Dit bericht is eerder gepubliceerd op 23-11-2010. UPDATE 07-01-2011: onderaan de pagina staat de video van deze presentatie samen met de gebruikte powerpoint presentatie.
Dit is een samenvatting van de presentatie van Luc Bonneux op het Skepsis-congres d.d. 13 november 2010.
Luc Bonneux is epidemioloog aan het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI).
De angstindustrie oftewel “marketing by fear”.
De “tongue in cheek”-benadering van het onderwerp door Luc Bonneux werd gekenschetst door zijn opmerking dat hij door de rechtvaardigheid van God was getroffen door een griep op te lopen, alsmede de omstandigheid dat ook hij zich in een vakgebied bewoog waar deskundigen steeds minder weten van steeds meer.
Hij wees er vervolgens terecht op dat ondanks de door psychoses gevoede angst voor pandemieën de levensverwachting in ons deel van Noord-Europa in de periode van 1750 tot 2000 van rond de 35 jaar gestegen was naar 70-80 jaar voor mannen en vrouwen.
Het betoog van Luc Bonneux kwam tot de kern toen hij wees op de coalitie van wetenschappers, bedrijven en media die in de jaren 2004-2005 een hype weten te scheppen die wereldwijd leidt tot het produceren en in voorraad houden van de zogeheten NAI’s (neuramidase inhibitors) zoals Tamiflu.
Zijn kritiek geldt vooral de statistische irrelevantie van de cijfers die overheidsinstituten die over onze gezondheid waken, inzetten om het gelijk tot ingrijpen aan hun zijde te krijgen. Het zou verkwikkend zijn om vooral de Cochrane Library te raadplegen om de werkzaamheid van remedies te toetsen. Citaat: ”Laten we vooral geen hypothetische geneesmiddelen inzetten tegen een hypothetische griep (pandemie)”.
“Ook schimmige experts met onbekende belangen van de World Health Organisation spelen een dubieuze rol. De wereldgezondheidsorganisatie zal aanraden om griepremmers te stockeren, ook al is er geen bewijs van werkzaamheid, laat staan kosteneffectiviteit. In mei 2009, als het duidelijk is dat de nieuwe griep goedaardig zal verlopen, zwakken deze gezichtsloze experts de definitie van een pandemie af: iedere wereldwijd circulerende verkoudheid mag nu een pandemie worden genoemd. Daardoor worden allerhande maatregelen van kracht, die voorheen enkel golden bij ernstige ziekte, zoals het volgen van urgentieprocedures bij het ontwikkelen, goedkeuren en commercialiseren van vaccins. Het is uiteindelijk deze verandering van definitie van pandemie die de wereld minimaal 8 miljard Euro heeft gekost. Tot op de dag van heden (november 2010) is officieel onbekend wie hiervoor verantwoordelijk was.”
Vooral onbegrip is zijn deel als hij verwijst naar de varkensgriep die heerste in Australië in 2009 alwaar het verloop van de epidemie niet leidde tot een verantwoordde insteek in Nederland maar tot een investering van € 800M oftewel € 50 per hoofd. Een bedrag dat beter aan de gezondheidszorg voor de senioren had kunnen worden besteed. Nederland kan bovendien een voorbeeld nemen aan de wijze Belgische Inspectie van Volksgezondheid die de noodzaak tot vaccinaties terugbracht tot de verantwoordelijkheid van de individuele medicus.
Hij besluit zijn relaas met te wijzen op het ontstellende gebrek aan RCT’s (Randomized Controlled Trials) en dat er te weinig bewijs is voor de effectiviteit van influenzavaccinaties.
In de periode van 1998 tot 2007 zijn de kosten van het Pharma en Healthproduct lobbyen viervoudig gestegen en in de periode 1960-2002 de kosten van de gezondheidszorg bijna verhonderdvoudigd i.e. in de Benelux, Zwitzerland, VK en de VS. Dat er betere keuzes gemaakt moeten worden in de gezondheidszorg staat als een paal boven water!
Een van de oplossingen die hij aandraagt, is een instituut als het National Institute of Clinical Excellence (NICE) in het VK. dat verantwoordelijk is voor de redelijkheid van te nemen maatregelen voor patiënten, artsen, industrie en deskundigen.
Nederland!!! Waarop is het wachten??
Helaas werd de camera wegens technische problemen iets te laat ingeschakeld.
Jan Willem Nienhuys says
In dit artikel staat dat de kosten voor de gezondheidszorg wel 100 maal zo hoog werden tussen 1960 en 2002. Dat is waarschijnlijk afgeleid uit een van de dia’s van de presentatie van Bonneux. Maar de schaal daarop is logaritmisch. De stijging varieert van 7,6% per jaar (Nederland) tot 9,1% per jaar (België) en daar zit misschien de gewone stijging van de lonen en prijzen al in. In elk geval staat er niet in de grafiek dat alles is uitgedrukt in dollars van een bepaald jaar. Een stijging van 7,6% per jaar zou een factor 21 inhouden voor de periode 1960-2002.
Jan Willem Nienhuys says
Ik heb mijn oude Statistische Jaarboeken doorgenomen om uit te zoeken hoe het zit met de prijs- en kostenstijgingen.
Deze bron gaf vanaf 1969 (verder kan ik niet teruggaan) gegevens over de consumentenprijsindex, aanvankelijk gebaseerd op een typisch pakket dat verbruikt wordt door werknemers met een inkomen van minder dan 31.000 gulden, later werd de ziekenfondsgrens aangehouden. Vanaf 1975 worden ook gegevens verstrekt over de totale bevolking. Men ziet dan dat vanaf 1980 voor de eerste groep medische kosten 9,8% van het totaalpakket uitmaakt, terwijl het voor de hele bevolking dan 11,9% is (ik denk vanwege de vele ouderen die meer uitgeven). Na 1990 werden medische kosten nauwelijks meer meegewogen, omdat de premie voor ziekenfonds/verzekering niet meer als consumptieve besteding werd gerekend.
Ik ga uit van het prijspeil van 1969 = 1.
1969-1975:
algemene prijspeil (AP) groeit tot 1,705
medische prijspeil (MP) groeit tot 2,358
fractie medische uitgaven (FM) in standaard pakket 7,3%
1975-1980
AP gaat naar 2,396, MP naar 3,414; FM = 11,1%
1980-1985
AP gaat naar 2,930, MP naar 3,814; FM = 11,9%
1985-1990
AP gaat naar 3,056, MP naar 3,056; FM = 13,8%
1990-1995
AP gaat naar 3,569, MP naar 4,972
1995-2000
AP gaat naar 3,976, MP naar 5,330
Ik heb niet gekeken naar reële koopkrachtstijging. De toename van medische kosten komt doordat
1. de koopkracht reëel stijgt.
2. de prijzen stijgen
3. de geneeskunde beter wordt, en dus meer kost
4. mensen geven er relatief meer aan uit, wellicht omdat
5. de gemiddelde leeftijd omhoog gaat
Je ziet dat in ongeveer 30 jaar de prijzen met een factor 4 stijgen, maar de prijzen van medische diensten (= voor de helft verpleegkosten in ziekenhuizen e.d.) met een factor van ruim 5, 5,5% per jaar. Daar hoef je maar 2% reële inkomensstijging bij te tellen om aan 7,6% jaarlijkse stijging te komen. Ik vermoed dat als je zo rekent de stijging van de medische kosten veel minder dramatisch uitvalt. Als percentage van het Bruto Binnenlands Product is de stijging veel minder.
Enkele voorbeelden van punt 3: in 1960 werd er volgens mij nog niet tegen mazelen ingeënt. Maar naarmate de vaccins verbeterden, en ook de circa 1 per 1000 doden (plus een aantal levenslang invaliden) ten gevolge van mazelen minder geaccepteerd werden, werd die vaccinatie ingevoerd. Het is natuurlijk niet zoveel (wat is nou een vaccinatie voor een heel leven), maar zulk soort verbeteringen zullen er wel meer zijn geweest. Vroeger bestonden er allerlei beeldvormende techieken niet, tegenwoordig heeft waarschijnlijk elk ziekenhuis een MRI-machine staan.
Sten Oomen says
De opbouw van de voordracht, de manier van spreken en de geluidskwaliteit zijn mijns inziens (!) dermate slecht dat ik het niet kan opbrengen een aanzienlijk deel van de lezing te beluisteren. Helaas.