Rupert Sheldrake is opgeleid als bioloog en tegenwoordig vooral onderzoeker van voornamelijk van paranormale zaken. Hieronder geeft hij een lezing aan de University of Cambridge: De Evolutie van Telepathie, dat volgens hem bestaat en daarom ook niet paranormaal zou zijn.
Helaas is Sheldrake zelf niet gefilmd maar zijn alleen zijn sheets te zien. Om niet terug te hoeven spoelen tijdens een interessant plaatje staan de sheets nog eens onder het filmpje. Laten we een paar beweringen van Sheldrake bekijken.
Vogels in zwermen.
Sheldrake beweert dat zwermgedrag van vogels en andere dieren uitsluitend verklaarbaar is via een ‘morfogeen veld’. Via het veld zijn de dieren bewust van elkaar en daardoor kunnen ze praktisch tegelijkertijd bewegen. Aldus Sheldrake. Het zit in werkelijkheid anders. Er zijn sterke aanwijzingen dat de bewegingen van de vogels heel goed zijn te verklaren doordat de vogels volgens een bepaalde wetmatigheid reageren op kleine koerswijzigingen van andere vogels in de zwerm. Als je enkele simpele wetmatigheden van die reacties in een computermodel bouwt, produceert je beeldscherm bewegingen van vogelzwermen of scholen vissen die niet voor echt onderdoen. De morfogene velden van Sheldrake zijn kortom in het geheel niet nodig voor een goede verklaring van de beweging van zwermen. De natuurlijke verklaring is simpeler en eleganter. Een goed artikel over vogelzwermen vind je hier, in de wikipedia wordt uitgelegd hoe het vogelzwermgedrag werkt en een mooie demonstratie van een van de eerste computermodellen die vogelzwermen goed beschrijven (boids) vind je hier.
De voorspellende kat en hond. Nog een theorie van Sheldrake. Katten schijnen te kunnen voelen wanneer ze naar de dierenarts moeten en er zouden dierenartsen zijn die om die reden geen afspraken meer maken voor katten, omdat die te vaak te laat zouden zijn. De kat zou zich namelijk toch verstoppen wanneer het tijd is om te gaan. Een interessant verschijnsel en daarom werden mensen opgebeld in de omgeving van o.a. Londen met de vraag of ze weleens iets in de zin van voorspellende gaven hadden opgemerkt aan hun huisdieren. Een ruime 50% van de hondenbaasjes en een dikke 20% van katte-eigenaren bevestigde dat hun huisdier kon anticiperen op de terugkomst van een afwezig familielid. De huisdieren kregen dus voorspellende gaven toegedicht. Veel waarschijnlijker is het dat de dieren reageren op het gedrag van hun baasje. Ze voorspellen dus niet maar ze reageren op hun baasje (en die weet wel dat er iets bijzonders gaat gebeuren). Het baasje ziet het andere gedrag van het huisdier en denkt ‘mijn kat/hond weet meer dan ik kan verklaren’. Niet dus. Katten en honden kunnen misschien niet voorspellen, hun sensitiviteit wordt onderschat.
Volgens Sheldrake is het overigens niet dat katten slechter zijn in het anticiperen, ze zijn waarschijnlijk gewoon minder geïnteresseerd. De werkelijkheid is vermoedelijk dat honden meer sociale dieren zijn en daarom sterker reageren op emoties van hun baasjes….
Sheldrake is een zeer bedrijvige producent van fantastische theorieën. Vaak gaan die over onbewezen of onverklaarbare methoden van leren en informatieoverdracht. Enkele keren werd hij daarom eerder in de Skepter, het blad van Skepsis, uitvoerig besproken. Zijn theorie werd doorgeprikt dat pimpelmezen via ‘morfogenetische velden’ over grote afstanden van elkaar leren om dopjes door te pikken van melkflessen die in vroeger dagen aan straat werden gezet door de melkboer. Ook werd zijn theorie ontkracht dat mensen starende ogen in hun rug kunnen voelen. Verder werd een theorie van Sheldrake besproken dat kristallen van elkaar kunnen leren hoe ze moeten groeien besproken.
Kijk naar de presentatie en oordeel zelf of de Universiteit van Cambridge er verstandig aan heeft gedaan om een podium te bieden voor deze lezing.
Dit artikel werd geschreven door Maarten Koller en Gert Jan van ‘t Land
Constantia Maria Oomen says
“Kijk naar de presentatie en oordeel zelf of de Universiteit van Cambridge er verstandig aan heeft gedaan om een podium te bieden voor deze lezing.”
Maarten, wanneer ga je zelf eens iets onderzoeken? Ik zie je alleen maar verwijzen naar al gedaan werk door vaste medewerkers van Skepsis. En je knalt alles op het internet, en van enige vragende vorm is in feite geen sprake. Jij stelt alleen maar, alsof je het allemaal 100 % zeker weet. En dat stoort bij iemand die een bestuurslid is van Skepsis. Een skepticus onderzoekt (zelf), betwijfelt en twijfelt, ook (aan) zichzelf. Wat maakt jou zo anders dan een gelovige eigenlijk?
Martin Bier says
Ik vond dit eigenlijk een erg goed stukje. Je hoeft geen paranormaliteit te postuleren om te verklaren hoe een vogelzwerm zich “organiseert.” Over hoe het wel zit gaven de auteurs een bondige en overtuigende uitleg met goede verwijzingen (naar o.a. een computersimulatie). Zo gaat dat ook in wetenschappelijke vakbladen. Wanneer iemand met een buitensporig mechanisme naar voren komt om een verschijnsel te verklaren, dan kun je zoiets aanvechten met argumentatie en documentatie.
Het is geen goede zaak als paranormale toestanden een podium krijgen binnen een prestigieuze universiteit. De universiteit verliest er geloofwaardigheid door en charlatans krijgen een keurmerk dat ze niet verdienen. De bezorgheid die de auteurs in hun laatste zin uiten is een terechte.
Constantia Maria Oomen says
Echter heeft dit stuk weinig nieuwswaarde. Maar wederom verwacht ik mogelijk te veel. Ik dacht namelijk dat dit een actuele site was, waarin spannende, nieuwe dingen op een open wijze aan bod kunnen komen.
Hier nog een actuele reactie, met dank aan een meelezer.
http://www.skeptiko.com/134-rupert-sheldrake-on-richard-wiseman-deception/
Jan Willem Nienhuys says
Begrijp ik nou dat Sten hier Maarten instrueert hoe hij dit blog moet inrichten? Ik hoop dat niemand zich geroep voelt op deze retorische vraag (of de aanleiding ertoe) te reageren. Sheldrake heeft enkele jaren geleden in Brussel een voordracht gegeven waarop hij telefoonpredictie besprak.
Het idee is te toetsen of iemand kan voorspellen wie er opbelt. Je spreekt met vier bekenden A, B, C, D van X af dat een van hen X zal bellen op een bepaald tijdstip. Door het lot wordt een van ABCD aangewezen om het telefoontje te doen. Als de telefoon gaat moet X eerst zeggen wie het is, en dan opnemen.
Sheldrake beweerde dat hij met deze opzet overduidelijke bewijzen van telefoonhomeopathie had gekregen. Maar hij was erg vaag over de details van de opzet, en zelfs over de feitelijke aantallen. Het lijkt eenvoudig, maar er kan van alles misgaan. Wat doe je als de betrokken beller (1) vergeet te bellen (2) niet thuis is op het ogenblik van de proef (3) herkend wordt via de nummermelder (4) iets te laat of te vroeg belt (wat aanwijzing kan zijn voor de persoonlijkheid van de beller) enzovoorts.
Er zijn natuurlijk allerlei varianten van de proef denkbaar.
Bij andere proeven van S. laat hij de uitwerking vaak een vrijwilligers over (die staarproeven bijvoorbeeld gedeeltelijk aan onderwijskrachten), en men weet dan bijvoorbeeld niet hoeveel personen zo’n proef gedaan hebben en het negatieve resultaat niet vermeld.
Dit is natuurlijk iets wat ‘wij van Skepsis’ ook zouden kunnen doen. Het is natuurlijk niet een proef die je in een weekend kan bedenken en uitvoeren. Je zou om te beginnen mensne moeten zoeken die zelf beeweren dat ze regelmatig kunnen aanvoelen wie er belt.
Misschien heeft S. hier iets over gepubliceerd, en weet Wiseman er meer van.
Constantia Maria Oomen says
Jan Willem, ik vind alles best, maar ik herken in de website http://www.kloptdatwel.nl erg weinig terug van het profiel van Skepsis. Het is mijns inziens gewoon een soort Telegraaf, maar dan op skeptisch gebied. Ach ja, misschien verwacht ik te veel? Ik begrijp dat mijn opmerking als grote belediging wordt ervaren, maar Seneca zei eens: de wijze mens is onkwetsbaar. (zie ook: DE CONSTANTIA SAPIENTIS, Seneca)
Blijkbaar sta ik geheel alleen in deze opvatting (of men verkiest het hierover te zwijgen), maar dat overtuigt mij er niet van, dat ik er geheel naast zit. Het is allemaal zo hap snap, en zonder werkelijke skeptische diepgang.
In jouw bijdrages doe je altijd moeite wat extra te schrijven, zoals nu. Dat is de broodnodige verdieping. Maar nogmaals: blijkbaar verwacht ik te veel van Skepsis Nederland. Jammer dat er maar zo weinig actieve (onderbouw(en)de) leden zijn. Ik begrijp het toch goed dat deze website een initiatief is van Skepsis (aangezien Maarten en Gert Jan bestuursleden zijn)?
Nou ja, met mensen als Rob Nanninga en jou geraak je gewoon erg gewend aan en verwend met zeer onderbouwde, lange stukken. Dan kan de rest alleen maar tegenvallen.
Jan Willem Nienhuys says
Lange tijd heb ik krantenknipsels verzameld over allerhande dingen die direct of zijdelings iets van doen kunnen hebben met ‘skeptische’ zaken. Dat was het materiaal voor ‘Stop de Persen’en later ook voor Parariteiten. Dat was een massa werk, want zo’n 30 kleine berichtjes (waarvan sommige samenvattingen waren van wat in meerdere kranten over een periode had gestaan) waren gepeurd uit een stuk of 400 knipsels die ik eerst allemaal sorteerde en voor zeker de heltt zelf had uitgeknipt.
Dat werd me teveel (en de verminderde verschijningsfrequentie van Skepter was ook een factor), en ik ben heel blij dat Maarten en anderen het voor elkaar krijgen om dagelijks een soort knipseltje – maar dan van internet – te presenteren. Wie vindt dat het nog niet diep genoeg graaft, moet niet mauwen, maar zelf eens een bijdrage leveren. Afhankelijk van de diepgang kan dat op Kloptdatwel, op het Skepsisblog of in Skepter.
Constantia Maria Oomen says
Ok, JW daarin wil ik je helemaal tegemoet komen. Toch blijft er nog een ander element openstaan: dat ik de ware skeptische toon te weinig terug vind.
JW, nodig je me nu uit voor de Skepter te schrijven‽ Wow! Dan moet ik wel nog door de zeer strenge selectie van Rob! 😀
Jan Willem Nienhuys says
In Skepter heeft vanaf nummer 1, jaargang 1 altijd op de binnenzijde vooromslag een invitatie gestaan – om stukken te schrijven. Vanzelfsprekend gaat het dan om artikelen die verschijnselen behandelen van algemeen belang. De privéopvattingen van de schrijver in de trant van ‘de zang van dat vogeltje is niet met juiste toon gebekt’ vallen daar niet onder.
Constantia Maria Oomen says
Alsof ik dat niet weet, Jan Willem! 😉