Emmy Jacobs is helaas op 25 september 2012 overleden. Dit is haar eerste en laatste artikel dat zij voor Kloptdatwel schreef. We vinden het een eer dat we het alsnog kunnen publiceren.
Onderaan het artikel staat de opname van deze lezing.
De zetel van zonderlinge verschijnselen.
Zonderlinge verschijnselen hebben veel aandacht getrokken na de publicatie van een artikel over bijna-dood ervaringen van Pim van Lommel. Deze ervaringen zijn echte ervaringen, goed beschreven in het artikel. Echter, de ‘wetenschappelijke’ visie op de bijna-dood ervaring in Van Lommels boek Eindeloos bewustzijn is een misleiding volgens Swaab.
De fenomenen die zich voordoen tijdens zo’n bijna-doodervaring kunnen worden verklaard doordat een deel van de hersenen tijdens een dergelijke ervaring lijdt onder zuurstoftekort waardoor de informatie die normaal door het lichaam (spieren, ogen en evenwichtsorgaan) wordt geproduceerd niet doorkomt.
Swaab geeft het volgende voorbeeld. Een vrouw die op de operatietafel ligt krijgt het gevoel dat haar armen en benen korter worden en dat ze gaat zweven. Ze heeft het idee dat ze uit haar lichaam opstijgt. Er gebeurt echter niets op de operatietafel. Dit heeft te maken met zuurstoftekort. Ook mensen met neurologische afwijkingen hebben het idee uit hun lichaam te treden.
Van Lommels verklaring is dat bewustzijn in de ruimte om ons heen zit, dat de hersenen dat oppikken, dat een tijd met ons meedragen en dat het bewustzijn wordt overgedragen aan een ander lichaam als we dood gaan. Bijna-doodervaring is bewustzijn dat buiten het lichaam blijft voortbestaan. Van Lommel zegt dat het buiten het lichaam moet blijven voortbestaan want als een EEG wordt afgenomen dan zie je dat er tijdens een bijna-doodervaring geen EEG is. Dus is er geen werking van de hersenen en de hersencellen kunnen geen informatie verwerken. Volgens Swaab echter kan vanuit de EEG niet worden gezegd dat de cellen dood zijn. Als hersenweefsel ter obductie in plakjes wordt gesneden en gekweekt dan blijken de hersencellen 10 uur na het overlijden nog te functioneren, ja zelfs nog maanden daarna. Er is echter geen werking van de hersenen.
Swaab laat verschillende foto’s zien. Op één van de foto’s is een groep cellen omgeven door een rode kern, dat stellen de cellen voor die dood gaan. De cellen met een gele structuur duiden op alzheimer. Op een andere foto zijn blauwe hersencellen te zien die levend zijn. Die cellen hebben een virus opgenomen waarin een eiwitgen zit dat normaal niet in hersencellen zit. Die cellen leven voort terwijl de patiënt al overleden is. Vanuit de elektrische activiteit en de EEG kan men niet zeggen of de cellen dood zijn. Er kan nog informatie binnenkomen. Die cellen kunnen zelfs nog weken na het overlijden reageren. Indien men weefsel kweekt met stamcellen erbij worden er in grote getale nieuwe cellen gevormd. Het weefsel is dus springlevend lange tijd na het overlijden. Onlangs zijn resultaten van nieuw neurologisch onderzoek bij bijna-doodervaring gepubliceerd in een boek van Kevin Nelson:
The spiritual doorway to the brain, vertaald als De goddelijke hersenstam. (NRT-recensie: De goddelijke hersenstam)
Ieder argument dat Van Lommel geeft is een onwetenschappelijke verklaring.
De tunnelvisie wordt veroorzaakt door de bloedvoorziening van het netvlies. Als er een tekort aan bloed is, dan wordt de periferie van het gezichtsveld het eerst aangedaan, d.w.z. het wordt zwart. Het centrale deel van het netvlies krijgt nog licht en dat wordt gezien als het eind van de tunnel.
Ook heftige stress kan zuurstoftekort veroorzaken. Een straaljagerpiloot heeft er bijvoorbeeld last van als hij te snel de bocht neemt. Hij heeft dan het gevoel in een centrifuge te zitten.
Als hersenen onvoldoende informatie krijgen gaan ze zelf informatie maken, zoals ook uitgelegd in de voorgaande lezing door Van Gijn. Welke fenomenen je te zien krijgt hangt af in welk hersengebied de informatie binnenkomt. Mensen die doof worden krijgen onvoldoende informatie naar het normale hersenschorsgebied. De hersenen gaan dan zelf informatie maken en die mensen horen dan bijvoorbeeld het Wilhelmus of kinderliedjes of hebben last van oorsuizen. Wanneer het gehoor verbetert of er een stimulus is die informatie geeft dan verdwijnt het geluid dat ze steeds horen.
Als mensen slechter gaan zien omdat de retina minder goed functioneert en het licht afneemt in de schemer kunnen ze mooie beelden gaan zien op latere leeftijd.
Ook bij schizofrenie zijn er aanwijzingen dat het gaat om een tekort aan informatie en ga je zelf info maken in de vorm van hallucinaties.
Bij de ziekte van Korsakov als gevolg van overmatig alcoholgebruik treedt eveneens geheugenstoornis op en gaan de hersenen zelf informatie maken.
Op basis van weinig informatie wordt een totaalbeeld geschapen. Je hebt toevallig een fragment van iets gezien en vult dan zelf de informatie aan. Je bent ervan overtuigd dat jouw verhaal van de gebeurtenis klopt. Zeezeilers die dagenlang alleen water om zich heen zien en alleen de horizon zien, gaan hallucineren en zien aan de horizon flatgebouwen verschijnen. Ook bij bergbeklimmers is dit het geval.
Ook verhalen uit de bijbel duiden op tekort aan informatie. Mozes zwierf veertig dagen en nachten door onherbergzaam gebied zonder eten of drinken en kreeg toen een boodschap, naar hij dacht van God: de tien geboden.
Petrus, Johannes en Jacobus verbleven op de berg Tabor en plotseling verschenen Mozes en Elia. En Mohammed zag Gabriël toen hij in eenzaamheid op de berg Hira dwaalde. Hij hoorde stemmen, zag licht en werd bang. De eenzaamheid op de berg zorgde ervoor dat hij dacht een boodschap uit de buitenwereld te krijgen.
Ook in de psychiatrie komen dergelijke zaken voor. Bij schizofrene patiënten hebben we te maken met informatie die de hersenen zelf maakt. Een voorbeeld is Ger Klein, staatssecretaris Onderwijs en Wetenschappen onder kabinet Den Uyl tot 1977. Klein wond zich vreselijk op tijdens een discussie over Aantjes. Het woordvoerderschap werd hem ontnomen omdat hij al eerder een aanvaring had. Hij werd manisch depressief en vertelde in een dorp in Zeeland niet alleen dat hij god was maar de god der goden. Het verbaasde hem niet dat alle mensen wegrenden omdat ze bang voor hem waren. Hij meende dat ze zich haastten om zijn belangrijke geboden uit te voeren.
Alles hangt af van je genetische achtergrond. Sommige mensen zijn gevoeliger voor dit soort zaken dan anderen. Dean Hamer heeft een boek geschreven over dit onderwerp: The God Gene – How Faith is Hardwired in Our Genes (2005). (Het gen in kwestie produceert een eiwit dat neurotransmitters helpt verpakken.) Als je dan gevoelig bent voor dit soort bewegingen en je wordt opgevoed in een dergelijke omgeving en aangemoedigd door ouders kun je je leven lang gevoelig blijven voor spirituele zaken. In de eerste paar levensjaren is het brein extra gevoelig.
Een jongen die Jezus dacht te zien bleek een tumor te hebben en toen de tumor was weggehaald had hij geen spirituele ervaringen meer.
Paulus die alleen op weg was naar Damascus, dacht plotseling licht uit de hemel te zien en een stem te horen die zei: “Saul waarom vervolgt ge mij, ik ben Jezus die gij vervolgt.” Paulus kon toen drie dagen niet zien door het niet-functioneren van zijn thalamus.
Jeanne d’Arc heeft vanaf haar 13de jaar epileptische aanvallen gehad die samengingen met stemmen. Ze vond die stemmen zo bijzonder dat ze begon te huilen als de stemmen ophielden. Haar verhaal is tijdens haar proces nauwkeurig opgeschreven. Ook kreeg zij zo nu en dan epileptische aanvallen als zij klokgelui hoorde.
Mohammed kreeg al op 6-jarige leeftijd een eerste aanval. In 610 kreeg hij het eerste visioen. Hij was toen 40 jaar. Hij zag Gabriël, die hem zei: “Lees”. “Ik kan niet lezen” antwoordde Mohammed. De eerste openbaringen had Mohammed in de grot Hira waarbij hij heftig zweette en zich als een dronkaard bewoog. Soms hoorde hij het geluid van een bel. Na een aantal jaren van dergelijke aanvallen ging hij zich als een profeet beschouwen. Na zijn dood werden de openbaringen van Gabriël opgetekend als hoofdstukken in de koran.
Dostojevski heeft zijn aanvallen tot in details beschreven. In 1849 werd hij gearresteerd als radicaal en kreeg de doodstraf. Voor het vuurpeloton werd de doodstraf veranderd in vier jaar dwangarbeid in Siberië. Dostojevski had geen vorm van epilepsie tot hij met kerstmis bellen hoorde en een epileptische aanval kreeg, temporaalkwabepilepsie. Dostojevski riep: “God bestaat”.
Hij kreeg aanvallen en herinnerde zich hiervan niet of de aanval een halve minuut duurde of een uur.
Hij had sterke religieuze ervaringen en schreef in “De Idioot”: “Jullie gezonden, jullie weten op geen stukken na wat geluk is, dat geluk dat wij epileptici ervaren op het moment vlak voor een aanval. Mohammed zegt in de koran dat hij in het paradijs is geweest. Alle wijsneuzen zijn ervan overtuigd dat hij loog en de zaak belazerde. O nee! Hij loog niet. Hij bevond zich echt in het paradijs wanneer hij net als ik zo’n epileptische aanval kreeg. Ik weet niet hoe lang die extase duurt – seconden, uren, maanden – maar ik weet het wel dat ik het niet zou willen missen, niet voor alle vreugden in het leven”.
De processen kunnen optreden op basis van gebrek aan informatie en soms op basis van hersenziekte.
Placebo-effect
Swaab vestigt vervolgens de aandacht op eenbelangrijk effect in de geneeskunde, het placebo-effect. In de geneeskunde is hiervan altijd al gebruik gemaakt.
In China, 4000 jaar geleden, werd bij patiënten met waarschijnlijk schizofrenie een gat in de schedel geboord om hem van boze geesten te bevrijden. Soms viel een gat te groot uit en de patiënt overleefde het niet. (S. laat plaatje zien). Een ander plaatje laat zien dat er een gat is geboord en rond dat gat nieuw bot gevormd wordt. Die patiënt leefde nog lang.
In de middeleeuwen deed men of men iemand bevrijdde van hallucinaties door een kei of steentje zogenaamd uit de schedel te halen zonder in de huid te snijden. Op het paneel van Jeroen Bosch dat Swaab laat zien, zie je de dokter met een omgekeerde trechter op zijn hoofd. Daarmee werd aangegeven dat de dokter een oplichter was. Op het paneel zijn ook vertegenwoordigers van de katholieke kerk te zien om aan te geven dat de katholieke kerk medeplichtig was.
In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw werden patiënten met geheugenstoornis behandeld door het transplanteren van testikels van apen. Op de ene foto is een man oud, op een andere jong. We weten inmiddels dat weefsel van andere species niet werkt.
Parkinson
Parkinson beschreef in 1817 de naar hem genoemde ziekte. Deze ziekte is gemakkelijk te herkennen: oude mensen die schuifelend lopen, tremor aan handen, gelaat als een masker. (Swaab laat foto van paus zien).
Een bekend voorbeeld is ook prins Claus, die enkele jaren in een dure kliniek in Zwitserland heeft doorgebracht waar hij voor depressie werd behandeld. Soms is depressie het begin van Parkinson. Er zijn ook mensen die hun hersens kapot laten slaan, zoals boksers. De kans op Parkinson is dan groot ook als het genetisch niet is bepaald. Cellen in een gebied dat we substantia nigra noemen, ofwel zwarte cellen, degenereren. Bij obductie kun je zien dat de zwarte stof verdwenen is. Cellen zijn de vezels die naar gebieden leiden die belangrijk zijn voor de regulering van de motoriek. Als die cellen en banen verdwijnen is het gevolg de ziekte van Parkinson. Als experiment tracht men dit effect te repareren door een stukje hersenweefsel van foetussen uit hetzelfde gebied in te passen. Als er een stukje weefsel met biologische klok uit een rat of muis wordt haald heeft het beest geen dag- of nachtritme meer.
Dit experiment is ook gedaan met de mens. Je kunt stukjes hersenweefsel transplanteren en als dat foetaal weefsel is groeit het uit, maakt contact met de gastheer en werkt. Er zijn vier abortussen nodig om voldoende foetaal weefsel voor één patiënt te krijgen. Dit wordt dan geplaatst in het gebied waar de vezels eindigen.
Swaab toont een foto waar een patiënt op een operatietafel ligt in een stereotact. Het metalen frame maakt meteen duidelijk waar iedere structuur in de hersenen ligt. Swaab toont plaatjes van hersenen met een rode kleur. De rode kleur betekent hersenactiviteit. Het eerste plaatje laat de hersenactiviteit zien na de operatie, het tweede plaatje zes maanden later en het derde plaatje twaalf maanden later. De hersenactiviteit is groter geworden. Patiënten die voor een percussie kwamen bleken foetaal weefsel te hebben dat stoffen maakte die het mogelijk maakte dopamine te produceren. Deze patiënten kunnen de helft minder medicijnen gebruiken en hebben minder last van Parkinson. Probleem is of dit door de transplantatie komt over door andere zaken. Er zijn daarom twee gecontroleerde trials gedaan. Deze trials hebben het volgende opgeleverd. De hele ingreep inclusief de middelen die je krijgt hebben effect, het placebo-effect. Dit placebo-effect is bestudeerd en werkt ook voor Parkinsonpatiënten. De hersenen geven opiaten af waardoor meer dopamine wordt geproduceerd. Sommige patiënten krijgen een elektrode in hun hersenen om de tremor te onderdrukken. De elektrode is verbonden met een pacemaker die ze zelf kunnen aanzetten. Als de patiënt die aanzet is de tremor weg en functioneert de patiënt beter. Effecten werken snel. Bijwerkingen blijken pas later.
De elektrode kan tijdens de operatie ook gebruikt worden om elektrische activiteit af te leiden. De patiënt is bij bewustzijn en alle patiënten krijgen een infuus waarin een stof is ingespoten. De patiënt wordt verteld dat dit een nieuwe stof is tegen Parkinson en dat men niet zeker weet of de stof werkt. De helft van de patiënten voelt zich beter na het inspuiten, de andere helft voelt niets. De patiënten die zich beter voelden, lieten vermindering van elektrische activiteit zien in het gebied waar de elektrode zit. De elektrode moet later in het gebied ervoor zorgen dat de bewegingsstoornis vermindert. De stof in het infuus werkt niet, maar het idee dat je iets krijgt wat nieuw is zorgt ervoor dat de hersenen hun activiteit zodanig veranderen dat de ziekte wordt tegengewerkt. Er wordt dan meer dopamine afgegeven. Het effect van een nieuw geneesmiddel is aspecifiek maar wordt specifiek gemaakt door de verwachting van de patiënt die ervoor zorgt dat hij minder pijn heeft. Als iemand pijn heeft en je geeft een zogenaamd nieuw middel tegen pijn dan ‘weten’ de hersenen dat ze opiaatachtige stoffen moeten afgeven, zodat meer dopamine wordt vrij gegeven. Op die manier wordt de pijn onderdrukt. Dit opiaatachtig systeem zit door de hele hersenen heen. Belangrijk zijn de gebieden in het ruggenmerg die de pijn ontvangen en waar dan meer opiaten vrij komen.
Swaab laat een grafiekje zien met twee lijnen. Eén lijn geeft aan de onderdrukking van pijn door een placebo, de andere geeft aan de pijnvermindering afhankelijk van de sterkte van de elektrische prikkel. Het placebomiddel mag niet te goedkoop zijn. Wanneer de placebo de helft zo duur is is ook de werking minder. Inmiddels is bekend dat groene en blauwe placebo’s rustgevend zijn en rode placebo’s stimuleren.
Ook is gerandomiseerd onderzoek gedaan naar depressieve patiënten. Eén groep krijgt een placebo, de andere een antidepressivum. Als de hersenen gescand worden voor en na zes weken dan worden er dezelfde soort veranderingen gevonden. Beide groepen laten verbeteringen zien. Het voorste deel van de hersenen is activiteit verhogend terwijl de hypothalamus activiteit verlagend is, precies wat van belang is om de depressiviteit te onderdrukken.
Als je een placebo geeft en vertelt dat dit een goed middel is tegen de klacht dan weten de hersenen hoe ze activiteiten moeten verschuiven om je beter te voelen en de symptomen tegen te gaan. Dit systeem monitort je brein. Als je telkens een placebo geeft gaat het steeds beter werken. Het brein leert om goed te reageren op zo’n placebo. Het werkt niet als het voorste deel van de hersenen aangedaan is, zoals bij Alzheimerbreinen. Je hebt dan geen verwachtingen meer. Een deel van de effecten van de middelen die gegeven worden zijn placebo-effecten en het hangt van het middel af hoe groot het placebo-effect is. Bij antidepressiva wordt dit geschat op 45% tot 75%. Een belangrijk deel van de werking van antidepressiva is het placebo-effect. Patiënten die bijvoorbeeld een heup gebroken hebben en dement zijn verwachten minder van pijnstillers. Ze kunnen ook niet duidelijk maken dat ze pijn hebben. Dit soort patiënten wordt zwaar onderbehandeld in de kliniek. Wanneer je weet hoe sterk het placebo-effect is kun je je bij alles afvragen of het allemaal placebo is bij die therapie. Dat is bij acupunctuur gedaan. Hoe belangrijk is het of de klassieke acupunctuurpunten gestimuleerd worden. Er zijn mensen die denken dat het altijd wat oplevert als je de naalden er maar insteekt. En dat is natuurlijk ook zo. De informatie van die naald die in de huid zit wordt doorgegeven aan het brein. (Swaab laat plaatje zien van vier hoofden met min of minder rode plekken). In de hersengebieden die rood zijn aangegeven treden functioneel veranderingen op, afhankelijk waar je de naald in stopt. Er vinden ook op andere plaatsen in de hersenen activiteitverschuivingen plaats. De vraag is in hoeverre dit wordt aangegeven door het verwachtingspatroon.
Zijn die acupunctuurpunten belangrijk? Voor sommige zaken wel voor andere zaken niet. Er zijn een paar experimenten gedaan die lieten zien of het wel of niet effect had of de acupunctuurnaald wordt ingebracht in de klassieke punten of ernaast. Effecten kunnen ook duidelijk gemaakt worden door bijvoorbeeld stof te meten. Je kunt laten zien dat cortisol het stressgevoel afneemt, dat met melatonine het slaapgevoel toeneemt. Er zijn concrete effecten waaraan het een en ander getoetst kan worden. Er zijn scans gedaan om te zien in hoeverre het effect in het brein wordt bepaald door de verwachting. Dat is placebo-effect. Als je een acupunctuurnaaldje inbrengt – je voelt het nauwelijks – hoe moet je dat dan duidelijk maken terwijl er geen naald de huid passeert. Dat soort technieken zijn er om te kijken wat het placebo-effect is. De uitkomst was als verwacht. Het is deels een echt effect en deels een verwacht effect. Placebo-effect speelt natuurlijk een rol bij dit soort behandelingen bedoeld om indruk te maken. Als je echt wilt nagaan wat het doet dan moet je meer experimenteel werk doen.
Yoga
Bij mensen die getraind zijn in de yogaprocedure blijken er veranderingen te zijn in de hersenactiviteiten die gepaard gaan met meditatie. Ook stresshormonen als cortisol nemen af bij deze mensen en ’s nachts slapen mensen beter. Deze effecten zijn reëel op basis van leereffecten. Echter, een zelfde effect kun je bereiken door een goed boek te lezen of naar goede muziek te luisteren.
Bidden
Francis Galton (een neef van Darwin) heeft als eerste geëxperimenteerd met de vraag: “Helpt bidden”. Eerst heeft hij gekeken naar de levensduur van leden van het Britse koninklijk huis omdat mensen voortdurend zeggen: “God save the king” en er na de eredienst altijd gebeden voor de koning of koningin. Hij stelde vast dat het geen effect had op de levensduur. Vervolgens bekeek hij het aantal schipbreuken van schepen die handelswaar vervoerden en het aantal schipbreuken van schepen die pelgrims vervoerden. Ook daarvan was het aantal niet gunstiger, zelfs ongunstiger. Er zijn veel experimenten gedaan op het effect van bidden bij ziekteprocessen maar slechts weinig goede experimenten. Je moet rekening houden met veel andere effecten. Er is een goed experiment gedaan door mensen die effect verwachten.
Drie groepen werden onderscheiden. Mensen in een hartbewakingsafdeling werden aselect verdeeld in een groep waarvoor werd gebeden en die dat niet wisten, een groep waarvoor niet werd gebeden en een groep waarvoor werd gebeden en die dat wel wisten. De minste problemen tussen de controlegroepen waren er voor de groep waarvoor niet werd gebeden en de groep waarvoor wel werd gebeden en het niet wisten. De derde groep waarvoor werd gebeden en het wel wisten had meer complicaties. Dat kan op de volgende manier worden uitgelegd. Als je weet dat er een experiment aan de gang is en er drie groepen zijn en je zit in de groep waarvoor gebeden wordt en je weet het en je merkt geen resultaat, dan denk je dat het met jou wel heel erg zal zijn.
Dat kan een negatief placebo-effect hebben: nocebo-effect. Je kunt van een placebo’s hoofdpijn krijgen, diarree, buikpijn en je kunt bijwerkingen krijgen. Langzamerhand is duidelijk geworden dat het systeem in de hersenen de belangrijkste rol speelt bij de placebo-effecten, te weten dopamine en opiaten. Opiaatachtige stoffen worden ook door hersencellen gemaakt. Opiaten hebben veel functies, o.a. het onderdrukken van pijn. De nocebo-effecten, de bijwerkingen van placebo-effecten, worden vnl aangestuurd door terminus CCK.
De nocebo-effecten zijn ook belangrijk in de psychiatrie. Daar kun je mensen die een middel nodig hebben en dit niet willen hebben het middel onder dwang geven. Je gaat er dan van uit dat zo’n geneesmiddel dezelfde effecten heeft als onder omstandigheden dat de patiënt het middel wel wil hebben. Het probleem is dat de patiënt die het middel wel wil hebben positieve verwachtingen heeft. Als de patiënt het absoluut niet wil hebben denkt hij dat het middel slecht is en bijwerkingen zal hebben. Er is meer kans op negatieve effecten als de patiënt onder dwang wordt behandeld.
Geinteresseerd in de besproken boeken? Bestel ze via de onderstaande link bij Bol.com en steun daarmee Kloptdatwel.nl!
Jan Willem Nienhuys says
Ik vind het nogal verbazingwekkend dat hier allerlei verhalen over Mozes en zo worden verteld. Die verhalen komen uit religieuze geschriften van onzekere herkomst. Of Mozes überhaupt bestaan heeft, valt er niet eens uit af te leiden. Waarschijnlijk zijn de eerste vijf boeken van de Bijbel pas na de ‘Babylonische ballingschap’ geschreven. De evangeliën zijn decennia na het overlijden van de hoofdpersoon opgeschreven door auteurs die er tamelijk duidelijk niets van wisten, en die hun gebrek aan kennis met diverse middelen opvulden – alsof ze een soort Korsakov-patiënten waren. Hoe serieus de aanhgangens van de diverse religies dat allemaal nemen moeten zij maar weten, maar in een wetenschappelijk verhaal hoort het toch niet thuis.
Constantia Oomen says
Gelukkig weet je zeker dat ik besta, want ik praat tegen je. Misschien dat mensen over 300 jaar ook gaan zeggen dat ik niet bestaan heb. Je zou tegenwoordig aan alles gaan twijfelen. 😉
Swaab is het ultieme voorbeeld van iemand die oogkleppen op heeft. Alles wat niet past, wordt ausradiert. Sommige mensen die bijna geen breininhoud hebben, zijn in staat te functioneren. Dit is slechts een klein tegenvoorbeeld waar Swaab het niet over heeft; het past immers niet in zijn wereldbeeld!
Je kunt het zien aan de manier waarop Swaab praat, monotoon, alsof hij een gebed aan het opzeggen is. In Schwaabs schedel breekt geen zonlicht meer door, want Swaab wéét alles al. Swaab is in feite god, want god weet hoe de menselijke geest functioneert.
Swaab heeft net als Jan van Gijn in werkelijkheid geen notie wat bewustzijn is en hoe de geest werkt. Maar ondertussen heel hard prevelen – en hopen dat je de lachers op je hand krijgt – dat mensen die iets anders zien, gek zijn of tenminste een belediging voor de ‘wetenschap’.
Jan Willem Nienhuys says
Dacht je nou echt dat Swaab die vermeende gevallen niet kent? Als je een deskundige daarnaar vraagt (naar die gevallen van ‘weinig’ brein) dan komen ze met een heel begrijpelijk antwoord.
En dan al die ad hominems in plaats van serieuze argumenten. Heb je niks beters, dan dergelijk dom gekwek?
Constantia Oomen says
Zozo JW, “dom gekwek”? Ben ik in je ongenade gevallen, oude vriend? Of eenvoudig met het verkeerde been uit bed gestapt?
Als je boos op me bent, word ik beschuldigd van “dom gekwek”? Mij maak je niet boos hoor JW, ik woon in Californië, de fijnste plaats op aarde (in mijn opinie). Verdrietig ben ik wel een beetje, dat je mij na al die jaren nog steeds behandelt als de eerste de beste.
Waarom schrijft Swaab er dan niet over? Ik heb het over zijn boek, JW. Ik heb dat niet gelezen, maar mensen die dat wel gedaan hebben, hebben geconstateerd dat belangrijke onderwerpen zoals deze niet in Swaabs boek staan. Waarom niet, JW?
Dennis says
Het hoort thuis in een verhaal wat gaat over de verklaringen die je kunt geven voor zonderlinge verschijnselen. Het toont aan hoe diep een bepaalde verklaring zich in onze cultuur kan wortelen.
Frank Van den Veyver says
toen ik een andere naam lispelde in bed dan deze van mijn vrouw, had ik ook een bijna-doodservaring !
Hartman Albertsma says
Is dit artikel een (onderdeel van) obscuur experimentje…? Normaliter lees ik wat ik lees, maar deze keer ben ik er niet zeker van…
Constantia Oomen says
Emmy Jacobs? Wie is Emmy Jacobs? Er staat toch “Maarten Koller” boven het artikel? Ik zou graag weten wie Emmy Jacobs is.
Maarten Koller says
Wanneer een nieuw artikel wordt aangemaakt krijgt deze als auteur de naam van degene die het artikel aanmaakt. In dit geval vergat ik de auteur te corrigeren van mijn persoon naar Emmy Jacobs. Dat is nu gecorrigeerd.
Constantia Oomen says
Maar wie is nu Emmy? Jong, oud, enz.? (Behalve bestuurslid, wat ik hierboven zie). Ik had nog nooit van haar gehoord. En waaraan is Emmy overleden?
Constantia Oomen says
Ik kan het bijna zien; JW die driftig Swaabs boek aan het doorbladeren is. Heeft hij (Swaab) het er écht niet over? Nee JW, hij heeft het er niet over, noch over terminale luciditeit. ☺
Gut, hoe zou dat toch komen? Swaab wordt een beetje zenuwachtig als hij dingen niet kan verklaren. Daarom slaat hij die zaken gewoon over. Het leven kan toch simpel zijn, haha!
Jan Willem Nienhuys says
Mag ik nog een keer zeggen, dat ik opmerkingen met speculaties over iemand persoonlijke gemoedstoestand, of manier van praten, of vermeende beweegredenen allemaal ad homimems vind, speciaal als ze gebruikt worden om kritiek te uiten op de beweringen van de betrokkene.
Ik had niet gedacht dat ik ‘ad hominem’ moet uit leggen.
Er staat een heleboel in het boek van Swaab, en de stervenservaringen en de bde’s komen in
een paar regels op p. 365 ter sprake.
Details als het opflakkeren van het bewustzijn vlak voor de dood (als dat al voorkomt) worden niet besproken. Ik neem aan dat Swaab daar desgevraagd best wat over kan zeggen. Wie daar wat van over had willen weten had naar de conferentie kunnen gaan en het daar vragen.
Kunnen we het nou hebben over wat Swaab zei, ipv van over wat hij niet zei en uit de duim gezogen vermoedens over waarom hij daar niets over zei?
Constantia Oomen says
Ik kan niet naar het skeptische congres gaan. Ik zit in Amerika, of was je dat alweer vergeten?
Zelf vind ik vragen op congressen trouwens niet zinvol. Het is vluchtig, je schiet er niets mee op. Zoiets moet je op papier (digitaal of organisch) kunnen terugvinden. Ik heb niets aan vage, mondelinge uitwisselingen met Swaab waarbij hij profiteert als degene die de lezing geeft en ik de benadeelde zou zijn als niet serieus genomen vertegenwoordiger van een ‘alternatieve’ stroming. Voor je het weet, word je afgeserveerd met een flauwe grap. Swaab neemt het toch niet serieus, want, zoals ik al zei (en door jou benoemd als ad homimem): Swaab staat ab-so-luut niet meer open voor alles wat hem niet zint.
Ad hominem klinkt mooi, en ieder bezigt wel eens een ad hominem, jij ook. Ik zou het alleen al doen zodat jij die mooie uitdrukking weer eens kunt gebruiken om mij de les te lezen.
Ik heb vrienden die Swaabs boek van A-Z gelezen hebben en die zeggen dat het er niet in voorkomt (de man met bijna geen hersens, die toch funktioneert, en de terminale luciditeit), dat is toch een gemiste kans, vind ik.
Theo v.bergen says
Alle religieuze leraren hadden epilepsi, religieuze ervaringen ontstaan door epilepsi,
het bovennatuurlijke is allemaal gevolg van epilepsi. Wanneer begon dat bij Jezus? 🙂
Ben blij dat Swaab in elk geval Yoga nog als iets positiefs aangeeft.(Komt er toch nog iets goeds uit het oosten.)
Ragnar764 says
Over terminale lucideit, ook geen wetenschappelijke verklaring voorhanden.
http://www.txtxs.nl/artikel.asp?artid=536
Ragnar764 says
Volgens Swaab bepaalt ons brein ons gedrag, dit zou ons tot niets meer of minder maken tot voorgeprogrammeerde bio-chemische robots, dat is niet het geval, want dan zouden we nooit op de hoogte van dit feit kunnen zijn.
Bovendien is Swaab geen filosoof, want de discussie of wij uberhaupt slechts ons brein zijn is een filosofische bewering, geen neurobiologische, dat ligt al helemaal niet op het wetenschappelijk terrein van Swaab.
Constantia Oomen says
Och hemel, het was (is) toch niet de jongedame die al deze clips gemaakt heeft?! (Emmy?)
Constantia Oomen says
Hier alvast de titelgegevens van een boek over terminale luciditeit:
Michael Nahm – Wenn die Dunkelheit ein Ende findet:
Terminale Geistesklahrheit und andere Phänomene in Todesnähe
Amerang: Crotona Verlag, 2012. ISBN 978-3-86191-024-4.
Recensie van dit boek is erg boeiend en het verschijnsel en het boek zijn niet zomaar te ignoreren.
Harry_Smit2012 says
Ook weer zo’n wetenschapper die niet over het hek kan klimmen. Wij zijn niet ons brein, wij zijn ons bewustzijn. Hersenen op zich kunnen helemaal niets zonder dat ons bewustzijn daar gebruik van maakt.
Waar zijn WZ en JJ gebleven? Lange tijd niet gezien, terwijl zij bwvs nagenoeg op dit forum woonden.
Renate1 says
WZ en JJ zijn het vermoedelijk zat om iedere keer uw onzin te weerleggen. Ik krijg er zelf ook wel eens genoeg van, maar ach, ik heb toch niets anders te doen.
Hans1263 says
Natuurlijk krijg je genoeg van die onzin, zeker als je nooit eens een normale reactie krijgt in de vorm van enigerlei logische argumentatie. HS weet het en hij weet dat hij het weet (zogenaamd dan…) en hij is de enige die iets weet en sceptici zijn zielig want die staan achter een hek. Hij bekijkt het verder maar met zijn baarlijke nonsens.
Ragnar764 says
Zeg Harry, ik dacht dat je ze beiden op had gesloten in je wachtkamer. 😉
Ragnar764 says
Je hebt nogal wat wetenschappers die een klimprobleem hebben, (zich niet vrij kunnen maken vanuit hun starre wetenschappelijke paradigma’s), de hekken zullen waarschijnlijk wel veel te hoog voor ze zijn en misschien hebben ze daarbij ook nog eens een beetje last van hoogtevrees, ;-), dat los je niet zomaar eventjes op.