De Stichting 11 September geeft ’10 redenen om 9/11 nader te onderzoeken’. Al deze redenen zijn ofwel evident vals, misleidend of irrelevant voor de vraag of het officiële verhaal over de aanslagen van 11 september 2001 klopt. Hieronder de negende reden uit de folder:
Bij het Pentagon waren er maar twee camera’s die de inslag van het vliegtuig hebben vastgelegd. Andere camera’s die het misschien hadden kunnen waarnemen, werden vernietigd bij die inslag of waren niet in gebruik. Omdat bewakingscamera’s meestal alleen maar waarnemen wat er dichtbij op de grond te zien is, is het ook niet zo vreemd dat er niet veel meer beeldmateriaal is. Truthers beweren vaak dat de FBI vlak na de aanslag beelden van meer dan 80 beveiligingscamera’s in de buurt van het Pentagon in beslag heeft genomen, maar dit blijkt in werkelijkheid om een verzameling van divers materiaal te gaan, zie links hieronder.
Bij Shanksville hebben een aantal getuigen van het eerste uur opgemerkt dat de crash site op hun overkwam alsof er geen vliegtuig was neergestort, wat niet zo vreemd is als je bedenkt dat het grootste deel van het vliegtuig in de grond was verdwenen. Vooral burgemeester Ernie Stull wordt vaak geciteerd met zijn opmerking “there was no plane”, maar meteen daarna zei hij: “They just found the two turbines because, of course, they’re heavier and more massive than everything else. But there was almost nothing left of the actual airplane. You can still find plate-sized parts out there. And Neville from the farm over there found an aluminum part from the airplane’s outside shell behind his barn that must’ve been about 8 by 10 or even 8 by 12 feet.”
Lees bijvoorbeeld:
- Popular Mechanics: Debunking the 9/11 Myths: Special Report – The Pentagon
- 911myths.com: FBI hides 84 Pentagon videos (archived copy)
- 911myths.com: There was no plane (archived copy)
- New York Times: At a 9/11 Site, a ‘Last Funeral’
Naar het overzicht met de 9 andere redenen
Aanvullingen en verbeteringen zijn welkom en kunnen in de comments hieronder worden gedeeld of via mail aan de redactie.