Hoe weten we eigenlijk of we in de echte wereld leven en niet in een computersimulatie? Die vraag werd in 2001 opgeworpen door Nick Bostrom. Hij schreef er in 2003 een artikel over in Philosophical Quarterly, ‘are you living in a computer simulation?’.
Zijn redenering gaat ongeveer als volgt. De rekenkracht van computers neemt exponentieel toe. Als we er van uitgaan dat deze ontwikkeling doorgaat, dan kunnen toekomstige computers ongekende prestaties verrichten. Het simuleren van de samenleving van een hele planeet zoals de aarde wordt dan mogelijk, tot in het meest minuscule detail. In feite wordt het mogelijk om veel verschillende samenlevingen te formuleren. Er zullen meer gesimuleerde samenlevingen zijn dan echte. De kans dat je in een gesimuleerde wereld leeft, is dus oneindig veel groter dan dat je in de echte wereld leeft. De gesimuleerde wereld wordt dus bestuurd (of is ten minste gecreëerd) door een opperwezen, de computerbouwer. We hebben het dan over een heel andere vorm van intelligent design!
Het artikel van Bostrom leidde in 2007 tot een levendige discussie in de New York Times. Ook het programma Horizon van de BBC besteedde er aandacht aan. Zie de clip hieronder.
Wat denk je er zelf van? Ik heb de discussie destijds met belangstelling gevolgd. Je kunt de redenering ook omdraaien, hetgeen leidt tot een verontrustende gedachte. Ik weet niet zeker meer of dit in de discussie en in het artikel van Bostrom aan de orde kwam of niet. Deze redenering gaat als volgt. Als we niet in een gesimuleerde wereld leven, maar in een echte, dan is blijkbaar de ontwikkeling van de rekenkracht van computers ergens in de toekomst tot een abrupte en onverwachte stilstand gekomen. Als dat klopt, zou dat niet veel goeds voorspellen voor de toekomst van de mensheid.
Is er een manier om er achter te komen of we in een simulatie leven of niet?