In het kader van de Belgische 1 miljoen euro Sisyphus-prijs werd Stichting Skepsis gevraagd een vooronderzoek te doen toen een Nederlander zich voor deze prijs opgaf. De claim van deze zelfverklaarde paranormale was dat hij zichzelf hoorbaar kon maken zonder zijn eigen stem daarbij te gebruiken. Een in de regio woonachtige abonnee van Skepter, het blad van Skepsis, werd benaderd en ging op onderzoek uit. Dit is zijn verslag.
————————————————————————————————————-
Eerder dit jaar werd ik benaderd door Jan Willem Nienhuys, secretaris van Skepsis, of ik geïnteresseerd zou zijn om een skeptische proef te doen. Nienhuys stond namelijk sinds enige tijd in contact met iemand die beweerde zijn eigen stem hoorbaar te kunnen maken, zonder zijn stembanden te gebruiken. Dit wilde hij graag laten onderzoeken. De jongen, genaamd Peter*, was woonachtig in Twente wat niet echt in de buurt lag voor Nienhuys. Hij raadpleegde daarop het lezersbestand van het tijdschrift Skepter, op zoek naar lezers uit de regio en kwam zo bij mij uit.
Ik ben al jaren abonnee van Skepter en vind skepticisme een leuke liefhebberij, maar had me nooit actief voor de goede zaak van het gezond verstand ingezet. De spontane actie van Nienhuys om mij als lezer te betrekken bij een onderzoek naar een paranormaal fenomeen vond ik bijzonder aardig en ik voelde mij vereerd. Ik nam de uitnodiging dan ook gretig aan. Hoewel ik geen moment geloofde in de gave van de jongeman, hoopte ik wel stiekem een ontmoeting te gaan hebben met een talentvolle illusionist die mij zo voor de gek zou houden, dat ik hem door zou moeten verwijzen naar gespecialiseerde debunkers.
Met Peter sprak ik af om elkaar op het terras van een café te ontmoeten en daar wat testjes te doen. Als groentje in het skeptisch onderzoek kon ik slechts beschikken over een smartphone om mee te filmen en een flinke dosis nuchterheid. Na wat koetjes en kalfjes vroeg ik hem wat meer te vertellen over zijn gave.
Het bleek dat hij vaak vreemde dingen meemaakte: buren die zijn stem hoorden, wanneer hijzelf niet thuis was dan wel sliep. Mensen die zaken over hem wisten, terwijl hij die nooit met hen gedeeld had. Het was alsof zijn geest soms aan hem ontsnapte en bij andere mensen op bezoek ging. Ook gaf hij aan dat hij dingen die hij in gedachten las, hoorbaar kon maken.
Het klonk erg merkwaardig allemaal en ik kreeg naarmate het gesprek vorderde de indruk, dat Peter er zelf ook niet goed raad mee wist en op zoek was naar antwoorden. Het was tijd om een testje te doen.
Ik vroeg hem om een stukje voor te lezen uit een column van Max Pam van de Volkskrant van die dag, zonder het (met gebruik van zijn mond) op te lezen. Ik luisterde aandachtig, maar kon helaas niks horen. Peter reageerde verbaasd en enigszins ongelovig. Hierop stelde ik voor om nog een test te doen, die ik zou filmen met mijn smartphone. Ik wees naar een aantal zaken op de terrastafel en vroeg hem deze te benoemen (peper, glas bier, glas water). In de opname is mijn stem wel te horen (ik stel de vragen), maar de antwoorden van Peter zijn niet geregistreerd, terwijl hij zelf wel steeds in beeld was. Peter heeft de opname teruggezien en ook geconstateerd dat het niet terug te horen was. Hij toonde zich opnieuw oprecht verbaasd en verrast.
En zo eindigt mijn korte avontuur in de wereld van het skepticisme. Ik zou het geweldig gevonden hebben als ik aan de basis zou hebben gestaan van de ontmaskering van de Twentse Uri Geller, maar de werkelijkheid was helaas een stuk prozaïscher. Ik heb Peter uitgelegd dat ik vermoedde dat de dingen die hij ervaart neurologisch van aard zijn en dat het raadzaam was om het antwoord te zoeken bij een medisch specialist (neuroloog). Hierop namen we afscheid van elkaar.
Helaas geen spectaculair resultaat, maar als langjarig Skepter-abonnee had ik natuurlijk ook niet anders mogen verwachten.
Ragnar764 says
Het lijkt wel op een fenomeen wat men in het occultisme als “spontane bilocatie” benoemt.
http://www.spiritualia.be/encyclopedia/bilocatie.html
Maar dat lijkt me wel erg onwaarschijnlijk, in dit geval lijkt het me toch beter voor Peter (dat rijmt ook nog) eens een goede psychiater te consulteren.
Jan Willem Nienhuys says
In telefoongesprekken met mij gaf “Peter” aan dat zijn huisarts ook wel wilde verklaren dat hij Peters stem had gehoord. Van die huisarts heb ik niets vernomen, maar
(1) kennelijk heeft Peter wel een contact met een huisarts en heeft hij hierover gesproken;
(2) voor een arts lijkt het me niet moeilijk om te bepalen welke specialistische hulp hier misschien uitkomst zou kunnen bieden;
(3) gezien het feit dat Peter zich enige tijd later gewoon opnieuw opgaf voor de prijs, lijkt het me dat hij niet goed nota kan nemen van welgemeende adviezen – dus als de huisarts iets voorzichtig heeft aangekaart, is hij dat misschien vergeten, of heeft hij het drastisch anders opgevat.
Het is verder zinloos om als niet-artsen diagnoses te gaan stellen en verdere behandeltrajecten voor te stellen, zeker als het iemand is die we niet eens ontmoet hebben.