Op 7 april was de dertigste herdenking van de genocide tegen de Tutsi in Rwanda.1“UN pays tribute to victims and survivors of the 1994 Genocide against the Tutsi in Rwanda,” United Nations, 12 April 2024. Herdacht werd dat in 1994 het merendeel van de Tutsi-minderheid is uitgeroeid door extremisten van de Hutu meerderheid.2Philip Verwimp, “Death and survival during the 1994 genocide in Rwanda,” Population Studies 58.2 (2010), p. 233; Marijke Verpoorten, “How Many Died in Rwanda?” Journal of Genocide Research 22.1, 1 januari 2020, 94-103. Online version: p. 9. https://doi.org/10.1080/14623528.2019.1703253; Omar McDoom, The Path to Genocide in Rwanda, Cambridge University Press 2021, p. 294. Verwimp noemt 75 %, Verpoorten geeft een range van 70-80%. De schatting van McDoom is iets lager (± 2/3) omdat hij uitgaat van een groter aantal overlevenden dan andere onderzoekers. Na drie decennia onderzoek zijn de meeste feiten bekend maar toch wordt er nog getwist over de oorzaak van de volkerenmoord.
Aanslag op presidentieel vliegtuig
Het heetste hangijzer blijft de moord op Juvénal Habyarimana, de president die op 6 april 1994 met zijn vliegtuig werd neergeschoten.3“Presidents Killed in Attack on Plane”, The Guardian, 7 april 1994; “Presidenten Rwanda en Burundi omgekomen”, NRC, 7 april 1994. Kort daarna begon de genocide dus wordt het één logischerwijs in verband gebracht met het ander. Sommige geleerden verdenken de Hutu-extremisten en andere de rebellen van het Patriottisch Front (RPF).4Academici die het RPF schuldig verklaren vinden we vooral onder de oudere garde Rwanda kenners zoals René Lemarchand, Filip Reyntjens en André Guichaoua. Omdat de schutters nooit zijn geïdentificeerd blijft de schuldvraag tot op zekere hoogte koffiedik kijken. Door de jaren heen zijn er verschillende onderzoeken uitgevoerd, door Belgische en Franse onderzoeksrechters,5Vanaf 13 april 1994, dus relatief kort na de aanslag, verzamelden auditeurs van het Belgische Militair Gerechtshof en de onderzoeksrechter Damien Vandermeersch veel getuigenverklaringen. Na 1998 hoorde de Franse onderzoeksrechter Jean-Louis Bruguière andere getuigen wat in 2006 leidde to aanhoudingsbevelen tegen negen hoge RPF officieren, zie Jean-Louis Bruguière, Delivrance de Mandats d’Arret Internationaux: Ordonnance de Soit-Communique, Cour d’Appel de Paris, Tribunal de Grande Instance de Paris, 17 november 2006. Die zaak is in 2018 geseponeerd wegens gebrek aan bewijs, zie Marc Herbaut en Nathalie Poux, Ordonnance de Non-Lieu, N° du Parquet: 9729523030. N° Instruction: 272/00/13 & 1341. Cour d’Appel de Paris, Tribunal de Grande Instance de Paris, Section Anti-Terroriste, 21 december 2018. parlementaire enquêtes in die landen,6België: Philippe Mahoux and Guy Verhofstadt, Commission d’Enquête Parlementaire Concernant les Événements du Rwanda, Sénat de Belgique, 1997; Frankrijk: Paul Quilés, Rapport d’Information Sur les Opérations Militaires Menées Par la France, d’Autres Pays et L’onu au Rwanda Entre 1990 et 1994, (Assemblée Nationale, 1998). en de Rwandese overheid.7Jean Mutsinzi et al, Report of the Investigation Into the Causes and Circumstances of and Responsibility for the Attack of 06/04/1994 Against the Falcon 50 Rwandan Presidential Aeroplane, Registration Number 9XR-NN, Independent Commission of Experts, Kigali 2009. Dat leverde een berg verklaringen op van getuigen die elkaar op de meeste punten tegenspraken. Het grootste obstakel bij het beoordelen van die onderzoeken was het ontbreken van een degelijk forensisch onderzoek.
Technisch rapport
In 2010 besloot de Franse justitie daar verandering in te brengen. Twee onderzoeksrechters, Marc Trévidic en Nathalie Poux, stelden een team gespecialiseerde wetenschappers samen die als experts aan verschillende Franse rechtbanken verbonden waren. In september 2010 reisden ze naar Kigali waar feitenonderzoek werd uitgevoerd.8“Le juge Trévidic en Septembre à Kigali”, Jeune Afrique, 1 juli 2010; “French judges launch week-long Rwanda probe,” Radio France Internationale, 13 september 2010. De uitwerking van de verzamelde data is in 2012 gepresenteerd in een technisch rapport van 338 pagina’s,9Claudine Oosterlinck et al, Rapport d’Expertise: Destruction en Vol du Falcon 50 Kigali (Rwanda), N° du Parquet: 9729523030. N° Instruction: 272/00/13 & 1341. Cour d’Appel de Paris, Tribunal de Grande Instance de Paris, 5 januari 2012. plus supplementen met deelonderzoeken, foto’s van locaties en wrakstukken, en landmeetkundige tekeningen. In 2013 volgde een aanvullend onderzoek naar het landingstraject om te bepalen of de piloten van koers waren veranderd om de raket te ontwijken.10Claudine Oosterlinck et al, Rapport d’Expertise: Complément De Mission (Manoeuvre d’évitement). Cour d’Appel de Paris, Tribunal de Grande Instance de Paris, 10 mei 2013. Dat bleek niet het geval te zijn. Bij uitwijkmanoeuvres zou het vliegtuig elders zijn neergestort.11Oosterlinck et al 2013, 82.
Het belangrijkste resultaat van het uitputtende onderzoek was het uitsluiten van de schutterslocatie die in de meeste getuigenverklaringen was genoemd: “La Ferme”, een vervallen boerderij aan de voet van de heuvel Masaka.12Oosterlinck et al 2012, 57, 314. Die locatie was te ver verwijderd van de plek waar het vliegtuig neerstortte.13Kort samengevat: Om de schade aan het vliegtuig te verklaren met een raket uit de richting van La Ferme zou de crash site dichter bij die locatie moeten liggen (op de flank van de heuvel Rusororo ten noorden van Masaka heb ik berekend). De hoek van een rakettraject uit die richting strookte niet met het onderdeel dat was geraakt: de onderkant van de linkervleugel.14Oosterlinck et al 2012, 301. Masaka was al gepasseerd toen het vliegtuig werd getroffen, dus zou de raket, gestuurd door de infrarood sensor,15Oosterlinck et al 2012, 196, 235-236. een van de straalmotoren aan de staart hebben geraakt.16Oosterlinck et al 2012, 312. Die waren echter nog intact.17Oosterlinck et al 2012, 92-95, 100-101.
Omdat de motoren op dit type vliegtuig diagonaal boven de vleugels zijn bevestigd kon een raket uit de richting van Masaka onmogelijk onder de vleugel terecht zijn gekomen.18Oosterlinck et al 2012, 312. Zo’n treffer was alleen mogelijk als de raket schuin voor het vliegtuig, vanaf de heuvel Kanombe, was afgevuurd.19Oosterlinck et al 2012, 313. De meest waarschijnlijke locatie was volgens de experts een open plek in het militaire domein van Kanombe.20Oosterlinck et al 2012, 313. Die plek lag op minder dan tien minuten wandelen van de barakken waar de Presidentiële Garde gelegerd was.21Het hoofdkwartier van kamp Kanombe bevond zich op ± 800 meter van de schutterslocatie. Het RPF had een battaljon op vijftien kilomer afstand, maar weinig bewegingsvrijheid omdat het bewaakt werd door de VN vredesmacht en uiteraard in de gaten gehouden door overheidssoldaten. Zie Romeo Dallaire, Shake Hands With the Devil, Random House Canada 2003, pp. 157, 165, 193. Op de avond van de aanslag waren ook Henry Anyidoho (Dallaire’s adjudant), en Philippe Gaillard van het Rode Kruis (werkbezoek) bij het RPF bataljon aanwezig. Voor een RPF commando was die locatie geen realistische optie,22Filip Reyntjens, The RPF Did It, Working Paper, Universiteit van Antwerpen 2020, p. 3. Volgens Reyntjens is het “onwaarschijnlijk dat het RPF de aanval zou hebben uitgevoerd vanuit het militaire domein of de onmiddellijke omgeving ervan, maar het zou zich wel toegang kunnen verschaffen tot het gebied van Masaka.” [it is unlikely that the RPF would have carried out the attack from the military domain or its immediate surroundings, but it could have accessed the area of Masaka.] Reyntjens maakt overigens niet duidelijk hoe het RPF zich toegang kon verschaffen tot Masaka. dus ligt het voor de hand te veronderstellen dat de schutters onder de elitetroepen van Habyarimana zelf gezocht moeten worden.
Snelheid van het geluid
Deze constatering leidde tot felle kritiek van een groepje academici en journalisten die heilig geloofden in getuigen die naar eigen zeggen in La Ferme aanwezig waren toen de raketten werden afgevuurd.23Tom Lansford, Political Handbook of the World 2015, Sage publications 2015, p. 5139; Erin Jessee, “Rwandan Women No More,” in Conflict and Society 1 (2015): 60-80, Online version: p. 34. Sommige geleerden blijven hun kop in het zand steken. René Lemarchand negeert bijvoorbeeld het complete onderzoek in zijn boek Remembering Genocides in Central Africa, Routledge 2021. De consequentie van die focus op het RPF is dat andere, meer waarschijnlijke verdachten buiten beeld blijven. Er zijn dus twee mogelijkheden: De Franse rechters en wetenschappers hebben slecht werk geleverd, of de “Masaka”-getuigen namen een loopje met de waarheid. Om dit vraagstuk te beantwoorden heb ik Ir. Joris Melkert van de TU Delft, gespecialiseerd in vliegtuigcrashes, gevraagd om de Franse rapporten te beoordelen. Hij ging akkoord en trok de volgende conclusie:
Wat ik er uit haal is dat er een degelijk onderzoek verricht is, zowel in het eerste rapport als in het aanvullende rapport. Ik denk dat de door de auteurs getrokken conclusies ook de meest waarschijnlijke oorzaak hebben vastgesteld. Zoals bij elk onderzoek zijn hiervoor aannames gedaan. Voor zover ik kan nagaan zijn dit redelijke aannames.24Email Melkert van 11 april 2024.
De critici denken er anders over. Op 14 januari 2012, vier dagen na de presentatie van het onderzoek, publiceerde de Franse historicus Bernard Lugan een artikel waarin hij het werk van de akoestisch expert, Jean-Pascal Serre, op de korrel nam.25Bernard Lugan, “Rwanda: Réponse de Bernard Lugan à l’Association Enquête Citoyenne Rwanda,” L’Afrique Réelle, 14 januari 2012. Serre had op een testlocatie in Frankrijk de geluidssterkte van raketschoten gemeten.26Jean-Pascal Serre, Rapport Complementaire En Acoustique, Cour d’Appel de Paris, Tribunal de Grande Instance de Paris, 4 januari 2012. Lugan, geen deskundige op dit gebied, vond dat “amateuristisch” omdat de terreinomstandigheden afweken van die in Kigali en er geen SA-16’s waren gebruikt – het type raket waarmee de aanslag is gepleegd.27Oosterlinck et al 2012, 174.
Ik heb contact opgenomen met Serre die vertelde dat er in 2011, toen hij de test uitvoerde, geen SA-16’s meer verkrijgbaar waren.28Email Serre van 17 februari 2022. Dat maakte weinig verschil omdat de theoretische geluidssterkte bekend was.29170 dB(A), zie Serre 2012, p. 16, tabel 10. Hij wilde echter weten hoeveel die afweek van de realistische waarde in de open lucht. Dat kon alleen bepaald worden onder gecontroleerde omstandigheden en niet ergens langs de openbare weg. Voor de test gebruikte hij drie vergelijkbare raketsystemen en bepaalde op grond daarvan een rekenfactor.30Email Serre 2022; Serre 2012, 16. De rekenfactor werd bepaald op 0,94, waarmee de geluidssterkte van een SA-16 schot geschat kon worden op 170 x 0,94 = 160 dB(A); Serre 2012, 18, 26: Over de afstand van 2722 meter naar de getuigen zou dat dalen naar 102 dB(A), luid genoeg om gehoord te kunnen worden. De terreinomstandigheden waren volgens Serre slechts een marginale invloed.31De terreininvloed kon sowieso niet nauwkeurig bepaald worden (Serre 2012, 26) omdat informatie over eventuele obstakels in 1994 ontbrak en de bebouwing en begroeiing sindsdien waren veranderd. De onzekerheidsmarge is klein en zou het resultaat niet significant beïnvloeden. Overigens waren er vier andere experts aanwezig die de procedure observeerden. Hun namen en functies staan in het akoestisch supplement.32Serre 2012, 8.
Ironisch genoeg leidde het testresultaat niet tot het uitsluiten van La Ferme.33Oosterlinck et al 2012, 257: In theorie kon elke getuige in het oostelijke deel van het militaire domein het geluid horen. Lugan richtte zijn pijlen dus op het verkeerde deel van het onderzoek. De decibels waren niet het probleem, maar de geluidssnelheid. Die informatie was belangrijk omdat de betrouwbaarste getuigen van de aanslag, een groepje Belgische militaire artsen en een Franse officier in Kanombe,34De Belgische artsen waren in Rwanda in het kader van het vredesverdrag. Ze werkten in het militaire hospitaal van Kanombe en bewoonden een rijtje villa’s aan de rand van het domein. Op de avond van de aanslag waren Massimo Pasuch en diens vrouw Brigitte Delneuville, Daniel Daubresse en Denise van Deenen bijeen in het huis van Pasuch en Delneuville. De Franse officier, luitenant kolonel Grégoire de Saint Quentin, woonde ongeveer honderd meter bij hen vandaan. de raketschoten hadden gehoord voordat het vliegtuig werd getroffen. Bij een raketschot in de omgeving van Masaka bleek dat onmogelijk te zijn.
Iedereen met een middelbare schoolopleiding zal zich herinneren dat de voortplanting van een geluidsgolf afhankelijk is van de weersomstandigheden, temperatuur en luchtdruk. De meteorologische data van Kigali op 6 april 1994 waren bekend dus was de geluidssnelheid eenvoudig te berekenen (343 m/s).35Serre 2012, 18-19. De afstand tussen La Ferme en de getuigen was ruim 2,7 km.36 Oosterlinck et al 2012, 249. Met een simpel rekensommetje weet je dan dat het geluid bijna acht seconden nodig had om de oren van de getuigen te bereiken,37Oosterlinck et al 2012, 250; Serre 2012, 19. anderhalve seconde langer dan de raket om het vliegtuig te treffen (6,46 s.).38Oosterlinck et al 2012, 249; Serre 2012, 22. Op basis van de akoestische gegevens zouden de schutters zich binnen een straal van een enkele honderden meters van de getuigen in Kanombe hebben bevonden,39Email Serre. binnen het militaire domein.
Van hypothese naar complottheorie
De fout van Lugan bleek echter tot de verbeelding te spreken want een paar weken later publiceerde Filip Reyntjens dezelfde misvatting,40Filip Reyntjens, “Attentat de Kigali: ‘la vérité a gagné’?” Le Monde, 31 januari 2012. gevolgd door Barrie Collins,41Barrie Collins, “Shooting Down the Official ‘Truth’ About Rwanda,” Spiked, 15 maart 2012. Judi Rever42Judi Rever, De Waarheid Over Rwanda, Amsterdam University Press 2018, p. 129. NB: Het feit dat dit boek is uitgegeven door de AUP zou lezers op het verkeerde been kunnen zetten. Rever is geen academicus, de uitgever (Katrien de Vreese) ook niet en uit navraag bleek dat de UvA niet is geconsulteerd. De Vreese was overgehaald door Peter Verlinden, die ze kende van haar vorige baan bij het Davidsfonds in België. en anderen.43O.a. Masako Yonekawa (verwijst naar Judi Rever), Omar McDoom (vat zonder bronvermelding Reyntjens’ working paper uit 2020 samen), maar ook militairen (Michel Robardey, bv), journalisten (Pierre Péan), politici (Alain de Brouwer), etc.
In 2020 publiceerde Reyntjens een working paper over de zaak met tientallen vergelijkbare fouten.44Reyntjens 2020 (zie noot 22). Veel van die fouten ontkennen, verdraaien of verzwijgen de feiten in het Franse onderzoek, maar Reyntjens haalt ook eerdere controverses van stal zoals de memo van Michael Hourigan (1997). Net als Judi Rever, René Lemarchand e.v.a. verzwijgt Reyntjens wat er in de laatste paragraaf van die memo staat: dat Kagame de aanslag plande maar FAR soldaten (overheidsleger) de raketten afschoten vanaf de heuvels Gasogi en Masaka en de operatie vanuit kamp Kanombe werd aangestuurd. Die versie suggereert dat het RPF en de Presidentiële Garde onder één hoedje speelden om van Habyarimana af te komen. Bovendien verzwijgt Reyntjens dat Gasogi zich rechtsachter het vliegtuig bevond terwijl het vaststaat dat de raketten van links kwamen. De linkervleugel kon vanuit Gasogi überhaupt niet geraakt worden. De inhoud van de memo duidt dus op een hoax, maar omdat de sceptische ICTR aanklager Louise Arbour na het lezen het onderzoek stillegde en Hourigan vervolgens een doofpotaffaire suggereerde, blijft het verhaal populair. Omdat de meeste critici in het Engels publiceren en de technische rapporten alleen in het Frans beschikbaar zijn kreeg de desinformatie de overhand en vieren complottheorieën – een diplomatieke deal tussen Frankrijk en Rwanda45Zie o.a. Michela Wrong, “Priti Patel is Playing Into Paul Kagame’s Hands,” The Spectator, 23 april 2022. bijvoorbeeld – hoogtij.
Gefascineerd door deze ontwikkelingen ben ik op zoek gegaan naar de oorsprong van de “Masaka” hoax. Die is te herleiden tot een uitzending van de beruchte haatradiozender RTLM. Op 13 april 1994, een dag nadat Belgische blauwhelmen aan de media vertelden dat de raketten waren afgevuurd in Kanombe,46Mark Huband, “Belgians Say Rebels Could Not Have Killed President,” The Guardian, 12 april 1994; Scott Peterson, “Violence Lurks round Every Corner,” The Daily Telegraph, 12 april 1994. pareerde RTLM propagandist Georges Ruggiu die informatie met de tegenzet dat “na nauwgezet onderzoek blijkt dat dit vliegtuig is neergeschoten vanaf een onofficiële positie: de Masaka-positie van Belgische UNAMIR-soldaten.”47“Apres une enquête minutieuse tout porte a croire que cet avion a ete descendu au depart d’une position non officielle. Position Masaka des soldats Belges de la MINUAR.” Georges Ruggiu, RTLM, 13 april 1994. Cassette A/910, Exhibit P103/064 in zaaknr. ICTR-99-52-T: The Prosecutor vs Nahimana et al, Internationaal Strafhof voor Rwanda (ICTR). NB: UNAMIR was de United Nations Assistance Mission for Rwanda – de VN vredesmacht.
Masaka stond destijds net als Kanombe onder controle van het overheidsleger, maar de suggestie van een Belgische militaire positie wekte de indruk dat die omgeving makkelijk toegankelijk was geweest voor het RPF. Het gerucht van een complot tussen België en het RPF werd tijdens de genocide regelmatig herhaald. Daarna ging het verhaal een eigen leven leiden, gestript van de “Belgische soldaten” en gevoed door andere afleidingsmanoeuvres zoals de “toevallige” vondst van SA-16 lanceerbuizen bij La Ferme.48Brief van advocaat Luc de Temmerman aan onderzoeksrechter Damien Van Der Meersch, onderwerp: “Bagosora/Tribunal International,” Overijse (B), 10 juli 1995. De brief bevatte als bijlage een gefaxte kopie van een handgeschreven notitie die de cliënt van de Temmerman, kolonel Théoneste Bagosora, had opgestuurd. De notitie vermeldde de serienummers van twee SA-16 lanceerbuizen, volgens de auteur “gebruikt in de aanslag op het staatshoofd op 6 april 1994.” 49De lanceerbuizen zouden op 25 april 1994 bij La Ferme zijn gevonden, zie Filip Reyntjens, Rwanda: Trois Jours Qui On Fait Basculer L’histoire, Institut africain-CEDAF 1995, p. 44-46. Die buizen verdwenen uiteraard spoorloos voordat een onafhankelijke instantie ze kon onderzoeken. 50Volgens de Franse justitie was de notitie al in mei 1994 in het bezit van de Franse militaire inlichtingendienst DRM, maar de lanceerbuizen zelf zijn ondanks uitgebreid onderzoek nooit gevonden. Foto’s van een lanceerbuis maakten niet duidelijk of hij wel gebruikt was. Zie Jean-Marc Herbaut en Nathalie Poux, Ordonnance de Non-Lieu, Cour d’Appel de Paris, 21 december 2018, pp. 25-26.
De Masaka hoax beklijft
In Nederland doen we intussen ons best om de Masaka hoax in leven te houden. In 2018 publiceerde Amsterdam University Press bijvoorbeeld een boek van Judi Rever met de titel De Waarheid Over Rwanda. In haar hoofdstuk over de aanslag besteedt de auteur slechts 239 woorden aan het Franse onderzoek (3,2%), waarin ze de fout van Lugan herhaalt en beweert dat de experts Masaka niet expliciet zouden hebben uitgesloten.51Zie voor bespreking van het boek: “De ‘waarheid’ over Rwanda“, Jos van Oijen, Ravage Webzine, 16 oktober 2018.
Drie jaar geleden publiceerde een professor van de Universiteit van Amsterdam een boek van René Lemarchand,52Remembering Genocides in Central Africa, René Lemarchand, 2021. Uitgegeven in de reeks Mass Violence in Modern History mede samengesteld door Uğur Ümit Üngör. een oudgediende in het genocide onderzoek, dat de Franse rapporten maar helemaal verzwijgt. Het Afrika Studiecentrum promoot intussen op haar website al jaren een controversiële BBC documentaire die net als Lemarchand wel uitgebreid aandacht besteedt aan de achterhaalde onderzoeken maar met geen woord rept over het technische onderzoek uit 2010-2013.53https://www.ascleiden.nl/content/library-weekly/assassination-juvenal-habyarimana-and-cyprien-ntaryamira
In de media is het niet beter gesteld. Journalist Anneke Verbraeken, die zich graag als Rwanda-kenner profileert, beweerde jaren na het onderzoek nog in Vrij Nederland dat er “sterke aanwijzingen [zijn] dat juist Kagame opdracht gaf het presidentiële vliegtuig uit de lucht te schieten.”54‘Ik een moordenaar? Integendeel’, Vrij Nederland, 26 mei 2015. Andere journalisten schrijven dat de omstandigheden nooit zijn opgehelderd of interviewen een bekende persoonlijkheid zoals de Belgische oud ambassadeur Johan Swinnen die meent dat er nog steeds geen internationaal onderzoek heeft plaatsgevonden.55“Hoe kón dit in godsnaam in Rwanda gebeuren?“, Coen Verbraak, NRC, 21 oktober 2016.
De afgelopen jaren verscheen de Britse auteur Michela Wrong regelmatig in onze media vanwege haar boek Do Not Disturb dat bij journalisten van de voormalige kwaliteitsmedia in Nederland grote populariteit geniet.56 Zie bijv. “‘Er is een klopjacht gaande op Kagame’s tegenstanders’“, Koert Lindeijer, NRC, 3 maart 2021. En “Waarheid blijft zelden begraven“, Joost Bastmeijer, de Volkskrant, 6 april 2024. In haar hoofdstuk over de aanslag reserveert Wrong welgeteld één zin voor het wetenschappelijk onderzoek. De resterende 99,6% zijn voor de Masaka getuigen en de suggestie dat het allemaal doorgestoken kaart was.
Jos van Oijen is voormalig ontwikkelingswerker en onafhankelijk genocide-onderzoeker, die over Rwanda in diverse media gepubliceerd heeft.
NB de voetnoten in de tekst klappen uit als je erop klikt, maar zijn hieronder ook als lijst te benaderen:
voetnoten | Show> |
---|---|
Titelafbeelding: meerdere afbeeldingen via Wikimedia Commons 1, 2, 3
[…] Rwanda: Wie stak dertig jaar geleden de lont in het kruitvat? by Jos van Oijen (in […]