Al eerder schreef Kloptdatwel.nl over het feit dat er tijdens een discussie over medicatie gebruik bij kinderen met ADHD ook een homeopaat aanwezig zou zijn. Ik uitte toen al mijn bezorgdheid richting het SPS-NIP (Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen). Zij waren het echter niet met mij eens en door beide partijen aan het woord te laten wilden zij de studenten de kans geven om hun eigen conclusies te trekken. Lees verder om te zien of dat gelukt is.
De zitting begon met een documentaire van Louis Theroux over kinderen met psychiatrische stoornissen. Het waren bepaald geen typische ADHD’ers. Deze kinderen hadden allemaal meerdere psychiatrische diagnoses. Het kind ‘Hugh’, dat het meeste in beeld was en waar Louis een aantal dagen in het gezin doorgebracht had, had behalve ADHD ook last van ODD (Oppositional Defiant Disorder), bipolaire stoornis en bij vlagen suïcidaliteit.
Na dit atypische beeld waarin de vraag of medicatie goed voor kinderen is, centraal stond, maar vrijwel uitsluitend (over het algemeen positieve) ervaringen werden besproken en geen onderzoeken, werd de discussie geopend met een voorstelronde.
De homeopaat (Gerda Zaalberg) bleek bestuurslid te zijn van de Nederlandse Vereniging voor de Klassieke Homeopathie. Zij zag in haar praktijk veel kinderen met ADHD-problematiek en vanuit die positie zat zij daar.
De kinderartsen Ellen Fliers en Rob Rodrigues Pereira noemden eerst hun opleidingen (geneeskunde + specialisaties) en ervaring. Beiden doen onderzoek naar wat werkzaam is bij ADHD.
Als eerste valt me tijdens het begin van de discussie op dat na een vraag over eventuele veranderingen aan de hersens bij een kind dat vanaf jonge leeftijd medicatie gebruikt, de homeopaat als eerste het woord neemt. Alsof homeopaten iets leren over hersenstructuren, neurotransmitters, synapsen, invloeden van hormonen, inhibitie en excitatie etcetera. Toegegeven, ze zegt slechts dingen die je met gezond verstand zelf ook kan verzinnen. Bijvoorbeeld dat pizza niet goed is voor de ontwikkeling van een jong brein. (Ik neem aan dat ze een dieet van pizza bedoelt, en niet dat een stukje pizza al een negatief effect zou hebben).
Van dhr. Pereira horen we dat de laatste onderzoeken met methylfenidaat (Ritalin bijv.) een verbetering van de hersenschors lijken te laten zien. De dikte van de hersenschors bij een 11-jarige met ADHD zou vergelijkbaar zijn met de die van een normale 7-jarige. De invloed van methylfenidaat zou te zien zijn doordat de dikte van de hersenschors van een kind met ADHD een normaler ontwikkelingspatroon laat zien (dikker dan verwacht op die leeftijd met ADHD). Dit betrof een recent onderzoek uit 2009 en moet nog verder bevestigd worden, maar het kan als een aanwijzing gezien worden dat de medicatie juist een positieve invloed op de ontwikkeling heeft.
Een ander lopend onderzoek laat zien dat het INCA-‘dieet’ zou kunnen helpen bij ADHD. Dit dieet is extreem streng. In de eerste vijf weken mag er slechts een beperkt aantal producten door het kind gegeten worden (zoals groente, kalkoen, rijst en sla) waarna er heel langzaam steeds voedselproducten in kleine hoeveelheden aan worden toegevoegd. De voorlopige conclusie lijkt te zijn dat dit werkzaam is. Echter is dit vooralsnog uitsluitend vanwege een klinische verbetering (merkbaar in het gedrag) en als er objectieve maatstaven (bijvoorbeeld bloedwaarden) zijn die veranderen, dan zijn die nog niet ontdekt.
Hierop merkte de homeopaat nog tussen neus en lippen op dat dit erg overeenkomt met homeopathie wegens “de zeer kleine hoeveelheden die toegediend worden”.
Een andere vraag gaat over of de diagnose ADHD tegenwoordig niet meer voorkomt. Een van de kinderartsen zegt daarop dat de herkenning van de stoornis is verbeterd, maar ook dat de wereld ingewikkelder is geworden waardoor het mogelijk problematischer kan zijn wanneer concentratie een probleem is.
Een volgende vraag is: ‘Hoe gaat dat nou, zo’n homeopathische behandeling?’.
Sowieso wordt eerst het reguliere traject gevolgd. Vaak komen ouders van jonge kinderen die de medicatie toch wat eng vinden. Wanneer er wordt gestart met een homeopathisch middel, wordt dat genomen naast het reguliere middel. Het homeopathische middel krijgt vervolgens twee maanden (!) de kans om te gaan werken. Als er werking ervaren wordt, wordt het reguliere middel langzaam afgebouwd. Dit gebeurt dan wel altijd in overleg met een reguliere arts/psychiater.
Ik besluit mijn vragen er maar eens in te gooien en simpel te beginnen: “Wat is een homeopathisch middel precies?”. Ik verwacht een antwoord over verdunnen en schudden maar niets is minder waar. Ik krijg namelijk een verhaal over ziektebeelden en dat het karakter van Hugh erg goed bij het ziektebeeld ‘Mercurius’ past. En de homeopathische middelen die bij Mercurius horen zijn dus geschikt voor Hugh.
Ik houd me van de domme en vraag “ja… maar wat is een homeopathisch middel precies?” Krijg ik nu dan het schudden en verdunnen verhaal? Alsof het allemaal niet zo makkelijk is zegt ze enigszins lacherig: “Nou daar kan ik wel een hele dag over vertellen dus als je daar geïnteresseerd in bent dan kan je dat beter nalezen op mijn website of op andere plaatsen op internet of we kunnen het er beter na afloop over hebben”. Ik kan mijn oren bijna niet geloven, het lijkt er wel heel sterk op alsof ze het gewoon niet wíl vertellen! Zou ze zelf ook wel weten dat het onzin is? Schaamt ze zich ofzo? En hoezo zou ze een hele dag nodig hebben om uit te leggen dat je een beetje schudt, en heel veel verdunt?
Gelukkig kon de kinderarts het schudden en verdunnen verhaal wel direct oplepelen en had daar slechts vier zinnen voor nodig.
“Maar hoe werkt dat dan?”, is mijn volgende vraag. Het blijkt dat alles trilt. Ik tril, jij trilt, de tafel trilt. Doordat alles trilt en uit energie bestaan en homeopathie al 250 jaar daarop gebaseerd is zijn de middelen zeer werkzaam en voelbaar. (Dat je voelt dat het werkt).
Erg interessant, al 250 jaar zelfs… Knap dat de man die homeopathie verzon dat blijkbaar al op vijfjarige leeftijd deed. 200 jaar was dichter in de buurt geweest.
Ik merk door de blikken die ik van de organisatoren krijg dat men me al een beetje lastig begint te vinden. Maar elke keer wanneer ik een stilte laat vallen, wordt die niet opgevuld door een medestudent die ook een vraag wil stellen, dus daar gaan we maar weer:
“Ik snap het nog niet helemaal denk ik, want als ik u zo hoor en u zegt dat het al 250 jaar bestaat en zeer werkzaam en zelfs voelbaar is, waarom zeggen fabrikanten en verkopers dan dat ze geen bewijs hebben? Waarom staat er dan in de literatuur dat het niet werkzaam is boven het placebo-effect?”
Het antwoord was simpel: “Het werkt wel.” Geen onderbouwing, nee, gewoon ertegenin gaan. Toen ik begon tegen te sputteren werd ik helaas onderbroken en er werd gezegd dat we dit misschien later moesten voorzetten. Het dreigde op dit punt een welles-nietessituatie te worden dus dat deden we dan ook.
Na afloop sprak ik de homeopaat en zei haar dat ik altijd had begrepen dat het niet werkte, maar dat als zij andere informatie had ik daar graag de referenties van wilde hebben. Vooral omdat ik in The Lancet gepubliceerde onderzoeken ken waarin de onwerkzaamheid staat. “Er zijn ook nog andere bladen dan The Lancet“, kreeg ik te horen en ik geloof het graag, de Happinez bijvoorbeeld? Of het vakblad Homeopathy, waar we ook vast geen onderzoeken in terug zullen vinden die het bestaansrecht ervan ontkrachten. In ieder geval beloofde ze me de verwijzingen zo snel mogelijk te sturen en noteerde ook mijn naam en e-mailadres. Het zou uiterlijk januari worden en ze zei nog dat ze het leuk vond dat ik zo geïnteresseerd was. Helaas is het nu februari en heb ik nog niets van haar mogen ontvangen.
Ik sprak na afloop ook de kinderartsen en die beaamden ook weer: homeopathie werkt niet. En hoe kan het ook, er zit nu eenmaal niets in.
Conclusie: ik ben bang dat veel van de aanwezigen door deze discussie juist gesterkt zijn in het idee dat homeopathie werkt. Ik denk dat voornamelijk vanwege haar aanwezigheid (ze mag toch niet voor niets achter het tafeltje met de spreekwoordelijke microfoon plaatsnemen?) en de op dat moment oncontroleerbaarheid van haar uitspraken. Als je niet achteraf de moeite neemt om uit te zoeken hoe het zit, zul je er niet achter komen dat ze niet kloppen. Daarnaast kwamen er behalve vanuit mijn kant geen verdere vragen over eventuele werkzaamheid, methodiek of ideeën over homeopathie. Blijkbaar slikte iedere student de “alles trilt”-opmerking voor zoete koek.
N.B. Ik heb mijn best gedaan om al het onderzoek en gegevens over ADHD zo correct mogelijk te beschrijven. Hoewel zeer interessant heb ik me in mijn aantekeningen voornamelijk gericht op de homeopathie. Aangezien het even geduurd heeft voordat ik dit stuk schreef kan ik niet garanderen dat wat betreft de onderzoeken alle informatie 100% volledig en/of juist is.