Wat is de definitie van leven? Twee artikelen die ik kort geleden las werpen ieder een originele blik op deze vraag.
In de New York Times van 12 maart 2014 vind je op de opiniepagina een artikel van Ferris Jabr met de titel ‘Why nothing is truly alive’. Jabr woont in Ypenburg (NL). Vlak bij zijn woonplaats ziet hij regelmatig een ‘strandbeest’. Dit is een machine die kan lopen, onder de voorwaarde dat er voldoende wind is om zijn mechaniek aan te drijven. Is dit leven, vraagt Jabr zich af? Het intuïtieve antwoord is natuurlijk dat dit niet het geval is. Een strandbeest is een machine.
De maker van de strandbeesten (Theo Jansen) heeft andere gedachten:
‘Since 1990, I have been occupied creating new forms of life. Eventually I want to put these animals out in herds on the beaches, so they will live their own lives’.
Ik heb zelf een miniatuur strandbeest (te koop als bouwpakket) in de vensterbank staan. Ik heb nooit het idee gehad dat mijn strandbeestje leeft. En dat is volgens Jabr precies het punt. Zijn stelling is dat het begrip ‘leven’ een concept is dat uitsluitend bestaat in onze gedachten en niet te veel aandacht verdient:
“Life” is an idea. We find it useful to think of some things as alive and others as inanimate, but this division exists only in our heads. Not only is defining life futile, but it is also unnecessary to understanding how living things work’.
Jabr legt uit dat er nog geen definitie is gevonden van het begrip ‘leven’ die recht doet aan alle vormen van leven die we (er)kennen. Hij gebruikt de definitie van NASA als voorbeeld van een mislukte definitie: ‘a self-sustaining system capable of Darwinian evolution’. Zo bekeken leeft een virus niet. Klopt dat wel? Virussen zijn onvoldoende ‘self-sustaining’, licht Gerald Joyce toe in het artikel. Joyce heeft de definitie van de NASA helpen ontwikkelen. Maar kun je dan allerlei parasitaire dieren en planten wel aanmerken als leven (denk aan de bloedzuiger of de maretak)? In zijn laboratorium heeft Joyce een bakje met RNA-moleculen die zichzelf eindeloos repliceren. Dit RNA voldoet wél aan de NASA-definitie van leven: het molecuul vermenigvuldigt zich en ontwikkelt zich. Tja.
Net toen ik het artikel van Jabr gelezen had surfte ik naar de website van de NOS waar ik op 13 maart 2014 las dat een Indiase sekte zijn leider heeft ingevroren. De sekte-leden zijn er van overtuigd dat de goeroe, Ashutosh Maharaj, niet is overleden. Volgens de inzichten van de medische wetenschap is Ashutosh Maharaj overleden na een hartaanval. De sekte is het hier niet mee eens. ‘Hij mediteert heel diep’ vinden zijn volgelingen. Ze vermoeden dat de Goeroe is teruggekeerd naar de jaren 1970 maar binnenkort weer zijn opwachting zal maken in onze tijd en vrolijk en vermoedelijk ook zeer fris uit de vrieskist zal stappen. Ashutosh Maharaj is (was?) de spiritueel leider van de Divine Light Awakening Mission, de Missie van het Goddelijke Licht (website). Wereldwijd zouden er meer dan 30 miljoen aanhangers zijn.
Hoe moet je de gedachte dat de goeroe leeft, bekijken als je net het artikel in de New York Times hebt gelezen? Als een strandbeest kan leven, kan dan ook een ingevroren goeroe leven? Ik denk dat de goeroe nog heel lang zal mediteren.
Laurens says
Uit het NOS-artikel:
“Een oud-chauffeur van de leider probeerde te voorkomen dat zijn baas in de vriezer zou belanden. Hij was bang dat de volgelingen het alleen voorzien hadden op de eigendommen van de goeroe. De rechter in Punjab besloot uiteindelijk dat de volgelingen zelf mochten bepalen wat ze met het lichaam deden, omdat de goeroe toch doodverklaard was.”
Op zichzelf is het idee dat een Grote Leider slaapt (of in dit geval: diep mediteert) niet nieuw. We weten allemaal dat Koning Arthur, Constantijn XI Palaiologos en Genghis Khan niet dood zijn, maar slapen tot de dag dat ze zullen ontwaken en hun respectieve volkeren opnieuw tot grootheid zullen brengen. Dat zal me wat worden als ze allemaal tegelijk wakker worden.
Constantia Oomen says
Dat wordt lachen! 😉
Benito says
Onderhoudend artikel van Jabr, maar niet bepaald revolutionair. Hij haalt een bepaald concept naar voren, “leven”, en stelt dat dit begrip niet buiten onze geest bestaat. Echter hetzelfde geldt uiteindelijk voor alle concepten van de geest. Deze gedachte kan al in de vroegste filosofische teksten ( > 2500 jaar geleden) worden teruggevonden.
Theo v.bergen says
Nu maar hopen, dat de vriezer niet stuk gaat.
Ragnar764 says
Er zijn al honderden mensen ingevroren, de bedoeling is dat ze over honderden jaren weer gewekt worden en dat door de gevorderde wetenschap in de verre toekomst hun dood als het ware teruggedraaid kan worden, nu is het nog een kwestie van de laatste rustplaats in de diepvries zeg maar, ben bang dat het een permanente situatie blijft, het is maar te hopen dat deze apparatuur het ook niet laat afweten.
Renate1 says
Vraag is ergens of dat nog een leuk leven zal zijn. Gesteld dat het mogelijk zou zijn om iemand na een paar honderd jaar te ontdooien en te genezen, hoe zal het leven er dan uit zien? De maatschappij en de wereld zullen vermoedelijk zodanig veranderd zijn, dat de ontdooide persoon vermoedelijk heel wat moeite zal hebben om zich aan de veranderde omstandigheden aan te passen. Dan wil ik het nog maar niet hebben over het feit dat er natuurlijk geen bekenden meer te vinden zijn.
Ragnar764 says
Ik zou dat best wel mee willen maken terug in de tijd of naar de verre toekomst, Michio Kaku hoogleraar fysica kan wel stellen dat tijdsreizen ooit eenmaal mogelijk gaat worden, mocht dat ooit het geval gaan worden, wat ik betwijfel, dan maken wij dat niet meer mee.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Tijdreizen
Het wordt aanpassen en je moet natuurlijk weer een hele nieuwe vrienden en kennissenkring opbouwen. 🙂
Renate1 says
Ik vrees dat het vooral voor verwarring zal zorgen. Vermoedelijk ben je dan een soort Catweazle in een nieuwe tijd.
Ragnar764 says
Zou je je dan ook steeds moeten verschuilen. 🙂
Renate1 says
Geen idee, maar het lijkt me maar een eenzaam bestaan.
Net als de ‘onsterfelijken’ in een verhaal uit ‘Gullivers reizen’. Ze gaan niet dood, maar verliezen langzaam natuurlijk wel al hun vrienden. Daar komt in dat geval nog bij dat ze wel steeds verder aftakelen.
Harold1966 says
Het ‘niet meer mee maken’ van tijdreizen is natuurlijk een grappige paradox. Ook al duurt het nog heel lang voor dat het uitgevonden word, de techniek kan, indien het terug reizen in de tijd betreft, meegenomen worden naar het verleden. Dus…. Waarom zouden wij het niet meer mee maken in zeg, 1974?
Ragnar764 says
Inderdaad, als je het zo stelt. 🙂
Mensen die nu al beweren te kunnen tijdreizen (die heb je ook), door bepaalde geestelijke exercities kunnen slechts, althans dat beweren ze dan, kijken naar een film waarbij alles uit het verleden in de geest aan hun voorbij trekt, participeren of ingrijpen is er niet bij, je snapt zeker wel waarom. 🙂
Constantia Oomen says
Behalve als je hele vriendenkring ook net weer uit de diepvrieskist komt. 🙂
Ragnar764 says
Scherp opgemerkt, daar had ik weer niet aan gedacht. 🙂
Constantia Oomen says
Dat wordt dus een heel coole party! :-))
Ragnar764 says
Nou, naderhand zullen ze wel wat ontdooien. 🙂
Constantia Oomen says
En dan wordt het een melting pot! 🙂
Albert_van_der_Heijden says
Het idee dat een entiteit slechts levend is wanneer het als het ware in een vacuum kan voortbestaan heb ik altijd al onzinnig gevonden; de meeste mensen zouden het ook niet redden wanneer ze langer dan een paar weken alleen op een onbewoond eiland verblijven – we zijn niet allemaal Robinson Croesoë – maar leidt ook tot andere spannende ethische vragen: zijn comapatienten dan wel levend, of moeten we gewoon de stekker eruittrekken omdat het parasieten zijn? Of bedlegerige oudjes? Wie gaat hun het nieuws overbrengen? Interessant vind ik het werk van Carl Zimmer, ‘A Planet of Viruses’, waarin hij naar voren brengt dat de huidige toestand van leven op de aarde niet bestond zonder virussen en de opname van hun DNA in dat van de gastheer.
De opmerking dat het definitieproces futiel zou zijn is boers: afkomstig van iemand die is vastgelopen in het denkproces en uit frustratie het hele onderwerp probeert te bagateliseren. Zeker is er een epistomologisch probleem: iedere analogie gaat mank en dus ook iedere analogie over het leven. Dat is ook de functie van de analogie – anders is het een tautologie of gewoon onzin. Maar wellicht is dat kunstenaars eigen: zodra ze hun mond opendoen, komt er meestal onzin uit, ongeveer net zoals bij alle andere oplichters, priesters en goeroe’s. En daarvan weten we sinds lange tijd dat die afhankelijk zijn van anderen voor hun eigen voortbestaan en het angstzweet uitbreekt wanneer je zelfs maar naar een stekker durft te wijzen – iets wat bij de diepvriesgoeroe niet snel zal gebeuren overigens.
Renate1 says
Ik vind het wat merkwaardig om kunstenaars met oplichters te vergelijken.
Constantia Oomen says
Je meent het! 😀
Renate1 says
Ja, waarom zou ik het niet menen? Ieder mens kan wel eens uitspraken doen misschien wat vreemd overkomen. Ik ga er niet van uit dat Theo Jansen werkelijk denkt dat zijn ‘beesten’ levend zijn, hooguit dat ze levend lijken, omdat ze na hun creatie hun eigen gang gaan. Je zou ze misschien als een soort imitatie van de natuur kunnen zien.
Constantia Oomen says
Weet ik toch, Renate. Ik vind het buitengewoon geestig dat hier op KDW nu zelfs kunsternaars als oplichters over een kam geschoren worden. Weliswaar door één persoon, en een markant figuur, maar toch.
Albert_van_der_Heijden says
Ik ga er dan vanuit dat jij nooit reklame hebt gemaakt, wat een alledaags voorbeeld is van toegepaste kunst, en waarvan we op voorhand weten dat het voor een gedeelte uit bedrog, zo niet in zijn geheel. Daarnaast is het evident dat kunst niet de werkelijkheid is, maar een verbeelding daarvan; precies wat een oplichter doet, alleen met het wat minder ethisch gewaardeerde motief van het verplaatsen van jouw geld naar zijn zakken. Iets wat mutatis mutandis ook van toepassing is op kunstenaars. Kunstenaars die vaak hele mooie dingen maken, maar zodra ze erover gaan praten de meest onzinnige dingen zeggen. Ongeveer zoals met dat proefje waarbij oenologen wijn moesten gaan waarderen en de prijs te horen kregen. Met als resultaat dat dezelfde wijn twee verschillende waarderingen kreeg.
Ragnar764 says
Comapatiënten en bedlegerige oudje zijn inderdaad nog levend, of is een vorm van leven, hoe je het maar wilt benoemen, die constatering heeft niets met ethiek te maken, dat gaat meer over wat je er verder mee aan moet of wil,
ook de vergelijking inzake comapatiënten en parasieten gaat niet op en zover ik weet, maar dat zou je aan een bioloog moeten vragen, vallen virussen niet onder de gangbare definitie van leven. Of is dat nu weer omstreden.
Of Carl Zimmer het bij het rechte eind heeft, who knows?
Wat leven is weten we in feite niet, wel dat de definitie hiervan steeds verder wordt opgerekt, wat heb jij trouwens tegen kunstenaars, dan trek je zelfs nog een vergelijking met oplichters, ooit eens teveel voor een schilderijtje betaald. 🙂
Albert_van_der_Heijden says
Geachte Ragnar,
Om met het laatste te beginnen. Ik heb in mijn kunstzinnige carrière een paar mooie dingen gemaakt, en heel veel rotzooi. Rotzooi waarvan ik wist dat het rotzooi was. En wat krijg ik te horen? De gekste dingen, maar onder andere dat het gewèldig is. En dat mensen daar geld voor gaven. Ik hou me het liefst buiten deze kringen.
Carl Zimmer draagt een paar ideeën aan die de moeite waard zijn van het overdenken. Ik heb hem er niet op betrapt dat hij beweerde de wijsheid in pacht te hebben – eerder het tegendeel: we zijn er voorlopig nog niet uit, maar als intellecuele oefening is het zeker boeiend, waar sommigen zelfs zouden willen zeggen: geestverruimend. … Leven lijkt niet aan een substraat noch concept te zijn gebonden. Ik vind dat boeiend. Het meeste van deze New Yorkse journalist is overigens gratis te downloaden.
Ten einde komend aan jouw eerste bewering, ‘die constatering heeft niets met ethiek te maken’: ik hoop niet dat je dit ook tegen je (groot)moeder hebt gezegd. Ik ga ervan uit dat het al dan niet verwijderen van stekkers soms een geval van leven of dood kan zijn, en derhalve een ethische kwestie is.
Ragnar764 says
Albert: Beauty is in the eye of the beholder, dus dan had je daar toch best wat goede zaken kunnen doen, mensen blij, jij blij.
Waarom zou je je van die mensen distanciëren, afgezien van de mogelijkheid natuurlijk om er een flinke grijpstuiver bij te verdienen.
Afijn de éne mens is de ander ook niet. Misschien ben ik wel te lang in de commerciële sector werkzaam geweest.
Geld maakt ook niet gelukkig, maar je kunt er zoveel leuke dingen meedoen, de wereldreis die ik nog zo graag wil maken, laat maar op zich wachten.
Als we er überhaupt ooit uitkomen, maar als intellectuele oefening is het zeer zeker boeiend, dat ben ik wel met je eens, mocht het tevens daarbij ook nog een Aha-erlebnis genereren, zelfs geestverruimend, maar ik vrees toch met grote vreze dat we hieromtrent rond blijven dolen in onwetendheid.
Je schreef: maar leidt ook tot andere spannende ethische vragen: zijn comapatienten dan wel levend, of moeten we gewoon de stekker eruittrekken omdat het parasieten zijn? Of bedlegerige oudjes?
Ik vond dit een beetje een merkwaardige zin, het zit em misschien in mijn interpretatie, vandaar de navolgende reactie, “het criterium of iets onder leven valt, heeft niets met ethiek te maken”, afijn zie het maar als een communicatiestoornis.
Mijn grootmoeder, overgrootmoeder, zijn overigens allemaal nog in leven, maar bevinden zich nu in een andere geestelijke dimensie, (een theïstisch?) multiversum. 🙂
Albert_van_der_Heijden says
Ah! Wacht. Met bedlegerige oudjes bedoelde ik individuen die afhankelijk voor hun voortbestaan zijn van een gastheer of vrouw, zoals een virus dat ook is. Die dan kan bestaan uit familie of vrienden. … Dat klinkt wat onmenselijk, maar dat is niet zo bedoelt.
Een bijzondere vorm van leven is een die in het sociologische veld word onderscheiden, die van de meme: een zich universeel voortplantent cultureel fenomeen als het gebruik van vuur, op de unieke wijze van onze soort, en de daarbij komende symbolen. Dat lijkt op een soort van leven met een ander soort van leven als substraat. … Bestaan symbolen onafhankelijk van ons? Als we er niet zijn dan worden ze niet gebruikt en bestaan ze niet. Kunnen we symbolen beschouwen als een soort van schimmel, die ons gebruikt als voedingsbodem?
Ik vermaak me met het schrijven van SF, en vaak kom je dan gekke problemen tegen. En die van het leven is dan een van de leukste.
Ragnar764 says
Ik viel meer over de opbouw van de zin, maar nu snap ik het wel, ik zie het trouwens ook niet als onmenselijk, humaan en inhumaan zijn etiketjes die we er weer zelf op plakken, dat is nu eenmaal levensloop, je zou je ook kunnen afvragen wat het nut is om al die bedlegerige oudjes in leven te houden, behalve als ze zelf nog plezier in hun leven hebben natuurlijk, maar niet ze verplichten te moeten leven tegen wil en dank.
Wat dat betreft moest ik altijd verschrikkelijk lachen om Gerard van het Reve, die al behoorlijk levensmoe was en eens stelde als hij ‘s morgens weer wakker werd: Is het gedonder nu nog niet afgelopen.
Als je de esoterie nader bestudeert bestaan symbolen wel degelijk als zelfstandige entiteiten, je zou ze kunnen waarnemen in het Astrale Licht, maar dan zou je eerst grondig met visualisatie oefeningen aan de slag moeten en in staat zijn jezelf in een diepe trance te brengen dat vereist veel oefening, op grofstoffelijk niveau is het eigenlijk de psychologische variant van het biologische gen wat van generatie op generatie wordt doorgegeven, maar vanuit welke invalshoek je het ook belicht, alle symbolen zijn (m.i.) aan het menselijk vernunft ontsproten, maar we kunnen er wel degelijk van in de ban raken.
Lees de geschiedenis er maar op na.
Je kunt het inderdaad niet zo bizar bedenken, of je krijgt het door de realiteit voorgeschoteld. 🙂
Albert_van_der_Heijden says
Gerard van het Reve heeft, ondanks dat hij uit een goed nest is gevallen, inderdaad soms hele rake opmerkingen; soms regent het alle dagen.
Wat een biologisch gen wat verantwoordelijk is voor onze conditie weet ik niet, en ik denk niemand. Het lijkt mij op zijn best een gevolg van de conjunctie van een cluster van genen die ons de mogelijkheid hebben gegeven tot het bewerken van symbolen en deze talig in consistente zin uit te drukken. We zijn een mogelijke uitdrukking van onze genen, niet onze genen zelf; dat is iets wat iedere eeneiïge tweeling je zal kunnen vertellen.
Dat symbolen zelfstandige entiteiten zijn is een sine qua non; daar heb ik geen esoterie voor nodig. Dat ze niet bestaan zonder substraat idem dito. Net zoals ik niet besta zonder materieel substraat: haal je dat weg, dan besta ik ook niet. En ook het hele universum niet – waarmee de hele symbolengedachte ‘zip’ doet. Daar heb ik geen astraal licht voor nodig, dat begrijp ik verder ook zo wel. Wat het zo gek maakt is is dat het schijnbaar onmogelijk is om het substraat zelf te leren kennen: is onze moleculaire constructie duister, het sub-atomaire laat zich slechts beschrijven in wiskundige formules die zich niet in mensentaal begrijpelijk laat maken en kennelijk (ook nog eens) lacunes vertoont. Voor de taalkundige licht het probleem erin dat de min of meer definiërende eenheid van het subject – het woord zelf – problemen heeft met de definitie ervan; wat betekend in het nederlands het woordje ‘te’ als in ‘te koop’?
Virusen sluit ik in in de categorie ‘levende wezens’ omdat ze op een biologisch vlak actief zijn met min of meer dezelfde middellen. Symbolen vallen in zo’n geval in een andere categorie van existentie net als ons materieële substraat in een andere categorie.
De realiteit is bij tijd en wijle een bitch, maar nog vaker zo veel meer verwonderlijk – en meestal volkomen onbegrijpelijk.
Ragnar764 says
Albert: We zijn een mogelijke uitdrukking van onze genen, je schrijft zelf al “mogelijke”, want dat de genen bepalend zijn voor ons gedrag is niets meer of minder dan een theorie, “the selfish gene” is slechts een aanname nergens wetenschappelijk op gefundeerd.
We zijn geen bio-chemische robotjes, slechts de uitdrukking van onze genen, dan zouden we dat nooit kunnen weten, net wat Jean Baptiste Lamarque al vijftig jaar voor Darwin schreef, cellen beschikken over bewustzijn.
Mijn hond begint vervelend te worden, ik schrijf vanavond nog wel even een vervolgpost.
Albert_van_der_Heijden says
Bespaar je de moeitevan de vervolgpost. Je komt op mij over als onsamenhangend en niet in staat om een zinnige bijdrage te leveren. Ik beëindig het gesprek.
Ragnar764 says
Beste Albert ik kan geen vragen beantwoorden waar niemand een antwoord op heeft.
Albert: Wat het zo gek maakt is is dat het schijnbaar onmogelijk is om het substraat zelf te leren kennen
Misschien zijn voor een verklaringsmodel onze geëvalueerde apenhersenen wel ontoereikend. Op een gegeven moment beland je met de wetenschap toch op een dood spoor.
Ken je het navolgende citaat van Piet Vroon: “Ik vind dat een mens onder ogen moet zien, hoe oud hij ook is en hoeveel hij ook gestudeerd heeft, dat hij eigenlijk van de hele bliksemse bende niets begrijpt. Ik denk dat dit uiteindelijk een soort boodschap is die ik wil overbrengen.”
Wat virussen betreft, bevinden ze zich niet een beetje op de grens van leven en levenloos. Zover ik weet zijn wetenschappers daarover nog al verdeeld.
Inderdaad, we worden gedragen door een groot mysterie, laten we dat dan maar omarmen.
Albert_van_der_Heijden says
Zolang je met werkende paradigma’s kan werken kom je al een heel eind in het begrip van de werkelijkheid. Een andere gedachte is om vanuit het absurde te redeneren: wat als we alles zouden weten? Hoe kunnen we dan nog van een stuk kennis komen tot het andere. (En met alles bedoel ik letterlijk alles: tot aan de positie van iedere molecuul in het universum.) Er is dus ook een praktische kant aan kennis: Wat kun je waar gebruiken, en vooral: hoe. Mij lijkt het dus praktisch om virusen onder te delen bij de categorie waar het verwantschap mee heeft, zeker als het codeert met de 4 baseparen: acgt. En dat dan biologisch te noemen. En andere immaterieel, zoals betekenissen. Of subatomair.
Piet Vroon heeft vaak goede observaties gedaan, maar is ook bekend om loszittende draadjes. Ik ben vertrouwt met zijn werk. Een mogelijke voorschaduw van zijn einde kun je zien in ‘Kopzorgen’ uit ’92, waar hij spreekt over zelfbedrog en waarom Kierkegaard gek werd.
Ragnar764 says
Maar wat is nu in feite “een heel eind komen in het begrip van de werkelijkheid”, daar hebben we toch helemaal geen zicht op, hoe zou je dit nu ooit kunnen weten.
Dat we over alomvattende kennis zouden beschikken is als uitgangspunt even absurd als stel nu eens dat we eeuwig zouden blijven leven, dan zou niets er meer toe doen, wetenschap is en blijft (gelukkig) een eindeloze zoektocht waar we inderdaad ook veel profijt en nut van hebben met tevens natuurlijk de onvermijdelijke schaduwkant.
Maar ben jij trouwens bioloog van huis uit, Albert, gezien sommige wetenschappelijke termen die je hanteert in je posts.
Het is jammer genoeg inderdaad triest afgelopen met Piet Vroon, hij begon wetenschappelijk gezien steeds ongeloofwaardiger te worden, dat genereert natuurlijk de onvermijdelijke backfire van vakgenoten, Wolfsklem heb ik trouwens van hem gelezen over de evolutie van het menselijk gedrag etc en ook nog zijn stevige aanvaring gezien met Emile Ratelband in het programma van Jack Spijkerman.
Toen ging het al niet meer goed met hem, hij was zichzelf al kwijt, dat was duidelijk zichtbaar. Het kan verkeren.
Albert_van_der_Heijden says
Met ‘een heel eind op weg’ bedoel ik te zeggen dat we een redelijk overzicht kunnen maken van wat er om ons heen gebeurt zonder elfjes en goden als verklarend element te gebruiken, en met enige zekerheid te kunnen zeggen van wat we weten, wat we niet weten, en wat we niet kunnen weten – allemaal empirisch belangrijk in het dagelijkse bestaan. Als ik jou op straat tegenkom ‘weet’ ik wat ik moet doen (opzij gaan, handschudden) zonder te hoeven weten dat jij op subatomair niveau exotisch gedrag vertoont of kan vertonen: als 1% van jouw lichaam tot kernfusie overgaat is dat genoeg om de hele stad weg te vagen. Onwaarschijnlijk en een tamelijk nutteloze excercitie in een ontmoeting, niet onmogelijk.
Ook zonder eeuwig leven is wat we doen tamelijk nutteloos, zoals door zovele filosofen (Schoppenhouwer, Nietzsche, Sartre, ook in het oude Athene) de laatste tijd is opgemerkt. Er is geen hoger nut dan onszelf – en gelukkig maar. Anders dan zouden we maar bezig zijn met dingen die we niet begrijpen en bijgevolg ons volslagen depressief maken. Het enige waar we obsessief mee bezig kunnen zijn is eten, drinken, en omdat we mensen zijn, copuleren. Voor zingeving is dat wat weinig, maar ik geloof niet dat de redactie van kloptdatwel mij een halve encyclopedie laat citeren – ik probeer beknopt te blijven. Kort: Het leven zelf bekommert zich niet om het individu of de lengte van diens leven, en als a-morele entiteit ook absoluut niet over onze emoties, noch over hoe we er uitzien. Dat zijn zorgen van van het substraat, wat bestaat uit subentiteiten zoals jij en ik – en die microscopische eenheden die jou een loopneus geven, hoe die dat dan mogen interpreteren als bijdrage aan het leven. Het leven zelf is als entiteit welliswaar helder onderscheidbaar van het individu, maar gezien de diversiteit van de verschijningsvormen lastig te definiëren. Ik probeer slechts een kader aan te geven waarbinnen te denken valt, en om daarmee je volgende vraag te beantwoorden, nee ik ben geen bioloog; een bekende kritiek op biologen is dat ze af en toe slecht denkwerk afleveren. En daar gaat mijn kritiek ook over: virussen zijn wel degelijk een vorm van leven gezien de categorie van materieel substituerende elementen: daar is een overeenkomst. Het zijn (net als prionen, die overigens nog een stapje lager op de ladder lijken te staan, maar je wel volkomen kunnen saboteren, boven hormonen, die lijken mij erbuiten te liggen, en meer te zien als bouwstenen. ) acteurs binnen een zelfde domein van existentie van biologisch leven.
En Piet Vroon. Ik vond zijn gedachtenexpiriment over het mogelijke bewustzijn van een ster interessant, alleen kon ik niet zo goed snappen waarom hij niet zag dat er voor een zinvolle gedachte er een constituerende architectuur nodig is (ik heb ‘honger’ en daarom ‘eet’ ‘ik’ een ‘appel’) van een brein wat is ingebed binnen een getrapte ecologie van een interagerend individu; redenen waarom een ster dat zou doen ontbreken. Het is een toevallige medespeler voor het leven op een planeet, zoals zuurstof dat op die van ons is, maar geen noodzakelijke medespeler binnen de categorie van levensvormen. Terwijl hij goed had kunnen beseffen dat het juist de architectuur van ons brein maakt wat we doen, ook al is dat vele kilo’s kleiner dan die van walvissen. Ze mogen slim zijn, ze zingen geen sonnetten ter verheffing van de massa; Sterren hebben een dergelijk architectuur niet nodig voor hun voortbestaan ook al zou je hun bestaan kunnen omschrijven als leven. Een leven wat slechts bestaat uit nucleaire activiteit zonder een dwingend streven naar voortzetting daarvan: ze ontploffen de hele tijd.
Ragnar764 says
Als ik jou op straat tegenkom ‘weet’ ik wat ik moet doen (opzij gaan, handschudden) zonder te hoeven weten dat jij op subatomair niveau exotisch gedrag vertoont of kan vertonen: als 1% van jouw lichaam tot kernfusie overgaat is dat genoeg om de hele stad weg te vagen. Onwaarschijnlijk en een tamelijk nutteloze excercitie in een ontmoeting, niet onmogelijk.
Haha, je kan het fraai verwoorden Albert, maar als er niets toe zou doen, zou die nimmer verwachte kernfusie toch ook weinig meer uitmaken :-), of ons leven langs de grote lijnen echt nut heeft breken filosofen al zo lang hun hoofd over, m.i. zou een ieder dat zelf maar moeten proberen uit te vinden, op welke manier dan ook, mocht die behoefte tenminste al bestaan en religie kan nu juist voor veel mensen depressie op een afstand houden, biedt troost, saamhorigheidsgevoel en bevordert zelfs de gezondheid. Voor andere mensen is weer eten, drinken en copuleren meer dan voldoende inzake een stukje zingeving.
Je schrijft: Het leven zelf is als entiteit welliswaar helder onderscheidbaar van het individu, maar gezien de diversiteit van de verschijningsvormen lastig te definiëren.
Inderdaad, dat heb je goed omschreven.
Het is mij nog niet helemaal duidelijk hoe Piet Vroon zijn gedachtenexperiment omtrent een bewustzijn van een ster precies onderbouwde, het was toch geen bewering uit de losse pols, hoe beredeneerde hij dat dan. Of was hij misschien Panteïst, alles is bezield, etc.
Theo v.bergen says
Albert,
‘afhankelijk voor hun voortbestaan van een gastheer/of vrouw’,
dan was jij dus een virus of een parasiet, tijdens de zwangerschap van je moeder. Tot aan je geboorte (en een stukje daarna.)
Albert_van_der_Heijden says
Praktisch gesproken reageert het lichaam van een zwangere vrouw op een foetus als op een vreemd lichaam wat het wil afstoten – omdat de vrucht nu eenmaal niet van hetzelfde genetische materiaal is gemaakt. Het moet wat capriolen uithalen om het niet af te stoten. Vandaar waarschijnlijk de neiging tot overgeven wat al niet voor een ellende tijdens de zwangerschap. Het is een valide gedachte van een onvermijdelijkheid die heeft geleid tot mijn geboorte waar ik niets aan kan doen. Dat evolutionair er geen aanleiding is geweest om dergelijke processen op een aangename wijze te laten verlopen kan ik ook niet verhelpen. En voor wat het morele gedeelte van het parasitisme wat ik mocht plegen zijn er vele hectares aan bos gerooid om mij te voorzien van meubilair en behuizing, waarmee ik als ieder ander een grotere aanslag pleeg op de natuur dan een willekeurige boktor, en ik nauwelijks kan verhelpen. Het leven an sich lijkt zich niet zoveel aan te trekken van de individuen die er het substraat van uitmaken en kan, ondanks jouw weerwil, niet iemand verweten worden, zo onzalig als het af en toe is.
Theo v.bergen says
Albert,
Hoe het praktisch zit weet ik niet, of het lichaam de foetus wil afstoten enerzijds en anderzijds schijnt het (vrouw)lichaam zo gemaakt dat het leven kan ontvangen en baren, het lichaam zal zich ook wel aanpassen (uitzetten) en per slot is niks zo sterk aanwezig als de seksuele impuls om de soort te behouden. En de evolutie had ook fijnere methodes bedacht, het uitbroeden van het ei bijvoorbeeld. Ach misschien valt het wel mee Albert, (je kunt je nog altijd voor een trein werpen.) Om het nog dramatischer te maken, volgens iemand was de zwangerschap een kankergezwel, in dat geval is het aardig dat het lichaam dat kankergezwel er zo uit kan werpen. Het kan nooit reductionistisch genoeg. Je moet toch wel een ongelofelijk huis hebben, voor al die hectares aan bos, om al dat meubilair.
Misschien was de mensensoort een evolutionaire mistake. Als er 65 miljoen jaar geleden geen komeet was ingeslagen, was de mens niet ontstaan, concludeerde Degrasse Tyson, en wie weet, hadden de dan ontwikkelde mensachtigen gewoon eieren kunnen uitbroeden.
p.s. sorry, ik kom nooit goed weg met skeptici en dood-enge klopt dat wellers.
Ragnar764 says
Theo: Ik snap maar nooit waarom we niet zijn geëvalueerd tot sterke listige apen, i.p.v. tamelijk fysiek zwakke wezens met een buitenproportioneel ontwikkeld brein. (van vuistbijl, pijl en boog tot kernsplijting).
Martin_Bier says
In hun meest onschuldige vorm zijn definities woordenbrij in termen van andere woordenbrij. Op hun slechtst vormen ze een belemmerende dwangbuis voor het denken. Ferris Jabr en Theo Jansen zetten ons op een speelse manier aan het denken over de betekenis van “leven” en dat is een goede zaak. Het zou futiel zijn om via “definities” een scherpe scheidslijn te creëren tussen een “sloot” en een “greppel.” Of om via definities een onderscheid vast te leggen tussen een “deur” en een “luik.” De fixatie op een scheidslijn tussen “leven” en “niet leven” is eigenlijk net zo belachelijk.
“Schoen” riep m’n zoon eens toen hij een oude verrotte schoen aantrof in een weiland waar we wandelden. Hij was toen net twee. Dat riep ie niet omdat ie een definitie van het begrip “schoen” in z’n hersenen had zitten en het gevonden object aan die definitie toetste. Neen, dat riep hij omdat het gevonden object heel erg leek op andere objecten uit z’n ervaringswereld waarop de klank “schoen” was losgelaten. Vergelijkbare zaken worden in e’e’n categorie geplaatst. Zo werkt het bij peuters en zo werkt het ook bij grote mensen.
Wetenschappelijke vooruitgang is vaak bewerkstelligd door flexibel om te gaan met de categorieën en de scheidslijnen. In de natuurkunde zijn de betekenissen van “energie,” “warmte,” “golf” etc. in de laatste tweehonderd jaar heel erg veranderd. In wetenschap behoort het om inzicht & verklaring te gaan. Definities verklaren niets. Vasthouden aan definities of je er druk om maken is een vorm van intellectueel verkrampen. Dit is voor mij de heel zinvolle boodschap van die prachtige Strandbeesten van Jabr en Jansen. Ik heb echt genoten van dat filmpje.
Ragnar764 says
Met definities zullen je toch kenmerken van begrippen moeten proberen te omschrijven (in zoverre mogelijk dan), ook definities blijven aan verandering onderhevig, maar wat zou dan een alternatief zijn voor het trachten te definiëren van bijv een fenomeen wat we nog niet helemaal in kaart hebben, nadat er onderzoek naar is verricht en de bevindingen hiervan op schrift moeten worden gesteld.
En wat ik al stelde, de definitie van leven wordt steeds verder opgerekt, als we echt zouden weten wat leven nu precies is, dan hadden we allang kunstmatig leven gecreëerd.
Martin_Bier says
Een “fenomeen” definieer je natuurlijk niet. Definiëren is iets wat je doet met een begrip. Een fenomeen kun je beschrijven. Wat mij betreft zijn er twee soorten beschrijvingen: (1) heldere, begrijpelijke en (2) onduidelijke, onbegrijpelijke. Door hun weinig intuïtieve benadering produceren DefinitiePuristen voor mijn gevoel vaker de tweede soort beschrijving.
Je schreef “als we echt zouden weten wat leven nu precies is, dan hadden we allang kunstmatig leven gecreëerd.” Misschien begrijp ik het verkeerd, maar het lijkt me geen houdbare stelling. Moet je weten wat een auto precies IS, voordat je er in je garage één in elkaar kunt gaan zetten? Heb je een perfecte en sluitende definitie van een auto nodig voordat je er één kunt gaan bouwen? Natuurlijk niet! Die constructie is een kwestie van een goede bouwtekening en het maken of bestellen van de juiste onderdelen. Advies van een semanticus is wel het laatste wat je bij die constructie nodig hebt.
Ragnar764 says
Mijn eerste zin was dat je met definities kenmerken van begrippen kunt proberen te omschrijven, een fenomeen (leven) is een duidelijk waarneembaar verschijnsel, want je ziet het uiteindelijk dagelijks om je heen, maar impliceren jouw conclusies dat je in staat bent vanuit een “intuïtieve” benadering een heldere begrijpelijke omschrijving van het fenomeen “leven” te kunnen geven.
Je schreef: Misschien begrijp ik het verkeerd, maar het lijkt me geen houdbare stelling.
Je zult wel over ietwat achterliggende kennis (het in staat zijn om een bouwtekening te maken) moeten beschikken voordat je in staat bent een auto te construeren die wel enigszins vooruit of achteruit wil, om deze vergelijking even door te trekken, we zijn al staat leven genetisch te manipuleren, ik ben ervan overtuigd, als onze kennis zich nog verder zou verdiepen, er zeer zeker pogingen in het werk gesteld zouden worden om kunstmatig leven te creëeren. Wat zou wetenschappers daarvan moeten weerhouden dan? Een gedateerd linkje over een poging hieromtrent, maar nog enigszins omstreden. Je hoort er trouwens niets meer over, zeker met een sisser afgelopen.
http://www.scientias.nl/doorbraak-wetenschappers-creeren-leven/9278
Theo v.bergen says
Als je dat stukje goed leest is het misleidend, wetenschappers creëren geen leven maar gebruiken leven. Ze veranderde dna en plaatste het in een bacterie, die van het dna was ontdaan, dat is geen leven creëren. Ze veranderde het dna van de bacterie, ze gebruikte daarvoor de bacterie. Wat een onnozele zin als je dan leest, ze schiepen leven uit niets.
Ragnar764 says
Wat leven echt is dat weten we niet. (misschien maar goed ook, want denk eens aan de consequenties als de mens in staat zou zijn kunstmatig leven te scheppen).
Theo v.bergen says
Het enige wat ik tot nu begrijp is dat ze het DNA veranderen,
daarmee creëren ze levensvormen die niet zijn voortgebracht door evolutie, in die zin is het nieuw leven. Maar dat deden biologen toch al heel lang? Welke planten of o.a. hondenrassen zijn nog natuurlijk, dat wil zeggen oorspronkelijk?
Ragnar764 says
Theo, genetisch manipuleren is iets anders dan leven creëeren.
http://www.wetenschap24.nl/videos/spinoza-te-paard/afleveringen/2009/spinoza-te-paard-waarom-we-geen-leven-kunnen-maken-bert-meijer.html
Dat een Chihuahua van een wolf afstamt zou je ook niet zeggen.
Het zijn trouwens wel leuke beestjes en nog pittig ook.
Goeie vraag, welke planten of hondenrassen zijn nog oorspronkelijk.
http://www.beesies.nl/animals/wolf.htm
Prachtige dieren, wolven, gezamenlijk huilen versterkt het groepsgevoel, het zijn net mensen. 🙂
Theo v.bergen says
Wat is dat trouwens een mooi filmpje.
Het zijn inderdaad net levende wezens,
een definitie van leven, een mechaniek die ‘levend aandoet’
en tot leven komt door wind.
Bij wind denk je ergens ook aan ‘adem’.