Erik Baars is een basisarts, die zo ongeveer sinds zijn afstuderen als vrijgestelde werkzaam is in de antroposofische medische wereld, niet als behandelaar maar vooral als onderzoeker. Hij geniet thans een aanstelling als ‘lector’ aan de HBO-hogeschool te Leiden en aan het Louis Bolk Instituut (LBI) te Wageningen. De ijverige Baars slaagde er in de afgelopen twintig jaar in om verschillende hoogleraren aan zich te binden, een aardige prestatie ook al zat er geen medicus bij.
In de Wageningse universiteit vond hij een medestander in de persoon van Huub Savelkoul, hoogleraar (Celbiologie en immunologie). Samen met hem zou hij o.a. in vitro experimenten uitvoeren naar het effect van Citrus/Cydonia mengsels (citroenzuur en kweepeer) op het immuunsysteem. De samenwerking met Savelkoul leidde zelfs tot een proefschrift in 2011, getiteld Evidence-based curative health promotion: A systems biology-orientated treatment of seasonal allergic rhinitis with Citrus/Cydonia comp. Het proefschrift richtte zich op een aantal ‘conceptuele, methodologische en empirische aspecten van het verder ontwikkelen van professionele preventieve en curatieve gezondheidsbevordering’. De promotie was er een in de landbouwwetenschappen en niet in de geneeskunde. In de dissertatie wordt o.m. een kleine pilotstudie gepresenteerd naar het effect van citroenzuur/kweepeer injecties op hooikoorts bij slechts 13 patiënten. Dat onderzoek leverde volgens de auteurs bemoedigende resultaten op, maar moest herhaald worden op een groter aantal patiënten.
Ik werd recent geattendeerd op advertenties waarin Baars inderdaad vrijwilligers oproept om mee te doen aan een dubbelblind onderzoek naar de werkzaamheid van dit middel. Het onderzoek blijkt al in het hooikoortsseizoen 2014 van start te zijn gegaan en hij wil dat in 2015 herhalen totdat er 126 patiënten zijn geïncludeerd. Maar mag dat zo maar allemaal? Immers alle niet homeopathische antroposofische geneesmiddelen (zoals Iscador) zijn sinds 2009 van de Nederlandse markt geweerd. Dit was het resultaat van een lange juridische procedure tussen VWS/IGZ, en fabrikanten van antroposofica. Het Europees Hof en De Hoge Raad oordeelden dat deze middelen op de normale wijze hun werking en veiligheid moeten bewijzen, of anders van de markt mogen worden gehaald.
Deze middelen mogen dus niet worden geïmporteerd in Nederland. Het gebeurt dat vanuit Duitsland antroposofica over de grens worden meegenomen (door particulieren), of dat deze contrabande daar vandaan per post wordt toegezonden aan klanten in Nederland. Sinds het wegvallen van de binnengrenzen binnen de EU is het feitelijk onmogelijk om dit na te gaan of hier tegen op te treden.
Enig zoeken op de website van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek leerde ons dat Baars’ onderzoek begin 2014 werd goedgekeurd door de Brabantse medisch-ethische commissie, zetelend in Tilburg. Ik vroeg mij af of onderzoek met een bij wet verboden middel gewoon door een METC uit Braboland goedgekeurd kan/mag worden. Ik deed navraag bij enkele vooraanstaande farmacologen en het antwoord luidt, dat dit is toegestaan. In het kader van onderzoek mag namelijk erg veel, inclusief het injecteren van vrijwel alles, zolang de veiligheid van de proefpersonen gegarandeerd is.
Toch, aldus mijn zegslieden, kan worden betwijfeld of de METC-Brabant juist heeft geoordeeld. De commissie moet namelijk ook beoordelen of de risico’s en belasting opwegen tegen de kans op wetenschappelijke opbrengsten. Vanuit de reguliere optiek kan dit onderzoek misschien wel opleveren dat het plantenextract allergie succesvol behandelt, maar dan geloven we het natuurlijk niet omdat we ons geen mechanisme kunnen voorstellen. Als het niet werkt bevestigt dat slechts wat we al wisten. Dus er zijn geen wetenschappelijke opbrengsten mogelijk en daarmee valt de benefit-risk afweging altijd negatief uit en moet een METC afwijzen.
De belasting voor de patiënten is ook niet nihil: zes weken lang twee onderhuidse injecties met het middel of met een placebo-injectie met 0,9% NaCl. Een andere overweging zou kunnen zijn dat het hier wel om een potentieel werkzame stof gaat – het spul is niet homeopathisch verdund – en dat dat dan behoorlijk getest moet worden. Dan zou ik willen weten of het onderzoek dan onder Good Clinical Practice (een vak apart!) in een behoorlijke omgeving verloopt zodat de proefpersonen adequaat beschermd zijn en de data betrouwbaar. Zelfs dat negatief kunnen uitvallen. Maar dat is voor mij op dit moment niet te beoordelen.