Van 22-24 september vond in Amsterdam de 12e Internationale Conferentie van Société Internationale d´Ethnologie et de Folklore (SIEF) plaats. De leden bestuderen alternatieve geneeswijzen als cultureel fenomeen. Hieronder een indruk van wat er zoal besproken werd.
Complementary Alternative Medicine (CAM) heeft meer gemeen met religie dan met geneeskunde, maar dat is niet hoe het wordt gecommuniceerd, vertelt Candy Brown, hoogleraar godsdienstwetenschappen aan de Universiteit van Indiana, als we na afloop van het congres met sprekers en belangstellenden door een van de smalle straatjes van Amsterdam lopen op weg naar een café voor de afsluitende borrel. Brown die als keynote speaker het congres opende begrijpt waarom ik teleurgesteld afhaakte bij de studie natuurgeneeskunde, CAM heeft zichzelf culturele legitimiteit verschaft omdat het zich voordoet als wetenschap. In de VS zie je veel CAM praktijken in ziekenhuizen, maar dat is niet omdat medici dit graag willen, ziekenhuizen zijn er meer als hier commerciële instellingen die met het aanbieden van CAM een bredere groep patiënten wil aantrekken. Daarnaast hebben skeptici het moeilijker vanwege het Amerikaanse rechtssysteem. Volgens Brown is hun invloed in Nederland veel groter.
Ze schreef het boek The Healing Gods: Complementary and Alternative Medicine in Christian America waarin ze de vraag opwerpt of we CAM als een seculiere dan wel religieuze therapievorm moeten opvatten (en welke ethische consequenties dat met zich meebrengt.) Want als praktijken zoals yoga, acupunctuur en Reiki inherent religieus zijn, is de huidige manier waarop ze worden aangeboden, nl. als seculiere methoden, in strijd met ethische regels. Vooral de integratie van CAM in medische centra kan mensen op het verkeerde been zetten als er niet bij wordt verteld dat het veronderstelde werkingsmechanisme is gebaseerd op metafysische aannames zoals een universele levenskracht. Brown benadrukt het belang van instemming: Patiënten en consumenten hebben recht op correcte informatie op basis waarvan zij al dan niet kunnen instemmen met een behandeling. En hoewel Brown vooral gericht is op het spanningsveld christelijke versus niet-christelijke religies onderschrijf ik haar pleidooi wat betreft de ethiek van het geven van juiste informatie.
Bij de overige deelnemers kwam de ethische kwestie niet echt aanbod, wel veel aandacht was er voor de verschuivende plaats die spirituele en alternatieve healing praktijken maatschappelijk gezien innemen. Al sinds de jaren 1960 is sprake van een opmars, en zijn langzamerhand steeds meer alternatieve praktijken onderdeel gaan uitmaken van de mainstream cultuur. Behalve het aantal onconventionele therapieën is ook het aantal mensen dat er gebruik van maakt enorm gestegen waardoor het een relevant sociaal fenomeen is geworden aldus de congresfolder. In de lezingen komt een brede waaier aan internationale praktijken voorbij, van Nederlandse health bloggers tot een Braziliaanse faith healer en van IJslandse verpleegsters die CAM voorstaan tot een Katholieke kathedraal in het Poolse Kraków dat sinds de ontdekking van de daar gelegen ‘’aard chakra’’ steeds meer bezoekers trekt.
Organisator van het Congres prof. Peter Jan Margry (tevens spreker op het Skepsis-congres 2016) opent op donderdagochtend de conferentie. In het zaaltje van het Allard Pierson museum zitten zo’n 30 geïnteresseerden van wie er 23 ook spreker zijn. Margry heeft het over de domestication of alternative medicine in Nederland. In vogelvlucht komen voorbij de Greet Hofmans affaire uit de jaren vijftig die bijna tot een politieke crisis leidde, Jomanda die in de jaren tachtig en negentig met haar healingshows duizenden bezoekers trok tot zij in 2000 door de zaak Millecam in discrediet werd gebracht. Daarna had je genezeres Lenie de Boer uit Ridderkerk die ook haar zalen vol kreeg, maar onder de radar van de media bleef. Zij putte inspiratie uit de Italiaanse healer Padre Pio en liet bij haar dood in 2013 een geldsom na aan het Meertens Instituut dat de financiële middelen verschafte voor dit congres.
Tegenwoordig zijn alternatieve praktijken minder apart dan vroeger en sommigen zijn zelfs gewoon geworden zoals yoga en supplementengebruik. Daarnaast heb je ook nog steeds minder aangepaste vormen zoals de ‘’underground spiritualiteit’’ van de in Italië ontstane Damanhur community. Zij geloven dat ze een methode hebben om kanker te genezen.
Margry hield een enquête onder 1400 deelnemers waaruit bleek dat de helft van hen opgeeft alternatieve behandelingen te ondergaan, van hen blijkt 84 procent hoger opgeleid. Alternatieve therapievormen mogen dan niet werken maar ze helpen wel en dat is de reden dat ze geaccepteerd zouden moeten worden, zegt Margry. En als voorbeeld noemt hij hoe het gegaan is met mindfulness. Ik begreep eerlijk gezegd niet zo goed wat hij hiermee wilde zeggen, want maatschappelijke acceptatie is er toch al?
De volgende lezing van de Griekse aan de Universidade Nova de Lisboa verbonden post doc Eugenia Roussou ging over spiritualiteit en healing in Griekenland en Portugal. Nog niet zo lang geleden stond de bevolking vooral aarzelend tegenover niet reguliere religie en geneeskunde. De new age-beweging creëerde ruimte waardoor holistische methoden op meer acceptatie konden rekenen. Door multiculturalisme, globalisatie en de huidige sociaal economische crisis zijn beide landen door een proces van transformatie gegaan. In de context hiervan zijn allerlei spirituele praktijken van yoga en traditionele Chinese geneeskunde tot sjamanistische healing en Tarot meer en meer populair geworden.
Dan volgen enkele bijdragen die gaan over Braziliaanse spiritualiteit. Hoogleraar in de antropologie aan de Universidade Nova de Lisboa Clara Saraiva vertelt hoe Portugal fungeert als een soort ingang voor Afro-Braziliaanse religies. Vooral na 1974 kwamen er veel Afrikaanse en Braziliaanse immigranten. Een centraal idee is dat goden zich wenden tot mensen in een ritueel, ze doen dit met hun energie, ze praten niet. Belangrijk is ook het concept balans uit de Afro-Braziliaanse syncretische religie Umbanda: wie spiritueel uit balans is loopt het risico ziek te worden, een ritueel kan bescherming bieden of de balans herstellen. Brazilië kent vrijheid van religie, maar in de praktijk geldt je als aanhanger van een Afro-Braziliaanse religie als activistisch.
Erin P. More, hoogleraar antropologie aan de Univerity of Southern California, en ass. prof. Cristina Rocha, verbonden aan de Western Sydney University in Australië, deden studie naar de internationaal bekende Braziliaanse faith healer John of God.
In Brazilië is het een populair gebruik om spirituele healers te bezoeken. Artsen genezen alleen het lichaam is het idee, maar dat is niet genoeg, een zieke geest blijft het lichaam infecteren. John of God sluit aan bij deze traditie en kent ook spiritistische invloeden. En er is sprake van persoonsverheerlijking.
John of God (João Teixeira de Faria) werd geboren op 24 juni 1942 in Cachoeira da Fuaca, Goiás in Brazilië. Hij begon zijn carrière als arme kleermaker, later werd hij healer en succesvol zakenman, zo’n tien jaar geleden brak hij internationaal door als genezer. Hij zou analfabeet zijn maar de sprekers geloven dit niet, het is onwaarschijnlijk voor iemand met een succesvol bedrijf en kinderen met goede banen als tandarts en advocaat. Hij ziet zichzelf als een onbewust medium, hij weet van niets maar raakt in trance en wordt dan als medium gebruikt door veel verschillende spirits.
Tijdens sessies in zijn Casa die hij een spiritueel ziekenhuis noemt draagt hij een lange witte jas, ook de andere aanwezigen moeten in het wit. De dag begint met testimoniums, aan de muren hangen afbeeldingen van John of God en Jezus naast elkaar. De Britse auteur Cash Peters beschreef de Casa als een themapark voor gelovigen, bij binnenkomst mag je drie wensen doen. Verder bestaat de dag uit veel wachten, soms tot wel 3 uur lang, dit leidt niet tot gemopper maar heeft juist een hypnotisch effect, de verwachting groeit. Als je eindelijk aan de beurt bent krijg je een recept, hij schrijft iedereen dezelfde pillen voor namelijk passiebloem, maar toch zijn ze persoonlijk, je neemt geen pil van iemand anders.
Dan is het tijd voor Physical surgery. Het is geen nepoperatie zoals bij de Filipijnse faith healers, er wordt echt gesneden en pijn voelen wordt gezien als falen. Het zijn vooral mannen die graag de fysieke operatie ondergaan, het is een beetje een macho ding. (Er is ook een zachtere variant). Na de operatie ga je naar de recovery room. Hoe zit het juridisch met deze operaties, zijn er geen aanklachten? Vraagt iemand uit het publiek. Wonderlijk genoeg houden veel mensen er niets aan over, toch zijn er wel rechtszaken en er gebeuren soms ongelukken, maar John of God heeft goede advocaten en komt er mee weg.
Wat vinden de onderzoekers er zelf van? Beiden zijn sceptisch over de methode maar konden dit tijdens het veldonderzoek niet laten blijken, Rocha vraagt zich af of ze nog welkom is in de Casa als haar boek gepubliceerd is. Ze concludeert dat mensen graag iets willen geloven, dat is waardoor ze zich beter voelen.
Ook enkele andere sprekers deden casestudies naar meer of minder bekende opmerkelijke personen. Zo sprak prof. Leonard Norman (Cabrini University, Radnor, Pensylvania, USA) over de in China tot regulier arts opgeleide Chan, die als emigrant in de VS stopt met reguliere geneeskunde, christelijk wordt en gaat werken als massagetherapeut en acupuncturist. Hij beschouwt zichzelf niet als een traditionele acupuncturist, maar als een christelijke healer, Gods genezende krachten komen tot de mensen via acupunctuur.
Marko Uibi, PhD (University of Tartu Estonia), vertelt over enkele Estlandse genezers: Kaika Laine, een kruidenvrouwtje en Luule Viilma die oorspronkelijk was opgeleid als gynaecoloog. Zelfs al in de jaren tachtig waren zij enorm populair terwijl de overheid toen erg tegen was. Volksgeloof heeft het Sovjet-regime beter overleefd dan de kerk: 16-18 procent van de bevolking gelooft in God, terwijl 50-54 procent in geesten en spirituele genezing gelooft. 77 procent denkt dat sommige mensen genezende krachten hebben.
Caroline van der Stiggele, PhD religie studies KU Leuven, deed een casestudie naar Eric Gomes, een Vlaamse pionier op het gebied van Yoga. In 1962 was hij de eerste yogaleraar in Gent en in 1970 promoveerde hij aan de Rijksuniversiteit te Gent op een proefschrift over de biomechanica van de hatha-yoga. Rama Polderman was een van zijn docenten, verder was hij beïnvloed door Randolph Stone, de ontwikkelaar van de polariteitstherapie, een energetische alternatieve geneeswijze die werkt met handoplegging. Gomes integreerde de therapie in zijn yogalessen waarbij hij de oorspronkelijke lichamelijke focus veranderde. Huilen en schreeuwen tijdens sessies werd aangemoedigd om zo spanningen los te laten, na afloop omhelsde men elkaar. Volgens een psycholoog was de methode onverantwoord omdat mensen er psychotisch van kunnen worden. Toch is er nooit echt iets gebeurd, er werden altijd opvolgsessies gegeven, niemand ging in geagiteerde toestand naar huis. Voor zover de spreekster weet is de methode Gomes uniek.
Prof. Daniel Wojcik (Englisch and Folklore studies, university of Oregon) spreekt over George King en het door hem gestichte Aetherius genootschap in Los Angeles, een van de oudste en bekendste ufo religies. Al sinds 1955 waarschuwen zij voor de Apocalyps, die ze door bidden en rituelen proberen af te wenden.
King die opgroeide in een theosofisch gezin in Engeland beweert dat hij in 1954 telepathisch werd benaderd door een buitenaardse intelligentie, hij ontving van hen boodschappen die van belang zijn voor het voortbestaan van de aarde. Vernietiging kan voorkomen worden als de gevaren van atoomwapens en andere destructieve neigingen van de mensheid worden onderkend. Om de ziel van de wereld te helen, moeten mensen bidden en deelnemen aan specifieke techno-spirituele rituelen, daarnaast is er veel aandacht voor persoonlijke healing. De Aetherians claimen dat door hun inspanningen de koude oorlog ophield en veel rampen zoals aardbevingen, terroristische aanslagen en invasies van vijandelijke ruimtewezens werden voorkomen.
Wojcik vindt de beweging interessant omdat hun praktijken ons inzicht geven in de zorgen, angsten en verwachtingen van deze tijd. Existentiële vraagstukken worden geadresseerd door een alternatieve vorm van spiritualiteit aan te bieden die beoogt de wereld te helen.
Gepland in het onderdeel ‘Integrative’ Healing Practices spreken prof. dr. Dorothea Luddeckens (religiestudies) en PhD student Barbara Zeugin beiden verbonden aan de universiteit van Zurich. Ze deden onderzoek naar alternatieve healing methoden als middel voor zelf empowerment.
De PowerPointpresentatie toont een foto van een rek met folders die alternatieve healing methodes aanprijzen op de afdeling radiologie van een ziekenhuis in Zurich. Ze zijn daar uitgestald omdat er behoefte is aan betekenis en zingeving, vooral bij ongeneeslijke en terminale zieken. De universiteit van Zurich doet met steun van het Nationales Forschungs Programm onderzoek naar het aanbieden van CAM bij terminale patiënten. De therapie werd niet voorgeschreven, de patiënten mochten zelf een alternatieve therapie uitkiezen.
Patiënten willen geen slachtoffer zijn van betekenisloosheid, maar actief deelnemen in een proces. De alternatieve methoden hebben de capaciteit om betekenis te geven en als curatieve interventies geen optie meer zijn waarom zou je dan geen CAM aanbieden? Is de concluderende redenering van de onderzoekers.
Ook gepland in dit onderdeel spreekt medisch antropoloog Sweinn Gudmundsson, hij deed onderzoek onder verpleegkundigen en artsen in IJsland die CAM willen integreren in hun werk. De verpleegkundigen zijn niet gelukkig met de allopathische geneeskunde. Zij zouden graag CAM toepassen en doen dat ook wel eens, maar echt geaccepteerd bij collega’s is het niet. Iets als handoplegging moet je toch een beetje uit het zicht doen, verklaarde een van de verpleegsters. Onder artsen is het nog meer taboe, zij spreken van ‘’the evidence hell’’ en van ‘’the iron cage of rationality’’. Ze worden gezien als excentriekelingen of ‘‘hooligans’’. Conclusie: er is een conflict.
Tot zover mijn samenvattingen van enkele lezingen. Ik vond het een fascinerend congres en heb veel interessante verhalen gehoord. Wel miste ik af en toe de skeptische invalshoek. Antropologen bestuderen uiteraard niet de werkzaamheid van alternatieve geneeswijzen, maar daar werd dan ook geen enkele aandacht aan besteed en soms leek het wel of sprekers die voor waar aannamen. Ook de misleidende wijze waarop alternatieve geneeswijzen zich presenteren was nauwelijks een aandachtspunt, (alleen bij Candy Brown kwam het heel even aan bod). Evenmin maakte niemand echt duidelijk wat nu precies het verschil was tussen alternatief en regulier, ik kreeg de inruk dat sommige sprekers dat zelf ook niet zo goed wisten.
Dit is een uitgebreide versie van het verslag dat in de komende Skepter verschijnt.