Bij het schrijven van twee eerdere artikelen over watergas (over het Save Fuel System en over Caspar Pompe van watergas.nu) kwam ik diverse ‘grootheden’ tegen uit het watergaswereldje. Tussen malle uitvinders als Stanley Meyer , Yull Brown en William Rhodes springt Ruggero Santilli in mijn ogen er echter uit als de meest intrigerende persoon. Deze van oorsprong Italiaanse wetenschapper lijkt eind jaren 70 van de vorige eeuw de weg te zijn kwijtgeraakt en voert sindsdien een verbeten strijd tegen de gevestigde wetenschappelijke orde. Deze strijd wordt gestreden vanuit zijn eigen Institute for Basic Research, een tweetal tijdschriften en een paar schimmige stichtingen die zijn werk aanprijzen en verdedigen. Hebben we hier te maken met een enorm miskend wetenschappelijk genie of is hij een fantast van een bijzonder kaliber?
Ontstaan van het Institute for Basic Research
Santilli (geb. 1935) begint zijn wetenschappelijk carriere in geboorteland Italië. In 1967 komt hij naar de Verenigde Staten en werkt achtereenvolgens voor de University of Miami, Boston University en was midden jaren zeventig verbonden aan het Center for Theoretical Physics van MIT. In 1977 wordt hij visiting scholar aan het Department of Mathematics van Harvard University en dan lijkt het mis te gaan. Santilli houdt zich in die tijd voornamelijk bezig met Hadronic Mechanics een alternatieve Theory of Everything. Probleem met die theorie is dat bijna geen fysicus er wat in ziet en dat die strijdig is met de relativiteitstheorie van Einstein.
In ieder geval houdt zijn aanstelling op in 1981 en begint Santilli voor zichzelf. Hij start het Institute for Basic Research (IBR). Dat zit eerst nog op de campus van Harvard, maar verhuist later naar Palm Harbor, Florida. Het instituut geeft twee tijdschriften uit: Hadronic Journal en Algebras, Groups and Geometries. Het IBR ontwikkelt zich klaarblijkelijk aardig in de loop der jaren en heeft naast een aantal departementen inmiddels ook dependances in Italië en Kazachstan. Mocht je het geduld kunnen opbrengen, dan kun je een video van een recente presentatie van Santilli bekijken.
Magnecules – MagneGas
Maar Santilli beperkt zich niet alleen tot theoretische bespiegelingen, hij is ook uitvinder. Zijn belangrijkste uitvinding lijkt het MagneGas te zijn. Een nieuw soort gas, waarmee je fantastisch kunt lassen en autorijden. En dat ook nog eens veel milieuvriendelijker is; je wint het namelijk uit afval. De technologie die dit mogelijk maakt is nogal geheimzinnig en natuurlijk beschermd met allerlei patenten. Santilli claimt dat er uiteindelijk een gas onstaat dat niet goed is te begrijpen met normale scheikunde, het zou bestaan uit zogenaamde ‘magneculen’. Voor de geïnteresseerde is hier de patentbeschrijving te lezen.
“A new gaseous and combustible form of water”
Eindelijk komen we dan aan bij de aanleiding om eens in de persoon Santilli te duiken: zijn ‘uitvinding’ van het HHO-gas! In het artikel “A new gaseous and combustible form of water”, dat verscheen in het tijdschrift International Journal of Hydrogen Energy (2006), doet Santilli zijn ontdekking uit de doeken.
Met een nieuw electrolyse apparaat (dat niet beschreven kan worden, omdat er natuurlijk nog een patentaanvraag over loopt) heeft hij een nieuw soort gas gemaakt. Geen normaal knalgas (H2 en O2), maar HHO. Dit is echt wat anders: de waterstofatomen zijn met elkaar via een ‘magneculaire’ binding verbonden. En met deze combinatie is het zuurstofatoom weer op normale wijze verbonden.
Santilli schrijft het ‘magnecuul’ als (H x H) – O. Om aan te tonen dat er echt iets anders aan de hand is, komt hij met een gaschromatogram, infrarood scans en anekdotes aanzetten.
Één van de redenen dat Santilli dit zo’n belangrijke ontdekking vindt, ligt in het feit dat in het HHO-gas zélf alle benodigde zuurstof zit voor verbranding. Dit in tegenstelling tot brandstoffen op basis van koolwaterstoffen. Er is dus geen aanvoer van zuurstof uit de lucht nodig voor de verbranding. En met HHO-gas kun je dus het gevaar van het opraken van atmosferische zuurstof mooi vermijden. Het staat er echt! Voor de reputatie van het tijdschrift is het misschien wel goed op te merken dat het artikel geplaatst werd in een gedeelte zonder peer review.
In hetzelfde tijdschrift schrijft J.M. Calo (hoogleraar Chemical Engineering), eind 2006, een vernietigende kritiek op Santilli’s stuk: Santilli snapt er werkelijk niets van. De introductie is nog aardig van toon:
Anyone seriously attempting to establish the existence of any new form of matter, such as “HHO gas” is claimed to be, especially in a mixture of such common gases as hydrogen, oxygen, and water vapor, would have to be extremely meticulous and detailed in the appropriate selection and application of analytical techniques, and in the interpretation of the resultant data, in order to have any hope of convincing the scientific community. However, as presented, the author demonstrates that he does not have an elementary grasp of the analytical techniques that were used, and/or the proper interpretation of the resultant data. Indeed, crucial experimental details are omitted so that it is not possible for anyone to reproduce the data (which is a basic tenet of the “scientific method”), and/or to accurately interpret what amounts to the cursory data that are presented.
In het vervolg haalt Calo zowat per regel alles wat Santilli beweert compleet onderuit. Zijn conclusie:
The author provides absolutely no scientific evidence that supports the existence of a new form of matter called “HHO gas.” From the data presented, the gaseous product from the electrolyzer behaves in the same manner as would be expected of a mixture of hydrogen, oxygen, and watervapor.
Het HHO-gas van Santilli is niets anders dan knalgas met daarin wat waterdamp. Natuurlijk kon een reactie uit het Santilli-kamp niet uitblijven. Twee artikelen werden als verdediging gepubliceerd.
Het hoofd van het wiskundedepartement van het IBR, J.V.Kadeisvili, houdt een merkwaardig betoog, dat er op neer komt dat de kritiek van Calo nergens op slaat zo lang niemand heeft geprobeerd Santillis proeven na te doen. Ook schermt hij met verklaringen onder ede van de directeuren van de instituten die de metingen hebben gedaan. Verder voert hij de geweldige prestaties van Santilli op heel andere gebieden aan als argument om zijn voorstellen voor die magneculaire binding toch serieus te nemen.
Eind 2007 gaat Martin O. Cloonan veel concreter in op de kritiek van Calo. Maar het enige wat hij feitelijk probeert te doen, is aantonen dat de theorie van Santilli wel degelijk consistent is met de waarnemingen. Dit is natuurlijk nog steeds geen bewijs dat HHO-gas echt bestaat. De eenvoudiger verklaring van Calo, dat het gewoon knalgas is met waterdamp, is immers ook consistent met de waarnemingen. Die Cloonan lijkt tot 2001 nog samen met reguliere wetenschappers gepubliceerd te hebben, maar daarna alleen nog maar in het Hadronic Journal van Santilli.
De wetenschappelijke werkwijze van Santilli
Om te zien hoe Santilli te werk gaat, is het aardig om het verhaal van de Braziliaanse professor Waldyr A. Rodrigues Jr. te lezen: “A sad story”. Hierin beschrijft Rodrigues hoe hij in contact kwam met Santilli en lid werd van de editorial board van diens tijdschrift ‘Algebras, Groups and Geometries’. Langzamerhand wordt het Rodrigues duidelijk met wat voor rare wetenschappers Santilli en zijn IBR zich ophouden. Met name de verbintenis met Myron W. Evans zit ‘m zo dwars dat hij uiteindelijk ervoor kiest om helemaal met Santilli te breken. Hij wijst eerst nog wel even op een aantal fundamentele denkfouten in het laatste boekwerk van Santilli (Isodual Theory of Antimatter, 2006). Die reageert met het ‘ontslaan’ van Rodrigues als lid van editorial board vanwege ‘wetenschappelijk wangedrag’.
Deze werkwijze van Santilli is karakteristiek voor zijn hele loopbaan na 1980. Hij heeft daarvoor het International Committee on Scientific Ethics and Accountability opgericht, dat zich eigenlijk alleen maar bezig houdt met het aanklagen en beschimpen van alles en iedereen die Santilli niet serieus wil nemen.
Een mooi voorbeeld is het akkefietje met het Astrophysical Journal. Santilli stuurt een artikel in waarin hij onder andere beweert dat het roodkleuren van de hemel als de zon opkomt en ondergaat, veroorzaakt wordt door roodverschuiving. En omdat we ‘s ochtends naar de zon toedraaien en in de avond ervan af, klopt dat verhaal niet; de hemel zou dan immers ‘s ochtends donkerblauw moeten zijn en ‘s avonds donkerrood. Ergo: de relativiteitstheorie deugt niet! (lees verder over Santilli’s IsoRedShift theorie) Maar natuurlijk is er verder geen zinnig persoon die beweert dat de atmosferische verstrooiing van het zonlicht iets te maken heeft met waarneembare effecten van roodverschuiving. Die is eigenlijk alleen waarneembaar bij de enorme snelheden waarmee sterrenstelsels zich van ons af bewegen. Het artikel wordt natuurlijk afgewezen door het tijdschrift en Santilli’s organisatie veroordeelt, in de persoon van voorzitter William Pound, dit wetenschappelijk wangedrag. In een krantenartikel uit 2007 kun je meer lezen over hoe Santilli rechtzaken gebruikt om critici te intimideren: deel 1, deel 2.
Sockpuppets en alter ego’s
De Wikipedia-pagina over Santilli is ook een slagveld. Als je kijkt naar de geschiedenis (en ook die van de Overleg-pagina), kun je zien dat er veel gebruikers zijn geweest die het artikel ten gunste van Santilli hebben proberen om te buigen. Veel van die gebruikers zijn inmiddels ‘geband’ omdat het allemaal zogenaamde sockpuppets bleken te zijn van één gebruiker.
Rodrigues beschrijft in zijn verhaal, dat hij het idee had dat Dr. George F. Weiss, editorial manager van het IBR, eigenlijk een alter ego was van Santilli. Ikzelf had bij het lezen van het eerder genoemde stuk van Kadeisvili ook het gevoel, dat ik eigenlijk een artikel van Santilli zat te lezen. In eerste instantie leek me dat ook niet zo gek, omdat Kadeisvili verbonden is aan het IBR en in het naschrift Santilli zelfs nadrukkelijk bedankt voor de suggesties en nalezen van het stuk.
Toen ik echter probeerde te achterhalen wie die Kadeisvili nou eigenlijk is, viel het het me op dat hij alleen voorkomt als auteur van stukken. Nergens is ook maar iets te vinden dat erop wijst dat we met een persoon te maken die hebben, die onafhankelijk bestaat van Santilli. Hij bezoekt blijkbaar nooit congressen en buiten de tijdschrijften van Santilli, publiceert hij slechts een enkele keer in een onbeduidende tijdschrift zonder peer review (bijvoorbeeld in een uitgave van een Venuzuelaanse universiteit).
In 1991 noemt Santilli Kadeisvili al ergens professor en dan is het toch merkwaardig dat er geen wetenschappelijke artikelen zijn te vinden van Kadeisvili van vóór die tijd. Hetzelfde gebrek aan biografische gegevens met betrekking tot andere ‘personen’ verbonden aan IBR doet mij vermoeden dat het inderdaad allemaal een één-mans aangelegenheid is.
Een (anti)Joods complot?
In de nieuwste aantijgingen (van februari 2011) op de website van het International Committee on Scientific Ethics and Accountability maakt Santilli het wel erg bont. Een lid van het commitee, Richard Cox (=Santilli?), heeft op Wikipedia zogenaamd een schokkende tekst aangetroffen op de overleg-pagina van Nobelpijswinnaar Steven Weinberg. Deze alom gelauwerde natuurkundige wordt door Santilli mede verantwoordelijk gehouden voor zijn verwijdering van Harvard.
In het ‘gevonden’ stuk wordt Weinbergs gedrag omschreven als ‘Scientific Gangsterism‘. Onder andere wordt hem verweten dat hij bij zijn talloze pogingen om Santilli te dwarsbomen zou hebben beweerd dat Santilli anti-semitisch is. En dat is natuurlijk erg schadelijk voor alle Joodse wetenschappers die wél op een ethische manier de wetenschap bedrijven en misschien wél met Santilli zouden willen samenwerken. Ook zou Weinbergdoor een aantal Arabische fysici de ‘Joodse Satan’ genoemd worden.
In een reactie schrijft Santilli zelf (of wederom zelf, dus) dat hij natuurlijk helemaal niets tegen Joden heeft, goed heeft samengewerkt met Israëli’s en dat hij afstand neemt van het wegzetten van Weinberg als een soort verrader van zijn eigen Joodse vakgenoten. Hij zegt er echter wel bij dat het verhaal verder inhoudelijk klopt, wat de tegenwerkingen van Weinberg betreft. Het comité biedt het hele lasterlijke stuk voor het gemak ook in een Arabische vertaling aan op de site, met de vermelding dat die vertaling in het Oosten rondgaat. Mij doet dit verhaal toch erg denken aan een ingewikkelde variant op de ‘Protocollen van de wijzen van Sion’.
Francesco Fucilla -filmmaker, wetenschapper, financier en … satireschrijver
Een van de stichtingen die in het leven zijn geroepen om Santilli te nomineren voor een Nobelprijs is de Santilli-Galilei Foundation. De website van deze stichting staat niet meer onder eigen domeinnaam online, maar kopieën zijn nog wel te vinden. De oprichter is Franceso Fucilla die nu nog actief is met de Telesio – Galilei Academy of Science. Dat lijkt vooral een club van ‘wetenschappers’ die elkaar bij toerbeurt mooie medailles geven voor hun bijzondere prestaties. Er zijn filmpjes te vinden op die site van de ceremonies waarbij de medailles worden uitgereikt.
Die Fucilla heeft wat met film, hij maakte al een documentaire over Myron Evans (hoewel ik daarvan alleen een trailer van kon terugvinden). Die Myrons Evans was in 2008 bezig een universiteit in Wales op te richten, waarvoor Fucilla als grote financier zou optreden. De overheid stak er echter snel een stokje voor.
Blijkens de volgende trailer zit er ook een documentaire aan te komen over Ruggero Santilli:
De website van Fucilla geeft echter te denken: hij schrijft o.a. satires over natuurkundige onderwerpen! Zou het hele bouwwerk van stichtingen en alter-ego’s rond Santilli misschien mede bedacht zijn door deze satiricus? Is het intussen allemaal één lang uitgesponnen grap als wraakneming op de wetenschappelijke wereld die Santilli niet meer serieus wilde nemen sinds hij van Harvard werd gestuurd?
Hans says
Vreemd dat men – voorzover ik weet – nog geen link heeft gelegd tussen het homeopathische geloof in een geheugen van water en de watergasfenomenen van de heren Pompe en Santilli.
Graag gedaan, homeopaten!
Jan Willem Nienhuys says
Ik moet zeggen dat ik niets snap van dat H-HO. Dat zou een molecuul zijn dat net als nitroglycerine (C3H5(NO3)3)) zijn eigen oxidatiemiddel bij zich heeft. Het gaat dus niet om een mengsel van H2 en O2 (net zoals kruit een mengsel is van de brandbare stoffen koolstof en zwavel met het oxidatiemiddel KNO3 oftewel salpeter) maar om een stof waar het het oxidatiemiddel al in de moleculen zelf zit. Dat zou dus nog veel explosiever moeten zijn dan knalgas, en het is onduidelijk waarom het niet al meteen explodeert. De normale warmtebeweging zou deze rare moleculen al enkele miljoenen malen per seconde een opdoffer moeten geven waardoor ze kunnen overgaan in gewoon H2O. Dat is een extra reden om voor het bestaan van zo’n stof, een aangeslagen toestand van gewoon H2O als het ware, heel goede bewijzen te verlangen.
Pepijn van Erp says
Dan schrijf je er onder andere naam toch gewoon een ondersteunend artikeltje over, bewijs zat 😉
Willem-Jan says
Fascinerend stuk dit. Zat ook nog even te speuren naar de heer Kadeisvilli. De grap is dat hij wel twee boeken heeft die op Amazon verschijnen, maar wel van de ‘Hadronic Press’. Valt uiteraard nog te bezien of Amazon bij dit soort dingen controleert of de auteur daadwerkelijk echt beestaat :).
Albert Bakker says
Het gaat dus om electrolyse van afvalwater (met daarin koolwaterstoffen als vetten, vetzuren etc.) En er zit volgens “Magnegas” ca 10% zuurstof in de uitlaatgassen van een Honda Civic dat draait op het geproduceerde gas. Dat zuurstof moet alvast in elk geval ergens vandaan komen. In het verbrandingsproces ingevoerde lucht is misschien een bron. Het bij de electrolyse gevormde zuurstof wil je niet eerder bij het waterstof hebben voor het verbrandingsproces, tenminste niet als je prijs stelt op het bij elkaar houden van je torso en haar uitsteeksels. Een “magnecuul” (H x H) -O omzetten in alledaagse vertrouwd H2O lijkt me eerder een fase-overgang in te zouden houden dan een exotherm chemisch proces. Als het zoveel energie produceert als beweerd, dan is zou het “magnecuul” zéér instabiel moeten zijn, óf het zou eerst nog weer een andere fase moeten doorlopen dat een energetisch nóg hogere inhoud heeft: een “electrocuul” H – (H x O) of iets dergelijks fabelachtigs.
Een korte excursie op de interwebs lijkt de leek te dirigeren naar een variant van het Kvaerner proces (voor het reduceren van bijv. aardgas tot koolstof en waterstof), het PTDR (plasma thermal destruction and recovery) proces, maar dan verkeerd toegepast: http://www.peat.com/process_overview.html [ http://peat.com/blog/tag/ptdr/ ]
Constantia Oomen says
Wil het toch nog een keer vragen. Hoe is het nu met die rechtszaak? Ben niet nieuwsgierig!