Opmerkingen bij het Skepsiscongres van 2 november 2019
Big History is een fascinerend onderwerp. De grote promotor van Big History is David Christian (1946), van oorsprong een historicus. Zijn meest recente boek (uit 2018) over dit onderwerp heeft als ondertitel ‘het waanzinnige wetenschappelijke ontstaansverhaal van de mens, de wereld en het universum’. Wie alle facetten van dat ‘waanzinnige verhaal’ wil doorgronden moet bijna wel een universeel geleerde zijn. Dat soort mensen is sinds de Renaissance uitgestorven. Als wetenschappelijke discipline is Big History dus interdisciplinair XL. Dat kan alleen als er academici zijn met een ruime blik, het type dat uitstijgt boven de eigen specialisatie, die ‘silo’ waar Charles Mann het in zijn bijdrage op het congres over had.
En voor de verspreiding van het verhaal zijn er goede populariseerders nodig, filosofen die kunnen uitleggen hoe wetenschap werkt en didactisch begaafde leraren. Constance van Hall en Joris Burmeister, docenten aan het Roland Holstcollege in Hilversum, zijn zulke leraren. Ze legden op het congres met veel verve uit hoe ze in de havo/vwo-bovenbouw van hun school sinds 2012 in plaats van Algemene Natuurwetenschap het vak Big History geven. Ik werd helemaal blij van hun presentatie. Met deze formule slaan ze meerdere vliegen in één klap. Ze overbruggen de ‘kloof tussen alfa en bèta’: de bètas leren over de geschiedenis van de natuurwetenschap, de alfas over evolutiebiologie, geologie, scheikunde en natuurkunde. Overkoepelend is het leerdoel dat leerlingen weten hoe wetenschap werkt en waarop wetenschappelijke claims zijn gebaseerd. En dat allemaal in het kader van goed onderbouwde kennis van het wetenschappelijke ‘oorsprongsverhaal’ dat naar mijn idee het eigentijdse equivalent vormt voor allerlei religieus geïnspireerde oorsprongsverhalen uit vroeger tijd.
Sapiens
Yuval Harari’s boek Sapiens behandelt van de 13,8 miljard jaar Big History alleen pakweg de laatste 200.000 jaar, de periode waarin de mens op het toneel verschijnt. Het boek heeft één centrale, heldere en intrigerende hoofdvraag: Hoe is het mogelijk dat een weinig belangwekkende diersoort als Homo sapiens de planeet heeft veroverd? Harari is geen specialist in alle vakgebieden die nodig zijn om de geschiedenis van de mensheid te schetsen. Hij kan dus niet anders dan een synthese geven van wat hij (uit het perspectief van een generalist) uit al die vakgebieden heeft gepeurd. Het lijkt mij onvermijdelijk dat hij dan uitglijders maakt, waar de specialisten zich dan weer als vlooienpikkers op kunnen storten. Hetzelfde overkwam Geert Mak toen hij zijn ‘breedbeeldboeken’ ging publiceren. Dat vlooienvangen is overigens prima en noodzakelijk, maar waar ligt dan het punt dat een boek in zijn geheel afgewezen moet worden?
Jan Willem Nienhuys was niet te spreken over Sapiens, zoals hij uit de doeken deed bij zijn presentatie op het congres. Voor zover ik heb onthouden was dat vooral vanwege een in zijn ogen fout gebruik van termen als ‘religie’ en ‘ideologie’ en een onjuiste weergave van de wetenschappelijke revolutie van na 1500. Harari moest het daarbij met name ontgelden omdat hij aan Francis Bacon (1561-1626) belang toekent.
Bacon
Nienhuys betoogde dat Bacon niets maar dan ook niets heeft bijgedragen aan de inhoudelijke ontwikkeling van de natuurwetenschap en hij weidde smakelijk uit over diens vreemdsoortige wetenschappelijke inzichten. Wie in de onvolprezen DBNL te rade gaat bij E.J. Dijksterhuis’ De mechanisering van het wereldbeeld, deel IV, paragraaf 183-193 (even scrollen naar de juiste plek), leest daar onder andere ‘Niets is gemakkelijker dan zijn [Bacons] tekortkomingen breed uit te meten’ (p. 442 onderaan). Nienhuys deed precies wat Dijksterhuis in 1950 beschreef.
Over Bacons rol in de ontwikkeling der natuurwetenschap bestaan uiteenlopende oordelen. Dijksterhuis erkent de tekortkomingen die Nienhuys opsomde volmondig. Maar Dijksterhuis ziet ook Bacons verdiensten: diens pleidooi voor de empirische methode, een betere organisatie van het wetenschappelijk bedrijf en de visie dat wetenschap in de verbinding met techniek bij kan dragen aan de lotsverbetering van de mensheid. Daarnaast prijst Dijksterhuis Bacons ‘grote literaire begaafdheid en briljant aforistisch vermogen’. Bacon vertolkte de inzichten van de zelfstandig denkende enkelingen in de wetenschap zo krachtig en overtuigend ‘dat ze voor altijd in het geheugen der mensheid ingeprent zouden blijven’ (p. 437).
Wie dit in ogenschouw neemt begrijpt waarom Harari juist Bacon noemt. Deel vier van Sapiens gaat over de wetenschappelijke revolutie, een term die bij Harari slaat op het tijdvak van 1500 tot nu (Sapiens, p. 269). De nadruk ligt op wat die voor de mensheid heeft betekend, niet op de inhoudelijke ontwikkeling van alle vakgebieden zelf. De essentie van de wetenschappelijke revolutie was volgens Harari ‘de ontdekking van de onwetendheid’, een aforistische manier van zeggen om het groeiende besef aan te duiden dat kennis over de wereld niet was geopenbaard in de heilige geschriften, zoals de middeleeuwse Scholastiek aannam. Integendeel, kennis over de wereld moest juist (uit)gevonden worden door de mens zelf, met experimenten en ontdekkingsreizen. Dat kon alleen plaatsvinden binnen een goed georganiseerde en gefinancierde structuur. Bacon was de eerste invloedrijke vertolker van dit gedachtengoed en daarmee de heraut van de moderne wetenschap.
Eindoordeel
Helaas kwam Nienhuys in zijn recensie van Sapiens niet toe aan een oordeel over de hoofdlijn van het boek. Hij refereerde slechts aan de kritiek van Charles Mann (Wall Street Journal, 6 feb. 2015) dat het boek misschien wel te veel missers heeft om te kunnen standhouden. Mann geeft in zijn stuk echter een prachtig slotoordeel waarin hij Harari ook duidelijk krediet geeft: ‘I like the book’s verve and pop but wish it didn’t have all those fleas’. Antropoloog Christopher Hallpike is strenger, hij vindt Sapiens geen serieuze bijdrage aan de wetenschap, het is slechts ‘infotainment’ (2017, hallpike.com). Maar toch, ook hij geeft Harari enig krediet: ‘It would be fair to say that whenever his facts are broadly correct they are not new, and whenever he tries to strike out on his own he often gets things wrong, sometimes seriously.’ Al met al doet de tegenstrijdige waardering van Harari’s Sapiens mij denken aan hoe er over het belang van Bacons werk wordt gedacht.
Religie en verbindende verhalen
Een belangrijk inzicht van Harari is de rol van de verbeelding in de mensengeschiedenis. Doordat sapiens beschikt over fictie in de vorm van mythen, religies en ideologieën is hij in staat zich verbonden te voelen en samen te werken met soortgenoten die hij niet persoonlijk kent. Anders gezegd: ‘fictie houdt de boel bij elkaar’. Dat verschafte sapiens een enorm evolutionair voordeel. Het geheim lag dus niet zozeer in de ontwikkeling van taal op zich, maar in wat sapiens daarmee deed en doet. Harari stelt zich in Sapiens impliciet op een atheïstisch standpunt, echter zonder religie te verketteren. Integendeel, met zijn nadruk op het belang van verbeelding erkent Harari de belangrijke rol van religie in de geschiedenis van de mensheid. Deze inzichten zijn helemaal niet nieuw, maar ze worden wel op een aansprekende manier in een grotere samenhang verteld en overal in de wereld gelezen, ook in landen en talen waar het religieus fundamentalisme de overhand heeft. Sapiens verschaft zo het verbindende verhaal waarvan het zelf beweert dat de mensheid dat nodig heeft. De centrale waarde die het boek uitdraagt is volgens mij ‘De mensheid is één’, wat past bij globalisering en klimaatcrisis.
De presentatie van Nienhuys op het Skepsiscongres
Over Francis Bacon:
- Het plagiaat van Lord Francis Bacon door Eric-Jan Wagenmakers – Skepter 32.2 (2019)
- Justus von Liebig over Francis Bacon – vertaling op de Skepsis website
Ton de Graaff says
Ik ben het eens met Teake’s oordeel over Nienhuys’ kritiek op Bacon. Bacon stond met één been in de Middeleeuwen en met het andere zette hij als één der eerste een grote en cruciale stap op het terrein der wetenschap. Door met de bril van het heden slechts naar het middeleeuwse been van Bacon te kijken, bewijst hij deze vader van de empirische wetenschap, en daarmee deze wetenschap zelf, een slechte dienst.
De lofzang van Hariri op religie en ideologie als bronnen van verbinding en samenwerking komt op mij tamelijk naïef over. Beide worden van oudsher gekenmerkt door zwart-wit denken (God – duivel, gelovige – ketter, communist – vijand van het volk e.d). Ook zijn zij veelal een probaat middel tegen kritisch nadenken en nieuwsgierigheid. Gelukkig zijn in het Westen de scherpe kanten van beide eraf geslepen door Humanisme en Verlichting.
RV says
Ik ben een groot voorstander van Big History, van het vertellen van het grote verhaal van de mensheid, die de taal uitvond en zich verbeeldde dat er zoiets als geest bestond. Van dier tot hier.
Maar er is een zeer groot maar. De werkelijke geschiedenis bestaat niet uit grote lijnen maar uit wirwarrige details. We proberen weliswaar ons verleden in grote lijnen te schetsen maar al met al zijn er nauwelijks grote lijnen.
RV says
Ook moeten we uitkijken voor wat ik het dualistisch monolitisch denken noem: bijvoorbeeld de duistere Middeleeuwen versus de Renaissance. Zo duister waren de Middeleeuwen niet en zo verlicht was de Renaissance niet. En beide tijdperken kenden een interne, vaak dynamische diversiteit.
https://en.wikipedia.org/wiki/God%27s_Philosophers
Een boek dat leest als een trein, soms zelfs als een sneltrein die helaas niet de tijd neemt om her en der detaillistisch te boemelen. En een boek dat her en der aan misplaatste polemiek lijdt. Maar toch ook een boek dat recht wil doen aan de rijkdom van de hoog- (en laat)middeleeuwse filosofie.
https://www.academia.edu/27610256/James_Hannam_God_s_Philosophers._How_the_Medieval_World_Laid_the_Foundations_of_Modern_Science
Jan Willem Nienhuys says
Kort samengevat, mijn kritiek op Harari is dat hij over de oergeschiedenis van de mensheid niks nieuws vertelt, dat hij niet snapt wat religie is en dat hij niet snapt wat wetenschap is.
Ik ben over religie heel kort geweest. Harari beschouwt religie als een systeem van normen en waarden (=goeddoenerij) dat van een ‘bovenmenselijke’ instantie komt. Met dat ‘bovenmenselijk’ kun je alle kanten op, en dat doet hij dan ook. Het humanisme is ook een religie, met als gevolg dat Hitler ook een humanist was, want die beschouwde evolutie (= het ontstaan van de übermensch) als een bovenmenselijk principe.
Als iemand een onzinnige defintie van religie geeft met als onzinnig resultaat dat het humanisme een religie is en dat het nazisme een vorm van humanisme is, dan hoeven we verder zo iemand op het punt van wat religie is niet meer serieus te nemen.
Ook van wetenschap geeft hij een onzinnige definitie, die erin uitmondt dat hij Francis Bacon aanziet voor de grote wegbereider van de wetenschap. Maar:
Bacon liet in zijn boeken duidelijk merken dat hij zichzelf als een genie beschouwde die wel eens even zou vertellen hoe je wetenschap moest doen, Vóór hem was er geen wetenschap. Copernicus, Kepler en Galilei waren maar zielloze rekenaars. De filosofen hielden zich alleen met ‘syllogismen’ bezig. Gilbert was een idioot die zich verloor in zinloos gepruts (de resultaten van de ‘gepruts’ wou Bacon dan wel vermelden, maar zonder bronvermelding) en Harvey niet de moeite van het noemen waard.
In feite was de wetenschap al heel aardig op gang en meteen een mooie demonstrtie van Harari’s ongelijk. Harari beweert namelijk dat wiskundige verwerking van resultaten essentieel is voor wetenschap. Wat voor wiskundigs is er aan de biologie van die tijd en zelfs aan de evolutieleer? Hoeveel wiskunde heb je nodig voor anatomie en fysiologie?
Bacon zou de experimentele methode hebben aanbevolen (alsof de door hem verguisde Kepler en Galilei en Gilbert die niet allang aan het toepassen waren, evenals trouwens Harvey en tientallen zo niet honderden anderen). Maar op het punt dat hij dan zelf gaat voordoen hoe het moet, blijkt zijn ‘experimentele’ methode te bestaan uit het overschrijven van allerhande kletskoek en is hij ook niet vies van verzonnen experimenten die hij niet eens gedaan heeft, waarna volgens een onnavolgbaar systeem die verschillende verhaaltjes worden behandeld als getuigen in een strafproces. Zo gaat de wetenschap nou net niet. Wetenschappers zijn allergisch voor tegenspraken. Het is dan ook weinig verwonderlijk dat Bacon met zijn warmtetheorie (die hij aanvoerde als hét voorbeeld van hoe je wetenschap op zijn manier moest doen) de plank volkomen missloeg.
Tot slot, de wetenschappelijke tijdgenoten van Bacon hebben zich niets van hem aangetrokken. Die gingen gewoon door met echte wetenschap doen. Bacon is pas door de encyclopedisten op een voetstuk gehesen.
En de grote lijn in het boek is (volkomen misplaatst) westers triomfalisme. Had ik dat gemist? Opscheppen over zaken waar ‘wij’ (Europeanen en Noord-Amerikanen) ons over zouden moeten schamen.
RV says
Aan JW
Over religie wordt veel onzin verteld, met name door atheïsten. 🙂
Is het niet zo dat wij in Nederland “Gallileï” (Gallileeji) (Khallileeji) zeggen in plaats van “Gallilei” zeggen?
Dat Bacon een barok warhoofd was, geloof ik wel. Maar hoe is die man zo beroemd geworden? Dankzij de encyclopedisten, zeg jij, en vooral dankzij D’Alembert. Hmmm, ik betwist dat niet. Ik weet weinig van de receptie van Bacon. Maar die receptie is dus wel cruciaal binnen je onderwerp.
En wat te denken van John Locke? Een soort Bacon 2.0?
Het gaat mij niet om welles en nietes. Maar om de problemen van de zogeheten Big History een beetje boven tafel te krijgen. Of om bij jou aan te haken, om zin en onzin te schiften. Wellicht is dat toch de mooiste definitie van scepticisme: schiften van zin en onzin.
Jan Willem Nienhuys says
Voltaire deed ook mee aan die verheffing van Bacon. Zo werd er beweerd dat Newton’s Principia tot stand waren gekomen op Baconiaanse beginselen. Toevallig weten we precies hoe die Principia tot stand zijn gekomen. Newton had uit de wetten van Kepler afgeleid dat de aantrekkingskracht van de zon omgekeerd kwadratisch van de afstand afhing, en ook ingezien dat de beweging van de maan om de aarde eveneens berustte op zo’n omgekeerd-kwadratische wet voor de gewone aantrekkingskracht van de aarde.
Toen later Halley bij hem op bezoek kwam om hem om raad te vragen over juist dat probleem had Newton het manuscript al ergens liggen, hij kon het alleen niet ze vlug meer vinden en stuurde het pas later op.
Halley werd toen zo enthousiast dat hij Newton met veel moeite kon overhalen om er een boek over te schrijven. Dat werd eene boek waarin de gehele theorie helemaal met euclidische meetkunde (échte wiskunde) werd uitgelegd. Newton beschikte wel over infinitesimaalrekening, maar die vond hij te heuristisch om in publicaties te gebruiken.
Bacon had niet zoveel te melden over zwaartekracht. Hij verafschuwde wiskunde en meende dat een steen zwaar is omdat-ie terug wilde waarnaa hij vandaan kwam. Vandaar dat een stuk erts onderin een mijn maar een derde weegt (twee mannen zijn nodig om het in beweging te krijgen) van wat het aan de aardoppervlakte weegt (zes mannen). Dat had Bacon ergens gelezen en waarschijnlijk zelfs maar half begrepen.
Je zou kunnen denken dat Newtons opvatting ‘ik beschrijf alleen de verschijnselen’ namelijk van de zwaartekracht en geen vermoedens over het ‘hoe’ van die kracht op de een of andere manier terug te voeren is op Bacon. Maar Bacon heeft zware kritiek op Copernicus en Galilei omdat die, vooral Copernicus uitsluitend erin geïnteresseerd was om de getallen goed te krijgen. Het grote schandaal in de astronomie dat Copernicus tot zijn werk aanzette was dat er voor de maan twee tegenstrijdige theorieën waren: een die de plaats aan de hemel weliswaar goed beschreef, maar waarin de maan soms wel tweemaal zo dichtbij stond als op andere ogenblikken, en een andere waarin de grootteveranderingen wel klopten, maar de plaats totaal niet. Dat je je om zo iets druk zou maken, daar had Bacon totaal geen boodschap aan.
Harari heeft wel gelijk in zoverre dat de indrukwekkendste hoogstandjes van wetenschap in de 17de eeuw een sterk wiskundige inslag hadden (nl. in de astronomie) maar daar had Bacon niets mee te maken. Die combinatie van wiskunde en sterrenkunde ging eigenlijk al terug tot Ptolemeus en was ook enthousiast beoefend door de Arabische wetenschappers (die ook al miskend worden door Harari).
Hans1263 says
@ RV
Ik haak even serieus in bij de zin dat over religie veel onzin wordt verteld, met name door atheïsten. (en ja, ik heb het icoontje gezien). Dat zou best zo kunnen zijn maar is het dan niet in eerste instantie aan de gelovigen hun geloofsleer uit oeroude woestenijen en duffe antieke boeken eens duidelijker, scherper gedefinieerd en vooral héél véél geloofwaardiger te maken? En ook… zich er eens consequent naar te gedragen. Zo moeilijk kan dat toch niet zijn? Of toch misschien wél? In sprookjesachtig Zweefland vráágt men er toch om dat die vervelende atheïsten altijd weer het feestje komen bederven met hun rechtlijnige rationaliteit en met dat lastige scheermes, weet u wel?
RV says
Beste Hans
De discussie over hoe ongelovigen het geloof benaderen en dienen te benaderen, is er één van vele facetten en aspecten.
Voordat men een geloof afserveert, dient men het eerst goed weer te geven. En daaraan schort het nogal eens. En ja, ook gelovigen op hun beurt weten nauwelijks wat het ongeloof behelst. Aan weerskanten nogal wat onbegrip.
Is het geloof per se gekant tegen de wetenschap? Nou, nee. Waarom wel? Wel is het zo dat in historisch opzicht het geloof nogal onverdraagzaam is. Je hoort christenen wel dwepen met de gelovige Newton maar zelden met de ongelovige Koerbagh, die vanwege zijn scepticisme gevangen is gezet.
Maar toch, verdraagzaamheid is eerder een westerse deugd, zij het pas vanaf ongeveer 1700, dan een niet-westerse deugd. En dit is dus wellicht een kritiekpuntje op JW.
🙂
RV says
Een voorbeeldje van nepinformatie over het christendom?
https://mainzerbeobachter.com/2020/02/06/prebunking-valentijnsdag/
Hans1263 says
Geachte RV,
Ik voel me in niets verplicht alvorens ik een geloof “afserveer” dit “goed weer te geven”. Ik reageer wél met afkeer op onzinnigheden en sprookjes die gelovigen ( regelmatig met dubbele agenda) de maatschappij met gelovige onverdraagzaamheid door de strot proberen te duwen, zaken die vaak volgens gelovigen nu eenmaal zo waardevol zijn omdat ze zo oud zijn. Voor de rest mag iedereen wat mij betreft geloven wat-ie wil, als men maar niet anderen hindert en benadeelt.
RV says
Aan JW
OK, Bacon was een warrige propagandist van de wetenschap en had nauwelijks kaas gegeten van echte wetenschap.
Maar wat is dan wel de juiste wetenschappelijke methode als er al zoiets bestaat en zelfs kan bestaan?
Jan Willem Nienhuys says
Het is niet zo makkelijk om ‘de’ wetenschappelijke methode te karakteriseren. Daar zijn dikke boeken over geschreven.
Op het allereenvoudigste niveau kun je zeggen dat het gaat om de verbinding van theorie met praktijk. Dus niet alleen maar achter de schrijftafel dingen gaan zitten bedenken, maar ook de handen uit de mouwen steken.
Vervolgens is een flinke allergie ‘voor wat niet klopt’ ook wel een vereiste. Als je een proef doet: herhalen. Actief zoeken naar manieren om je eigen resultaten tegen te spreken. Daar valt natuurlijk ook onder: je vondsten voorleggen aan gelijkgestemden (= publiceren) en ze zo blootstellen aan kritiek.
Ik vrees dat de criteria voor wat ‘wetenschappelijk’ is van vak tot vak wisselen en ook in de loop der tijden.
Het verhaal gaat dat Bacon een longontsteking opliep bij de uitvoering van een ‘experiment’. Zittend in zijn (verwarmde) koets zag hij een boerin die geslachte kippen verkocht. In het plotselinge ingeving stapte hij uit de koest, kocht zo’n kip en styopte die vol met sneeuw die overal lag. Het idee was dat de koe van de sneeuw het bederf zou kunnen remmen.
Kennelijk was die overgang van de warmte van zijn koets naar de koude buitenlucht te veel voor hem, hij liep een kou op en stierf korte tijd later.
Althans zo gaat het verhaal.
Maar dat is natuurlijk een idiote manier van experimenteren. Op zijn minst had-ie 2 kippen moeten kopen en 1 kip niet behandelen. En waarom zou hij denken dat het conserverende effect zou aanhouden nadat de sneeuw gesmolten was? Zijn er geen andere manieren om een kip permanent te bewaren bij een temperatuur van omstreeks het vriespunt? Etc. etc.
Dat i
Hans1263 says
Het was dus al koud, want er lag sneeuw. Misschien had de sneeuw in de kip enig extra resultaat, maar de geslachte kip zal ook zonder sneeuwvulling bij die koelkasttemperatuur wel enige tijd goed zijn gebleven. Een rommelige proef dus.
Renate1 says
Je moet dus met meerdere kippen gaan werken en ze allemaal onder andere omstandigheden bewaren. Op die manier kun je bepalen hoe de kip het langste goed blijft. Helpt een sneeuwvulling, of is het voldoende om de kip gewoon in de vrieskou te leggen.
Hans1263 says
Het is dus in dit geval wel heel simpel om “de wetenschappelijke methode” te kiezen resp. voor de hand liggende fouten in de toegepaste methode aan te wijzen, wat de heer Nienhuys ook al benoemt.