In zijn bekende boek ‘Collapse: How Societies Choose to Fail or Succeed‘ (2005) stelt Jared Diamond dat de bewoners van Paaseiland eeuwen geleden een ecologische ramp veroorzaakten die leidde tot de ineenstorting van hun samenleving. De theorie van Diamond is een bekende leerstelling van de milieubeweging en wordt veel gebruikt om te waarschuwen tegen het onheil dat we kunnen verwachten van een niet duurzame samenleving. Jan Boersema toont aan dat deze theorie niet klopt.
Paaseiland is een piepklein eiland (net zo groot als Texel) dat op 2000 kilometer afstand van Zuid-Amerika ligt, in de Stille Oceaan. De theorie van Diamond is dat de geïsoleerd levende Paaseilanders te veel bomen omhakten om beelden (‘moai’) te transporteren. Toen alle bomen op waren konden er geen boten voor de visvangst meer worden gebouwd. Honger sloeg toe en het eiland viel uiteen in oorlogvoerende facties. Het gevolg zou zijn geweest dat de bevolking werd gedecimeerd. Aldus de theorie van Diamond.
Jan Boersema toont in zijn recent verschenen boek ‘Beelden van Paaseiland, Over de duurzaamheid van een cultuur’ aan dat de theorie van Diamond niet klopt. De NRC besprak zijn boek op 23 april. Een korte samenvatting van de NRC-bespreking:
Boersema legt uit dat voor het transporteren van de 887 beelden op Paaseiland maximaal 15.000 bomen nodig zijn geweest (en waarschijnlijk minder omdat sommige bomen meerdere malen konden worden gebruikt). Vervolgens rekent Boersema voor dat op het eiland honderdduizenden bomen groeiden. Zijn conclusie is logisch – de mens kan niet achter het verdwijnen van de bomen zitten. De oorzaak van de ontbossing is niet bekend, mogelijk is de boosdoener een soort rat die de zaden van de bomen kapot knaagde. Na het verdwijnen van de bomen toonden de Paaseilanders juist grote veerkracht door veel zaken over een andere boeg te gooien. De religie die tot dan toe op de voorouderbeelden was gericht werd verruild voor de ‘vogelman-cultus’. Er ontstonden nieuwe rituelen. Ook het dieet werd aangepast. Visvangst was immers niet meer mogelijk omdat er geen bomen meer waren om boten te bouwen. De Paaseilanders intensiveerden daarop de landbouw. Er is geen aanwijzing voor een ineenstorting van de samenleving op Paaseiland. Boersema in de NRC:
‘De eilandgeschiedenis voor de komst van de Europeanen is er eerder een van continuiteit en verandering dan van ineenstorting en verdwijning. De samenleving wist zich goed aan te passen aan de ontbossing en de gevolgen die deze had voor natuur en cultuur en wist daarbij een nieuwe balans te bereiken’.
De echte ineenstorting van de samenleving op Paaseiland voltrok zich pas in de 19e eeuw. De oorzaak kwam van buiten. Peru ontvolkte de eilanden. De bewoners werden in plantages aan het werk gezet. In 1877 waren er nog maar 111 Paaseilanders over.