Dap Hartmann – astronoom en onderzoeker aan de TU Delft – schreef 15 december 2011 een column met als titel “TUfo Delft”.
In die column schrijft hij over ene heer V. die onlangs werd geïnterviewd door De Telegraaf. Niburu (een groep ufo-gelovigen) plaatste het artikel op hun website. Heer V. is beter bekend als Coen Vermeeren, waar we op Kloptdatwel al vaker over schreven (lees hier De ideeën van Coen Vermeeren en hier over het anekdotisch bewijs wat dhr. Vermeeren serieus neemt).
Vermeeren gelooft dat ufo’s buitenaards zijn. De U in ufo staat voor ‘unidentified’ (niet geïdentificeerd) maar dat lijkt Vermeeren te zijn vergeten. Vermeeren is luchtvaart- en ruimtevaartdocent aan de TU Delft en daarnaast is hij hoofd Studium Generale van dezelfde universiteit, hij zou dus beter moeten weten.
In zijn column stelt Hartmann simpele vragen naar aanleiding van uitspraken van Vermeeren:
Hoe kan meneer V. zulke onzin geloven? Is het omdat hij tweemaal met eigen ogen een ufo heeft gezien? ‘Samen met vrienden heb ik er eentje een meter of honderd boven onze buurt gezien, een grote oranje bol. Minutenlang.’ Nu staat de ‘u’ van ufo voor unidentified, maar meneer V. heeft die grote oranje bol in al zijn wijsheid geïdentificeerd als een buitenaards ruimteschip. Hoe hij dat zo zeker weet, blijft helaas onopgehelderd. Er is zelfs geen foto van: ‘Het kwam niet eens in me op om naar binnen te rennen en een camera te pakken’. Maar hoe wist meneer V. dat die ufo zich op honderd meter hoogte bevond? Om te bepalen hoe ver een object van je verwijderd is, moet je weten hoe groot het is of hoe snel het in transversale richting beweegt.
In het interview met De Telegraaf zegt Vermeeren het volgende:
Door Skepsis werd ik verguisd, maar die branden je altijd af zonder zinnig argument.
Eh… pardon? Die argumenten kan je hier lezen, want als er één ding is dat we bij Skepsis doen dan is het wel een standpunt beargumenteren!
Hartmann ziet het ook anders dan Vermeeren gezien zijn opmerking:
Dat hij door Stichting Skepsis werd verguisd, deert meneer V. in het geheel niet, want ‘die branden je altijd af zonder zinnig argument.’ In het comité van aanbeveling van Stichting Skepsis zitten onder meer biochemicus Piet Borst, astronomen Cees de Jager, Vincent Icke en Ed van den Heuvel, en fysicus en Nobelprijswinnaar Gerard ’t Hooft. Waarschijnlijk geen van allen aliens.
De volledige lijst met leden van het Comité van aanbeveling van Stichting Skepsis kan je hier vinden.
Lees hier de volledige column van Dap Hartmann.
Naschrift:
Na het schrijven van bovenstaand artikel werd ik via verschillende bronnen op een recent verschenen artikel gewezen over dit onderwerp. In het artikel wordt uitgelegd dat naar aanleiding van een brief door Skepsis-voorzitter Frans Sluijter aan de rector magnificus van de TU Delft Vermeeren onder toezicht werd geplaatst. Doordat Vermeeren zich regelmatig in de media begeeft waar hij wordt voorgesteld als docent aan de TU Delft luidt de titel en de inleidende alinea:
Uitlatingen over ufo’s ondanks toezicht
Rector magnificus Karel Luyben is in gesprek met Coen Vermeeren, hoofd van Studium Generale, over de vraag of zijn opvattingen over onder meer ufo’s ‘voldoende onderscheiden kunnen worden van zijn taken bij de TU Delft’.
Lees hier het volledige artikel.
Hans says
Telegraaf = bedrukt papier, niet eens goed genoeg voor in de kattebak.
Maar ja, het recept van Coca Cola wordt ook geheim gehouden, DUS… aliens bestaan!
Geen reclame voor de TU!
Jan Willem Nienhuys says
Onder het artikel van Delta van Saskia Bongers staat een link naar een brief van Coen Vermeeren, getiteld ‘Onderzoek het bestaan van ufo’s’
http://www.delta.tudelft.nl/artikel/onderzoek-het-bestaan-van-ufo-s/24421
In het artikel in Delta wordt Vermeeren geciteerd als volgt:
Dit is onzin. Elke godsgelovige zal dit bestrijden. Ten eerste zijn daar de heilige boeken en vervolgens zijn daar de ontelbare wonderen waarvan in diverse religies verhaald wordt. En er zijn zelfs diverse wetenschappelijke publicaties die aangeven dat bidden voor derden effectief is. Of die wonderen erop wijzen dat het desbetreffende opperwezen ook echt de schepper is, of dat de fantaserende aard van het menselijk brein de hoofdverantwoordelijke is, dat is voor de gelovigen geen vraag. Als er bijvoorbeeld bij belangrijke gebeurtenissen vroeger ooggetuigenverslagen in China verschenen van draken die het zwerk doorkliefden dat geeft het geen pas daaraan te twijfelen. In China wist men heus wel hoe een draak eruit ziet. Het waren dus allemaal getrainde waarnemers. Alweer is het natuurlijk de vraag of die draken wel ‘schepper’ waren.
Het is dubbel onzin, want het gaat niet om het bestaan van ufo’s (met andere woorden dat mensen soms wel iets in de lucht zien wat ze niet kunnen thuisbrengen), maar om de hele mythologie eromheen, bijvoorbeeld dat ze een gemeenschappelijke verklaring hebben, dat die verklaring is dat het om een buitenaardse intelligentie (maar niet God de schepper) gaat, dat regerinsgfunctionarissen daarvan op de hoogte zijn, en dat er nog onbekende energiebrtonnen zijn waarvan deze intelligenties zich bedienen, maar die wellicht door Turkse politieagenten zijn ontdekt enzovoorts enzovoorts.
Bij Cees Dekker (waar Vermeeren zich mee vergelijkt) ging het nog om min of meer onbetwiste wetenschappelijke feiten, waarvan Dekker meende dat er een of andere vorm van ontwerp achter stak anders dan het ‘eindeloos proberen of iets werkt’ van de evolutie.
Getrainde waarnemers van het zwerk bestaan, ze heten astronomen. En die hebben nou juist nooit iets gezien. Een oranje bol gezien? Hoe moeten we weten dat het niet gewoon om de zon door de mist of achter de wolken ging? Of een heteluchtballon?
Mr. Vermeeren, you are not a Dekker!
Roy_01 says
Ik ben een grote voorstander van de vrijheid van
meningsuiting: Ik ben van mening dat je moet kunnen zeggen wat je vind en/of
geloofd (tot op zekere hoogte). Hoe dom of ongefundeerd deze uitspraken ook zijn. Het is echter geen
visite kaart voor een universiteit als TU delft. Het onder toezicht plaatsen
van deze meneer zal zijn vrijheid van meningsuiting sterk beperken (over dit
onderwerp).
Het is naar m.i. niet verantwoord om zulke
uitspaken te doen zonder enig vorm van bewijs, als je verbonden bent aan een
universiteit wat voornamelijk exacte wetenschap bedrijft. Bovendien wakkert het geen discussie aan! het
sterkt juist de mensen die er al in geloven. Daarnaast creëert het naar m.i.
een bepaalde achterdocht in de samenleving tegenover de overheid.
Hij heeft een UFO op ongeveer honderd meter boven de buurt
gezien. Of de observatie van de afstand nou klopt of niet. Dat is redelijk
dichtbij te noemen. Vraag me af wanneer, waar en hoe laat dit heeft
plaatsgevonden. Als deze UFO zo dichtbij was, zullen er ongetwijfeld meer
getuigen zijn geweest (afhankelijk van het tijdstip). Anno 2012 heeft bijna
heel Nederland een mobiele telefoon met een camera geïntegreerd. Het lijkt me
sterk dat het niet is opgekomen bij de heer Vermeeren, een van zijn vrienden en
eventuele getuige om hiervan een foto te maken.
Ik vind het persoonlijk wel een interessant vraagstuk of er
leven is buiten aarde. Tot op heden heeft de wetenschap dit niet kunnen
aantonen. Het universum is zo gigantisch groot. Hier zijn nog zoveel
onduidelijkheden over. Daarom acht ik het aannemelijk dat er leven ergens anders
in het universum bestaat wat op dezelfde of soortgelijke wijze is geëvolueerd
als dat van ons.
Hoe denken jullie hierover?
Maarten Koller says
Ik ben het met je eens wat betreft dat het onverantwoord is om als universitairdocent zulke uitspraken te doen die gebaseerd zijn op niet-wetenschappelijke onderzoeksmethoden. Een UFO zien op 100 meter –> hoe weet je dat het honderd meter was? Een getrainde waarnemer heeft net zoals een ongetrainde waarnemer geen referentiepunten om afstanden in de lucht te schatten. Ik ga op mijn lijstje eens zetten om de literatuur daarvan eens op te zoeken, die zal er toch vast zijn.
Verder lijkt het mij erg waarschijnlijk dat er ergens leven is. Het lijkt mij niet erg waarschijnlijk dat we door dat leven op dit moment bezocht worden.
Maar of ik nu wel of niet iets waarschijnlijk acht, dat is irrelevant wanneer er ergens bewijs voor wordt gevonden.
Beweringen doen dat er buitenaards leven is komt dus sowieso te vroeg: het bewijs ontbreekt simpelweg.
Hans says
De aarde is maar een onbeduidend bolletje in een onbeduidend zonnestelseltje in een onbeduidend sterrenneveltje, tenminste als je het vanuit het kader van het hele heelal beschouwt. Daarom is het m.i. best waarschijnlijk dat er in het totale heelal met zijn onnoemelijke aantallen sterrenstelsels hele series planeten zullen zijn met daarop een of andere vorm van leven. Maar … wie zegt dat dat dan leven is in de vorm zoals wij dat kennen, dus op basis van koolstof en water etc. Misschien is er ook wel zoiets denkbaar op basis van methaan en silicium om maar een voorbeeld te noemen. Gesteld dat er ergens in het heelal leven aanwezig is in een vorm die met onze atmosfeer verenigbaar is, dan is het nog maar de vraag of dat leven zich pas is begonnen te ontwikkelen (bacteriën etc.), of reeds een ontwikkeling kent die min of meer vergelijkbaar is met de onze of misschien al is gedegenereerd. Als die beschaving nog in de “middeleeuwen” (u begrijpt mijn aanhalingstekens wel) of daarvoor verkeert, zullen we voorlopig niet met hen kennismaken, zelfs al zou de reis weinig of geen tijd kosten. Gesteld dat een technologisch voldoende ontwikkelde beschaving van ergens in het heelal op zoek is naar andere beschavingen ergens in het heelal, dan nog is men onnoemelijk lang onderweg is naar “ons”. En … ook daar gelden de gebruikelijke natuurkundige en scheikundige principes, reken daar maar op! Die beschaving zou zich toch onderweg al die tijd moeten voeden en dat soort lastige “trivialiteiten” meer. En ze zouden zich ongetwijfeld hebben afgevraagd of de reis in het ongewisse de moeite waard is. Want evenmin als wij ooit iets van hen hebben vernomen, zouden zij waarschijnlijk ook nog nooit iets van ons hebben kunnen vernemen. Zo verschikkelijk lang bestaat onze mogelijkheid tot het verzenden van radiosignalen nu ook weer niet (ruwweg een eeuw). En sneller signalen overbrengen dan met de lichtsnelheid gaat nu eenmaal niet. Als ze dus verder zitten dan een lichteeuw van ons verwijderd, zou het een volledige sprong in het ongewisse zijn.
Concluderend is het al met al niet zo waarschijnlijk dat het hier bulkt van de aliens.
Maarten Koller says
Nog even een huishoudelijke mededeling: morgen had ik een leuke video in de planning, maar helaas werkt WordPress op dit moment niet goed en heb ik op dit tijdstip geen toegang tot mijn eigen pc (ik werk nu op een Mac… the horror! ;)) dus kan het moeilijk fixen.
(Ik krijg geen toegang op deze computer tot de lijst met artikelen omdat deze afgesloten is op basis van instellingen van de ‘parental controls’… right… guest account ook nog dus kan helemaal niks… behalve gaan slapen 🙂 wat ik dus maar ga doen. Weltrusten en hopelijk morgen in de middag de video online!)
regenworm says
Bestaat er buitenaards leven?
Als wij met deze vraag bezig zijn komen we snel in tegenstrijdigheden. Aan de ene kant hebben de mensen en hun wetenschappers geen piepklein feit gevonden om dit bestaan aan te tonen. Aan de andere kant is er het vermoeden dat er wel zo iets bestaat. Het merendeel van de wetenschappers geloven niet in ufo’s en soortgelijke verhalen. Maar ze geloven wel dat er ergens in het heelal nog wat leven bestaat, zelfs zo’n intelligente vorm als wij dat zijn ;-), of misschien nog gevorderder dan wij het kunnen beseffen. Als die b.v. zo’n slordig miljoen jaar verder zijn met hun ontwikkeling (wat is een miljoen jaar in de geschiedenis van het leven?).
De vraag die me is te binnen geschoten is of het überhaupt redelijk is daar iets over te beweren. Want wij zouden het in ieder geval niet kunnen bevestigen, we hebben er geen enkel aanwijzing voor alleen maar vermoedens. De vraag herinnert een beetje aan de thee-pot van Russell, te weten de vraag of je iets kunt falsifiëren. Is er eigenlijk een verschil tussen de vraag ‘Bestaat er God?’ en ‘Bestaat er buitenaads leven?’? Wat bedoelde Russell toen hij zei dat zijn hypothetisch bedachte voorbeeld niet kan worden falsifiërd? Is het per definitie niet mogelijk deze pot ooit aan te tonen, of sterker nog te bewijzen dat er geen thee-pot is. Of bedoelde hij dat het met onze tegenwoordige techniek niet zou mogelijk zijn, altans niet tijdens zijn (ons) leven.
Ik denk dat er tussen falsifiërbare beweringen en vermoedens en niet-falsifiërbare een continue overgang is. Zelfs als ík me afvraag of president Obama roze toiletpapier gebruikt; ik zou het toch nooit kunnen uitvinden.
Guest says
En ik denk dat Vermeeren zijn status als docent aan de TU Delft niet mag misbruiken om zijn geloof in buitenaardse-bezoekers-in-UFO’s de schijn van wetenschap en waarheid te geven.
Hans says
Je slaat de spijker op z’n kop. Zo simpel is het. Om in deze kwestie iets zinvols te zeggen, heb je er geen theepot van Russell of een opperwezen bij nodig. Gezond verstand volstaat, minkukel of niet.
(De oerdomme Wammes Waggel was de enige met een plus-kukel!)
Jan Willem Nienhuys says
Hedenmorgen staat er een stuk van theoloog Taede Smedes in de Volkskrant en ook op de site:
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3145345/2012/01/31/Wetenschap-mag-ufo-s-niet-negeren.dhtml
Hij somt allerlei bronnen op van waarnemingen, maar wie er ontbreken zijn de astronomen. Theoloog en godsdienstfilosoof Smedes zou zich bij zijn leest moeten houden. Er is hier een soort religie, compleet met verhalen over wonderbaarlijke verschijningen en hier en daar zelfs messiasideeën, die zich pal voor zijn neus ontvouwt.
Hij citeert onder meer een boekie van Piet Smolders, dat ik niet ontoevallig sinds de verschijning ervan in de kast heb staan. Ik besprak het onder de titel: ‘Piet Smolders’ werkelijkheid’. Hier: http://www.skepsis.nl/pararit19.html#194b
Iemand die wat dan ook van von Däniken serieus neemt, en die bij het schrijven van een boek over ‘buitenaardsen blind vaart op deze fantasieschrijver plus Ezechiël 1:4-28, zonder zich op te hoogte te stellen van de niet geringe omvang van kritiek op von Däniken (noch Skepter, noch de site van Skepsis had Smolders ooit bekeken) kan toch niet ernstig genomen worden, hoeveel hij ook weet van raketten en ruimtevaartmissies.
Dus wat hebben we? Free lance fantast vD schrijft boek in 1968, in 1986 ontmoet Smolders vD, in 2006 verbreidt Smolders kritiekloos het evangelie van vD, en in 2012 schrijft een theoloog/filosoof :
Wat ik hierover denk ga ik u niet vertellen. U kunt het echt zelf wel bedenken.
Zo schrijft Smedes ook:
.
U moet de rest van de pompeuze omschrijving van Smedes maar zelf even bekijken. Dit rapport werd door Marcel Hulspas in Skepter 15.1 (maart 2002) vernietigend besproken. U moet het maar nalezen op de Skepter-CD maar hier zijn wat flarden:
Pepijn van Erp says
dat andere boek dat Smedes aanhaalt (UFOs: Generals, Pilots, and Government Officials Go on the Record) wordt hier nog al onderuit gehaald: http://badufos.blogspot.com/2011/08/some-comments-on-history-channel-show.html
Ook de ‘sterkste’ bewijzen voor iets bijzonders aan ufo’s blijken weer hoaxes of anderszins verklaarbaar.
Ik snap het hele betoog van Smedes niet: alle zogenaamde sterke bewijzen van ufo-gelovigen worden (makkelijk) ontkracht, maar waarom ziet ie dan nog reden om er wetenschappelijk naar te kijken:
Dit is gewoon napraterij van de ufo-gelovigen. Laat Smedes maar eens met voorbeelden komen.
Pepijn van Erp says
Smedes heeft het stuk intussen op zijn eigen site gezet:http://tasmedes.wordpress.com/2012/01/31/wetenschap-mag-ufos-niet-negeren-mijn-opiniebijdrage-in-de-volkskrant/ en gaat al op je commentaar in, Jan Willem:
Jan Willem Nienhuys says
Smedes schrijft:
Kennelijk heeft Smedes het boek van Smolders niet gelezen. Ik wel. De enige kanttekeningen bij von Däniken zijn zo ongeveer dat Smolders meldt dat er volgens vD zelf nogal wat onnauwkeurigheden in zijn jeugdwerk zaten. Ook een punt van kritiek (van Smolders op vD) is niet dat het allemaal onzin is, maar dat vD het allemaal had overgeschreven van een Rus.
Smedes doet hier wat kennelijk een standaardtechniek is. Ik heb namelijk helemaal niet geschreven dat S. een seniele sukkel is, alleen dat wat hij over de bewijzen van buitenaardse bezoeken te melden heeft, bewijst dat hij niet de minste moeite geeft gedaan om kennis te nemen van kritische geluiden. In mijn Parariteiten-stuk gaf ik aan dat Smolders zelf een gesprek met mensen die er iets van weten uit de weg ging. Zowel ‘seniel’ als ‘sukkel’ zijn geheel aan de fantasie van de theoloog/godsdienstfilosoof ontsproten.
Verder heeft Smedes nog iets over het vertrek van Hulspas te melden. De feitelijke aanleiding was een verschil van inzicht over het plaatsen van een frontale aanval op religie van de hand van Nicholas Humphrey die al 5 jaar eerder op de website van Humphrey stond: http://www.edge.org/3rd_culture/humphrey/amnesty.html . Men zou daaruit kunnen afleiden dat Hulspas vond dat Skepsis meer aan religiekritiek moest doen en samen zou moeten gaan werken met De Vrije Gedachte. In feite is de door mij gemaakte vertaling en samenvatting van Humphreys stuk daarna ook in het blad van de Vrije Gedachte verschenen. Wat Smedes erover vertelt is niet aan mij bekend.
Voorlopig houd ik het op het vermoeden dat Smedes een levendige fantasie heeft en dat hij vele loopjes met de feiten neemt.
Guest says
Nou, dat lijkt me een terechte conclusie. Allemachtig nog aan toe, ik ben echt sprakeloos, zulke mooie hersens gekregen en er dan zulke malle dingen mee doen, het is toch zonde.
Rob Nanninga says
Ik heb dat stukje over Marcel Hulpas maar even rechtgezet in een reactie op de site van Taede Smaedes, waarop Smaedes liet weten dat hij Hulspas er verder buiten wil laten. Hij heeft zijn onjuiste bewering overigens nog niet geschrapt.
Ik denk dat Pepijn gelijk heeft: het is napraterij van ufogelovigen. Smaedes lijkt niet te beseffen dat het in de hedendaagse ufologie vooral over complottheorieën gaat. Hoe kunnen er al 65 jaar buitenaardse ufo’s rondvliegen
zonder dat er beter bewijsmateriaal beschikbaar is? Je zou kunnen aannemen dat
die ufo’s beslist niet geïdentificeerd willen worden en dat ze over geavanceerde
middelen beschikken om altijd ongrijpbaar te blijven. Maar dat niet zo’n bevredigende gedachte.
De meeste ufo-aanhangers nemen daarom aan dat het gewenste bewijsmateriaal er al lang is,
maar dat het opzettelijk verborgen wordt gehouden door invloedrijke personen op
aarde, die mogelijk in het geheim met de aliens samenwerken. Ufo-gelovigen willen deze boeven dwingen om hun kennis van de buitenaardse technologie te openbaren, zodat we daarmee de aarde kunnen redden.
Dit idee wordt ook uitgedragen door Coen Vermeeren, die onder meer gelooft dat Philip Corso een belangrijke getuige was.
Corso
zag een verongelukte alien die door de luchtmacht op
sterk water was gezet, en hij ontving een paar kratten met buitenaardse technologie, toen hij voor het Pentagon werkte. Ook in het door Smaedes geroemde COMETA-rapport wordt de roman van Corso serieus genomen.
Guest says
Ja ja… het ontbreken van bewijs bewijst dat het bewijs verborgen wordt gehouden en dat is dan het bewijs.
Maarten Koller says
Morgen wordt Jan Willem’s reactie in een apart artikel geplaatst met de daarop volgende reacties die hier staan er direct onder. Gelieve de discussie over het artikel van Smedes morgen daar voort te zetten.