“Zombies zijn ‘levende doden’. Op Haïti zouden voodoopriesters met zwarte magie of een giftig poeder mensen in zombies transformeren. Hollywood gebruikte zombies als goedkope monsters voor B-films, maar kan hun intussen een A-status niet meer onthouden.
Waar moet u banger voor zijn: een zombie of een spook? Een groter verschil tussen twee griezels lijkt niet mogelijk. Een zombie is een kadaver zonder geest en een spook is een geest zonder lichaam. Volgens de filosoof Philip Goff zouden we op basis van cartesiaanse twijfel banger moeten zijn voor een spook: volgens hem de minst onzekere van beide verschijningsvormen. Zijn redenatie is gebaseerd op een gebrek aan inleving. Hij kan zich absoluut geen beeld vormen van een zombie. Op zich niet vreemd. Menig woordenboek omschrijft een zombie als een levende dode of een ondode en echt duidelijk is die uitleg niet. Ook Lazarus en Jezus stonden op uit de dood, maar niemand zal hen zombies noemen. Zelfs het monster van Frankenstein, een verzameling van dode lichaamsdelen, voldoet niet aan het stereotype. De hedendaagse zombie is een bloeddorstige ondode zonder persoonlijkheid of ziel, opgestaan door magie, een virus of een modern wonder. Ook deze definitie kent zijn uitzonderingen. Maar maakt u zich niet ongerust: als u een zombie tegenkomt, herkent u hem zonder twijfel.”
Bij het uitkomen van een nieuwe Skepter komen de meeste artikelen uit het vorige nummer online beschikbaar. Daarom kun je ook als je (nog) geen abonnee bent nu het vervolg van dit artikel lezen. Op de Skepsis website is er geen mogelijkheid om te reageren op de artikelen, dan kan wel hieronder.
Lees het volledige artikel op de site van Skepsis:
Vergiftigde zombies en opstandige doden
door redacteur Dirk Koppenaal, Skepter 26.1 (2013)
Een van de verhalen die Koppenaal beschrijft, is dat van Clairvius Narcisse. Die werd in 1962 dood verklaard nadat zijn toestand in korte tijd zeer verslechterd was. De volgende werd hij begraven, maar achttien jaar later ontmoette zijn zuster hem op een lokale markt. Narcisse vertelde dat hij gedrogeerd was geweest en bij zijn begrafenis bij bewustzijn was geweest. Korte tijd na zijn ter aarde bestelling werd hij uit de kist gehaald door een bokor.
Twee jaar werd hij gedwongen op een suikerplantage te werken met andere zombies, de hele tijd gedrogeerd. Op een gegeven moment wisten de zombies hun meester te doden en te ontsnappen. Narcisse zwierf daarna zestien jaar over Haïti rond en nam pas weer contact op met zijn familie toen hij erachter kwam dat zijn broer, die hij beschuldigde als opdrachtgever tot zijn zombificatie, was overleden.
Dat Narcisse inderdaad was wie hij claimde te zijn, werd bevestigd door Scotland Yard aan de hand van zijn vingerafdrukken. De suikerplantage waar hij aan het werk zou zijn gezet, werd echter nooit gevonden.
(titelafbeelding: Zombie Walk, Zombie Fest 2008, Pittsburgh)
Constantia Oomen says
Maar wat beweegt de zombie dan? Er moet toch iets zijn dat de zombie bestuurt?
En een geest heeft wel een lichaam, zij het een zeer verfijnd.
Albert Bakker says
Psstt zombies zijn niet echt..
Over die verfijnde lichamen van geesten vond ik trouwens de redenering in “De wereld van Sofie” in het hoofdstuk “Contrapunt” wel aardig. Daarin een verhaal over een man die niet in engelen geloofde en er toch een ontmoette en na te hebben gezien dat de engel dwars door een rotsblok heen gleed opmerkte dat engelen daarom minder echt moesten zijn als hijzelf. Daarop vroeg de engel hem of hij net had gemerkt dat ze met zijn beiden door de mist waren gelopen.
De moraal van het verhaal is dat de substantie waarvan de engel is gemaakt veel dichter is of een vastere consistentie heeft dan dat van ‘echte’ mensen. Mensen kunnen door lucht en door mist lopen, maar niet door rotsblokken. Mensen zijn van een verfijndere substantie dan rotsblokken. Geesten daarentegen kunnen ongehinderd door rotsblokken lopen zoals wij door mist lopen en dus moeten logischerwijs geesten van een veel dichtere en zwaardere substantie zijn gemaakt dan rotsblokken. De benodigde kinetische energie bereken je met: ½ × massa × (snelheid)² Zelfs zonder uitgebreide berekeningen over de benodigde energie om door rotblokken, deuren of muren te dringen alsof ze niet eens bestaan kun je inschatten dat er een dusdanig gigantische (en geconcentreerde) massa nodig zal zijn dat dit zeker een meetbaar effect zal sorteren op het lokale zwaartekrachtsveld.
JennyJ0 says
🙂
Ragnar764 says
Hoe hebben ze nu hun meester op de suikerplantage kunnen doden, als ze zwaar gedrogeerd waren, dat begrijp ik niet helemaal.