Korte samenvatting: Nee, niet echt, ondanks regelmatige onzin in de media zijn zonnepanelen een uitstekende hernieuwbare energiebron.
Afgelopen zaterdag in de wetenschapsbijlage van de NRC stond een stuk van de doorgaans goed ingelezen wetenschapsjournalist Karel Knip. Met de op het eerste gezicht nogal markante kop ‘voor een zonnepaneel worden kolen verstookt’ is op zich niks mis. Het klopt uiteraard dat er voor de productie van zonnepanelen een niet verwaarloosbare hoeveelheid energie gebruikt wordt, en een deel daarvan zal onvermijdelijk op kolen gebaseerd zijn. Echter, voor de bouw van een kolencentrale is ook energie van verschillende aard nodig, waardoor het statement ‘voor een kolencentrale worden kolen verstookt’ een interessante dubbele lading heeft. De hamvraag is natuurlijk over hoeveel kolen we het hebben, en wat je daarvoor terugkrijgt.
De prominente bewering die onderaan het schrijfsel bungelt is dat een zonnepaneel meer energie zou kosten dan hij in zijn gehele levensduur zou opleveren. Ik heb persoonlijk wat ervaring met het rekenen aan energie en duurzaamheid en er gingen bij mij nogal wat alarmbellen rinkelen: deze bewering gaat namelijk lijnrecht in tegen bekende inzichten in de prestatie van zonnepanelen. De bewering blijkt gehaald te zijn uit een recente publicatie in het blad Energy Policy van Ferroni en Hopkirk. Dit paper werd schijnbaar juichend ontvangen door de anti-hernieuwbare energie beweging, want het werd zelfs door de PVV gebruikt om het energiebeleid van de overheid te bekritiseren in vragen in de vaste commissie voor Economische Zaken.
De vraag die we ons als goede skeptici moeten afvragen is natuurlijk of het verhaal klopt of niet; we gaan natuurlijk niet zomaar op onze intuïtieve alarmbellen af. Gelukkig zijn er een aantal experts die niet stil hebben gezeten, met (onder andere) een mooi blog van Jasper Vis die diep de details in duikt. Er blijkt een hele hoop mis te zijn met deze publicatie, zoals:
- Op elk mogelijk moment gebruikte de analyse de meest pessimistisch voorstelbare aannames;
- Niet onderbouwde ‘vertrouw-de-auteur-maar’ getallen, terwijl er genoeg citeerbare bronnen zijn;
- De energieopbrengst van de zonnepanelen wordt onverklaarbaar veel lager dan realistisch ingeschat;
- Recycling van zonnepanelen wordt buiten beschouwing gelaten;
- De arbeids- en materiaalkosten (indirect gelinkt aan energieverbruik) werden veel hoger dan standaard ingeschat.
Het lijkt er dus erg sterk op de auteurs hun uiterste best hebben gedaan om een voor hun welgevallig antwoord uit hun duistere getallenbrij te fabriceren.
De twee links hierboven geven uitgebreide informatie en meer leeswerk voor de geïnteresseerden lezer. Er is al veel gezegd en geschreven over de prestatie van verschillende energiebronnen, zoals door Hall et. al, uit wiens analyse blijkt dat zonnepanelen circa 10 keer meer energie opleveren dan nodig is voor de productie (en waterkracht bijvoorbeeld wel 80 keer). Een interessant punt aan van die publicatie is de conclusie dat in de afgelopen decennia traditionele bronnen steeds slechter scoren op dit gebied, maar die van wind en zon juist steeds beter. Het is dus wel duidelijk waar de toekomst ligt!
Tijdens het opschrijven van bovenstaande werd een nieuw stuk in de NRC gepubliceerd met de titel ‘Zonnecellen leveren echt wel meer energie op dan ze kosten’, interessant genoeg ook van Karel Knip. Een heldere conclusie die zeer waarschijnlijk dichter bij de waarheid ligt.