In actuele berichtgeving over Rwanda sijpelt vaak een vertekend beeld van de Genocide tegen de Tutsi’s uit 1994 door. Veel journalisten nemen onbewust propaganda over van activistische netwerken die genocide-ontkenning verspreiden. Grondige feitencontrole en wederhoor bij deskundigen zouden dit kunnen voorkomen, maar redacties blijven doof voor kritiek.
De ‘zwendel van de eeuw’
Op 9 april 1994 vonden VN waarnemers in Rwanda een berg halfverbrande identiteitsbewijzen in een kerk waar een beestachtige massamoord had plaatsgevonden.[1] De daders hadden ze verzameld om te vernietigen omdat ze duidelijk maakten dat de slachtoffers leden van de Tutsi-minderheid waren. Volgens de Franse krant Libération was de slachtpartij een voorbeeld van de jacht op Tutsi’s die regeringssoldaten en de Interahamwe, een Hutu burgermilitie, twee dagen eerder hadden geopend. De journalist beschreef het geweld als “de Genocide tegen de Tutsi’s.”[2]

Tien dagen na de slachtpartij in de kerk stuurde mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch een dringende brief naar de VN Veiligheidsraad.[3] Naar schatting waren er inmiddels al honderdduizend slachtoffers. De organisatie wees op “een systematische campagne om de Tutsi’s uit te roeien” en noemde de hoofdverantwoordelijken: kolonel Théoneste Bagosora, generaal Augustin Bizimungu en kapitein Pasqual Simbikangwa.[4] De wereldleiders negeerden de informatie. Drie maanden later was driekwart van de Tutsi’s in Rwanda en een onbekend aantal Hutu’s dat verzet pleegde uitgeroeid: Genocide, wisten de Verenigde Naties intussen.[5]
Polarisatie
Over de Genocide tegen de Tutsi’s zijn bibliotheken volgeschreven, door wetenschappers, mensenrechtenorganisaties en juristen. Het archief van het Internationale Strafhof voor Rwanda (ICTR) puilt uit van de documentatie die de literatuur onderbouwt. Het Strafhof oordeelde in 2006 dat tijdens de processen tegen daders zo veel bewijs op tafel was gekomen dat de Genocide als een algemeen bekend feit moest worden beschouwd.[6] Toch zijn er nog personen die de realiteit ontkennen en op een grote schare volgelingen kunnen rekenen.

(Gladius476 | Wikimedia Commons)
Een van hen is de Franse schrijver Charles Onana, die de Genocide tegen de Tutsi’s afwisselend “de grootste leugen” en “de grootste zwendel van de twintigste eeuw” noemt omdat hij meent dat er geen planning zou zijn aangetoond.[7] Afgelopen december veroordeelde een Franse rechtbank hem voor genocide-ontkenning.[8] Rechtbankpresident Delphine Chauchis beoordeelde Onana’s ontkenningsretoriek als een “gevaarlijke” en “schandalige minimalisering en bagatellisering van de misdaad tegen de menselijkheid die in 1994 in Rwanda werd begaan.”[9] Kort samengevat is niet de Genocide, maar het ontkennen ervan de zwendel van de eeuw.
In de journalistiek klinken echter andere geluiden. Bladen als Knack en NRC doen beschuldigingen van genocide-ontkenning af als het intimideren van critici, zonder na te gaan welke gevallen terecht of onterecht zijn.[10] Peter Verlinden, een Vlaamse journalist die regelmatig te gast is bij de Nederlandse publieke omroepen, ontkent Onana’s genocide-ontkenning en noemt zijn veroordeling een rechterlijke dwaling.[11] Het journalistencollectief Forbidden Stories nam het vorig jaar mei al op voor Onana en enkele geestverwanten.[12] Toen een groep deskundigen het collectief hiervoor op de vingers tikte kregen zij de wind van voren.[13] Evelyn Groenink van ZAM, geen expert in dit onderwerp, verweet hen “blinde verering voor het Kagame regime.” [14]
In het gepolariseerde debat over Rwanda vergeten journalisten nog weleens dat zij leken zijn. Intuïties over de hedendaagse politieke situatie vormen de bril waardoor zij naar de geschiedenis kijken.[15] Het onrecht dat zij bespeuren verleidt hen tot het overnemen van activistische standpunten. Maar intuïtie zonder basiskennis is een virtueel spiegeldoolhof dat gemultipliceerd je eigen speculaties reflecteert, wat niet bevorderlijk is voor rationele analyses en kritische beschouwingen. De deur naar buiten, naar het perspectief van gespecialiseerde wetenschappers en historici met decennia onderzoekservaring, blijft verborgen tot je ernaar op zoek gaat.
Buiten bereik van justitie
Volgens de Belgische rechter en hoogleraar Damien Vandermeersch wonen in zijn land nog steeds mensen die bij de Genocide betrokken waren, “waaronder enkele van de meest prominente daders, die buiten het bereik van justitie zullen blijven.” [16]
Vandermeersch onderzocht de Genocide al in 1994 wat leidde tot tien strafdossiers en zestien notities die niet verder kwamen dan het opsporingsonderzoek.[17] In gesprek met de Luxemburgse onderzoeker Charlotte Wirth drie jaar geleden weet hij het falen van justitie aan een gebrek aan middelen en andere obstakels bij het verzamelen van bewijs. Gevluchte leiders en aanhangers van het genocidale regime zijn zo al dertig jaar in de gelegenheid hun ideologie te koesteren en de geschiedenis in hun voordeel te herschrijven.
Dat doen zij volgens het onderzoek van Wirth al vanaf het begin in een groot aantal non-profitorganisaties (NGO’s) die een netwerk vormden ter ondersteuning van de opvang van voormalige Rwandese elites. Omdat het onderscheid tussen daders en andere vluchtelingen niet meteen duidelijk was ontvingen sommige clubs aanzienlijke subsidies. “De banden tussen de verschillende verenigingen zijn hecht”, schrijft Wirth. “Ze staan op dezelfde adressen geregistreerd, dezelfde mensen zitten in hun raden, ze organiseren samen conferenties en houden sit-ins voor de Rwandese ambassade.”[18]

Het oprichten van ogenschijnlijk ideële organisaties als gematigde dekmantels is een beproefde propagandatechniek om de publieke opinie te bespelen. Al voor de Genocide vormde de beruchte propagandist Ferdinand Nahimana in Rwanda de Associations rwandaises de defense des droits de I’homme.[19] Ondanks de suggestieve naam vertegenwoordigde de vereniging volgens Human Rights Watch geen mensenrechtenactivisten maar een aantal nep-organisaties met het doel rapporten van legitieme mensenrechtenorganisaties in diskrediet te brengen.[20]
Na de Genocide zetten de voortvluchtige daders deze tactiek voort in de vluchtelingenkampen.[21] De politieke en militaire leiders in ballingschap richtten een groot aantal “NGO’s” en “reflectiegroepen” op om hun propaganda te verspreiden.[22] Aanvankelijk had dat weinig succes, maar met het verstrijken van de tijd vervaagt het collectieve geheugen, vooral wanneer er nieuwe generaties journalisten en activisten aantreden. Mythes uit de propaganda-industrie van de jaren negentig vind je nu onversneden terug in boeken en artikelen van reguliere journalisten, die net als Charles Onana menen de “echte” waarheid ontdekt te hebben.[23]
All For Rwanda
Rwandese verenigingen met een dubieuze achtergrond schieten nog steeds als paddestoelen uit de grond. Net als voorheen vind je vaak dezelfde activisten in hun besturen en werven ze fondsen zonder verantwoording af te leggen in jaarverslagen. Om de illusie van een grote achterban te creëren en de suggestie te wekken dat ze nobele doelen nastreven krijgen ze indrukwekkende namen mee, zoals Global Campaign for Rwandan’s Human Rights (GCRHR); African Great Lakes Action Network (AGLAN); Rwandan Political Prisoners Support Network (RPPSN); Réseau internationale des femmes pour la Démocratie et la Paix (RifDP); Association de Jeunes Originaires de la Région des Grands Lacs (Jambo); etc. Vaak bestaan zulke clubs uit slechts een handvol mensen, en soms zelfs dat niet.

Het grote aantal verenigingen met suggestieve namen vormt een succesvolle strategie om media-aandacht te genereren. Neem All For Rwanda (AFR). Journalisten noemen het een stichting met Nederlandse jongeren zonder politieke motieven (Trouw),[24] een collectief dat zich inzet voor mensenrechten (de Volkskrant),[25] of een Nederlandse belangenorganisatie voor Rwandese vluchtelingen (NRC).[26] Aanleiding om te veronderstellen dat AFR meer is dan alleen een Belgische website, laat staan een Nederlandse belangenorganisatie, is er echter niet.
De website vermeldt een adres in Brussel, wat niet duidt op een Nederlandse organisatie.[27] Voor donaties wordt bovendien een Belgische bankrekening gebruikt. Het adres en de bankrekening blijken van een Belgische club te zijn met een andere naam: Droits d’Opposants, Refugiès Politiques et Activistes (DORPA).[28] De DORPA-website verwijst naar de AFR-website als een “nuttige link.” AFR is zelf nergens ingeschreven, ook niet bij onze zuiderburen of in het Verenigd Koninkrijk.[29] De website geeft geen concrete informatie over een bestuur of leden. Van activiteiten voor mensenrechten of vluchtelingen zijn alleen grandioze voornemens te vinden.

Waarom geloven (onderzoeks)journalisten van de grote Nederlandse kranten dat AFR een bona fide Nederlandse organisatie is? Gloria Uwishema van de vrouwenvereniging RifDP, die als “ambassadeur” voor AFR optreedt en als zodanig regelmatig in de media te vinden is, is fotogeniek en profileert zich als mensenrechtenactivist. Kennelijk is dat voldoende. Kritische vragen worden niet gesteld en beweringen niet op waarheid gecheckt. Zo’n goedgelovige houding blijkt echter riskant te zijn als je ziet wie de AFR-persberichten ondertekenen.
Extremistische achtergrond
Het eerste AFR-persbericht uit 2023 is ondertekend door drie personen uit België.[30] De eerste, Placide Kayumba, is een oud-voorzitter van Jambo,[31] een vereniging van kinderen van verdachte en veroordeelde genocideplegers. Kayumba’s vader is bijvoorbeeld veroordeeld tot 25 jaar cel.[32] Tegenwoordig is hij voorzitter van FDU-Inkingi, de voormalige Republican Rally for Democracy in Rwanda (RDR).[33] De RDR is na de Genocide opgericht als politieke vleugel van de gevluchte Rwandese strijdkrachten.[34] De vader van Gloria Uwishema, Charles Ndereyehe, zat destijds in het oprichtingscomité met de inmiddels veroordeelde genocidairs Aloys Ntabakuze en Augustin Bizimungu, de voorzitter.[35]
De tweede ondertekenaar is Robert Mugabowindekwe, een andere oud-voorzitter van Jambo en nog steeds bestuurslid van die club.[36] De derde is Faustin Murego, die bekend is uit rapporten van de VN Veiligheidsraad als financier van de Democratische Strijdkrachten voor de Bevrijding van Rwanda (FDLR). De FDLR, een terroristische militie in Congo, is in 2001 afgescheiden van de RDR, maar een groot VN-onderzoek naar het internationale netwerk van de militie toonde in 2009 nog banden aan met leden van FDU-Inkingi uit België en Nederland.[37] Vijf jaar later werd Murego nog steeds in die context genoemd.[38]

(dit staat bekend als de double genocide theory).
De huidige Jambo-voorzitter, Norman Ishimwe Sinamenye,[39] profileert zich als “Coordinator of the Humanitarian and Human Rights Division of All For Rwanda.” [40] Hij ondertekent ook persberichten en publiceert namens AFR open brieven die de indruk wekken geschreven te zijn als steun voor de FDLR in de oorlog in Congo.[41] Alles in ogenschouw genomen lijkt AFR geen onafhankelijke belangenorganisatie te zijn, maar een dekmantel voor radicale activisten van Belgische clubs zoals Jambo, FDU-Ikingi, RifDP en DORPA.
Het delen van bestuursleden en activisten blijft niet beperkt tot de genoemde vier clubs. De voorzitter van de RifDP in België tot vorig jaar, Kami Runyinya, zat bijvoorbeeld ook in het bestuur van de Belgische afdeling van de RPPSN.[42] Dat is een internationaal netwerk van genocide-ontkenners onder leiding van de Canadese advocaat John Philpot. In het oprichtingsverslag van RPPSN België uit 2017 werd Norman Ishimwe genoemd als activist met de opdracht “informer et sensibiliser” (RPPSN-denkbeelden verspreiden).[43]
In het bestuur van RPPSN België zaten naast Runyinya ook Christiaan de Beule van SOS Rwanda-Burundi – ironisch genoeg is deze genocide-ontkenner een winnaar van de Victoire Ingabire Umuhoza prijs voor Democratie en Vrede[44] – en Patrice Rudatinya Mbonyumutwa, de penningmeester van Radio Inkingi, een politiek propagandakanaal van FDU-Inkingi.[45] Mbonyumutwa is bekend van stukjes op de nieuws-website van Jambo, waarin hij schrijft over genocide-ontkenning met betrekking tot een vermeende genocide op Hutu’s die in 1991 zou zijn begonnen.[46] Wetenschappelijke onderbouwing voor die bewering is er niet.
All For Rwanda ambassadeur Gloria Uwishema, haar vader en Patrice Mbonyumutwa zijn mede-oprichters van Radio Inkingi.[47] Mbonyumutwa’s broer Gustave is de voorganger van Mugabowindekwe als voorzitter van Jambo.[48] Een andere broer, Ruhumuza, zit momenteel in het Jambo-bestuur.[49] De artikelen die de broers op Jambo News publiceren vertonen veel gelijkenis met de ontkenningsretoriek van Charles Onana, John Philpot, Christiaan de Beule en andere gelijkgezinden. Die retoriek volgt in grote lijnen een besluit uit het oprichtingsverslag van de RDR: de verantwoordelijkheid voor de massamoorden afwentelen op de rebellen van het Rwandees Patriottisch Front (RPF).[50]
De propagandatechniek om slachtoffers te beschuldigen van gelijkwaardige misdaden wordt in de literatuur “moral equivalence” genoemd.[51] Die methode houdt in dit geval in dat andere genocides worden bedacht die even zwaar wegen of nog erger zouden zijn dan de Genocide tegen de Tutsi’s. Met een mea culpa zou je dan het een tegen het ander kunnen wegstrepen en overgaan tot de orde van de dag. Het partijprogramma van Dalfa-Umurinzi, de nieuwe partij van Victoire Ingabire, heeft zo’n algemene amnestie voor misdaden uit het verleden opgenomen, waarmee de daders vrijuit zouden gaan.[52] Het RPF heeft ook genoeg op de kerfstok, maar genocide is daar (nog) geen onderdeel van, zeker niet in het Rwanda van de jaren negentig.
Ontkenning belonen
Over Onana’s veroordeling kom je in Nederlandse kranten die over Rwanda berichten geen woord tegen. Dat kan met de heersende desinteresse voor Afrika te maken hebben, maar ook met cognitieve dissonantie. Onana is net als de Beule gelauwerd met de Victoire Ingabire Umuhoza Prijs voor Democratie en Vrede.[53] Ingabire, oud-voorzitter van de RDR en FDU-Inkingi, is erg populair bij de media vanwege haar oppositie tegen president Kagame. Maar het imago van verzoener dat haar wordt opgeplakt[54] contrasteert dermate met de genocide-ontkenning van prijswinnaars zoals Onana dat het voor kortsluiting in de hoofden van haar bewonderaars kan zorgen die de controverses dan maar verzwijgen.[55]

Die nalatigheid is niet uniek want Onana en de Beule waren niet de enige genocide-ontkenners die met de Ingabire-prijs beloond zijn. De teller staat inmiddels op veertien.[56] De opvallendste winnaar was John Philpot drie jaar geleden. Philpot ontkent de Genocide tegen de Tutsi’s al sinds 1995 en is zoals gezegd voorzitter van het Rwandan Political Prisoners Support Network. De “politieke gevangenen” in de naam zijn geen dissidenten, zoals je met een oppervlakkige blik zou kunnen afleiden, maar daders die door het ICTR zijn veroordeeld voor hun rol in de Genocide. Op de website stonden er dertig vermeld, waaronder kolonel Bagosora en Jean Kambanda, de premier van het genocidale regime.
Een opmerkelijk detail is dat Philpot een half jaar voor hij de prijs ontving Bagosora een held van het Rwandese volk noemde.[57] De prijstoekenning wekt dan ook de indruk dat hij voor die uitspraak beloond werd. Bij andere controversiële prijswinnaars kun je hetzelfde denken. De Belg Alain de Brouwer beschreef Jean Kambanda als een “moedige en genereuze” man.[58] Robin Philpot, John’s broer, ontkent in zijn boek de massale verkrachtingen tijdens de Genocide.[59] Geen van deze voorbeelden veroorzaakte rimpels in de berichtgeving.
Kennelijk ontbreekt de impuls om te onderzoeken wat ogenschijnlijk normale mensen beweegt om genocide-ontkenners te eren met een prijs voor democratie en vrede. Welke ideologie zit daarachter? Ingewikkeld hoeft zo’n onderzoekje niet te zijn. Deskundigen genoeg die het kunnen uitleggen. Of ze dat willen is een tweede, gelet op de reacties bij de zaak Onana. Maar de prijswinnaars staan op de RifDP-website en hun denkbeelden kun je lezen in hun publicaties. De connecties tussen de “mensenrechten”-clubjes zijn ook geen geheim. Vlogger Denize Zaneza postte op Facebook zelfs een soort klassefoto: een collage van 28 activisten van wie ik er hier een aantal heb genoemd.[60]
Betrokken journalisten

Bij de wirwar van schimmige clubjes zijn ook journalisten betrokken. Peter Verlinden stond in het oprichtingsverslag van RPPSN-België vermeld als activist[61] en Anneke Verbraeken, die naar eigen zeggen sinds 2008 bevriend is met Victoire Ingabire “en de hele familie,” [62] sprak de afgelopen tien jaar onder meer op FDU-Inkingi bijeenkomsten,[63] recyclede verhalen die in 1994 door de beruchte haatradiozender RTLM zijn uitgezonden,[64] trad op als moderator van een AFR-conferentie,[65] werd berispt voor belangenverstrengeling en het belasteren van genocide-overlevenden,[66] ondertekende een “resolutie” van GCRHR en Jambo over de vermeende genocide op Hutu’s,[67] enzovoort.
Volgens wetenschappers die zich met Rwanda bezighouden is er geen bewijs voor de dubbele genocide theorie, maar de eindeloze herhaling van die suggestie heeft wel effect op de media. De collectie websites die de Hutu-genocide verkondigen wordt eufemistisch aangeduid met “de oppositie media.” [68] In hoeverre we in dit verband van “de oppositie” kunnen spreken of welk deel van de diaspora zij vertegenwoordigen kun je je ook afvragen. Toen “oppositieleider” Victoire Ingabire vorig jaar haar uitsluiting van de Rwandese verkiezingen wilde aanvechten, leverde een Gofundme actie vijftig donaties op (inmiddels 61).[69] Voor een internationaal bekende politicus met honderdduizenden potentiële aanhangers lijkt dat nogal mager.
Wat de mens niet kent bestaat niet. Dat geldt voor achtergehouden informatie, maar ook voor bevolkingsgroepen die je in de media nooit tegenkomt. De activisten van clubs zoals ik hierboven heb besproken vormen een groep van enkele tientallen personen die alleen beeldbepalend zijn omdat Rwandezen uit de rest van de diaspora niet worden uitgenodigd. Toch wonen er in Nederland zo’n 1800,[70] in België enkele tienduizenden en iets verder weg nog eens honderdduizenden. Je kunt je dan afvragen hoe representatief de aan Ingabire gelieerde websites zoals All For Rwanda, Jambo News, the Rwandan e.d. zijn.
Sceptisch
Hoe meer bronnen dezelfde desinformatie verspreiden, hoe effectiever de propaganda, maar daar zal een journalist van Follow the Money niet bij stilgestaan hebben toen hij in februari met een nieuwe bron op de proppen kwam: Claude Gatebuke, de “directeur” van het African Great Lakes Action Network.[71] Ondanks de indrukwekkende naam bestaat AGLAN uit drie personen uit Nashville, Tennessee: Gatebuke zelf, zijn zus Alice, en een bevriende medisch student uit Nashville zonder kennis van de Rwandese geschiedenis of politiek.[72]
Hoe Follow the Money bij Gatebuke is uitgekomen, in plaats van bij gespecialiseerde deskundigen, is een raadsel.[73] Gatebuke profileert zich, zoals de meeste Hutu-activisten, als mensenrechtenactivist en genocide-overlevende om fondsen te werven voor het lobbyen bij de pers en de politiek. Dat doet hij niet vanuit “een grensoverschrijdende passie voor gerechtigheid,” zoals hij op de website beweert, want zijn voornaamste bezigheid is het herschrijven van de geschiedenis. Dat doet hij onder meer met argumenten uit de propaganda-industrie van de jaren negentig.

(HRW | Wikimedia Commons)
Gatebuke’s enige noemenswaardige wapenfeit is een artikel in The New York Review of Books vier jaar geleden dat hij met de controversiële journalist Helen C. Epstein schreef.[74] Een van de mythes waarmee zij de lezers opschepen is een sensatieverhaal uit 1993 dat destijds al is ontzenuwd door Alison Des Forges van Human Rights Watch.[75] Des Forges herhaalde haar weerlegging in 1999 en 2008,[76] dus iedereen kan dat weten, ook Gatebuke en Epstein en de journalist van Follow The Money.[77] Die kennis zou tot voorzichtigheid moeten stemmen en aanzetten tot het checken van een paar feiten.[78]
Met een beetje kennis van zaken zouden journalisten wellicht wat sceptischer tegen bronnen als Gatebuke en hun beweringen aankijken. Maar om die kennis op te bouwen moeten zij af en toe iets anders lezen dan elkaars stukjes of Wikipedia pagina’s van bekende personen die door hun aanhangers worden opgesteld. Momenteel heeft de berichtgeving een hoog “ziejewel” gehalte. Zolang een bericht, artikel, boek of documentaire tegemoet komt aan je verwachtingen is het al gauw “waar,” maar als de informatie afwijkt of kritiek op je werk levert past het niet in je hoofd en zal “Kagame” er wel achter zitten. Op die manier ontsnap je nooit uit de rationalisatiefuik.
Beroepscode
De bovenstaande informatie heb ik met bewijsstukken (documentatie, wetenschappelijke literatuur en foto’s, screenshots) gemeld bij de media die zonder deskundig tegengeluid dubieuze bronnen zoals Gatebuke, Uwishema of RPPSN-leden gebruiken. Er werd niet inhoudelijk gereageerd, behalve door een ombudsman die zonder onderbouwing volhield dat All For Rwanda een Nederlandse belangenorganisatie is.[79] De achtergronden van de multi-taskende activisten, het steunen van terroristen en het belonen van genocide-ontkenning sloeg hij voor het gemak maar over, evenals een mogelijke oplossing voor het gebrek aan weerstand tegen propaganda bij journalisten.
Toch ligt de remedie voor de hand. Journalisten hebben een beroepscode afgesproken waarin staat dat je feiten moet controleren, de oorsprong van informatie kennen, wederhoor plegen (bij deskundigen in dit geval) en fouten corrigeren.[80] Het kost een beetje moeite, maar kan een hoop gevaarlijke desinformatie en de potentiële gevolgen daarvan voorkomen.
Jos van Oijen is voormalig ontwikkelingswerker en onafhankelijk genocide-onderzoeker, die over Rwanda in diverse media gepubliceerd heeft.
Noten
[1] Romeo Dallaire, Shake Hands with the Devil: The failure of humanity in Rwanda. Toronto: Random House Canada, 2003, p. 280; Linda Melvern, A People Betrayed: The Role of the West in Rwanda’s Genocide. London: Zed Books, 2009 (updated edition, eBook version), p. 190; US Committee for Refugees, Genocide in Rwanda: Documentation of two massacres during April 1994, November 1994.
[2] Jean-Philippe Ceppi, « Kigali livré a la fureur des tueurs Hutus ». Libération, 11 april 1994.
[3] Kenneth Roth, “Letter to His Excellency Colin Keating, President, the Security Council, United Nations.” New York: Human Rights Watch, 19 april 1994, in: Rwanda Urgent Action, The Washington Office on Africa, 23 april 1994.
[4] Ibid.
[5] United Nations Security Council, Report of The Secretary-General on the Situation in Rwanda, S/1994/640. United Nations, 31 mei 1994, p. 11.
[6] Mohamed Shahabuddeen et al, Decision on Prosecutor’s Interlocutory Appeal of Decision on Judicial Notice, ICTR-98-44-AR73(C). ICTR Registry Archives, International Criminal Tribunal for Rwanda, Den Haag, 16 juni 2006, p. 14.
[7] Dorine Ekwé, « Charles Onana: le génocide est l’un des plus grands mensonges sur l’Afrique ». Editions Sources du Nil blog, 15 september 2010 ; Charles Onana, Rwanda, la vérité sur lopération Turquoise : Quand les archives parlent. Parijs : l’Artilleur/Toucan, 2019 (eBook version), p. 145.
[8] Delphine Chauchis, Jugement, Copie de Travail. 17e chambre correctionelle, Parijs, 9 december 2024.
[9] Ibid, p 19.
[10] Bv. : Kristof Clerix en Lotte Lambrecht, “Rwandese intimidatie in België: de incidenten stapelen zich op.” Knack, 29 mei 2024; Bram Endedijk en Wilmer Heck, “Omstreden ambassadeur van Rwanda wordt minister.” NRC, 13 juni 2024.
[11] Op 9 december postte Verlinden op ‘X’: “To be clear, I stand with Charles Onana @duboiris who is no negationist at all, neither am I.” Een dag later: “Inderdaad. Ik betwist een vonnis van een Franse rechtbank. Et alors? Ik verdedig geen genocide-ontkenner want er is geen sprake van ontkenning van een genocide.”
[12] Phineas Rueckert en Karine Pfenninger, “In the West and online, Rwanda’s influence machine keeps churning.” Forbidden Stories, 28 mei 2024.
[13] Boubacar Boris Diop and Vincent Duclert, “’Rwanda Classified’: an incriminating investigation?” Jeune Afrique, 4 juni 2024. Deze open brief was ondertekend door 33 specialisten waaronder gevestigde namen als Jean-Pierre Chrétien, Hélène Dumas en Philippe Denis.
[14] Evelyn Groenink, “Denying a genocide by investigating a car accident.” ZAM magazine, 19 juni 2024. Groenink benadrukt dat het “witte” experts zijn, wat overigens maar ten dele klopt.
[15] Zoals de Franse propaganda-onderzoeker Ellul al opmerkte: “When the eyeglasses are out of focus, everything one sees through them is distorted.” Zie Jacques Ellul, Propaganda: The Formation of Men’s Attitudes. New York: Vintage Books, 1973, p. 61.
[16] Charlotte Wirth, “La Mémoire Refusée”, Médor, 1 december 2022.
[17] Verslag Namens de Onderzoekscommissie Uitgebracht door de Heren Mahoux en Verhofstadt.Belgische Senaat, zitting 1997-1998, Brussel, 6 december 1997.
[18] Wirth 2022.
[19] ARHO-TABARA, LIDEL, ARDEVI-TABARA en Misercordia. Commentaire sur le “Rapport de la Commission International d’Enquete sur les Violations des Droits de l’Homme au Rwanda Depuis le 1er Otobre 1990.” Kigali, 2 April 1993.
[20] Human Rights Watch/Africa, “Beyond the Rhetoric: Continuing Human Rights Abuses in Rwanda.” News from Africa Watch, vol 5, nr 7, juni 1993, p. 22.
[21] Human Rights Watch/Africa, “Rwanda: A New Catastrophe?” News from Africa Watch, vol 6, nr 12, december 1994, pp. 3-4.
[22] Fiona Terry, Condemned to Repeat? The Paradox of Humanitarian Action, Ithaca, NY: Cornell University Press, 2002, hoofdstuk 5; Roland Moerland, The Killing of Death: Denying the Genocide of the Tutsi. Cambridge: Interstentia, 2016, pp. 153-178.
[23] O.a. Judi Rever, In Praise of Blood: The crimes of the Rwandan Patriotic Front. Toronto: Random House Canada, 2018; en Michela Wrong, Do Not Disturb: The story of a political murder and an African regime gone bad. London: HarperCollins, 2021. NB: Deze boeken heb ik gefact-checkt m.b.v. forensische wetenschappers, gespecialiseerde ingenieurs, oorlogschirurgen, oorlogscorrespondenten, gerechtelijk onderzoekers, academici, archiefmateriaal en ruimtelijke analyses. De conclusie was dat ongeveer 2/3 van Rever’s boek en 2/5 van Wrong’s boek uit desinformatie bestaat, waaronder propaganda die in 1994 door de Rwandese haatradiostations is verspreid.
[24] Stefan Keukenkamp, “Nederlandse families genocideverdachten smeken uitlevering naar Rwanda te stoppen.” Trouw, 27 mei 2022.
[25] Marjolein van de Water, “Herdenking genocide verdeelt Rwandese Nederlanders: ‘Ik durf niet naar het Beatrixpark te gaan, ze zouden me aanvallen’.” De Volkskrant, 10 april 2024.
[26] Bram Endedijk en Wilmer Heck, “Rwanda trekt omstreden minister terug als kandidaat-ambassadeur voor Nederland.” NRC, 6 Januari 2025.
[27] https://allforrwanda.org/contact-us/. [gearchiveerde kopie]
[28] https://dorpa-asbl.com/; https://dorpa-asbl.com/node/3. [gearchiveerde kopie, gearchiveerde kopie]
[29] Dit heb ik gecheckt bij o.a. het Belgisch Staatsblad (https://bs-opzoeken.be/), de website Pappers.be, de Kruispuntbank van Ondernemingen, de Kamer van Koophandel, ANBI, Companies House (https://find-and-update.company-information.service.gov.uk/).
[30] https://allforrwanda.org/press-release-launch-of-the-all-for-rwanda-movement/. [gearchiveerde kopie]
[31] Belgisch Staatsblad, Annexes du Moniteur belge, documentnr 08014256. Brussel, 15 januari 2008.
[32] https://unictr.irmct.org/en/cases/ictr-05-82.
[33] https://fdu-rwanda.com/about-fdu-inkingi/?lang=en. [gearchiveerde kopie]
[34] Aloys Ntabakuze (rapporteur), Reunion du 29 mars au 03 avril 1995, Goma, 3 april, p. 8.
[35] Ibid, p. 1. NB: Voor de Genocide was Ndereyehe (voorzitter) met Ferdinand Nahimana (vice-voorzitter) hoofd van de radicale beweging Cercle des Républicains Progressistes (CRP).
[36] Belgisch Staatsblad, Annexes du Moniteur belge, documentnr 20023275. Brussel, 30 januari 2020.
[37] Dinesh Mahtani et al, Final report of the Group of Experts on the Democratic Republic of the Congo, S/2009/603. United Nations Security Council, New York, 23 november 2009, pp. 26, 129, 135, 136.
[38] Nelson Alusala, Final report of the Group of Experts on the Democratic Republic of the Congo, S/2014/42. United Nations Security Council, New York, 22 januari 2014, pp. 26, 27, 131.
[39] Belgisch Staatsblad, Annexes du Moniteur belge, documentnr 24011381. Brussel, 9 januari 2024.
[40] https://allforrwanda.org/lettre-appel-urgent-a-la-suspension-des-operations-militaires-contre-les-fdlr-et-a-la-protection-des-populations-civiles/. [gearchiveerde kopie] Van dezelfde auteur: https://www.jambonews.net/en/actualites/20241206-neutralize-or-dialogue-what-solution-for-the-fdlr/. [gearchiveerde kopie]
[41] Ibid. Voor de ontkenningscultuur van het FDLR zie Anna Hedlund, “’There Was No Genocide in Rwanda’: History, Politics, and Exile Identity among Rwandan Rebels in the Eastern Congo.” Conflict and Society: Advances in Research vol 1, 2015, pp. 23–40; of haar boek, Hutu Rebels: Exile Warriors in the Eastern Congo. Philadelphia: University of Pennsylvania Press, 2019.
[42] Roxanne Gendron (rapporteur), Report of founding meeting of Belgian Branch. Rwandan Political Prisoners Support Network, Brussel, 4 maart 2017.
[43] Ibid.
[44] https://www.rifdp-iwndp.org/activites/activites-de-lannee/journee-mondiale-de-la-femme/. [gearchiveerde kopie]
[45] Belgisch Staatsblad, Annexes du Moniteur belge, documentnr 17051152. Brussel, 27 maart 2017.
[46] https://www.jambonews.net/en/actualites/20201001-rwanda-denial-of-the-genocide-against-the-hutus/. [gearchiveerde kopie]
[47] Belgisch Staatsblad 2017.
[48] Belgisch Staatsblad, Annexes du Moniteur belge, documentnr 18166931. Brussel, 9 november 2018.
[49] Belgisch Staatsblad 2024.
[50] Ntabakuze 1995, p. 9.
[51] Linda Melvern, “Moral Equivalence: The Story of Genocide Denial in Rwanda.” Journal of International Peacekeeping, vol 22, 2018, 190-198. Voor nuancering, zie Elisabeth King, “Memory Controversies in Post-Genocide Rwanda: Implications for Peacebuilding.” Genocide Studies and Prevention, vol 5 (3) 2010, 293–309, pp. 303–304.
[52] Victoire Ingabire en Bernard Ntaganda, Road Map for a Promising Future of Rwanda. Kigali, juni 2021, p. 6.
[53] https://www.rifdp-iwndp.org/prix-victoire-ingabire-umuhoza-pour-la-democratie-et-la-paix-edition-2018/. [gearchiveerde kopie]
[54] Sandrine Blanchard, “Victoire Ingabire seeks reconciliation in Rwanda.” DW, 9 mei 2022.
[55] Tijdens interviews met Ingabire door Vrij Nederland in 2018, Zembla in 2022 en NRC in 2023 stelden de journalisten niet één kritische vraag, wat bij andere politici ondenkbaar zou zijn.
[56] Voor vormen van genocide-ontkenning zie o.a. Israel W. Charny, “A classification of denials of the Holocaust and other genocides.” Journal of Genocide Research, vol 5(1), 2003, pp. 11–34; Robert S. Wistrich (ed.), Holocaust Denial: The Politics of Perfidy. Berlijn: De Gruyter, 2017; Helen Hintjens en Jos van Oijen, “Elementary Forms of Collective Denial: The 1994 Rwanda Genocide.” Genocide Studies International, vol 13 (2), 2019, 146–167 (een korte samenvatting vind je hier: https://www.iss.nl/en/news/elementary-forms-collective-denial-1994-rwanda-genocide-0.
[57] Zie Philpot’s sympathiebetuigingen op de Facebook post “RIP Papa” van Bagosora’s zoon Achille, 25 september 2021. (NB: ook Peter Verlinden en Gloria Uwishema delen hun condoleances onder dat bericht).

[58] Alain de Brouwer, « Préface », in: Jean Kambanda, Rwanda Face à l’Apocalypse de 1994. Brussel: E.M.E. & InterCommunications (eBook), 2012, p. 8.
[59] Robin Philpot, Rwanda and the New Scramble for Africa: From Tragedy to Useful Imperial Fiction. Montréal: Baraka books, 2013, pp. 202–203.
[60] Facebook post van 28 februari 2021. (inmiddels verwijderd of afgeschermd)

[61] Gendron 2017.
[62] Anneke Verbraeken, Rijke Mensen Sterven Niet: Confronterende ontmoetingen in Congo en Rwanda. Amsterdam: Atlas Contact, 2017, p. 66.
[63] https://www.youtube.com/watch?v=u8bPSS7pNyg.
[64] NPO Radio 1: Vroeg! – De Rwandese genocide. Hoe kon een burgeroorlog zo uit de hand lopen?
[65] https://www.youtube.com/watch?v=BcQ-tDfQG48.
[66] https://rvdj.nl/2015/20/ en https://rvdj.nl/2016/8/.
[67] https://www.hutugenocide.org/declaration/. [gearchiveerde kopie}
[69] https://www.gofundme.com/f/victoire-ingabire-needs-your-support. [gearchiveerde kopie]
[70] AlleCijfers.nl: Migratie uit Rwanda en Rwandeese inwoners in Nederland
[71] Olivier van Beemen, “Waarom Europa de Oorlogszuchtige Dictator van Rwanda Blijft Steunen.” Follow The Money, 27 februari 2025.
[72] https://www.aglan.org/about3. [gearchiveerde kopie]
[73] Van Beemen reageerde per email met de mededeling dat Gatebuke ter zake kundig op hem overkwam (waarom stond er niet bij), maar deze vraag blijft vooralsnog onbeantwoord.
[74] Helen Epstein en Claude Gatebuke, “The Roots of Rwanda’s Genocide.” The New York Review of Books, 10 juni 2021.
[75] Human Rights Watch/Africa 1993, p. 23. Een vermeende genocide op 40.200 Hutu’s in februari 1993 werd al in “spurious detail” gemeld voordat het gebied toegankelijk was voor onderzoek. Volgens Alison Des Forges was er bewijs voor ruim honderd slachtoffers.
[76] Alison Des Forges, Leave None to Tell the Story: Genocide in Rwanda. New York: Human Rights Watch, 1999, p. 60; Law and Reality: Progress in Judicial Reform in Rwanda. New York: Human Rights Watch, 2008, p. 93.
[77] Met (vooral) omissies en gemanipuleerde feiten proberen Gatebuke en Epstein de indruk te wekken dat het RPF verantwoordelijk was voor “setting off a chain of violence that eventually culminated in the 1994 genocide of the Tutsis,” met misdaden die zelfs president Habyarimana verborgen zou hebben gehouden.
[78] Van Beemen schrijft bijvoorbeeld zonder bewijs te vragen de bewering van Gatebuke over dat “Brussel” – de EU – het Rwandese leger zou steunen.
[79] Arjen Fortuin, “De zwijggrage Rwandese ambassade vroeg nu waarom ze niet was gebeld.” NRC, 21 februari 2025. NB: Fortuin had het bewijs in zijn bezit dat All For Rwanda het adres en de bankrekening van DORPA in Brussel gebruikt en – afgezien van Uwishema – door Belgische activisten vertegenwoordigd wordt.
[80] https://www.ifj.org/who/rules-and-policy/global-charter-of-ethics-for-journalists.
Onlangs heb ik ‘Een probleem uit de hel – Amerika, het Westen en het tijdperk van genocide’ van Samantha Powers gelezen, waarin ook een heel stuk te vinden is over de genocide in Rwanda. We komen daarin ook allerlei argumenten tegen die gebruikt werden om aan te tonen dat er geen sprake was van genocide en dat er dus niets gedaan hoefde te worden:
Beide partijen maken zich schuldig aan moordpartijen
Het gaat om opstandelingen
Het is een eeuwenoud conflict
Het is eerder een etnische zuivering dan een genocide
Het gebeurt niet op industriële schaal
Tja en als je dan leest dat kinderen voor de ogen van hun ouders in stukken worden gehakt, dan komen er toch wel wat vraagtekens op.
Een ander leuk argument vond ik: “Radiozenders vermoorden geen mensen.” Dat ging dus om het idee om er voor te zorgen dat een radiozender die opriep tot de moord op Tutsi’s het uitzenden te beletten.
Een erg goed verhaal. Ook in de wereld van de antivaxxers zie je vergelijkbare fenomenen: allerlei min of meer vage organisaties waarbij vaak dezelfde namen opduiken en waarbij je al aan de naam kunt zien dat het niet klopt. Ik doel bijvoorbeeld op het “International Journal of Vaccine Theory, Practice, and Research” (IJVTPR) https://ijvtpr.com/index.php/IJVTPR/about/editorialTeam
Alleen al de tekst “Brian S. Hooker, PhD, PE, is Children’s Health Defense Chief Scientific Officer” is een rode vlag voor mensen die goed in de materie zitten.
John W. Oller, Jr., de hoofdredateur, is een taalkundige. John W. Oller, Jr. staat op grond van zijn geloof op de onwrikbare standpunten dat de Aarde <10.000 jaar oud is en dat apen en de moderne mens geen gemeenschappelijke voorouder hebben. Op https://answersingenesis.org/tower-of-babel/more-than-pie/ staat een veelzeggend artikel van John W. Oller, Jr.
Bij het onderdeel "Author Guidelines" van het IJVTPR wordt verwezen naar een schrijfsel van Richard Fleming. Ook dan weet ik voldoende https://forbetterscience.com/2021/09/27/cheshire-vs-dr-who/
Niet alle Nederlandse wetenschappers zien dit (meteen). LOWI zag het duidelijk niet ("er zijn geen evidente argumenten of criteria die kunnen vaststellen of dit specifieke tijdschrift een predatory journal is.").
LOWI doelt hier op norm 52 van de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit ("52. Richt geen wetenschappelijk tijdschrift op dat op publicaties niet de vereiste kwaliteitscontroles toepast en verleen geen medewerking aan zo’n tijdschrift.")
Verder hoef ik maar wat te lezen in de artikelen in het IJVTPR, om vlot door te krijgen dat er bij het IJVTPR totaal niet sprake is van die "vereiste kwaliteitscontroles", aka een fatsoenlijke peer-review door mensen die weten waar ze het over hebben.