Onderzoeken van de Amerikaanse wetenschappers Joseph Mangano and Janette Sherman over de gezondheidseffecten van radioactieve neerslag die vrijkwam bij de ramp in Fukushima veroorzaakten nogal wat onrust in de Verenigde Staten. In 2011 lieten ze zien dat er in de maanden na de ramp al 14.000 extra doden zouden zijn gevallen. En in een recentere studie dat er veel meer kinderen werden geboren met een aangeboren schildklierafwijking.
Hier zijn wetenschappers aan het woord en dan lijkt het snel serieuzere koek dan andere alarmistische verhalen over de gevolgen van de ramp bij Fukushima die meestal uit uiterst vage hoek blijken te komen. Andere onderzoekers probeerden de bevindingen echter na te rekenen en kwamen snel tot de conclusie dat er niets van deugt.
Het artikel met de 14.000 extra doden in de Verenigde staten werd als volgt in een persbericht aangekondigd:
An estimated 14,000 excess deaths in the United States are linked to the radioactive fallout from the disaster at the Fukushima nuclear reactors in Japan, according to a major new article in the December 2011 edition of the International Journal of Health Services. This is the first peer-reviewed study published in a medical journal documenting the health hazards of Fukushima.
Het is gepubliceerd als: An unexpected mortality increase in the United States follows arrival of the radioactive plume from Fukushima: is there a correlation? Wat recenter (2013) is het artikel waarin ze laten zien dat er veel meer aangeboren schildklierafwijkingen zouden zijn voorgekomen in de maanden na de ramp: Changes in confirmed plus borderline cases of congenital hypothyroidism in California as a function of environmental fallout from the Fukushima nuclear meltdown (Open Journal of Pediatrics).
Dat klinkt allemaal niet best, nietwaar? Beide artikelen deugen echter van geen kanten. In de volgende video wordt de hele gedachtegang van Mangano en Sherman gefileerd, er blijft niets van over. Het is een en al verdraaien van cijfers, wat in mijn ogen haast niet anders dan opzettelijk kan zijn gebeurd. De onderbouwing van de verklaring hoe een lage dosis radioactieve straling in zo’n korte tijd tot zoveel doden zou kunnen leiden, blijkt ook niet meer te zijn dan een e-mailtje van een andere wetenschapper.
‘Hoe kan dit soort prutswetenschap toch gepubliceerd worden in peer reviewed tijdschriften?’ vraag je je misschien af. Het eerste artikel werd gepubliceerd in een tijdschrift dat helemaal niet over epidemiologie gaat, maar over de beleidsmatige kanten van gezondheidszorg. Het is maar de vraag of de uitgezochte reviewers überhaupt verstand hadden van dit soort rekenwerk. Bij het tweede artikel is het nog veel duidelijker, dat werd gepubliceerd in een open access tijdschrift dat op het beruchte lijstje van Jeffrey Beall [mirror] voorkomt. Dat tijdschrift weigerde ook zonder opgaaf van reden een ingezonden commentaar.
In Popular Mechanics verscheen een artikel over de vervelende gevolgen van publicatie van dit soort nonsens wetenschap: What Can We Do About Junk Science? Dat stuk besluit met:
It’s easy to blame the impact of junk science on sloppy experiments, irresponsible reporters, or a failure of peer review. But even after it’s debunked, junk science sticks because it preys on the public’s fear and distrust. Ultimately, junk science can be dispelled only if individuals think like scientists: Evaluate all the evidence and try to disprove your own preconceptions.
Dat laatste kan wel waar zijn, maar daarvoor is wel inspanning van wetenschappers voor nodig. Je moet wel weten waar je moet zoeken naar dat bewijs en enigszins weten hoe je het moet beoordelen. Een academische ‘debunk’ in de vorm van een reactie in het tijdschrift bereikt het reeds misleide publiek waarschijnlijk ook niet zo snel. Daarom waardeer ik het zeer dat sommige wetenschappers de moeite nemen om middels zo’n YouTube video duidelijk uiteen te zetten wat er allemaal mis is met deze artikelen.