Onlangs onderzocht de Amerikaanse neuroloog Steven Novella het fenomeen ‘oil pulling’. Dat is een uit India afkomstige vorm van mondverzorging waarbij je een eetlepel olie in je mond neemt en de olie vervolgens 10 tot 20 minuten heen en weer spoelt. Dit spoelen zou goed zijn voor je tanden en tandvlees, maar ook allerhande andere lichamelijke en geestelijke klachten kunnen verhelpen. Novella vond voor de eerste bewering maar heel weinig bewijs en voor de tweede helemaal niets. Gebrek aan bewijs belette het tijdschrift Happinez vorig jaar niet om oil pulling met verve te promoten onder de titel ‘Zo simpel, zo gezond’. Ook de Happinez erkent dat er eigenlijk geen bewijs voorhanden is, maar wie maalt er om bewijs als je zoveel tevreden gebruikers hebt?
Oil pulling is ook wel bekend onder de naam kavala graha. De olie – sesamolie, zonnebloemolie, kokosolie – zou in staat zijn afvalstoffen uit de mond en kennelijk ook uit andere delen van het lichaam te ‘trekken’ en aan zich te binden, waarna je de olie uit kunt spugen en daarmee de afvalstoffen kwijt kunt raken. Novella onderzocht eerst de claim dat oil pulling een goede vorm van mondverzorging zou zijn. De database PubMed bevatte slechts een zeer beperkt aantal onderzoeken naar oil pulling, en die waren ook nog eens allemaal van dezelfde (hoofd)auteur. Het ging om twee kleine studies (telkens 20 personen) in het weinig toonaangevende Journal of the Indian Society of Pedodontics and Preventive Dentistry. Dit tijdschrift bestaat sinds 1983 en heeft volgens deze bron een impact factor van 0.00. Dan was er ook nog een studie in het Indian journal of dental research naar het mechanisme achter oil pulling. Ook dit tijdschrift blijft qua impact factor op 0.00 steken.
Maar goed, het gaat natuurlijk om de inhoudelijke kwaliteit van de studies. De eerste studie bekeek het effect van oil pulling op de bacterie streptococcus mutans en vergeleek dit effect met de resultaten in de controlegroep, waar een modern mondspoelmiddel werd gebruikt. De moderniteit won het van de traditie, want het mondspoelmiddel produceerde veel betere resultaten. De tweede studie keek naar halitosis, of in normaal Nederlands: slechte adem. Daar deden oil pulling en het moderne mondspoelmiddel het even goed. De derde studie stelde vast dat “sesamin and sesamolin isolated from sesame oil did not have any antibacterial effect against oral microorganisms like Streptococcus mutans, Streptococcus mitis and Streptococcus viridans”. De onderzoekers vonden wel aanwijzingen voor emulsievorming en ‘verzeping’ als gevolg van het spoelen en concludeerden bijna verontwaardigd dat de mythe dat bij oil pulling slechts sprake was van een placebo-effect daarmee toch echt weerlegd was.
Novella werd er niet warm of koud van. Hij kwam tot de conclusie dat oil pulling in ontwikkelingslanden zeker beter is dan niets doen, maar dat er geen enkele reden is om deze vorm van mondverzorging te verkiezen boven of te praktiseren naast het poetsen van je tanden, flossen en een goed modern mondspoelmiddel. En al die andere aandoeningen dan? Novella was er kort over:
“While oil pulling may be a better-than-nothing alternative if you are stuck without modern dental care, there is no scientific basis in either plausibility or empirical evidence for any claims of benefits to general health. Of course, lack of plausibility and evidence is not a barrier to promotion by the alternative gurus. The claim here is that oil pulling removes “toxins” and harmful bacteria from the body through the oral cavity. Like all alleged detox treatments, specific toxins are never named or measured, nor is any specific causal link made to the specific diseases that are claimed to be treated.”
Leggen we deze passage naast het artikel in de Happinez, dan blijkt wat Novella schrijft aardig te kloppen. Er wordt in het Happinez-artikel alleen gesproken van naamloze ‘schadelijke stoffen’ en ‘afvalstoffen’, terwijl ook de in het artikel genoemde grote groep blije artsen en tandartsen anoniem blijft. Hoewel wordt erkend dat oil pulling op zichzelf geen wondermiddel is, wordt op gezag van de directeur van de Academy of Ayurvedic Studies beweerd dat olie een sterke antivirale en antibacteriële werking heeft. Kennelijk vond men dat laatste zo’n mooie quote, dat deze nog eens extra wordt uitgelicht op 1 van de 4 pagina’s die het artikel telt, een pagina die verder geheel in beslag genomen wordt door een foto van een lepel met olie. De Happinez moet ook vol natuurlijk. De geclaimde antibacteriële werking kunnen we op grond van de hierboven genoemde studies al enigszins relativeren – er werd geen effect gevonden op de verschillende streptococci – en die studies leveren al helemaal geen bewijs voor antivirale werking. Dat wordt overigens ook wel erkend verderop in het Happinez-artikel, al is het met de enigszins merkwaardige formulering dat “er in onze westerse cultuur geen wetenschappelijke ondersteuning [is] voor oil pulling”. Wat heeft bewijs leveren met cultuur te maken?
De lijst met aandoeningen waarbij oil pulling effectief zou (kunnen) zijn, is ellenlang. De Happinez noemt ontstoken tandvlees, aften, acne, slechte adem, pijn in de kaken, spijsverteringsproblemen, slecht slapen, stramme spieren, opvliegers, zware hoofdpijnen en stemmingswisselingen. Novella noemt ook nog migraine en bronchitis, terwijl de in zijn bijdrage genoemde Bruce Fife daar nog asthma, diabetes, artritis en iedere andere chronische aandoening aan toevoegt. Deze Fife wordt onder het Happinez-artikel ook genoemd als “dr. Bruce Fife”, maar daarbij moet men wel bedenken dat hij natuurgenezer (ND) is, geen arts en al helemaal niet gepromoveerd.
Resumerend, er lijkt eigenlijk geen aandoening te zijn waarvoor je oil pulling niet zou kunnen proberen. Ondanks dat er dus nauwelijks bewijs van effectiviteit is, geeft de Happinez gedetailleerd aan hoe je moet spoelen, met welke oliën en hoe lang. Als je per ongeluk de olie inslikt, is dat volgens het artikel geen ramp, maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat al die afvalstoffen in je keel verdwijnen. Novella’s collega Orac (David Gorski) heeft al eens een ‘wetenschapper’ aan de lijn gehad die waarschuwde voor de gevaren van het inslikken van gespoelde olie met al die toxines. Die wetenschapper is ene dr. Fedor Karach, die onder andere kanker en AIDS aan het lijstje te behandelen aandoeningen toevoegt, iets waar de Happinez zich gelukkig niet schuldig aan maakt. Karach zegt over het inslikken van de olie:
“Obviously, the poisons are drawn from the blood through the mucous membrane of the mouth. That is why, in no case, the oil should be swallowed because it has become poisonous. (…) Swishing activates the enzymes and the enzymes draw toxins out of the blood. The oil must not be swallowed, for it has become toxic.”
Je zou bijna denken dat je jezelf vergiftigt als je per ongeluk je lepeltje olie naar binnen klokt. Het is overigens volslagen onduidelijk wie die dr. Fedor Karach is. PubMed geeft bij zoeken op “Karach” maar drie resultaten en die verwijzen geen van alle naar artikelen van zijn hand. PubMed vroeg me zelfs heel behulpzaam of ik niet “Karachi” bedoelde, want dat leverde veel meer treffers op. Karach lijkt een typische verkoper van slangenolie te zijn, al gaat het in dit geval om sesam- of zonnebloemolie.
Het inslikken van de olie is echt geen drama. Het zal niet erg lekker smaken, maar kwaad kan het niet. Idealiter spuug je de olie weer uit, inclusief alle vermeende afvalstoffen, bacteriën en virussen. Waar laat je dat klein chemisch afval vervolgens? Het Happinez-artikel zegt er niets over, maar op de website van het blad vinden we het antwoord:
“Na vijf minuten spoel je de olie, die inmiddels melkachtig wit is geworden, uit in het toilet.”
Olie in het toilet? We leren toch allemaal dat je geen olie in het toilet mag gooien omdat het verstoppingen kan veroorzaken? Dat leer je zelfs op de basisschool. Dat worden nog zware tijden voor ons rioolstelsel als half Nederland aan oil pulling gaat doen! De kans daarop lijkt me gelukkig vrij klein, terwijl de kans op daadwerkelijk spectaculaire resultaten als gevolg van oil pulling bijna nihil mag worden genoemd.