Op 13 november 1996 promoveerde aan de EUR de basisarts Schilder op Spontane regressie van Kanker: Een onderzoek naar de aard en oorzaken van psychologische veranderingen in de pre-regressionele periode. Promotor was de oprichter van het Helen Dowling Institute (HDI), Marco de Vries. Subsidie voor het onderzoek werd verstrekt door het HDI in Rotterdam.
De onderzochte hypothese van dit onderzoek betrof het idee, dat spontane regressie van kanker (SRK) gevolg kan zijn van veranderingen in karakter of wijze van coping. De onderzoeker voerde diepgaande gesprekken met negen patiënten met een SRK, waarvan overigens drie later toch een recidief zouden krijgen. In een recensie van dit proefschrift schreven wij: ‘Wat kan de onbevooroordeelde lezer anders uit dit proefschrift concluderen, dan dat er geen enkele serieuze aanwijzing is gevonden dat er bij de zeer zeldzame gevallen waarin kanker schijnbaar spontaan geneest psychologische factoren een rol spelen? Het onderzoek kan in dat opzicht als mislukt beschouwd worden.’ (Actieblad tegen de Kwakzalverij, 1999(5):5-7 zie http://www.kwakzalverij.nl/268/Actieblad_tegen_de_Kwakzalverij_december_1999 ).
De auteur van het proefschrift formuleerde e.e.a. wat meer omfloerst (p.169): ‘Dit onderzoek staat geen algemene uitspraken toe over een mechanisme van verandering. (…) Een enigszins passend kernbegrip kan slechts in zeer abstracte termen worden gedaan en bevat de term ‘wezenlijk’. (…) Hooguit kan als veronderstelling worden geformuleerd dat de confrontatie met diagnose en prognose en besef van de situatie (‘awareness’) in een context van toegenomen verbondenheid (‘connectedness’) de kans heeft vergroot op desidentificatie – en daarmee op wezenlijke veranderingen in tot dan toe gangbare activiteiten en belevingen – en op toegang tot wezenlijke activiteiten en belevingen.’
Schilder bewerkte zijn gebrekkige onderzoek in de hoogtijdagen van de psycho-oncologie en De Vries c.s. lieten hun arme kankerpatiënten met elkaar praten tot ze een ons wogen en stuurden ze de natuur in om daar te boetseren. De suggestie dat men zo langer kon blijven leven werd daarbij nadrukkelijk geuit. Prinses Irene was beschermvrouwe en het HDI kreeg een half miljoen gulden subsidie per jaar. In 2002 werd besloten verder onderzoek naar de relatie tussen psychosociale factoren en kanker te staken wegens de steeds maar weer negatieve resultaten. De Vries raakte in het Erasmus MC gemarginaliseerd en eindigde zijn leven als zeer spiritueel bewogen joodse rabbijn. Zijn Helen Dowling Institute overleefde alle onderzoek waaruit is gebleken dat psychologische factoren geen invloed hebben op het beloop of ontstaan van kanker (gevolg immers van DNA-schade) en schakelde over op meer pastorale zorg.
De enige Nederlandse arts die nu nog beweert dat psychotherapie dan wel psychodrama de overlevingsduur bij kanker kan verlengen is dezelfde Schilder. In zijn therapie laat hij kankerpatiënten met hun tumor praten. De EO gaf hem op 2 december 2012 een uur lang het woord in hun veelbeluisterde radioprogramma Dit is de zondag. Zijn brutale claims kunnen ook worden nagelezen op zijn website: http://www.psycho-oncologie.nl/psycho-oncoloog.html. Hij praktiseert in Kampen, de plaats waar hij geboren is, naar wel wordt beweerd als een van de tien kinderen van de gereformeerde scheurmaker en theoloog H.J. Schilder. De ‘Kamper Ui’ Schilder is ook geestelijk weer thuisgekomen, want in zijn favoriete dromen gaat het steevast over Israël en Jerusalem. Naast psycho-oncologie is droomuitlegging een van zijn favoriete hobby’s. De dag voor een ‘behandeling’ van een kankerpatiënt bidt Schilder om het welslagen van de sessie. Tachtig euro per uur en de verzekering betaalt meestal niet. ‘Als uw tumor niet reageert, dan verbetert gegarandeerd uw kwaliteit van leven’, aldus de psychokwak. Waar blijft de tuchtrechter, die hier ingrijpt?