Op de vooravond van Halloween zond Britse zender Channel 4 een kort item uit over hoe wetenschappers te werk gaan bij het onderzoeken van paranormale zaken zoals geestverschijningen en dergelijke.
Simon Singh legt ook nog kort uit waarom wetenschappers het moeilijk hebben wanneer ze geestverschijningen onderzoeken: de ene keer zijn geesten er wel de andere keer niet. “Daarom richten wetenschappers zich graag op mediums: die hebben zo ongeveer elke avond een show”, waarmee hij met een glimlach impliceert dat mediums een meer ‘betrouwbare’ connectie hebben met de geesten.
Erg jammer dat het medium wat als voorbeeld werd gebruikt, Psychic Sally, niet in is gegaan op Singh’s uitdaging om een echte test te ondergaan.
Lees hier het uitgezonden item in tekstvorm.
Hans says
Er bestaat domweg niet zoiets als “paranormaal”. Er bestaat alleen normaal. Geestverschijningen “bestaan” alleen en worden alleen maar “geconstrueerd” in het brein van mensen, als gevolg van de werking van dat brein. Onderzoek naar geesten, ook aan universiteiten is volstrekt zinloze geld- en tijdverspilling. Alleen onderzoek naar de werking van het menselijk brein heeft in dit kader zin.
Harry Smit says
Er is nog een hele lange weg te gaan voor sommige mensen.
Hans says
Bedoelt u uzelf?
Hans says
Geen antwoord van Harry Smit.
Het was kennelijk slechts opnieuw een loze opmerking van zijn kant?
Dat zijn we wel van hem gewend bij het bespreken van andere sprookjes, homeopathie bijvoorbeeld.
Hij had ook het woord “roeptoeter” kunnen gebruiken, heel nuttig in een discussie.
Een “hele lange weg”, Harry, is bovendien ongrammaticaal. Het moet “heel” zijn.
Tristan says
Hans, het grote orobleem in zo een gevallen is: hoe kan je het “niet bestaan” van iets aantonen?
Voor mij als atheïst bestaat er ook niet zoiets als god(en), maar voor miljarden mensen bestaat er wel zoiets. En al die mensen dat in iets geloven vinden dat het dan maar aan mij is om te bewijzen dat iets niet bestaat, eerder dan dat het aan hen is om te bewijzen dat iets wel bestaat. En geloof in het paranormale vertoont voor mij heel veel gelijkenissen met geloof in het algemeen. Religie dus.
Als er weer zo’n charlatan door de mand valt (en soms zelf heel hard door de mand – Sylvia Brown bijvoorbeeld) dan reageren de believers of de ontwetenden hierop met een “ok, zij nu misschien niet, maar een andere kan toch wél die krachten hebben?” (cf. verschillende goden/profeten die er doorheen al de eeuwen zijn geweest) of met “de onderzoekers hebben het zo gedaan dat ze wel moest falen”, waarna ze er verder in blijven geloven.(Wat dit laatste betreft: ik wil de eerste leerkracht nog tegenkomen die testen opmaakt zodat niemand erop kan falen).
Hans says
Mee eens. Maar universitair onderzoek is iets anders. Dat hoeft zich alleen te beperken tot het vak psychologie. De rest, het al dan niet aantonen van “paranormale” verschijnselen, is een doodlopende weg.