van de wiskunde (althans wiskunde waarin zinvol over alle getallen te spreken valt) blijft een aanname die weliswaar zeer sterk gesteund wordt door de ervaring, maar die geen zekerheid is
In de jaren 1920 dacht een van de knapste wiskundigen ooit met zijn boerenverstand het tegendeel. Zijn hoop werd de grond ingeboord door Gödel en Turing.
Rond 1900 had Gottlob Frege een plan bedacht om de hele wiskunde volstrekt logisch in elkaar te zetten, zodat het onbetwijfelbaar zou zijn dat de wiskunde correct was. Hij had er een boek van twee delen over over geschreven, en was bijna klaar met de drukproeven van deel twee, toen hij een brief kreeg van Bertrand Russell die hem wees op een niet te repareren fout in de opzet van zijn systeem. Toen konden eigenlijk beide delen in de prullenbak.
Je ziet, de beste wiskundigen hebben allerlei intuïties gehad die helemaal fout waren, dus je moet als persoon die eigenlijk niet zoveel van wiskunde weet toch een beetje voorzichtig zijn met op basis van intuïtie pontificeren wat er wel en niet in de wiskunde mogelijk is.
Constantia Oomen says
Ok Jan Willem.
Het was niet zozeer intuïtie, als wel het gegeven dat we met zuiver oplopende getallen te maken hebben, en het mij logisch leek dat getallen en priemgetallen zich logisch en voorspelbaar zullen gedragen.Ook luisterde ik naar de wiskundige en natuurkundige die elkaar troffen en een verbluffende conclusie trokken.
Ze laten het in die documentaire zo mooi zien: een man die over een pad met treden heen loopt en soms zijn er meerdere priemgetallen vrijwel direct achter elkaar, soms een heleboel stappen niets. Het lijkt mij nog steeds dat hier een strikte logica in moet zitten, maar na je uitleg wil ik zeker bevestigen dat ik dit natuurlijk – net als alle anderen – niet kan bewijzen. Heb jij nooit de behoefte gevoeld het ‘raadsel’ op te lossen?
Jan Willem Nienhuys says
Laat ik het voorbeeld geven van het getal 1.425.172.824.437.699.411 dat is een priemgetal.
In die buurt in de priemgetallendichtheid 1 per de natuurlijke logaritme van dat getal, is 1 per 41,8. Dat wil zeggen dat je in de volgende 41,8 miljoen getallen naar schatting een miljoen priemgetallen zult aantreffen. Het kan ook een paar duizend meer of minder zijn.
Dit getal heeft de wonderlijke eigenschap dat de volgende 1475 getallen allemaal te ontbinden zijn in kleinere factoren. Als het priem zijn zuiver een kwestie van kans was, dan zou de kans op een dergelijke gebeurtenis gelijk zijn aan (1 – 1/41,8)^1475 = ongeveer 1 op 3,2 x 10^15
Dat is een heel erg kleine kans. Maar heel er vreemd dat het geval zich voordoet is het ook weer niet, want tot aan dat getal 1,4 x 10^18 zijn er ongeveer 34 x 10^15 priemgetallen, die zogezegd allemaal dat risico lopen, en dat er bij 34 x 10^15 priemgetallen eentje is die een dergelijke ‘pech’ heeft is niet eens zo vreemd. Het enige vreemde is eigenlijk dat zo’n tussenruimte zo lang op zich laat wachten.
Omdat in de buurt van het genoemde getal de priemgetallendichtheid nog steeds ongeveer 1 per 40 is, moet je niet verbaasd zijn als er onder volgende paar honderd priemgetallen er twee zijn die maar twee verschillen.
Het zou kunnen zijn dat heel ver weg er heel erg veel of juist veel te weinig van dit soort gaten zijn en dat die afwijkingen tot in het oneindige doorgaan. Dat zou betekenen dat het ‘model’ van de priemgetallenverdeling niet goed is. Dat model zegt dat
(1) er is een schatting voor het aantal priemgetallen tot x, en die schatting is dezelfde schatting die je krijgt voor het totaal aantal ‘hits’ bij een toevalsproces dat bij getal x een kans van 1/ln(x) op een hit heeft
(2) die schatting is natuurlijk niet goed, maar als je hem met de werkelijkheid vergelijkt, dan blijkt ongeveer de eerste helft van de cijfers wel te kloppen.
Bewering nummer 2 is equivalent met de Riemann-hypothese. Of die waar is, is niet bewezen.
frankeren says
[ Misschien trekt hij vooral haaien aan; soort zoekt soort. ]
Q.E.D.
Constantia Oomen says
M.O.
frankeren says
[ M.O.]
Graag uitleg, ik kan zelfs via Google niet vinden wat dat betekent.
Constantia Oomen says
Dan ben je geen goede Google snuffelaar. Ik dacht dat je zo van Latijnse afkortingen hield?
Mopje says
“Als het bewustzijn zelfstandig zou opereren, waarom is het zo dat iemand
na toediening van bepaalde anesthetica onherroepelijk onder zeil gaat?
Dat zou dan toch een merkwaardig soort ‘zelfstandigheid’ zijn.”
Haha, ik vind het weer een pareltje!
Je reactie over hoe vaak je iets moet vertellen voordat iemand het gelooft ook. Heerlijk. En hoe staat het met de ionen-proef? Want over het herhalen van spannende proeven hoor ik altijd erg weinig.
Jan Willem Nienhuys says
Woerlee spreekt over anaesthetica die per intravenuze injectie worden toegediend en waarvan de functie is dat ze de werking van de hersenstam beïnvloeden. Er zijn veel verschillende soorten aneasthetica, en Woerlee bespreekt ook de tamelijk zeldzame gevallen dat aneasthetica niet het gewenste effect hebben, en met name het geval Pam Reynolds: dan lijkt de betrokkene buiten bewustzijn, maar voelt (soms) en hoort nog wel wat; sommige anaesthetica hebben als functie dat de spieren verslapt worden en dan kan de betrokkene op geen enkele manier reageren.
Hij legt het duidelijk uit onder het kopje Wakker blijven onder narcose en verwijst naar hoofdstukken uit zijn Abraham-boek.
Wat voor anaesthetica gebruikt worden bij een simpele tonsillectomie van een kind, dat weet ik niet.
Blackmore heeft een theorie ontwikkeld die verklaart waarom mensen zichzelf op een afstandje zien als hun ogen niet functioneren. Dat zit hem in het ‘normale’ beeld dat mensen hebben als zij zichzelf proberen voor te stellen. Blackmore heeft geprobeerd na te gaan of mensen die zich in het dagelijks leven zichzelf in vogelvluchtperspectief vaker uittredingservaringen hebben dan mensen die voornamelijk ‘eigenperspectief’ ervaren.
Om iets vanuit welk standpunt dan ook iets feitelijk te zien moeten de lichtdeeltjes die dat standpunt passeren op de een of andere manier worden ‘waargenomen’ dus gestopt en dan moeten bij dat stoppen de richtingen waar ze vandaan komen nauwkeurig worden vastgelegd. Dat gaat met een ‘camera obscura’ of pinhole camera, maar het beeld wordt aanzienlijk beter als je een lens bij het gaatje aanbrengt met een geschikte brandpuntsafstand: dat is zoals het oog werkt (en trouwens elke gewone camera ook). Als de fotonen niet gestopt worden, dan hebben ze geen interactie en dan kunnen ze ook niet worden waargenomen. Dat is in elk geval wat de natuurkunde zegt.
De biologie zegt dat als het mogelijk zou zijn te ‘zien’ zonder ogen, en dan nog wel vanuit een standpunt dat niet fysiek samenvalt met de zintuigen in het lichaam van de waarnemer, dan zou dit zo’n ontzaglijk voordeel voor organismen hebben dat het gebruik ervan niet beperkt zou blijven tot de situatie dat men voor het oog van de wereld buiten bewustzijn is.
De natuurkundigen denken dat als waarneming van de gang van fotonen mogelijk zou zijn zonder die gang te verstoren, ze dat zo langzamerhand wel ontdekt zouden hebben. Maar het enige wat ze ontdekt hebben is dat elke poging tot ‘waarneming’ zonder interactie tot mislukken gedoemd is.
Als we dus moeten afwegen wat aannemelijker is:
1. een onstoffelijke waarneming vanuit één punt waarbij dus geen fotonen gestopt worden, en die na aanzienlijke bewerkingen door een onstoffelijke geest op de een of andere manier toch belandt in de optische hersenschors voor verdere bewerking en vastleggen in het geheugen
of
2. dat de hersenen bij het vormen van interne voorstellingen ook de eigen persoon voorstelt op de manier waarop men anderen ziet, namelijk van een afstandje.
dan heeft 2 hier de beste papieren.
Constantia Oomen says
JW,
het zijn niet altijd de beste papieren die de winnaar maken.
Constantia
Hans1263 says
Het bekende scheermes dus!
Constantia Oomen says
En Randi had dus weer niets nieuws te vertellen, alleen het herhalen van stokoude video’s die iedereen al kent? Die man teert op oude roem en iets zinnigs zeggen doet hij al heel lang niet meer.
Constantia Oomen says
[gewijzigd door Moderator(PvE): Oomen zegt dat ze liever niet door Woerlee verdoofd zou worden, gezien zijn denkbeelden over de relatie lichaam-geest ,of zoiets maar dan in minder vriendelijke woorden]
Constantia Oomen says
Haha, “liever niet” is een understatement, dus moderator: je correctiewerk klopt niet helemaal.
Constantia Oomen says
“An Amazing LIVE”??
Maarten Koller says
Gefixt, dank. Overigens mogen spellingsfoutjes ook zonder 2 vraagtekens en meerdere zinnen eromheen gemeld worden. Het woord en de juiste spelling is in principe voldoende.
Ragnar764 says
We zijn uiteindelijk slechts maar zeer complexe bio-chemische robots, hoe we ons behoren te gedragen, wat goed of slecht is is allemaal als gegeven ingeprogrammeerd.
Ons brein bestuurt ons gedrag, meer is er niet.
Maar wat bizar toch, dat we ons van dit alles zo goed bewust zijn????
Een beetje zoals de operator in de controlroom die wel zeer stevig door de controlroom beinvloed wordt, maar zich hier ook weer terdege bewust van is, als hij tenminste volledig in staat van alertheid blijft.
Dat is ook de reden waarom we bewustzijn niet exact kunnen definieren.
Het zet je wel weer aan het denken.
Afijn de mens zal zichzelf altijd wel een raadsel blijven.
Als wij allen verdwenen zijn zitten de volgende generaties er weer over te brainstormen.
We”ll never know.
Ragnar764 says
Uittredingen lijken me meer inherent aan lucide dromen, net echt, zoals ik het zelf ook wel eens ervaren heb.
Je droomt terwijl je je bewust bent van het feit dat je droomt.
Neem je eens wat drugs (psychedelica), wat ik ooit wel eens heb gedaan als jonge hond, kun je ook leuke trips op een aanzienlijke indringender manier ervaren, dan beland je inderdaad in andere fascinerende werelden, dat kan prettig of minder prettig uitpakken. 😉
Die uitkomst hiervan hangt weer van zoveel persoonlijke factoren af.
Maar het blijft zich m.i. allemaal tussen de oren afspelen, je gaat inderdaad wel op reis, maar verkent in wezen de diepere dimensies van je eigen psyche.
AAtsouPier says
Dit lijkt mij toch een heel fatsoenlijke reactie van Gerry Woerlee op het artikel van Rudolf Smit : http://www.neardeath.woerlee.org/almost-brainless.php
@ Agnes Tieben
Ik vond het artikel van mei 2011. Cordelia Fine stond er ook bij.
In augustus woedde er in de NRC een hevige discussie over of gescheiden onderwijs al dan niet zin heeft. In een artikel dd 19-08-11 staat iets over een onderzoek van neurowetenschapper Lise Eliot, onder de kop “Verschillen binnen seksen groter dan tussen seksen”. Dat is nu net het punt dat mij interesseert, meer dan de kwestie nature of nurture (ik neig naar vooral nurture).
Hoe men heden ten dage daar nog onderzoek naar kan doen is mij overigens een raadsel. Men zou haast voor de geboorte van het kind moeten beginnen met onderzoeken ; mijn lokale Bruna heeft een complete roze afdeling met spullen voor jonge meisjes.
@ JWN
U heeft te weinig fantasie. Teveel is echter ook niet altijd aan te bevelen, zie http://www.pseudo-sciences.org/spip.php?article1073
Jan Willem Nienhuys says
Bij het lezen van die reactie bedacht ik dat de ‘brein is ontvanger’-theorie voetstoots aanneemt dat er voor een ontvanger minder ruimte of capaciteit nodig is dan voor ‘the real thing’. Voor deze aanname is echter weinig bewijs. In feite gaat het om ‘ontvangen’ van wat toch wel heel zwakke signalen moeten zijn. Als een vrijwel onstoffelijke, buiten het lichaam bestaande entiteit in staat is een ontvanger aan te spreken (en ook nog zo dat de ontvanger van een andere mens daar pal naast geen enkele last heeft van zelfs maar ruis) zonder dat de fysici in staat zijn ook maar iets van een signaal te detecteren, dan moet dat signaal heel erg versterkt worden.
Althans in de fysica is het zo dat de detectie van zwakke signalen grote en zeer gespecialiseerde apparatuur vereist. De hersenen zijn niet een dergelijk groot en gespecialiseerd toestel. De hersenen werken ook bij 37 graden en hebben uitgebreide voorzieningen om geen last te hebebn van thermische ruis. Om precies zulke redenen zijn gevoelige detectors in de natuurkunde vaak ook nog eens sterk afgekoeld.
Bovendien, de sterkere versie van de ontvangertheorie is dat ook het geheugen extracorporeaal is. Dus die ontvanger zal bij binnenkomst van het signaal ook nog moeten sorteren in
A. ‘is geheugen’
B. ‘is iets gezien met het extracorporeale oog of ander zintuig’
C. ‘is een gedachte’
Dus alle afzonderlijke hersendelen moeten hun eigen superontvanger hebben, of er moeten zenuwbanen lopen van van de ene superontvanger naar alle hersendelen.
Descartes dacht dat de superontvanger zich in de pijnappelklier bevindt, zonder daarvoor veel aanwijzigingen te hebben. Descartes had te veel fantasie. Hij bedacht een compleet nieuw wereldbeeld op basis van wervelingen van ruimtedelen: volslagen onzin.
Wat Van Lommel hierover schrijft is allemaal flauwekul. Hij denkt dat het wiskundige hulpmiddel (een hoog-dimensionale ruimte) om meerdeeltjessystemen te beschrijven onderdeel is van de kwantummechanica en dat de extracorporeale hersenen zich in die ruimte bevindt. Dat is net zo primitief als bijgelovigen die menen dat iemands ziel zich in een foto bevindt. Of nog iets primitiever, want een foto is nog een concreet object, terwijl die hoog-dimensionale ruimte eigenlijk maar een handig gedachtespinsel is en geen concreet object.
Kortom, de hypothetische ontvanger van de geestelijke signalen is noodzakelijkerwijs nog veel omvangrijker dan de grootste instrumenten die de natuurkunde ontworpen heeft om heel zwakke signalen op te vangen en a fortiori omvangrijker dan de hersenen.
Het is onduidelijk hoe normale hersenen met hun geringe omvang en hoge temperatuur als ontvanger kunnen fungeren, dus het voorkomen van opvallend weinig hersenweefsel bij uitzonderlijke personen is juist een (zwakke) aanwijzing dat de hersenen géén ontvanger zijn.
Ragnar764 says
JW: noodzakelijkerwijs nog veel omvangrijker dan de grootste instrumenten die de natuurkunde ontworpen heeft om heel zwakke signalen op te vangen en a fortiori omvangrijker dan de hersenen.
Al deze geweldige verworvenheden zijn ooit eens ontsproten aan het menselijk brein, dit even terzijde, maar het feit in aanmerking genomen dat we nog lang niet alles van de grijze massa in kaart hebben kun je eigenlijk niets met zekerheid echt uitsluiten.
JW stelt het zelf immers al, het is onduidelijk hoe normale hersenen met hun geringe omvang en hoge temperatuur als ontvanger kunnen fungeren, maar eigenlijk zegt JW:
We weten het niet.
JW: Als een vrijwel onstoffelijke, buiten het lichaam bestaande entiteit in staat is een ontvanger aan te spreken
Entities are dwelling on the bottom of your own mind, niet daarbuiten.
Constantia Oomen says
Om toch iets nieuws te zeggen: California begint mooie dingen aan te trekken sinds ik hier woon:
http://blogs.vancouversun.com/2012/07/31/5-million-grant-to-research-life-after-death-taking-on-the-cynics/
http://news.yahoo.com/blogs/sideshow/university-professor-study-life-death-231726553.html
Martin_Bier says
Op de vierde foto, waarop “Kloptdatwel auteurs en/of werkgroepleden” afgebeeld staan, is het gelaat van de centrale figuur onherkenbaar gemaakt. Dat roept vragen op. Ik heb van de zomer twee dikke detectives gelezen en vermoedde onmiddellijk dat hier een sceptische held incognito wil blijven omdat ie de homeopathische industrie of Niburu aan het infiltreren is, of gewoon omdat ie in Delft studeert.
Maarten Koller says
De persoon wilde liever niet gepubliceerd worden, vandaar. Contactgegevens natuurlijk wel bekend bij de redactie.
2012/8/14 Disqus
Constantia Oomen says
Wees origineel en zet er een reptielhoofdje over heen (in het kader van grootse conspiracies). Zó is de beste man nog steeds te herleiden.
Maarten Koller says
Haha, dat was inderdaad leuk geweest 🙂
De persoon zelf vond het zo prima.
2012/8/15 Disqus
Constantia Oomen says
Zou leuk zijn, regelmatig een kwinkslag, een knipoog richting de believers en conspiracy believers. Misschien dat die dan wat minder geobsedeerd raken door reptielen. Het ontbreekt aan relativering, aan beide zijden van het spectrum.
Constantia Oomen says
Martin Bier is door het spamfilter verzwolgen!
Edit: Ah! Daar is hij weer!
Constantia Oomen says
Hallo JW, ik heb een vraag voor je, graag een eenvoudig antwoord (dank je), anders kunnen mijn hersenen het niet begrijpen:
“Ik moet eens aan JW vragen wat er bedoeld wordt met ‘priemgetallen die op één lijn liggen’. Dit snapte ik al niet. Ik wilde dat ik zo’n knappe kop was die ingewikkelde wiskundige formules kon uitdokteren. Laten we hopen dat mijn (andere) kwaliteiten van net zulke grote waarde blijken te zijn.”
PS: Heb je Rob al gevraagd of het goed is dat Tom enzovoort? Dank je !
Constantia Oomen says
Waar is JW als je hem nodig hebt? 😉 JW, ik doelde hierop:
http://www.zdf.de/ZDFmediathek#/beitrag/video/1705716/Die-Code-Knacker
Mijn vraag betreft de priemgetallen. Ze zeggen in deze Duitse docu dat een groot deel van de priemgetallen op één lijn ligt, maar dat een deel er buiten valt, en dat daarom de priemgetallen theorie
( http://de.wikipedia.org/wiki/Riemannsche_Vermutung ) nog steeds niet sluitend is. Vraag voor jou als wiskundige. Wat is die ‘lijn’?
Pepijn van Erp says
Dat is wel erg off-topic en knap ingewikkeld. Ik kan er wel iets over zeggen, met het gevaar dat Jan Willem er zo meteen overheen gaat met een enorme uitgebreid verhaal 😉
Het ‘liggen op één lijn’ slaat op het vermoeden van Riemann, dat alle niet-triviale nulpunten van de zèta-functie op één lijn liggen. Eigenlijk dat al die nulpunten, die gezien worden als complexe getallen, hetzelfde reëele deel hebben (1/2). De link met de priemgetallen zit ‘m in die zèta-functie, waarin alle priemgetallen voorkomen. Dat leggen ze nog wel aardig uit in die documentaire. Maar het is niet zo dat er een één op één relatie is tussen zo’n nulpunt en een priemgetal, tenminste niet zo ver ik het me nog kan herinneren.
De Riemann-hypothese zegt wel iets over de verdeling van de priemgetallen: als ie waar is, dan zijn aantal priemgetallen kleiner of gelijk aan een getal x goed te schatten met x/log(x).
Op zich wel opmerkelijk dat die verdeling zo lijkt op een ‘gladde grafiek’ gezien het grillige karakter van het voorkomen van priemgetallen tussen alle natuurlijke getallen. Maar zelfs als de Riemann-hypothese waar is, waar bijna iedereen van uit gaat, dan nog zijn de afwijkingen van het echte aantal priemgetallen kleiner of gelijk aan x en de waarde die die formule voor de gladde grafiek geeft, heel grillig en vooralsnog onvoorspelbaar.
Even googlen op ‘riemann hypothesis for dummies’ gaf een serie YouTube filmpjes die het denk ik wel aardig uitleggen, maar ik heb er zelf maar een klein stukje van bekeken: http://www.youtube.com/watch?v=a8AO_Q8ANl4
Het ‘waar’-zijn van de Riemann-hypothese is voor veel andere wiskundig werk een aanname, dus hangt er wel het een en ander aan vast. Minder geldt dat bijvoorbeeld voor het vermoeden van Goldbach, dat veel simpeler is op te schrijven, maar misschien nog wel lastiger te bewijzen: ‘elk even getal groter dan twee is te schrijven als de som van twee priemgetallen’.
Constantia Oomen says
…
Constantia Oomen says
Ook dat nog Pepijn!: Zit ik een andere interessante Duitse docu te kijken (uitzenddatum vandaag!), komt Bill (William) Beaty opeens voorbij zetten, de man bij wie Jeroen en ik in 2009 in Seattle 4 dagen logeerden. Vanaf 33 (tot ongeveer 37) minuten. En die jij toch noemde in een artikel van jou? Hij suggereert nieuwe theorieën voor mensen die veroorzaken dat electrische apparaten steeds kapot gaan: een inademing van elektronen in het lichaam, waarmee het lichaam opgeladen wordt (en een electrische lading uitstraalt) of een virus.
http://www.zdf.de/ZDFmediathek#/beitrag/video/1535072/Einfach-%C3%BCberirdisch!—Folge-18
Met * Star Trek * William Shatner *
Pepijn van Erp says
Die Beaty kwam even aan de orde in de discussie onder het artikel
http://www.kloptdatwel.nl/2012/05/28/skepsis-en-niburu-op-windesheim-over-watergas/
Mopje says
Volgens mij zijn de priemgetallen door de kosmos gemaakt voor wiskundigen en later bankiers. Ik zie ook niet waarom die getallen verder een bijzondere relatie hebben met de kosmos. En waarom zou een formule daarvoor nu beter zijn dan de tafel van zeven met het prachtige product van 6×7!
Constantia Oomen says
Bekijk de Duitse documentaire nog eens. Daar leggen een wiskundige en een natuurkundige uit wat de relatie is van eenzelfde waarschijnlijkheidsberekening van de priemgetallen en van zware atoomkernen. Ofschoon ik zelf niet uitga van waarschijnlijkheid (zo wel: van een 100 % waarschijnlijkheid, maar dan is het geen waarschijnlijkheid meer), denk ik wel dat ze op een heet spoor zaten en het geen toeval is dat er een verband tussen het ene en andere vakgebied lijkt te bestaan.
Mopje says
“…het geen toeval is dat er een verband tussen het ene en andere vakgebied lijkt te bestaan.”
😉
Nee, dat lijkt mij ook.