Blijkens berichtgeving in de Volkskrant van 3 februari 2018 gaat het TraumaCentrum ’45 meedoen aan een internationaal onderzoek naar de waarde van mdma-medicatie als toevoeging aan psychotherapie bij lijders aan een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Mdma is een partydrug en is verboden. In het onderzoek krijgt de patiënt maximaal een derde van de dosering die wel leidt tot psychedelische ervaringen en hallucinaties. Met deze lage dosering zou de patiënt rustig blijven als de traumatische gebeurtenissen tijdens de therapie ter sprake worden gebracht.
Enkele kleine buitenlandse onderzoeken lieten genezingspercentages tot 80% zien zonder terugval. De resultaten van de thans meest toegepaste therapieën (EMDR en gedragstherapie) behalen zo’n 60% genezing. De Nederlandse onderzoeker is Eric Vermetten, werkzaam bij Arq, tevens bijzonder hoogleraar psychotraumatologie bij de universiteit van Leiden/LUMC en hoofd van het onderzoekscentrum van de militaire geestelijke gezondheidszorg van defensie.
PTSS heeft een zeer heterogeen klinisch beeld, waarin angstige herbelevingen, slaapstoornissen, woede-uitbarstingen, schrikachtigheid en vermijdingsgedrag de belangrijkste symptomen zijn (Lok, Frijling & van Zuiden. Posttraumatische stressstoornis. Actuele inzichten in diagnostiek, behandeling en preventie. Ned Tijdschr v Geneeskunde. 2018(3)32-37). TraumaCentrum ’45 bevindt zich in Oegstgeest en is voortgekomen uit de aandacht die de in 1964 aangetreden hoogleraar psychiatrie Bastiaans vrijwel zijn gehele carrière voor de lijders aan psychotrauma’s heeft gehad. Dat begon met zijn keuringen en behandelingen van lijders aan het ‘KZ-syndroom’: psychiatrische problemen na het meemaken van gruwelijke gebeurtenissen in de Duitse concentratiekampen.
Bastiaans was ontevreden met de destijds gebruikelijke behandeling: psychotherapie, soms aangevuld met intraveneuze toediening van penthotal (waarheidsserum). Niet gehinderd door medisch-ethische commissies begon Bastiaans, die landelijk zeer populair was en dat niet alleen bij oorlogsslachtoffers, in 1961 te experimenteren met LSD. Hij was zeer overtuigd van zijn eigen kwaliteiten en was van mening dat deze groep patiënten alleen maar goed behandeld konden worden door psychiaters, die zowel psychoanalyticus waren als deskundige in de psychosomatiek.
Bastiaans had een leer-analyse ondergaan bij mevrouw Lampl en was ook leerling geweest bij professor Groen, hoogleraar psychosomatiek. Zodoende was hij eigenlijk de enige in ons land, die wist hoe het moest. Niet gehinderd door toenemende conflicten in de universitaire omgeving alsook met medewerkers en studenten bouwde de charismatische Bastiaans voort aan zijn populariteit buiten die sector en werd in de journalistiek, bij oorlogsslachtoffers, in het voormalig verzet en ook door prins Bernhard als dé deskundige gezien. De cineast Van Gasteren maakte een documentaire over een LSD-sessie, die op het publiek diepe indruk maakte.
In een boek uit 1975 van de journalist Wim Wennekes werd nauwgezet de LSD-behandeling door Bastiaans van het toenmalige socialistische Eerste Kamerlid Eibert Meester beschreven. Ruim een jaar na verschijning van het boek kwam echter aan het licht dat de heldhaftige verzetsdaden en gruwelijke ervaringen in Duitse gevangenschap die Meester in therapie opnieuw zou hebben doorleefd, volledig waren verzonnen. Het tastte Bastiaans’ status nauwelijks aan.
Toen hij de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt, weigerde Bastiaans te vertrekken. Op last van een Tweede Kamermotie moest hem zelfs ruimte worden geboden annex de psychiatrische kliniek. Zo praktiseerde Bastiaans door en ging hij ook drugsverslaafden behandelen o.a. met het Afrikaanse psychedelische middel ibogaïne als afkickmiddel. In 1994 kwam tijdens een dergelijke sessie een vrouw om het leven. Bastiaans moest zich verantwoorden voor het medisch tuchtcollege en werd gedwongen zijn praktijk neer te leggen. Hij was toen al 77 jaar oud en had zich eerder door niemand laten weerhouden zijn chaotische en riskante praktijkvoering voort te zetten. Een inspecteur van de gezondheidszorg noemde Bastiaans’ weigering op te stappen een geval van het Sauerbruch-syndroom. Sauerbruch (1875-1951) was een eminent Berlijns chirurg, die bleef door opereren ondanks vergevorderde dementie.
Wij wensen de onderzoekers van TraumaCentrum ’45 veel succes, maar betwijfelen of er na de pentothal, de LSD en de ibogaïne nu wel een toegevoegde waarde van mdma verwacht mag worden. Zelfs als er in de te onderzoeken groep geen fantasten als wijlen Eibert Meester zitten en de patiënten hun secundaire ziektewinst in de waagschaal willen leggen door goed mee te werken met de therapie, blijven er vragen. Zoals: wat zou in geval van een positieve uitkomst toegeschreven mogen worden aan het middel zelf en wat aan de context van een nieuw veelbelovend middel met de geur van verboden vruchten in een onderzoeksverband? En is de blindering betrouwbaar of merkt de patiënt toch in welke groep hij zit? Ik weet het allemaal niet, maar ik realiseer mij eens te meer dat bewijsvoering in de psychiatrie nu eenmaal hels moeilijk is.
Jan Willem Nienhuys says
Hier is iets misgegaan: de auteur is natuurlijk Cees Renckens.
Wilma S. says
Dat is vrijwel altijd zo. Cees schrijft en Pepijn plaatst voor Cees en vergeet vervolgens de naam te veranderen. Zelfs de spreekwoordelijke ezel…….. 😀
Pepijn van Erp says
Als je een fout maakt, moet je het gewoon nog een keer doen, omdat je daarmee het spreekwoordelijke bewijs levert geen ezel te zijn … 😉
Jan Willem Nienhuys says
Een van de aanwijzingen dat iets kwakzalverij is, bestaat erin dat de beoefenaars 80% succes claimen.
Hans1263 says
Tachtig procent succes is voor veel medische interventies onaanvaardbaar laag. Voor andere zou het een aanzienlijke en zeer verheugende vooruitgang betekenen – áls ze werkelijk effectief zijn . Ik denk dat uw uitspraak enige verduidelijking behoeft. Het kan zijn dat u simpelweg bedoelt dat de uitspraken van kwakzalvers per definitie te mooi zijn om waar te zijn (anders waren het geen kwakzalvers) en dat die uitspraken dan dus ook niet waar zijn.
Jan Willem Nienhuys says
Het succes van EMDR is nogal verbazend als de kijkt naar de idiote theorie waarop het was gebaseerd. Een aannemelijke theorie is dat het ophalen van herinneringen een gecompliceerd proces is. Door het ‘uitlezen’ van de herinnering verzwakt deze. Normaal merkt je daar niets van omdat vervolgens de inhoud van de herinnering vanuit het actieve bewijstzijn opnieuw in het geheugen wordt gezet. (Dit proces verklaart deels hoe het mogelijk is dat herinneringen kunnen veranderen.)
Als dat proces van terugzetten wordt verstoord, wordt de herinnering niet goed teruggezet, en verzwakt. Dat verstoren kan op allerlei manieren gebeuren, bijvoorbeeld door de aandacht even af te leiden met een simpel taakje: de ogen fixeren op een bewegend of stilstaand punt of de aandacht richten op een geluid of gevoel.
Als dat klopt, is er natuurlijk een hele ris mogelijkheden in plaats van ‘heen en weer kijken’, bijvoorbeeld eenvoudige rekensommetjes maken die net zo goed werken. Of de tafel van nul opzeggen. En waarom niet een weesgegroetje opzeggen? Het is zelfs denkbaar dat de een of andere drug maakt dat de aandacht makkelijker wordt afgeleid.