Kunstenares Tinkebell deed afgelopen dinsdag in haar column* in Trouw een pleidooi voor het serieus nemen van handlezen. Niet om de toekomst te voorspellen, dat zij als onzin afdoet, maar als middel om iemands talenten en karaktereigenschappen op te sporen, en je lichamelijke en mentale zwakheden te ontdekken. Dat zou allemaal beslagen liggen in de patronen op je hand.
‘Semi-wetenschappelijke vaardigheid’?
Op Twitter kreeg Tinkebell meteen veel kritiek op haar pleidooi en werd onder andere om de oren geslagen met het lemma over handlezen uit Tussen Waarheid & Waanzin, de encyclopedie der pseudowetenschappen geschreven door Marcel Hulspas en Jan Willem Nienhuys. Zij wees er echter fijntjes op dat er maar heel weinig onderzoek naar gedaan is (TW&W noemt er één) en ook dat er bij bepaalde aandoeningen wel degelijk patronen in de handen te vinden zijn die dan veel vaker voorkomen. Je moet dan denken aan de Simiaanlijn die vaak voorkomt bij mensen met het syndroom van Down. Maar er zijn ook onderzoeken die trachten te laten zien dat er verband bestaat tussen bepaalde patronen in vingerafdrukken en het risico op borstkanker**.
De handlezer die Tinkebell volgens haarzelf eens in anderhalf uur tot op het bot wist te analyseren, is Joyce van Nispen. Bij Studio Max Live gaf zij vorig jaar een inkijkje in wat zij doet:
Is handlezen dan geen kermisattractie, maar een ‘semi-wetenschappelijke vaardigheid’? En verdient het een nadere beschouwing?
Hier heeft Tinkebell misschien wel een punt, maar is het wetenschappers kwalijk te nemen dat zij geen onderzoek doen naar iets dat toch als tamelijk implausibel gezien wordt? De analyses die doorgaans met handlezen worden gedaan, doen sterk denken aan die van astrologen of tarotkaartenleggers. De bekende Amerikaanse skepticus Michael Shermer leerde zichzelf in één dag wat basiskennis van het handlezen en had er aardig succes mee. Ook Agnes Tieben, bestuurslid van Skepsis, deed iets dergelijks waarvan ze hier op Kloptdatwel verslag deed.
De uitgangspositie van de scepticus zal zijn, zoals Tieben schrijft, dat het hier gaat om het Forer-effect (ook wel Barnum-effect genoemd): de neiging van mensen om vage en algemeen geldende uitspraken over de eigen persoon te accepteren als een rake, typerende omschrijving, zonder zich te realiseren dat diezelfde omschrijving voor bijna iedereen opgaat. En technieken als coldreading kunnen natuurlijk een rol spelen als het handlezen in direct contact wordt uitgevoerd en niet met alleen een afdruk van de handen. Van Nispen beweert echter vrij precieze uitspraken te kunnen doen, in het item bij Max heeft ze het zelfs over het kunnen bepalen van een leeftijd waarop iets in het leven van een persoon gebeurd zou zijn.
Skeptische proef
Het leek me wel een mooi klusje voor de Stichting Skepsis en via Twitter wees ik op de mogelijkheid om een skeptische proef op te zetten. In het verleden organiseerde Rob Nanninga met steun van Skepsis bijvoorbeeld de Astrotest waarin astrologen gevraagd werd aan de hand van geboortegegevens proefpersonen te karakteriseren en uiteindelijk te koppelen aan vragenlijsten die die proefpersonen hadden ingevuld. Onlangs werd ook een auralezeres op de proef gesteld, die meende, met slechts een geboortedatum van een proefpersoon op een briefje in een gesloten envelop als informatie, een karakteristieke persoonsbeschrijving te kunnen geven waarin de proefpersoon zich goed zou herkennen (verslag in Skepter 27.1, niet online).
Nadat Van Nispen via Tinkebell liet weten wellicht wel geïnteresseerd te zijn in een test, is er een eerste mailcontact geweest tussen haar en Skepsis. Het is nu even afwachten of ze er inderdaad voor voelt om een skeptische proef aan te gaan. Er zijn mijns inziens genoeg aanknopingspunten om een vrij eenvoudige proef op te zetten, maar alles hangt ervan af of de uitgedaagde en de skeptici tot overeenstemming kunnen komen over een proefopzet, die interessant genoeg is (een sterke claim die geen ‘normale’ verklaring heeft) en een eenduidig te interpreteren uitkomst oplevert.
Onderzoek naar handlezen
Handlezen blijkt overigens sinds het verschijnen van TW&W nog wel te zijn getest, o.a. door psycholoog Martijn van Mensvoort, die een uitgebreide website over handlezen bijhoudt. Hij geeft de volgende referenties:
- Mensvoort, M.C. (2000). Personality assessment by handanalysts: identifying high and low scorers on the personality dimensions Neuroticism and Extraversion.
- Annema, E.J. (1998). Chiro-psychodiagnostiek? Een onderzoek naar de validiteit van handlijnkundige uitspraken. Vrije Universiteit Amsterdam: Faculteit der Psychologie & Pedagogische Wetenschappen, vakgroep Klinische Psychologie.
De resultaten van die onderzoekjes waren niet bepaald positief voor de handlijnkunde. Volgens Van Mensvoort kan dat komen doordat de proefpersonen het moeilijk vonden om zichzelf te herkennen in de beschrijvingen van de handlezers, die te neutraal zouden zijn (een duidelijk aanwijzing dat het Forer-effect optreedt zal de scepticus zeggen). Handlezers zouden daarom in mogelijke vervolgonderzoeken explicietere (meer gedurfde) uitspraken moeten doen op grond waarvan een proefpersoon makkelijker kan bepalen of die op hem of haar van toepassing zijn of juist niet.
Als het tot een onderzoek komt, wordt dit natuurlijk vervolgd in de Skepter of het Skepsis-blog.
* een beter leesbare versie via Blendle (€)
** er zijn wel meer artikelen te vinden waarin deze mijns inziens vergezochte hypothese werd onderzocht, maar met wisselende resultaten; misschien iets om later nog op terug te komen.