Op 18 november deed de Rechtbank Gelderland eindelijk uitspraak in de civiele zaak die Willem Middelkoop tegen mij had aangespannen. Middelkoop is namelijk boos over de recensie die ik in juni 2018 hier op Kloptdatwel publiceerde van het mede door hem geschreven boek Patronen van Bedrog.
Volgens Middelkoop is mijn recensie onrechtmatig en hij eiste dat alle sporen daarvan verwijderd zouden worden, en daarnaast een nog nader te bepalen schadevergoeding. Ook zou ik allerlei tweets moeten verwijderen die niet door de beugel zouden kunnen en in Middelkoops ogen onderdeel uitmaken van een lastercampagne tegen hem.
De rechter wijst alle vorderingen af.
Lange lijst met fouten
Eerder publiceerde ik op Kloptdatwel al een deel van de briefwisseling met de advocaat van Middelkoop, de inleidende schotenwisseling voor de dagvaarding die in februari volgde, waaruit wel duidelijk wordt wat de argumentatie van Middelkoop was en ook waarom die volgens mij volstrekt geen hout snijdt. Het blijft een rare zaak. In de Telegraaf zei Middelkoop tegen Wierd Duk, die hem en Dollee over het boek interviewde, dat hij met iedereen over dit boek in discussie durft. De eerste de beste die dat stevig onderbouwd deed, ik dus, kreeg echter geen inhoudelijk weerwoord maar een vervelende rechtszaak aan de broek.
Middelkoop maakt vooral een punt van de volgende zin in de recensie:
Op Twitter verheugde Middelkoop zich erover dat allerlei fact-checkers onbezoldigd meehelpen om foutjes in zijn boek te vinden en dat de volgende drukken nog ‘strakker’ zou worden; hij mag de redactie van Kloptdatwel wel mailen voor de lange lijst met fouten die ik verder nog aantrof …
Dat laatste stukje met ‘de lange lijst met fouten die ik verder nog aantrof’ zou volgens Middelkoop de eigenlijke onderbouwing zijn voor het oordeel ‘broddelwerk’ in de titel. Zolang ik die lijst niet zou geven, zou dat oordeel onrechtmatig zijn. Een heel aparte redenatie. Ook zonder dat zinnetje had ik dezelfde titel gekozen, ik had immers al een aardige opsomming gegeven van wat er volgens mij zoal schort aan het boek.
In die briefwisseling was al duidelijk geworden dat alles wat ik zou opvoeren als behorende tot die lijst door Middelkoop als betekenisloos zou worden afgedaan, net zoals hij deed met bijna alles wat wel aan fouten in de recensie was opgenomen. Maar ik was volgens hem nog verder gegaan door er “zelfs een hashtag” voor aan te maken op Twitter! Tsjonge, een zwaar vergrijp natuurlijk. Dat slaat dan op een tweet die ik met het Twitter-account van Skepsis plaatste in reactie op een tweet van Middelkoop met een bekende hoax. Die hashtag #vandelangelijstmetfouteninpatronenvanbedrog was maar één keer gebruikt. Niet zo gek, want die is zo lang dat die moeilijk als niet-ironisch opgevat kan worden.
In de aanklacht voert Middelkoop ook nog een paar vriendelijke bedankmailtjes voor het toezenden van het boek op van een aantal (emeritus) hoogleraren, waaronder een toenmalig Eerste Kamerlid. Die mailtjes zouden er dan op moeten duiden dat het boek in academische kringen goed is ontvangen. Wel een beetje jammer dat geen van die hooggeleerde vrinden van Middelkoop tot nu de moeite heeft genomen zelf een recensie te schrijven, of inhoudelijk op die van mij in te gaan.
Brieven aan Skepsis
Over mijn gebruik van het Twitter-account van Skepsis liet Middelkoop, toen de rechtszaak al liep, zijn advocaat ook nog een aangetekende brief aan het bestuur van Skepsis sturen. En voor de zekerheid kregen diverse bestuursleden op hun thuisadres ook een aangetekend epistel met een afschrift daarvan. Was hij soms bang dat onze secretaris die brief niet bekend zou maken aan de rest van het bestuur?
In de brief stelt de advocaat van Middelkoop dat ik een “smaadcampagne” tegen haar cliënt zou voeren. Nogal een aantijging. Ook verzoekt ze daarin om diverse (re)tweets te verwijderen. Het was een beetje puzzelen om welke het gaat (dat was nogal matig gespecificeerd), maar het zijn o.a. deze, deze, deze en deze.
En Skepsis werd verder verzocht om er op toe te zien dat “aan Van Erp niet langer een platform wordt geboden voor zijn onrechtmatige uitlatingen jegens cliënt”.
Aanvullend gezeur
Zo’n twee weken voor de zitting kwam Middelkoop nog met aanvullende eisen. Ik zou wederom onrechtmatig gehandeld hebben door een stuk op mijn persoonlijke website over de zaak te publiceren: Sued by Willem Middelkoop over a review of his book Patronen van Bedrog (‘Patterns of Deception’). Volgens Middelkoop betreft het hier een vertaling van de recensie en ik zou hiermee een voorschot hebben genomen op een toekomstige Engelstalige vertaling van Patronen van Bedrog. Een vertaling van mijn recensie? Serieus? Lees het stuk en oordeel zelf.
Ook had Middelkoop zich geërgerd aan wat andere tweets van mij, o.a. eentje vanaf het account van Skepsis dat ik beheer. Dat ik slechts een half uur nodig had om een presentatie van een bekende complotdenker op waarde in te kunnen schatten, was in Middelkoops ogen blijkbaar onderdeel van de lastercampagne die ik tegen hem zou voeren.
Meer ‘bewijs’ van zo’n lastercampagne zouden mijn tweets zijn, waarin ik de draak stak met het feit dat Middelkoop zelf of iemand van zijn bedrijf zijn wikipedia-pagina had zitten bijwerken.
“Daar is niets illegaals aan” stelde Middelkoop tijdens de zitting. Alsof ik dat had gesuggereerd. Het is alleen zo dat het door de Wikipedia-gemeenschap niet zo op prijs wordt gesteld dat iemand zijn biografie op Wikipedia beschouwt als zijn of haar persoonlijk propagandakanaal. Het artikel ging engiszins op slot, en dat Middelkoop daardoor de pagina niet meer kon laten bijwerken door zijn stagiair was dus mijn schuld. Tsja.
Dat de recensie op een site met de naam Kloptdatwel.nl verscheen, is op zich al een kwalijke zaak volgens Middelkoop:
De uitlatingen van Van Erp zijn gepubliceerd op een website met de naam klopdatwel.nl [sic]. De naam Kloptdatwel wekt bij het publiek de indruk dat het als een objectief controleur misstanden aan de kaak stelt, terwijl het ontdekken van ‘fouten’ het commerciële belang van de website dient. Alleen al het publiceren op zo’n website beschadigt iemands reputatie en noopt tot grote zorgvuldigheid.
Kortom, er moest nog meer weg. O ja, ook had hij fijntjes het stuk uit de Volkskrant over de zaak Santilli bijgevoegd om te betogen dat ik wel vaker over de schreef was gegaan en daarmee voor de rechter was gekomen.
De zitting
Op 5 juni moest ik naar de Rechtbank Gelderland te Arnhem voor de comparitie. Middelkoop kwam ruim een kwartier te laat, maar omdat de zaak die voor ons behandeld werd wat uitliep, konden we toch met zijn allen beginnen. Middelkoop had naast zijn advocaat nog twee jonge mannen bij zich, waarvan er een zijn co-auteur Tim Dollee bleek te zijn.
Inhoudelijk gezien kwam er weinig nieuws naar boven. Mijn advocaat, mr. Theo ten Velde, heeft telkens in zijn inbrengen rustig de zaak teruggebracht tot waar het om draait, namelijk of wat ik opgeschreven heb onrechtmatig genoemd kan worden. Die vraag werd door ons natuurlijk ontkennend beantwoord. Je moet immers wel iets heel onbetamelijks opschrijven wil daar sprake van zijn, en bij mijn recensie is daar allerminst sprake van.
Ik heb wat vragen van de rechter beantwoord en bijvoorbeeld nogmaals duidelijk uit kunnen leggen hoe het precies zit met ‘de lange lijst met fouten die ik verder nog aantrof’ waar Middelkoop zo’n punt van maakt. Middelkoop werd nu gedwongen om te zeggen dat met tien punten op die lijst hij het wel een ‘lange lijst’ zou vinden. In de trein terug bladerde ik nog eens door de aantekeningen die ik in het boek had aangebracht en kwam al snel tot zeker 25 naar mijn mening serieuze problemen, dus geen tikfoutjes, die ik niet in mijn recensie had gebruikt.
De rechter vroeg ook of ik zelf niet vond dat mijn artikel verder ging dan gebruikelijk voor een recensie en of het wel zinnig was om zoveel aandacht te besteden aan deze ideeën als ik er zo mee oneens was (omdat ze daarmee misschien eerder verder gaan leven). Daarop heb ik aangegeven dat juist omdat het boek bij een respectabele uitgeverij als Amsterdam University Press is verschenen (en niet een Ankh-Hermes, ofzo) het mijns inziens zinvol is om heel inhoudelijk naar het boek te kijken en niet alleen maar enigszins lacherig weg te zetten zoals Hendriks bijvoorbeeld deed in NRC.
Middelkoop had ook nog wat over Skepsis te melden. Hij vertelde dat hij zelf tot midden jaren negentig op Skepter geabonneerd was, maar het abonnement opgezegd had toen “Skepsis een militante koers insloeg”. Dat zou dan blijken uit het zonder degelijke onderbouwing tekeer gaan tegen supplementen, of zoiets. Geen idee waar hij het precies over had, maar het kwam er meen ik op neer dat bij gebrek aan voldoende wetenschappelijk onderzoek Skepsis te gemakzuchtig negatief over zulke zaken zou schrijven. Tsja.
Vonnis
De uitspraak was in eerste instantie gepland voor 11 september, wat haast een knipoog leek van de rechtbank, omdat het boek ook complottheorieën over de aanslagen op 9/11 verkondigt. Maar de Rechtbank Gelderland kampt met onderbezetting, dus die datum werd niet gehaald. Ook de nieuwe planning, 23 oktober, ging de mist in en intussen begon ik wel aardig chagrijnig te worden over dat uitstel. Maar omdat het vervolgens voor 4 december gepland stond, kwam de uitspraak gisteren toch weer onverwacht.
In de uitspraak geeft de rechter mij op alle punten gelijk en stelt dat ik me terecht beroep op de vrijheid van meningsuiting: “Het is voor beide partijen en voor het publiek duidelijk dat Van Erp in dit blog en in zijn tweets zijn mening en een waardeoordeel over het boek geeft. Aan Van Erp komt daarbij een grote vrijheid toe.” Daarnaast loopt de rechter een flink aantal argumenten uit mijn bespreking langs en schrijft daarna het volgende:
Aan de hand hiervan zet Van Erp uiteen waarom hij Patronen van Bedrog geen goed boek vindt. Hij gebruikt daarbij argumenten waarop Middelkoop kan reageren in het publieke debat, bijvoorbeeld op twitter of in andere media. Middelkoop kan daarbij, zoals hij in deze procedure doet, op de argumenten van Van Erp ingaan en toelichten dat deze naar zijn oordeel zwak of onjuist zijn. Ook kan hij erop wijzen dat argumentatie volgens hem ontbreekt en hij kan erop wijzen dat deskundigen van gezag zijn boek wel goed vinden. Het is dan aan het publiek om te beoordelen of het meer waarde hecht aan het boek van Middelkoop of aan de recensie van Van Erp. Van Erp gebruikt in zijn uitlatingen zo nu en dan sterke en laatdunkende bewoordingen. In het debat nemen de partijen over en weer een onwelwillende houding aan. Daarbij gaan zij echter niet zo ver dat zij de grenzen van het betamelijke overschrijden. Dit alles leidt tot het oordeel dat Van Erp niet onrechtmatig heeft gehandeld door de gewraakte uitlatingen in zijn blogs en in zijn tweets te doen.
De rechtbank oordeelt ook dat mijn uitlatingen over het plagiaat voldoende zijn beargumenteerd en dat een opmerking als ‘een lange lijst met fouten’ ook al als stijlfiguur gebruikt mag worden. Conclusie:
Afweging van de wederzijdse belangen van de partijen brengt de rechtbank aldus tot het oordeel dat het grondrecht van Van Erp om zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend te kunnen uitlaten zwaarder moet wegen dan het grondrecht van Middelkoop op bescherming van zijn eer en goede naam, zodat de uitlatingen van Van Erp niet onrechtmatig zijn. De vorderingen van Middelkoop zullen daarom worden afgewezen.
En Middelkoop wordt veroordeeld tot het betalen van mijn proceskosten (begroot 1.383 euro).
Toevoeging 19 februari 2020
De termijn waarbinnen Middelkoop in hoger beroep kon gaan (3 maanden) is verstreken, de uitspraak is daarmee definitief geworden. Voor de geïnteresseerden is de volledige uitspraak te downloaden.