100 Chemical Myths – Misconceptions, Misunderstandings, Explantations — een boekbespreking
In een wereld waar de invloed van chemie op ons bestaan groot is, blijkt de kennis over die tak van wetenschap veelal ver onder de maat. Die kennis is zo beperkt door de angst voor de ingewikkelde termen en formules en wordt gevoed door de associatie die gelegd wordt tussen de negatieve gevolgen van onze levenswijze en de vaak chemische verklaring van die gevolgen.
Berichtgevingen in onze media over gebeurtenissen met een chemische insteek, kunnen meestal niet zonder gekromde tenen worden gevolgd. Verkeerde woordkeuzes, klokjes waarvan de klepel geheel aan het zicht onttrokken bleek en het ronduit negeren van feitelijkheden of het ontbreken van de basisinformatie; het is schering en inslag. Carl Sagan merkte al op dat de enorme invloed van een vakgebied op de maatschappij en het gelijktijdige gebrek aan kennis over dat vakgebied, tot spanningen zal leiden.
Het begrip ‘chemisch’ is door de context waarin het vaak voorkomt, beladen. In dat verband is het aardig op te merken dat de Royal Chemical Society in 2011, 1 miljoen Engelse ponden uitloofde aan de eerste persoon die een product kon melden waarin geen chemische stoffen zaten. Dat initiatief, in analogie aan dat wat James Randi al eerder deed voor paranormale beweringen, heeft de Royal Society nog niet genoodzaakt om het miljoen aan een gelukkige winnaar te betalen.
Het is dan ook te waarderen dat er een boek is verschenen waar veel misverstanden en onbegrip rond het thema chemie worden opgehelderd en waar bakerpraatjes worden ontmaskerd.
Het aantal chemische broodjes aap is welhaast onuitputtelijk, dus ondanks de 100 mythes die worden ontzenuwd, blijven er nog genoeg onbelicht. De onderwerpen liggen op het vlak van voedsel en medicijnen en bespreekt voorbeelden over gif en ander ongemak, waar chemie als bron van kwaad wordt gezien.
Dus leren we hoe een tekenfilm ons ten onrechte doet geloven dat spinazie de ideale bron van ijzer is, terwijl bijvoorbeeld ordinaire stroop vijf keer zoveel ijzer bevat.
De onbevlekte reputatie van onbespoten groente als vrij van insecticiden, gaat voorbij aan het feit dat elke plant zich van nature verdedigt tegen insecten, en wel met insecticiden die de plant zelf aanmaakt. In concentraties die enige duizenden malen hoger zijn dan wat de spuitbus vermag.
De trend om grapefruitpitten als voedingssupplement te gebruiken, blijkt niet geheel zinloos vanwege de toegevoegde conserveermiddelen, maar elke verklaring die op basis van de samenstelling van de pitten zelf wordt gegeven, is wel heel ingewikkeld, maar daarom niet minder onzinnig.
De goedbedoelde aansporing om met een volgranen ontbijt de dag gezond te beginnen, gaat voorbij aan het risico dat deze producten met zich dragen, namelijk de kans op vorming van schimmel en de zware giffen die daardoor gevormd worden.
Velen slikken extra doses vitamine C om minder kans op najaarsverkoudheid te hebben. Maar ze zouden bij analyse van hun urine, bespeuren dat hun lichaam alle Vitamine C die de 0,4 gram per dag overschrijdt, gewoon afvoert.
Zeezout wordt aanbevolen als gezond alternatief voor ’gewoon zout´. De andere kristalvorm maakt het wat zouter, maar de samenstelling is identiek en dus is het niet gezonder.
Ook het rotsvaste geloof dat men op ijs kan schaatsen omdat ijs even smelt door de grote druk van schaatsijzers, wordt eenvoudig naar het rijk der fabelen verwezen. Geen enkele schaatser is zwaar genoeg om ijs te laten smelten.
In de Aziatische keuken wordt vaak Ve-tsin als smaakversterker gebruikt. Ve-tsin is een glutamaat en een hardnekkig misverstand is dat dat hoofdpijn kan veroorzaken. In de VS spreekt men zelfs van het Chinees Restaurant Syndroom. Gelukkig heeft die eventuele hoofdpijn een andere oorzaak. Glutamaat komt in heel veel andere voedingsmiddelen voor en geeft daar geen hoofdpijn.
Elk van de behandelde misverstanden of voorbeelden van pseudowetenschap, worden in het boek “100 Chemical Myths” helder en goed gedocumenteerd weerlegd. Het onderlinge verband tussen alle thema`s wordt helder aangegeven. De keuze van de thema’s lijkt soms wat willekeurig en dat geldt ook voor de diepgang waarmee die thema´s worden besproken en die thema´s zijn soms wel erg toegespitst op de Hongaarse belevingswereld van de auteurs.
Als rechtgeaarde chemici kunnen de vier Hongaarse auteurs niet nalaten elk verhaal te larderen met mooie formules en vaktaal. Maar voor de niet-chemisch onderlegden blijft elk verhaal begrijpelijk en vaak heel verhelderend. Alle chemie-taal is een aanvulling voor de liefhebber, maar niet cruciaal voor het begrijpen van de boodschap.
Het boek is zowel prettig om te lezen, maar kan ook als een goed, maar zeker niet volledig, naslagwerk gebruikt worden.
De prijs waarvoor het boek wordt aangeboden (€57,99) is helaas geen mythe, maar werkelijkheid. Per mythe is het natuurlijk een koopje.
Geïnteresseerd geraakt in het boek? Koop het via onderstaande link bij Bol.com en steun daarmee Kloptdatwel!
FVerweven says
[ Ook het rotsvaste geloof dat men op ijs kan schaatsen omdat ijs even smelt door de grote druk van schaatsijzers, ]
Valt dat onder chemie?
Hans1263 says
Chemie is als je er goed over nadenkt, een deel van fysica. Het omgekeerde geldt niet.
Jan Willem Nienhuys says
het moleculaire mechanisme achter schaatsen is (evenals fietsen) nog steeds een niet helemaal opgelost probleem.
Om de zoveel tijd hoor je dat men er helemaal uit is, en een tijdje later lijkt dat dan weer niet te kloppen.
hoe de moleculen op het grensvlak van een stof die op een paar graden afstand van zijn smeltpunt zit aan elkaar zitten,
is een ingewikkeld probleem.
DutchPhlogiston . says
Fasediagrammen en thermodynamica zijn echt wel pijlers van de chemie. Het is ook niet zo zwart-wit. Het kan evengoed ook onderdeel zijn van de natuurkunde, net zoals eiwitstructuren zowel door scheikundigen als biologen interessant worden gevonden (en misschien ook wel door natuurkundigen en wiskundigen, en weet ik veel wie nog meer).