Ceci n’est pas un complot, comment les médias racontent le Covid is de titel van het recentste werkstuk van de Waalse documentairemaker Bernard Crutzen. Hierin behandelt hij de volgens hem kwalijke manier waarop de Waalse media berichten over de coronacrisis. “Wat ze zeggen, hoe ze het zeggen, en waarover ze zwijgen”, klinkt het in de intro. Het deed vooral in Franstalig België veel stof opwaaien en via sociale media werd het massaal gedeeld.
Een documentaire die in de titel benadrukt dat het niet om een complot zou gaan, wekte bij ons enige argwaan. We willen niet te lang stil blijven staan bij alle feitelijke onjuistheden in de documentaire (dat is al door een aantal mensen op voortreffelijke wijze gedaan), maar we gaan in dit artikel vooral in op de methode die Bernard Crutzen hanteert.
De kern van het betoog van Crutzen is dat de (toonaangevende) media in Wallonië leugenachtig zijn en bewust voortdurend fouten maken. Media als Le soir en de RTBF stellen de zaken veel dramatischer voor dan ze in werkelijkheid zijn en staan daarmee in dienst van een manipulatieve overheid, die overbodige en schadelijke maatregelen aan de bevolking oplegt. Ze zijn ook handlangers van de machtige farmaceutische industrie, die grotendeels in handen zou zijn van Bill Gates. In plaats van de macht te controleren (wat hun taak is in een democratie), zijn de media medeplichtigen van de macht geworden. U snapt het al: de media doen hun eigenlijke werk dus niet goed. Met het grootste gemak scheert Crutzen alle media over dezelfde kam. Vrijwel alle journalisten zijn volgens hem blijkbaar in hetzelfde bedje ziek. Ze zouden bijdragen tot het creëren van een irrationele angstpsychose en ervoor zorgen dat er geen kritiek meer mogelijk is.
Degelijk ogende onzin
De documentaire is geniepig en bedrieglijk, vooral omdat hij stilistisch en filmtechnisch heel erg goed in elkaar zit. De beelden en de montage zijn kwalitatief van een hoogstaand niveau. We krijgen deze keer geen knullig in elkaar geflanste, amateuristische prent voorgeschoteld. Hier eens niet die typische eindeloze herhalingen of een hypnotiserende soundtrack, geen onheilspellend inzoomen op details, waarbij de manipulatie al te opzichtig is en die zo kenmerkend is voor de meeste documentaires in het genre. Maar dat maakt de zaak in dit geval vooral erg verraderlijk. De documentaire is doortrapt en arglistig net omdát hij degelijk en professioneel oogt.
We zitten in het verhaal heel erg dicht op de huid van de experten en volgen de ontwikkelingen vanuit het standpunt van de regisseur. Het lijkt erop dat hier een onderzoeksjournalist aan het woord is, een individu dat voor zichzelf denkt en niet zomaar slikt wat de manipulatieve media hem voorschotelen. Maar onder dat voorwendsel bezondigt Crutzen zich zelf aan alles wat hij die media verwijt. Het lijkt een afgewogen en genuanceerd verhaal te zijn doordat hij opvallend veel mensen aan het woord laat, maar hij laat ze alleen aan het woord als ze dingen zeggen die in zijn kraam passen. Iets waar Jacinthe Mazzocchetti en Marius Gilbert, die beide in de documentaire aan het woord komen, terecht bezwaar tegen hebben gemaakt. Het gaat in tegen de journalistieke code om mensen louter als spreekpop te gebruiken. Bernard Crutzen doet dus duidelijk aan cherry picking.
Onzinnige kritiek
De surrealiteit ligt ironisch gezien echter niet zozeer op het vlak van de berichtgeving omtrent de huidige coronatoestanden (zoals de documentaire ons wil doen geloven). Het is juist de duizelingwekkende stortvloed aan onwaarheden, aan de talloze denkfouten, aan feiten die uit hun context worden gelicht, aan het volledig foutief interpreteren van cijfers, aan het opvoeren van een aantal valse experten, aan het maken van vuige verdachtmakingen en ten slotte aan het opperen van gratuite beweringen. In die zin is het bekijken en analyseren van de documentaire een goede oefening om het kritische denken op los te laten.
De achterdochtige benadering van elk aspect van de coronakwestie in de documentaire is de val van de confirmation bias waar heel het verhaal in gevangen zit. Alles wordt uitsluitend geïnterpreteerd vanuit een complotoptiek en geen enkele tegenstem of alternatieve visie wordt ook maar enigszins overwogen. Dit heeft absoluut niets meer met een gezonde kritische ingesteldheid of aanpak te maken. Dit is duidelijk het tegenovergestelde van daadwerkelijk kritisch denken. In tegenstelling tot wat sommigen menen stelt Crutzen ook helemaal geen goede vragen. Eigenlijk stelt hij helemaal geen vragen, maar lanceert allerlei verdachtmakingen die op niets zijn gebaseerd. Toevallige of zeer oppervlakkige verbanden worden uitvergroot tot allesverklarende feiten. Typerend is zijn framing van de presentatie van Marc Van Ranst van 22 januari 2019 bij Chatham House over de crisisaanpak ten tijde van de Mexicaanse griep. Hoewel Van Ranst zelf netjes zijn mogelijke belangenconflict aangeeft, is het feit dat hij dat maar twee seconden doet voor Crutzen reden om het belangenconflict als een gegeven te presenteren. Damned if you do and damned if you don’t.
Ziekenhuisbedden
Het belang van het voorkomen van een enorme overbelasting van de openbare ziekenhuizen wordt het voornaamste punt in de berichtgeving van de overheid en de media. Het afplatten van de curve is de boodschap van overheid, waarvan de media de spreekbuis zijn.
Wat Crutzen hierbij opvalt is de uniformiteit in de berichtgeving (een element dat overigens vaak terugkomt bij complotdenkers). Het feit dat alle media grosso modo hetzelfde beweren wijst er in deze gedachtegang niet op dat het hier wel eens om de waarheid zou kunnen gaan, maar legt daarentegen een bewuste, gecoördineerde manipulatie bloot. “Elke communicator weet dat het herhalen van de boodschap de kern is van propaganda”, is de duiding van Crutzen. Dat klopt, maar het is eveneens een kenmerk van goede en efficiënte communicatie. Vooral als het gaat om een tot dan toe ongekende situatie waarbij nieuwe maatregelen en richtlijnen voor ons gedrag die in ons aller belang zijn, best zo breed mogelijk verspreid moeten worden over de samenleving.
Die gedragsverandering vereist natuurlijk een aanpassingsperiode. Dat heeft tijd nodig en waarschijnlijk zal het voor veel mensen in het begin lastig zijn om daar voortdurend rekening mee te houden. Hoe duidelijker en monotoner de communicatie echter is, hoe effectiever die zal zijn en hoe meer mensen die uiteindelijk zal bereiken. Een onderdeel van duidelijkheid is nu eenmaal de voortdurende herhaling. Frappez, frappez toujours.
Televisie is de duivel, de baarlijke duivel
Schitterend in beeld gebracht is de aloude beschuldiging dat de televisie een malafide rol speelt. We zien een close-up van Crutzens oog met zijn voice-over: het oog als symbool voor de directe poort tot onze ziel, als zogezegde onmiddellijke toegang tot ons onderbewustzijn. Hij spreekt van een echte collectieve hypnose omdat de mediaberichten naar de keel grijpen. Crutzen suggereert dus dat we niet meer niet staat zijn om zelf te kunnen nadenken en in slaap worden gewiegd door hypnotiserende beelden. Hoe komt het dan dat hij daaraan ontsnapt? Waarom staat hij daar boven? Daarvoor krijgen we geen verklaring. Er schuilt nogal wat ironie in dat net díe boodschap eveneens via TV-beelden tot ons wordt gebracht.
Subliminale boodschappen, een opgewarmd lijk
Crutzen beweert de subliminale boodschappen te hebben bestudeerd. “Dat zijn de beelden die onmiddellijk onze hersenen binnentreden zonder dat we ons ervan bewust zijn,” zegt hij. De theorie daarachter is echter al heel lang weerlegd. Subliminale boodschappen bestaan simpelweg niet. Ofwel worden de beelden opgemerkt en verwerkt, en dan is dat bewust, ofwel helemaal niet. De griezelige gedachte dat we beïnvloed worden door beelden, zonder dat we ons daarvan bewust zijn, blijft veel mensen aanspreken en klinkt overtuigend. Toch is de idee dat we op een onbewust niveau beelden zouden registreren zonder het te beseffen een vorm van pseudo-wetenschap gebleken. Ons onderbewuste, voor zover dat volgens deze invulling zou bestaan, wordt niet op die manier aangesproken. Maar er is meer aan de hand. Crutzen lijkt zelfs niet in staat de term correct te hanteren. Beelden die op de achtergrond te zien zijn, zijn geen subliminale beelden.
Toneelspel?
De stem van de voice-over gaat verder. De beelden op de achtergrond bij het nieuwsitem van de RTBF zouden zijn gekocht op Shutterstock, de patiënten zouden ingehuurde acteurs zijn. Bewijzen voor deze uitspraak levert hij natuurlijk niet. De beelden zijn met een search makkelijk te vinden, maar uit niets blijkt dat het geënsceneerd is. We krijgen jongere mensen te zien die wat gemaquilleerd zijn, zegt Crutzen. Dit is volgens hem in volledige tegenspraak met de meerderheid die aan de ziekte lijdt, die oud tot zeer oud is. “De subliminale boodschap is helder. Zelfs jonge mensen met een goede gezondheid, ook u, kunnen slachtoffer worden van COVID.” Onze bedenking hierbij is: en wat is er precies verkeerd aan deze stelling? Jonge gezonde mensen zonder medische voorgeschiedenis kunnen wel degelijk gegrepen worden door de ziekte. Ziek worden is bovendien geen synoniem voor sterven. Maar hier getuigt Crutzen (zoals veel complotdenkers of activisten tegen de coronamaatregelen) van een simplistische en ongenuanceerde kijk op de realiteit: ofwel ben je dood, ofwel leef je. Alsof zich daartussen geen heel spectrum van aandoeningen en blijvende letsels bevindt? Is Crutzen dan echt onbekend met de vele mensen die ook maanden later nog altijd last hebben van smaak- en reukverlies, nog steeds last hebben van kortademigheid door permanente longschade, lijden aan hartproblemen of slachtoffer zijn van ernstige neurologische schade?
Hallucinant
De ontwikkeling van het aantal sterfgevallen wordt verder besproken. En dan krijgen we enkele bijzonder gênante momenten. Geringschattend stelt hij de onderlinge vergelijking van de aantallen tussen verschillende landen voor als een ‘score’, als zou om het een wedstrijdje gaan. België was op een bepaald moment op wereldvlak inderdaad koploper. Enkele seconden later wordt het pas echt surreëel. Crutzen monteert er vlug enkele beelden tussen van het Eurovisiesongfestival waar een vrolijk lachende dame 12 punten toekent aan België. De dodentol hiermee associëren is op zijn zachtst gesteld morbide. Waar is de sereniteit en het respect voor de overledenen en nabestaanden?
De les begint
Vlak daarna is het tijd voor de cursus ‘goochelen met getallen met Bernard’. Op 31 december 2020 zijn er in België 19.500 mensen gestorven aan COVID-19. Dat klopt zeker. Maar Crutzen maakt dan een slinkse fout waar veel critici van de maatregelen en complotdenkers zich aan bezondigen. Hij deelt dat getal door de héle bevolking om te besluiten dat het hier slechts om 0,17% van de bevolking gaat. Dat getal lijkt natuurlijk uitermate futiel. Het is echter een bijzonder bedrieglijke truc, 19.500 doden worden 0,17%. Slachtoffers worden zo een statistiek zonder context. Op wereldschaal vormt dat uiteraard een nog abstracter beeld – alsof er helemaal niets aan de hand is. Wat écht correct zou zijn is de 19.500 delen door het aantal besmettingen. Dan pas krijg je een waarheidsgetrouw beeld van hoe dodelijk dit virus verhoudingsgewijs was tot nog toe.
En het blijft voor velen heel belangrijk om erbij te vermelden dat dit het aantal sterfgevallen was mét maatregelen zoals afstand bewaren, handen wassen, mondmaskers en spijtig genoeg ook (semi-)lockdowns. Zonder al deze vrijheidsbeperkende voorzorgsmaatregelen zou het pas echt catastrofaal geweest zijn. Dat is de preventieparadox. Op deze manier neem je enkel de sterfgevallen in ogenschouw zonder de ernst van de andere ongemakken, langdurende schade en blijvende letsels te erkennen.
Crutzen besluit: “Wat is het verschil tussen de perceptie en de realiteit van de cijfers? Dit is geen apocalyps. We moeten de aantallen dus relativeren.” We krijgen opnieuw de uitgemolken samenzweringsboodschap te horen: onze perceptie is bedot, bedrogen, voorgelogen en gemanipuleerd. En de media zijn de grote schuldige. Tot dit alles komt hij op basis van wat erbarmelijk rekenwerk. Il faut le faire!
Con Magritte in Italia
“In Italië schatten artsen dat een minderheid van de sterfgevallen te wijten is aan COVID alleen.” Een minderheid? We zochten het artikel op dat in de documentaire wordt aangehaald en krijgen iets anders te lezen. Ook hier ontdekken we opnieuw het ontbreken van de context: een mooie Magritteaanse discrepantie tussen tekst en beeld. De Italiaanse viroloog Matteo Bassetti beweerde dat er in het begin van de pandemie ten onrechte slachtoffers werden toegeschreven aan COVID-19. Over hoeveel doden die abusievelijk zijn toegeschreven aan COVID-19 gaat het dan? Bassetti heeft het niet over aantallen, en al zeker niet over een kleine minderheid.
Succesvol gehanteerde truc nummer zoveel uit het complothandboek van Crutzen: een consciëntieuze wetenschapper geeft toe dat er beoordelingsfouten zijn gemaakt, maar dat wordt geframed als een bewuste leugenachtige strategie vanuit een vooropgezet plan. Dat is het verdacht maken van wat redelijk klinkt. Voortschrijdend inzicht wordt afgeschilderd als een zwaktebod. In het begin van de pandemie hadden de Italianen een van andere Europese landen afwijkende methode om slachtoffers van COVID-19 te registreren. Dit om te voorkomen dat men de ernst van de situatie zou onderschatten. Matteo Bassetti stelt in de video bij het artikel gewoon voor om het aantal slachtoffers van de pandemie voortaan volgens de Europese methodiek te tellen.
Maar in het artikel van Corriere della Sera, wordt ook een belangrijke rechtzetting vermeld:
De beweringen van [Matteo] Bassetti zijn echter in strijd met de gegevens die in juli zijn gepubliceerd door het Istituto Superiore di Sanità en Istat: bij het analyseren van de informatie die artsen op 4.942 overlijdenskaarten hebben gerapporteerd, is Covid “de direct verantwoordelijke doodsoorzaak bij 89% van de sterfgevallen van positieve mensen in de Sars-CoV-2-test”; voor de resterende 11% is “Covid in ieder geval een oorzaak die mogelijk heeft bijgedragen aan de dood door reeds lopende ziekteprocessen te versnellen, de uitkomst van reeds bestaande ziekten te verergeren of de mogelijkheid van behandeling te beperken”. Bovendien is “Covid een ziekte die zelfs dodelijk kan zijn als er geen bijdragende oorzaak is. In feite zijn er geen reeds bestaande doodsoorzaken bij Covid in 28,2% van de geanalyseerde sterfgevallen”.
De beste stuurlui
Uiteraard weten we achteraf allemaal hoe het niet had gemoeten. Dat wil echter helemaal nog niet zeggen dat er kwaad opzet in het spel was. Dergelijke suggesties zijn een typisch voorbeeld van de hindsight bias. Achteraf is het makkelijk praten want dan heb je veel meer informatie ter beschikking om een beter oordeel te vellen. Beleidsmakers en wetenschappers moeten vaak handelen of adviseren op basis van de beschikbare kennis, die per definitie onvolledig is. Dan kunnen er foute inschattingen worden gemaakt.
Het bericht van de BBC dat door Crutzen wordt getoond laat inderdaad een cijfer van 5.000 gevallen zien dat ten onrechte aan COVID-19 werd toegeschreven volgens een studie van Oxford. Maar ook hier ontbreekt weer elke context. Dat het uiteindelijk slechts om een bijsturing van 46.000 naar 41.000 gevallen gaat, wordt bewust door Crutzen weggelaten. Nochtans schept deze nuancering een geheel ander perspectief. Zo heeft ook Sciensano een honderdtal gevallen rechtgezet die verkeerd geteld waren. Maar in de documentaire wordt ten onrechte gesuggereerd dat de aantallen verkeerd gerapporteerde slachtoffers in werkelijkheid wel eens veel en veel hoger zouden kunnen zijn. Wij zijn echter niet geïnteresseerd in wat mogelijk het geval is, maar in de werkelijke cijfers. Ook hier levert Crutzen geen zweem van bewijs en laat het louter bij enkele vage suggesties en toespelingen.
De maatregelen zijn erger dan de kwaal
Het kon niet uitblijven dat sommigen de vraag zouden stellen of er door de gekozen aanpak in deze crisis niet meer mensen gestorven zijn dan dat er uiteindelijk gered zijn. De middelen zouden dus veel erger zijn dan de kwaal. De vraag naar de effectiviteit is uiteraard legitiem en zal de komende jaren waarschijnlijk ook inzet blijven van verhitte politieke en sociaal-wetenschappelijke debatten. Voor een gedetailleerde weerlegging van deze stelling, verwijzen wij naar Eerste hulp bij pandemie (2020) van Maarten Boudry en Joël De Ceulaer. In dit kersverse boek komt heel wat wetenschappelijk onderzoek aan bod. Op de link vind je hun bronnen terug bij de lemmata ‘Nevenschade’ en ‘Olifantenpoeder.’ Het is een favoriet deuntje dat door vrijwel alle complotfantasten ten gehore wordt gebracht. Ook hier is wederom sprake van de preventieparadox. Omdat grotere rampen zijn uitgebleven (als gevolg van de genomen maatregelen), wordt het gevaar simpelweg gebagatelliseerd of zelfs naar het rijk der fabelen verwezen.
Kwakdenkers
Crutzen schrikt er ook niet voor terug om een aantal bekende en minder bekende kwakzalvers en complotgoeroes aan het woord te laten of in beeld te brengen. Zonder volledig te willen zijn, geeft het bijvoorbeeld zwaar te denken dat hij lieden als Pascal Sacré, Mélanie Dechamps en Lieven Annemans zonder kritische noot aan het woord laat. Alle vreemde vogels, alle bekende complotdenkers, alterneuten, wetenschappers met een bedenkelijke reputatie passeren de revue. Het boekje Corona Fehlalarm? (2020) van Sucharit Bhakdi en Karina Reiss, waarvan de universiteit van Kiel zich distantieerde, wordt omhooggehouden door Heiko Schöning, de bekende Duitse complotaanvoerder van ACU2020 en lid van de World Doctors Alliance. Die laatsten zijn een internationaal gezelschap dat vooral bestaat uit tegenstanders van vaccinatie.
Dan is er ook nog Dr. Simone Gold van America’s Frontline Doctors die aan het woord is over HCQ. Zij schaarde zich op 6 januari j.l. bij de bestormers van het Capitool en is door experten meermaals bekritiseerd voor haar lamentabele wetenschappelijke standpunten. Of wat te denken van Dr. Stella Immanuel, ook van America’s Frontline Doctors? Zij gelooft in het bestaan van heksen en is van mening is dat demonen sperma stelen om zichzelf voort te planten. Ook de Duitse arts Wolfgang Wodarg ontbreekt natuurlijk niet.
Vanzelfsprekend zijn ook Christian Peronne, Didier Raoult en Alexandra Henrion-Caude van de partij. Het lijkt op een who’s who? van het moderne samenzweringsdenken rond corona. Het weerleggen van alle onzin van mensen zou een artikel op zich gaan vormen, dus laten we het nu bij de verwijzingen.
Stortvloed van beelden
Het is een vaak gebruikte techniek, een soort van gish gallop: overweldig de kijker met hopen cijfers, weetjes, beelden, statistieken en namen, monteer dat alles aan een snoeihard tempo na elkaar zodat de kijker nauwelijks de informatie kan verwerken of de tijd krijgt om na te denken. Zo laat men de kijker op het einde compleet verweesd achter na een duizelingwekkende rit. De meeste mensen zullen niet de moeite nemen de documentaire om de haverklap te pauzeren om elke uitspraak, onderdeel of verwijzing op te zoeken, te checken en te contextualiseren. Dat maakt het ongelooflijk lastig voor de argeloze kijker om niet meegesleurd te worden en volledig weg te zakken in een complotmoeras. Wie in het begin nog niet geheel overtuigd was, zal het op het einde helemaal duizelen.
De documentaire maakt enorm veel toespelingen, maar verwoordt nooit helemaal precies de aard van de plot. Dit is wat zijn kracht uitmaakt. Het is een kwestie van het voeden van de twijfel en de argwaan waardoor iedereen gedwongen is zijn verbeeldingskracht te gebruiken om het meest plausibele scenario te construeren, connect the dots. Het moet enerzijds wel concreet genoeg lijken zodat het nog enigszins geloofwaardig is, maar anderzijds vaag genoeg zodat het niet al te gemakkelijk kan worden ontkracht.
Doemscenario
Welk toekomstperspectief biedt Bernard Crutzen ons eigenlijk? Op het vlak van alternatieven blijft hij erg vaag. Hij schetst een gitzwart scenario, maar geeft geen enkel houvast om uit deze hopeloze situatie te komen. Als zodanig werkt deze documentaire depressie en gevoelens van wanhoop alleen maar in de hand. Alleen indirect kunnen we enkele aanbevelingen van Crutzen distilleren.
Zo pleit hij impliciet voor het beëindigen van de financiële afhankelijkheid van de media en onderzoeksinstellingen als Sciensano van private geldschieters. Een nobel streven, maar dit probleem is zeker niet nieuw en mediabedrijven en onderzoeksinstellingen hebben daarvoor mechanismes in het leven geroepen om eenzijdige beïnvloeding zoveel mogelijk in te perken.
Het feit dat de Bill & Melinda Gates Foundation geld doneert aan allerlei instellingen wil niet zeggen dat zij unilateraal het onderzoekstraject bepalen. Instellingen zorgen er altijd voor dat ze niet afhankelijk zijn van slechts één of zeer weinig geldschieters. Bovendien worden wetenschappers beoordeeld door een internationaal opererende gemeenschap die niet allemaal door Gates (of George Soros, of door de Rockefeller Foundation, …) worden gefinancierd. Crutzen geeft een zeer simplistische en voor samenzweringsdenkers kenmerkende kijk op het wetenschappelijk bedrijf.
Kritiek is gezond
Kritiek leveren op verschillende media en instituten is vanzelfsprekend legitiem, het is zelfs essentieel voor de gezondheid van een democratie en voor vooruitgang in de wetenschap. Het mag ons er echter niet toe verleiden om allerlei onzin te verspreiden, of om regelrecht in een stinkend riool van achterdocht en complotdenken te tuimelen. Gefundeerde mediakritiek is onontbeerlijk en moet aangemoedigd worden! Een blik complotonzin opentrekken kunnen we daarentegen missen als kiespijn. De waarheid over medische problemen verdraagt namelijk geen dichterlijke vrijheid. De methode Crutzen is complotdenken van het zuiverste water. Daar bestaat geen twijfel over, ook al zijn we doorgewinterde skeptici.
Brecht Decoene & Peter Zegers
Brecht Decoene is bestuurslid van SKEPP en auteur van ‘Achterdocht tussen feit en fictie. Kritisch omgaan met complottheorieën.’ (ASP -2016)
Peter Zegers is boekverkoper in Amsterdam en heeft een blog over samenzweringsdenken op scepticus.nl
Een goed en vrijwel volledig overzicht van alle kritieken op de documentaire van Bernard Crutzen is te vinden op deze website: https://cecinestpasuncomplot.org/