Over chaotische gespreksvoering die de ander in verwarring brengt
In het programma Op 1 van dinsdag 16 februari gaf Willem Engel een praktijk-college in de Gish-gallop methode. Dat is een vorm van gespreksvoering waarbij een debater probeert een tegenstander te overweldigen met een buitensporig aantal argumenten, zonder rekening te houden met de nauwkeurigheid of kracht van die argumenten. De term is genoemd naar de creationist Duane Gish, die de techniek vaak gebruikte tegen voorstanders van evolutie.
Gedurende de hele TV-uitzending zaaide Engel verbaal en non-verbaal verwarring. Zo merkte hij terloops op dat hij diezelfde dag een vraaggesprek had met een onderzoeker uit Taiwan die heeft bewezen dat het coronavirus uit een laboratorium komt. Het was op dat moment van het gesprek totaal irrelevante informatie. Maar het ging zó snel en zó terloops dat niemand van de gasten aan tafel daar een vraag over kon stellen. Non-verbaal reageerde hij o.a. voortdurend op gespreksdeelnemers die een andere mening hadden door te gaan lachen of contact te zoeken met zijn Viruswaarheid-compagnon Jeroen Pols.
Het gaat bij deze manier van debat voeren vooral om de snelheid waarmee je met argumenten komt. Je doet het met een dusdanige snelheid en je vertelt zoveel schijnbare details dat het de ander in verlegenheid brengt. Die persoon kan namelijk niet op al jouw argumenten in gaan en daardoor lijkt het alsof jij gelijk hebt. Bovendien is op zo’n moment helemaal niet controleerbaar of je je verhaal wel goed hebt onderbouwd.
Als de onderbouwing van de ‘feiten’ wordt gecontroleerd, dan blijkt meestal dat er nauwelijks een bron te vinden is. Je kunt het ook meer algemeen houden door te beweren dat ‘het meest recente wetenschappelijk onderzoek onomstotelijk heeft bewezen dat’… Toch komt dat minder sterk over als wanneer je kans ziet om te goochelen met namen, jaartallen en titels.
Het gaat bij de Gish-gallop discussie dus niet om de inhoud. Wie het snelste de meeste argumenten heeft binnen gebracht in een tempo dat de ander absoluut niet kan volgen wint (ogenschijnlijk) het debat. Bij het publiek komt het over dat die persoon de beste argumenten heeft, want hij heeft de meeste argumenten en de ander heeft niet voldoende tijd om die te weerspreken. Eigenlijk draait het allemaal om het zaaien van verwarring.
De stappen van de Gish-gallop discussie
- Tijdens een Gish-gallop confronteert een debater een tegenstander met een snelle reeks van vele misleidende argumenten, halve waarheden en verkeerde voorstellingen. Dat gaat heel snel, waardoor het voor de tegenstander onmogelijk wordt om ze allemaal tijdens het gesprek te weerleggen.
- Als de ander zo’n ‘snelle’ bewering wil weerleggen heeft hij daar veel meer tijd voor nodig. In een snel TV-programma heb je die tijd niet, je bent in verbaal opzicht bijna kansloos.
- Daardoor heeft de ander dus dus ook onvoldoende tijd om op elk punt in te gaan. Ook kan die persoon in verwarring raken door alle grillige informatie die naar voren is gebracht. Het publiek krijgt dan mogelijk de indruk dat de tegenstander niet goed geïnformeerd is, zijn feiten niet kent of ongelijk heeft.
Willem Engel in een interview voor Wees de Weerstand: ‘We gaan de overheid in de verdediging drukken. Als ze aan het verdedigen zijn kunnen ze niet meer aanvallen’. Hoe duidelijk wil je het hebben wat de werkelijke bedoeling van Gish-gallop Engel is? |
Reactie op kritische vragen
Stel dat de tegenstander er in slaagt het debat te doorbreken en hij stelt een wedervraag, dan worden de genoemde argumenten herhaald zonder deze verder te onderbouwen. Of de persoon vraagt: ‘Is het dan mijn taak om jouw onderzoek te doen?’ (boodschap: je had je beter voor moeten bereiden). Als iemand zegt dat er iets niet klopt in de onderbouwing wordt de ander beschuldigt van ‘cherry picking’: de ander pikt er een klein deel van het betoog uit en weigert in te gaan op de belangrijke argumenten.
De snelle verandering van onderwerp stelt de spreker in staat om een ongewenst onderwerp of een ongemakkelijk feit te vermijden voordat het een blijvende indruk achterlaat. Door de aanval te richten op een heel ander onderwerp raakt de vragensteller in verwarring. (Ryan Mackay in The Great Internet Conspiracy)
Sociale media
Een variant op de Gish-gallop gespreksvorm kan gezien worden op sociale media. Het is opvallend hoe lang de video’s met de verspreiding van informatie op internet zijn. Minstens een uur, maar vaak nog veel langer.
Dat is opvallend in een tijd dat alles alleen maar korter en sneller moet. Maar dat heeft een functie… Vaak zijn het eigenlijk monologen: een verbaal duet voor twee personen die het helemaal met elkaar eens zijn en die elkaar alleen maar versterken.
Kenmerkend voor deze tactiek is ook dat er in de titel of bij aanvang al meteen wordt gezegd dat de ander manipuleert, liegt of de ‘tegenstander’ wordt op een andere manier verdacht gemaakt, bijvoorbeeld met beelden (een foto van Hugo de Jonge gemonteerd in een massabijeenkomst van de NDSAP). Die uitspraak of dat beeld blijven dan op zo’n manier hangen dat de kijker niet kritisch meer naar het programma kan kijken. Je zou kunnen denken dat dat eerlijk is, maar het is een vorm van bewuste en vooropgezette brainwash. De verwarring zit vooral in de dubbele boodschap: een zware verdachtmaking in een zo vriendelijk mogelijk opgestelde opname.
Je vindt deze manier van werken o.a. bij de video’s van Blue Tiger Studio’s en van de Nieuwe Wereld. De geïnterviewde spreekt voor eigen parochie en kan zich te buiten gaan aan oncontroleerbare redeneringen en het noemen van bronnen zonder dat de interviewer ook maar één kritische vraag zal stellen. Er kan gegoocheld worden met statistieken die de stelling van de spreker onderstrepen, zonder dat de kijker zo’n statistiek kan controleren. De achterliggende gedachte is dat een enorme muur aan tekst tevens als bewijs kan dienen.. Voor een publiek dat niet bekend is met deze techniek en een zeer beperkte kennis van de onderwerpen heeft gaat de boodschap er vervolgens ongecontroleerd als zoete koek in.
De punten die in de gallop naar voren worden gebracht, zijn vaak kort en niet-specifiek. Het kost veel moeite om alles volledig te weerleggen en het is voor de auteur veel gemakkelijker om er nog een vraag toe te voegen dan voor de respondent om een passend antwoord te formuleren. Dat is dan ook de tactiek: zeg niet zoveel concreet dat je weersproken kunt worden en bedelf niettemin de tegenstander met een enorme voorraad aan veelsoortige ‘bewijzen’ die zó gevarieerd zijn dat het een hoop tijd kost om ze allemaal te bestrijden. Als iemand bewijst dat er iets niet klopt is de reactie: ‘maar u gaat hiermee voorbij aan de kern van mijn betoog’.