In het afgelopen jaar hebben we bijna iedere uitgave van het spirituele blad Happinez besproken. In de eerste editie van 2011 beloofde het blad een pad vol onderzoek, wijsheid en inzicht, dat zich aan de hand van acht nummers zou ontvouwen. Is dat er ook van gekomen? Hieronder een samenvatting van de eerste zeven nummers en een bespreking van nummer 8. Boven de recensie van het eerste nummer schreven we:
‘Happinez is een blad dat veel gelezen wordt in het alternatieve circuit. Het wordt soms zelfs als bron aangehaald, terwijl er vaak claims in worden gedaan die allang onderzocht en achterhaald zijn.’
Alle 8 nummers van Happinez in 2011 bevestigen dit beeld. Lees mee.
De eerste zes nummers
Inmiddels heb ik geleerd hoe het blad in elkaar zit. Het eerste artikel is altijd een interview met een spiritueel leraar, die het beste met de wereld lijkt voor te hebben, maar waar bij nader inzien door bijvoorbeeld wat googelen toch duidelijk kanttekeningen bij lijken te kunnen worden geplaatst. Zo kwamen we in het eerste nummer een interview met Kiesha Crowther tegen die beweert boodschapster, sjamaan en afstammeling van de Sioux-indianen te zijn. Ze geeft wereldwijd lezingen onder het motto ‘samen kunnen we de wereld creëren waarvan we dromen’ (en andere, vergelijkbare motto’s). Haar verhaal is dat ze op een dag zou zijn opgebeld door de stamoudsten met de vraag of zij deze nobele taak op zich wilde nemen. Na lang bidden en mediteren zou ze ‘ja’ hebben gezegd. Maar wat bleek? De Sioux wisten van niets en distantieerden zich van haar. Om hier achter te komen moet je wel even googelen want dat was natuurlijk niet in de Happinez te lezen.
In het tweede nummer lezen we hoe Happinez-filosofe Lisette Thooft zich laat inspireren door de zeer omstreden Osho (beter bekend als Bhagwan). Maar er zijn andere dingen in deze uitgave die nog gekker zijn. We zien hoe in het kader van ‘onderzoek’ een van de redactrices haar huis laat ontspoken door ‘houseclearer’ Juno Burger. En ja hoor, het werkt echt want op een bepaald punt begon de wichelroede als een dolle rondjes te draaien en moest Juno heel erg boeren en geeuwen wat een teken is van het ontladen van negatieve energie. Ook komen we Roy Martina tegen die de nodige sterke claims zonder onderbouwing op tafel legt. De aartsengel Michaël heeft hem ingefluisterd dat hij een nieuwe vorm van geneeskunde op aarde moet gaan introduceren. Is Roy nog wel in contact met de werkelijkheid?
In het derde nummer worden we ingewijd in de geheimen van de tarot. Dit is natuurlijk niet meer dan een middeleeuws orakelspel dat eind 19e eeuw (toen geheimzinnig doen in de mode kwam) erg populair werd. Tarotkundige Elly Spronk vertelt dat ze nog ‘nooit’ heeft meegemaakt ‘dat de kaarten niet ‘kloppen’. Dit schrijft ze toe aan de Synchroniciteitsleer (‘toeval is niet toevallig’) van Jung. Dat de synchronisiteitsleer niet bleek te ‘kloppen’ krijgen we natuurlijk niet te horen.
In het vierde nummer opnieuw aandacht voor de eind 19e, begin 20e eeuwse psychiater Jung. Lisette Thooft put inspiratie uit Jungs ideeënleer in het artikel ‘omgaan met tegenwind’. Zijn theorieën klinken mooi, maar bleken onjuist, vandaar dat ze niet meer gebruikt worden in de hedendaagse psychologie. Lisette rept hier met geen woord over. Verder onzinnige adviezen over ademhalen van de bekende yogaleraar Johan Noorloos.
In nummer vijf komen we de Italiaanse commune-bewoners van Damanhur tegen die zeggen een apparaat te hebben ontwikkeld om met bomen te communiceren. De schrijfster van het artikel stelt zowaar een kritische vraag (Pardon? Plantenmuziek?) maar is al snel overtuigd als ze zelf muziek hoort klinken uit het apparaat dat met een snoertje en een knijpertje aan een boomtak vast zit. Gevaarlijk (voor de kwaliteit van je netvlies) zijn de adviezen om in de zon te gaan staren (sungazing) van de rondreizende Indiër Hiri Ratan Manek. Het zou de gezondheid bevorderen en voor minder behoefte aan slaap en eten zorgen. De Indiër beweert zelf al jarenlang vrijwel zonder voedsel te leven dankzij zijn methode.
In nummer zes werd pendelen aanbevolen als manier om antwoord te vinden op verborgen levensvragen en alweer werd er gezinspeeld op het achterhaalde idee van het onbewuste dat alles weet. En weer was het volgens mij Jung die veel heeft bijgedragen aan de verspreiding van dit idee
Happinez nummer 8
Nummer zeven is er bij ingeschoten (wel gescand en niet anders bevonden dan de eerste zes nummers – je houdt een artikel van mij tegoed). Van nummer acht bespreek ik hier het meest opmerkelijke artikel. Dit wordt op de voorpagina aangekondigd als ‘Leven volgens het ritme van de maan’, met maankalender, zodat lezers er zelf mee aan de slag kunnen. Veel achterhaalde mythes passeren de revue. De maan zou behalve de getijden van de oceaan ook de sapstroom in planten beïnvloeden. Dat laatste klopt niet, het berust op een oud volksgeloof dat tegenwoordig ondermeer terug te vinden is in de ideeënleer van de biologisch dynamische landbouw (niet te verwarren met biologische landbouw). Hierover is op de website van Skepsis een interessant artikel te lezen. Ook zou, volgens Happinez, het aantal geboorten met volle maan aanzienlijk hoger zijn dan gemiddeld, en de maan zou nog op tal van andere zaken invloed hebben. Darwin wordt er zelfs bijgehaald. In zijn boek ‘De afstamming van de mens’ schijnt hij (volgens Happinez) te hebben geschreven: ‘De mens is evenals de zoogdieren , de vogels en zelfs de insecten onderworpen aan die mysterieuze wetmatigheid, volgens welke bepaalde processen, zoals zwangerschap, plantengroei, rijping, de duur van verschillende ziekten, afhankelijk zijn van de perioden van de maan.’
De wijsheden uit het Happinez-artikel zijn deels gebaseerd op het boek ‘In harmonie met de maan’ van Johanna Paunggeer en Thomas Poppe. Het is te koop bij internetboekhandels zoals bol.com en wordt daar als volgt beschreven:
‘De stand van de maan is van invloed op het leven op aarde. Maar hoe gaat dat in zijn werk en hoe kunnen we deze natuurwet toepassen? Johanna Paunggeer, telg uit een oud Tiroler boerengeslacht, inventariseerde eeuwenoude, van generatie op generatie overgeleverde kennis over de effecten van de maanstand op het leven van alledag. In dit baanbrekende boek, dat zij samen met auteur Thomas Poppe schreef, geeft zij adviezen en tips op alle belangrijke terreinen van het dagelijkse leven: van geneeskunde en gezondheid via voeding en huishouding tot tuin- en akkerbouw. Een maankalender achter in het boek geeft in een oogopslag de schijngestalten van de maan en de maanstand in de dierenriem tot het jaar 2002.’
Een aantal enthousiaste lezersreacties geven een indruk van wat je er zoal mee kan:
‘Mensen met belangstelling in Astrologie kunnen er veel in opzoeken! Ook heel veel tips in het dagelijkse leven! Een voorbeeld, mijn dochter knipt de top van een plant die het niet goed doet, hij herstelt, ik doe het, en hij gaat dood! Ja, ik deed het op het verkeerde tijdstip!! Nu gebeurt me dat niet meer! Ik heb nu het boek, en zoek de fase van de Maan, het heersende sterrenbeeld van de dag, en krijg een prachtige plant!!!’
‘Vijf jaar geleden heb ik dit boek aangeschaft en ik handel vaak naar de maanstand, er zit nl. ook een maankalender bij. Voorbeelden: op welke dagen moet je je haar knippen en/of je nagels, beddegoed luchten, zonder dat het stinkt naar muffe lucht, operaties aan kaak en gebit, hernia om maar eens voorbeelden te noemen, water geven aan je planten als je met vakantie gaat, zaaien, oogsten etc. etc. Fantastisch boek. De moeite waard om te lezen.’
Waarschijnlijk is er in het ‘baanbrekende’ boek niets te lezen over het onderzoek van Ivan Kelly, James Rotton en Roger Culver (1996) dat vermeld staat in het woordenboek van de scepticus (Skepdic). Of kijk in de Nederlandse versie. De genoemde onderzoekers bekeken meer dan 100 studies over maaninvloeden. Hun conclusie:
‘Er is geen betrouwbaar en significant verband te vinden tussen maanfasen en elk van de volgende zaken:
– het zelfmoordcijfer
– verkeersongevallen
– crisisoproepen naar politie of brandweer
– huiselijk geweld
– geboortecijfer
– zelfmoord
– grote rampen
– winst in casino
– moorden
– kidnappingen
– agressie door professionele hockeyspelers
– geweld in gevangenissen
– opnames in psychiatrische instellingen [een studie vond zelfs dat het minst aantal mensen tijdens een volle maan werden opgenomen]
– opgewonden gedrag door het verplegen van bewoners van tehuizen
– aanrandingen
– verwondingen door geweerschoten
– het aantal toegebrachte messteken
– opnames in de spoed [maar zie ook hier]
– uitbarstingen van psychologisch gekwelde plattelandsmensen
– weerwolfsziekte
– vampirisme
– alcoholisme
– slaapwandelen
– epilepsie
Waarom blijven mensen toch in maanmythes geloven terwijl er zoveel onderzoek is dat uitwijst dat er geen significant verband is? Kelly, Rotton en Culver vermoeden dat vier factoren hiervoor verantwoordelijk zijn: media, folklore en traditie, misvattingen, en cognitieve vooroordelen. Een vijfde factor komt evenwel ook in aanmerking: gemeenschapsversterking. In het Happinez-artikel zijn al deze factoren volgens mij inderdaad duidelijk aanwezig.
Onze conclusie: een jaar lang Happinez heeft veel onzin opgeleverd. Spiritualiteit wordt er belangrijker gevonden dan de feiten.