Sinds 1980 publiceert het CBS elk jaar het percentage van de bevolking dat bij een alternatieve genezer onder behandeling is geweest. Ik hecht veel waarde aan deze statistieken, want zo hebben wij iets in handen als er weer eens gevraagd wordt naar het effect van alle inspanningen, die de Vereniging tegen de Kwakzalverij en de stichting Skepsis zich onvermoeibaar getroosten.
Tot 2014 waren de gegevens uit de Gezondheidsenquête van het CBS wat verwarrend omdat men ook vroeg of er een contact was geweest met de huisarts, die ook alternatieve geneeswijzen toepaste. Vaak wisten de ondervraagden niet eens of hun huisarts zich schuldig maakte aan alternatieve geneeswijzen en bovendien was maar bij 1 op de 7 contacten met zo’n alternatieve huisarts sprake van een alternatieve behandeling, vaker ging het om alledaagse klachten als verwijzing naar de oogarts voor de bril of pilrecepten.
Die consulten kwamen toch in de CBS-statistiek terecht. En niet zelden telden aanhangers of slecht geïnformeerde journalisten de getallen ‘contact met huisarts, die ook alternatief behandelt’ plus ’onder behandeling geweest met alternatieve genezer, niet de eigen huisarts’ onbekommerd bij elkaar op. Dat leidde tot veel te hoge percentages aan ondergane alternatieve behandelingen. In 2014 besloot het CBS dit vervuilende gegeven over de eigen huisarts uit de enquête weg te halen, onbetrouwbaar en weinig relevant als het was.
Uit de CBS-cijfers komt al jarenlang een percentage ‘onder behandeling geweest bij een alternatieve genezer’ naar voren dat internationaal zeer laag is. Dat werd recent nog eens bevestigd in het onderzoek dat Nijmeegse sociologen verrichtten en waarin Nederland en Portugal er in Europa als besten uit kwamen. Zie bijvoorbeeld de volgende figuur uit het rapport over 2014:
Op www.europeansocialsurvey.org kunt u het hele rapport vinden. Omdat de vraagstelling in alle deelnemende landen identiek was zijn deze cijfers als basis voor vergelijking zeer betrouwbaar.
Aanhangers van alternatieve geneeswijzen zoals de antropoloog Peter Jan Margry trachten op alle mogelijke wijzen aan te tonen, dat onze bevolking erg gehecht is aan alternatieve geneeswijzen en Margry includeert in zijn statistiek ook marginale en weinig medische zaken als yoga en mindfulness. Hij kwam in zijn enquête (Healing en alternatief genezen, een culturele diagnose, 2018) uit 2017 op 51,5 procent gebruikers van alternatieve geneeswijzen en merkte zelf al op dat dat getal wel erg ver weg lag bij de 5,2% bezoekers aan alternatieve genezers uit de Gezondheidsenquête van het CBS. De respons van zijn enquete was slechts 20% en de steekproef was bepaald niet aselect en alleen al om die redenen kan aan de statistiek van Margry geen enkele waarde worden gehecht.
Recent wijdde ook de doorlopende serie Statistische Trends van het CBS aandacht aan de alternatieve geneeswijzen. Er kwamen enkele merkwaardige zaken uit naar voren, zoals dat elf procent van de bevolking in dat jaar een alternatieve genezer had bezocht en wel twintig procent als het om de afgelopen vijf jaar ging. Terwijl de Gezondheidsenquête aangaf dat 5,2% onder behandeling was geweest bij een alternatieve genezer noemde het Trends rapport 6%. Navraag leerde dat het verschil te verklaren was omdat in de Trends was gekeken naar mensen van 18 jaar en ouder, terwijl in de Gezondheidsenquête vanaf nul werd gerekend. De osteopaat, chiropractor en acupuncturist waren ieder met 2 procent het vaakst bezocht door de volwassen bevolking. Vrouwen gingen vaker dan mannen en de meerderheid is zeer tevreden over de ondergane alternatieve behandeling. Het verschil tussen de 11% en de 6% berust op het feit dat het in het eerste geval om ‘contact’ gaat en bij de 6% om ‘behandeling’.
In dit Trends-onderzoek Belevingen kwam ook naar voren dat 60% van de bevolking graag zag dat alternatieve geneeswijzen zouden worden opgenomen in het basispakket en 80 % wenste wetenschappelijk onderzoek naar de werkzaamheid en veiligheid van alternatieve geneeswijzen. 22% wilde zelfs dat alle alternatieve geneeswijzen in het basispakket zouden worden opgenomen.
Curieus was ook de vraag in het Trends-onderzoek waarop ondervraagden, die niet bij een kwakzalver waren geweest, moesten uitleggen waarom zij in het afgelopen jaar geen alternatieve genezer hadden bezocht. Hoe verrassend: het Trends-onderzoek ontdekte dat ‘voorstanders van reguliere geneeswijzen’ weinig vertrouwen in alternatieve geneeswijzen hebben. Bij lezing van de vragenlijst en de uitkomsten ervan dringt zich bij mij weer een oud citaat van wijlen Jan Blokker op: sociologen ontdekken altijd dingen, die een normaal mens al met zijn klomp kon aanvoelen. Maar toch las ik het Trends-rapport met enig genoegen en is mijn conclusie onontkoombaar: als je alle wensen van de geënquêteerden bij elkaar optelt dan wordt het basispakket weer flink duurder en gaat er een hoop geld naar zinloos effectiviteitsonderzoek van alternatieve geneeswijzen. Of de antwoorden dezelfde waren geweest als men zich had gerealiseerd dat de premie van de zorgverzekering daardoor weer verder zou gaan stijgen, dat zou ik nog wel eens willen weten.
FVerweven says
Is er ook een directe link naar die grafiek en dat onderzoek?
Op http://www.europeansocialsurvey.org is het abacadabra voor de ongetrainde bezoeker.
FVerweven says
De grafiek is ook hier te zien en te bewerken:
https://digitaal.scp.nl/leefstijl/alternatieve-geneeswijzen/
Jan Willem Nienhuys says
80% wenst wetenschappelijk onderzoek naar alternatieve ‘geneeswijzen’! Ik neem aan dat 20% weet dat er behoorlijk wat onderzoek naar alternatieve behandelwijzen is geweest en dat daar niks is uitgekomen. In de loop der jaren heeft een Amerikaanse overheidsinstelling daar miljarden dollars aan besteed, zonder enig resutaat.
Tien jaar geleden stond de teller al op 2,5 miljard:
https://www.kwakzalverij.nl/nieuws/miljarden-verknoeid-aan-zinloos-onderzoek/
Het instituut heet nu iets anders, zie verder:
https://en.wikipedia.org/wiki/National_Center_for_Complementary_and_Integrative_Health
Hans1263 says
Zou men bij de vraagstelling hebben aangegeven dat er al onnoemelijk veel geld is uitgegeven aan onderzoek aan “alternatief”, dat dit – op basis van alle degelijke wetenschappelijke kennis die er al bestaat, en dus zoals te verwachten viel – helemaal niets heeft opgeleverd en dat men zich afvraagt of men desondanks moet doorgaan met geld verspillen aan 100% onwaarschijnlijke sprookjes? Dan had de meerderheid vast met “nee” geantwoord…
Renate1 says
Ik denk niet dat men aangeeft dat er al veel geld aan dit onderzoek is uitgegeven. Dat zou de uitkomst namelijk te veel in een bepaalde richting sturen. Probleem is natuurlijk dat de aanhangers van kwakzalverij zullen blijven roepen dat er meer onderzoek nodig is. Iedere strohalm wordt aangegrepen om meer onderzoek te eisen. Als een klein onderzoekje, in een kleine populatie, zonder controlegroep, iets lijkt op te leveren ziet men dat direct als een bewijs dat er wel degelijk iets aan de hand is en dat alleen meer onderzoek nodig is om het definitieve bewijs te leveren. Zolang niet is bewezen dat een alternatieve geneeswijze werkt, is meer onderzoek nodig.
Hans1263 says
Met een bepaalde vraagstelling resp. een bepaalde volgorde van vragen kan men het antwoord dus behoorlijk manipuleren.
Wie bepaalt eigenlijk of er meer onderzoek nodig is? Het aanzienlijk volksdeel dat geen benul heeft van de wijze waarop verantwoord wetenschappelijk onderzoek hoort plaats te vinden?
Renate1 says
De aanhangers van kwakzalverij zullen blijven roepen dat meer onderzoek nodig is, vermoedelijk mede gestimuleerd door de kwakzalvers, die nog altijd kans zien om zichzelf als arme sloebers weg te zetten, die niet de mogelijkheden hebben, die ‘Big Pharma’ heeft.
Hans1263 says
Dan blijven we daar toch gewoon tegenin gaan? Als dat ook maar enig effect heeft, doet de VtdK erg nuttig en ook lucratief werk.
Big Pharma doet af en toe gekke dingen, maar je kunt tenminste niet over hen beweren dat ze – in tegenstelling tot wat de kwakzalvers doen – in sprookjes geloven en onwerkzame middelen produceren.
Jan Willem Nienhuys says
Nou, nou onwerkzame middelen…
De medicijnen tegen depressie zijn niet bijzonder werkzaam. Ze scoren wel marginaal beter in zogenaamd dubbelblinde proeven, maar doordat ze ook bepaalde bijwerkingen hebben zijn die onderzoeken eigenlijk niet zo geblindeerd. De behandelende artsen kunnen op basis van de bijwerkingen redelijkl goed raden wie het verum krijgt, Dat is genoeg om in een groot onderzoek een statistisch effect te krijgen.
Het boek Bad Pharma van Ben Goldacre ontleent de meest spectaculaire voorbeelden dan ook aan psychiatrische medicatie.
Ik wil natuurlijk niemand aanbevelen om zomaar te stoppen met pillen tegen depressie, maar een gesprek met de voorschrijver kan best verhelderend zijn.
Hans1263 says
OK, ik ken de voor- en nadelen van geneesmiddelen en inderdaad zijn sommige antidepressiva niet heel effectief, zeker niet op heel korte termijn na het begin van de kuur.
Maar dat is m.i. altijd nog vele malen beter dan het toedienen van onwerkzame en ongeregistreerde homeowatertjes en suikerkorreltjes, in op onnavolgbare wijze vastgestelde zogenaamde chakra’s prikken van naalden resp. het maken van magische strijkgebaren in de lucht. En over het gevaarlijke “kraken” zal ik het maar niet hebben.
Renate1 says
Inderdaad.
Ook als er wel eens een vliegtuig neerstort, wil dat nog niet zeggen dat we ons heil beter in vliegende tapijten kunnen zoeken.
Hans1263 says
Een mooi vliegend tapijtje is nog altijd een mooi tapijtje op de vloer als het (vanzelfsprekend) niet blijkt te kunnen vliegen. Alterneuterij is op zijn best een armzalig beetje placebo en meer absoluut niet. Maar ik begrijp wat u wilde zeggen.