Afgelopen zomer informeerde IGZ bij de Nederlandse Vereniging van Manueel Therapeuten (NVMT) of zij inzake het kraken van de nek een richtlijn hanteerde. IGZ was daartoe gekomen omdat er in 2012 zes calamiteiten na een dergelijke behandeling waren gemeld, waarvan een met dodelijke afloop. Al jaren is bekend dat het kraken van de nek door manueel therapeuten of chiropractors kan leiden tot beschadiging van de slagaders die langs de nekwervels naar het achterste deel van de hersenen lopen. Hoe vaak dit probleem (meestal een scheur in de binnenste laag van het vat, een zgn. dissectie van de arteria vertebro-basilaris) zich voordoet is onduidelijk, want niemand houdt dit bij en er is waarschijnlijk onderrapportage.
Het bestuur van de NVMT, als geplaagd door een slecht geweten, ontraadde in juli 2013 n.a.v. de IGZ-brief zijn leden om nog nekmanipulaties of -mobilisaties toe te passen. Op 5 november relativeerde de NVMT dit preadvies over hoog cervicale manipulaties echter al weer en kondigde besluitvorming aan op de ledenvergadering van 18 november. Men zou dan komen met een drieledig voorstel: de patiënt moet van tevoren worden voorgelicht over de kans op ernstige complicaties en men gaat d.m.v. goed uitvragen van de klachten en een lichamelijk onderzoek alvorens over te gaan op MT de kans op optredende (vaat-)complicaties zo klein mogelijk maken. Daarbij moeten de NVMT-leden zich conformeren aan de richtlijn, die the International Federation of Orthopaedic Manipulative Physical Therapists (IFOMPT) in 2012 opstelde: het ‘International Framework for Examination of the Cervical Region for potential of Cervical Arterial Dysfunction prior to Orthopaedic Manual Therapy Intervention’. Zoals verwacht ging de vergadering akkoord met dit voorstel.
Het framework van de IFOMPT
Alle reden dus om dit raamwerk van de IFOMT eens nader onder de loep te nemen. Welnu: dat is geruststellend, want als elk NVMT-lid zich daaraan gaat houden, dan zullen er nog maar bitter weinig nekken wordt gekraakt en dan zal die edele kunst straks alleen nog voorbehouden zijn aan de echte chiropractors, die zoals bekend nergens bang voor zijn. Ga maar na. Het raamwerk vereist een hoge graad van ‘klinisch redeneren’ waarover maar weinig manuelen beschikken en wat des te meer klemt, omdat de verzekeraar in ons land geen verwijzing door een arts vereist. Iedereen kan zich drempelvrij laten kraken. Wel zelf betalen tenzij aanvullend verzekerd. In de ronkende inleiding van het raamwerk wordt gebazeld over het biopsychosociale model en over de ‘cognitieve en metacognitieve processen’, die daarbij van belang zijn. Kern van de zaak is dat de therapeut zich door middel van anamnese (gesprek met de patiënt) en lichamelijk onderzoek een indruk vormt van het risico op complicaties en van de kans dat de ingreep zal helpen. Ook moet nadrukkelijk op de risico’s gewezen worden alvorens consent te vragen. Een enquête onder de aangesloten IFOMT-verenigingen uit 2007 bracht aan het licht dat minder dan de helft wijst op het risico op overlijden door de therapie en maar iets meer dan de helft wijst op de kans op een beroerte (t.g.v. vaatproblemen). Hoewel men zich meer bewust werd van de risico’s ging bij 95% van de aangesloten nationale verenigingen het hoog cervicaal manipuleren nog gewoon door. Het document somt vervolgens zeventien competenties op waarover de therapeut moet beschikken om bovengenoemde risk/benefit afweging te kunnen maken. Als dat de therapeut nog niet voldoende heeft ontmoedigd, dan volgen er acht absolute contra-indicaties (‘rode vlaggen’) en dertien condities die tot grote voorzichtigheid zouden moeten leiden. De specificiteit van al deze risicofactoren is overigens, ook volgens het raamwerk zelf, beperkt. Daarna krijgt de potentiële kraker te kampen met dertien risicofactoren op vaatziekte in het algemeen en op vijf risicofactoren voor instabiliteit van de nek. Dan geeft het raamwerk de vroege symptomen van vaatproblemen in de nek, die erg zouden lijken op nekpijn van andere origine. Anders dan in werkelijkheid het geval is, zouden nek- en hoofdpijn vaak kunnen wijzen op vaatpathologie ter plaatse. De waarheid is dat bij een beroerte hoofdpijn vaak vooraf gaat aan de ontwikkeling van neurologische symptomen, maar dat nekpijn daarbij zelden of nooit bestaat. Hier citeert het raamwerk de literatuur wel erg selectief [1].
Daarna stelt de therapeut zijn plan op voor het lichamelijk onderzoek, dat bloeddrukmeting inhoudt alsmede onderzoek naar nek-instabiliteit, neurologisch onderzoek van de perifere en hersenzenuwen, het voelen van de carotis-slagader en het eventueel bekijken of de patiënt met het hoofd in bepaalde posities niet onwel wordt of neurologische symptomen ontwikkelt. Tenslotte volgt het advies om alleen dan tot behandeling over te gaan als de risicofactoren beperkt lijken en de kans op succes van de therapie reëel is. Hoe dat laatste in zijn werk gaat, dat wordt niet uitgewerkt en men gaat geheel voorbij aan de vraag of er voldoende bewijs is dat het kraken van de nek überhaupt meer presteert dan placebo’s of natuurlijk beloop. En tijdens de therapie moet de therapeut goed op het gezicht en de lichaamstaal van de patiënt letten om ter zien of het wel goed met hem gaat. En bij elke vervolgafspraak opnieuw consent vragen.
Helemaal dol wordt het – wat zijn ze bang! – als het raamwerk wijst op ’het welbekende feit’ dat ook manipuleren van de borstwervels, zeker indien gecombineerd met nekspier-oefeningen, een zeer gunstig effect op nekpijn kan hebben en veel minder gevaarlijk is voor de halsvaten! De therapeut die na inachtneming van al deze obstakels de nek toch nog durft te kraken, die mag daarbij maar weinig kracht gebruiken en de nek vooral bij het draaien en strekken niet tot in de uiterste bewegingsmogelijkheden brengen. De manier waarop de (beweerde) behandelingsresultaten tot stand komen zou vooral van neurologische aard zijn en niet te zeer afhangen van de bewegelijkheid van de ruggenwervels. Aldus het raamwerk. Tenslotte waarschuwt de IOMFT-richtlijn voor patiënten die graag herhaaldelijk gekraakt willen worden. Dat laatste lijkt mij zeer terecht.
Conclusie
Het valt te betreuren dat de NVMT niet gekozen heeft voor een totaal verbod op manuele therapie bij nekpijn. De bewijzen dat het werkt zijn er niet en de risico’s op ernstige bijwerkingen zijn dan natuurlijk direct al te groot. De meeste vaat-incidenten na MT van de nek treden op bij relatief jonge mensen van rond de veertig, die geen risicofactoren vertoonden. Die zullen zich dus voor blijven doen. En als dat verbod er toch nog eens mocht komen, dan daarna graag de Cochrane-gegevens ter harte nemen, waaruit blijkt dat noch voor acute [2] noch voor chronische lage rugpijn [3] het nut van manuele therapie is aangetoond. Dus de rug ook met rust laten. Het blijft allemaal toch kwakzalverij en dat is misschien ook niet zo verwonderlijk voor een behandelwijze die ooit werd bedacht door D.D.Palmer (1845-1913). Hij was kruidenier, bijenhouder en magnetiseur.
1 http://www.sciencebasedmedicine.org/update-chiropractic-neck-manipulation-and-stroke/
2 Cochrane review. Spinal manipulative therapy for acute low-back pain. Sidney M Rubinstein, Caroline B Terwee, Willem JJ Assendelft, Michiel R de Boer, Maurits W van Tulder. 12 Sept. 2012.
3 Cochrane review. Spinal manipulative therapy for chronic low-back pain. Sidney M Rubinstein, Marienke van Middelkoop, Willem JJ Assendelft, Michiel R de Boer, Maurits W van Tulder. 16 Feb 2011
erik says
Jammer dat u als emeritus gynaecoloog de wetenschap zo
eenzijdig weet te belichten. Maar wellicht gelooft u ook nog in het universeel
heil van stippeltjes plassen bij incontinentie. Manueel therapeuten zijn goed
opgeleide en BIG geregistreerde zorgprofessionals.
De hoog-cervicale manipulatie, die zij soms inzetten bij de behandeling
van patiënten met nekklachten of hoofdpijn, is een veilige interventie. Juist in
de handen van een goed opgeleide manueeltherapeut, altijd na een grondige screening en bij een juiste indicatiestelling. Er is weldegelijk bewijs dat hoog-cervicale manipulatie een effectieve interventie is voor specifieke aandoeningen (o.a. Jull 2004; Mansilla-Ferragut 2009; Gross 2010; Dunning 2011; Reid 2012; Chaibi 2012). En de gemiddelde huisarts (en in uw ogen geen kwakzalver) die dagelijks NSAIDs voorschrijft voor de patiënt met hoofd-en nekpijnen laat die patient los op een 400 maal groter risico om vanwege gastro-intestinale bloedingen in het ziekenhuis te belanden (Dabbs 1995).
Wie zou er nu zijn patiënt een informed consent moeten laten tekenen? De huisarts
of de manueel therapeut. Die laatste gaat dat in het kader van het bespreken
van het behandelplan gewoon doen, na een duidelijke uitleg aan en in samenspraak met de patiënt. Iets waar specialisten als u, notoir geen kaas van gegeten hebben.
Hans1263 says
U bent vast wel op de hoogte van de bovenbeschreven calamiteiten. Kunt u de lezers van dit artikel daarover – niet eenzijdig dus – eens nader inlichten? Het vergelijken van de werking van NSAIDS en van hoog-cervicale manipulatie (dus het vergelijken van reguliere middelen met een niet-reguliere behandeling) komt me daarbij in eerste instantie niet zo opportuun voor.
Pepijn van Erp says
Met die studie ‘Dabbs 1995’ doelt u vermoedelijk op http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/8583176
Uit het abstract:
Ik haal daar toch voornamelijk uit dat ze geen trials vonden waarin NSAIDs specifiek voor nekpijn werd onderzocht. Kan helaas zelf niet bij die studie, maar misschien weet u ons dan te vertellen wat ze als beste bewijs voor de risico’s van NSAIDs hebben gebruikt als vergelijkingsmateriaal.
Ragnar764 says
“die dagelijks NSAIDs voorschrijft voor de patiënt met hoofd-en nekpijnen laat die patient los op een 400 maal groter risico om vanwege gastro-intestinale bloedingen in het ziekenhuis te belanden”
Bij langdurig gebruik meestal wel met maagbeschermers.
CdeJong says
Het is een troostende gedachte dat u niet meer actief bent als hulpverlener. De souplesse waarmee u persoonlijke opinie combineert met een tekort schietend vermogen om aanwezige evidence te vinden en te interpreteren, lijken me ronduit gevaarlijk in de echte wereld. Zelfs tellen blijkt een uitdaging, gezien het feit dat er in geen enkel jaar 6 calamiteiten zijn gemeld bij de IGZ.
Pepijn van Erp says
Gezien uw email adres lijkt het me sterk dat uw echte naam lijkt op ‘CdeJong’. Is de keuze van uw nickname bedoeld als een verwijzing naar Catherine de Jong, huidig voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij? En zo ja, met welke intentie?
erik says
De reacties die ik lees, verdienen een wel overdachte respons:
Tussen 2009 en 2012 meldt de IGZ 5 casussen (inderdaad; in geel enkel jaar 6 in een jaar) waarbij bij één de manueel therapeut nog niet afgestudeerd was, bij twee casussen geen directe causaliteit vastgesteld kon worden en bij één een manipulatie techniek gebruikt is die vanwege vermeende minimaal verhoogde risico’s al sinds jaren geadviseerd wordt niet te gebruiken ook omdat er veiliger alternatieven zijn. Blijft één casus over. Wat natuurlijk niet wegneemt dat ieder incident zeer te betreuren valt. En dat zorgprofessionals alles in het werk stellen risico’s te verminderen. Zo ook de manueel therapeut. In een systematische review concluderen de auteurs (Reid 2004) dat: “ het duidelijk is dat veel gedocumenteerde adverse events na een cervicale manipulatie hadden kunnen worden voorkomen als een grondiger klinisch redeneren door de
clinicus was uitgevoerd.” Het door Renckers schamper gemelde maar wel op wetenschappelijke evidentie en internationale consensus van veel klinische experts gebaseerde IFOMPT framework, dient dan ook juist dat doel. De leden van de NVMT hebben dan ook niet voor niets ervoor gestemd dit framework als verplicht handelen in de dagelijkse praktjk in te voeren. Het framework is dan ook ontworpen hulp te bieden bij een, op de patiënt gericht, klinisch redeneerproces. De informed consent die hierdoor
ook verplicht wordt, wordt bij alle medische handelingen vereist waarbij een verhoogd risico is. Maar let wel: “verhoogd” is wel gedefinieerd als een veel hoger risico dan het risico op ernstige bijwerking van een hoog-cervicale manipulatie; die wordt internationaal geschat op 0.00025%. Dabbs et al, in 1995, vinden inderdaad dat er nog steeds geen systematische review gedaan is naar het effect van NSAIDs voor nekpijn en hoofdpijn, terwijl dat dagelijks veel wordt gebruikt: hoe goed evidence based handelt de huisarts dan? Is hij dan daarin ook een kwakzalver? Volgens de definitie van die vereniging
wel ! En laten we eerlijk zijn: heel veel “medische” interventies kennen nog geen level 1 niveau bewijs maar worden wel gebruikt door artsen. Dabbs meldt verder:’…the likelihood of a serious gastrointestinal bleed from NSAIDs is 1 per 1000 and the death rate for NSAID associated GI problems is estimated at 0.04% per year among patients with osteoarthritis who receive NSAIDs, with 3200 deaths per year. The estimated death rate from cervical spine HVT manipulations per treatment is 0.00025% or 160
times less frequent than the NSAIDs death rate. The estimated injury rate of NSAIDs
induced bleeding ulcers requiring hospitalization is 400 times greater than the
estimated injury rate from manipulation.” Een Cochrane review over
NSAIDs bij lage rugpijn (Roeloffs 2008) meldt dat: “… recent studies have shown
that COX-2 inhibitors are associated with increased cardiovascular risks in
specific patient populations.” Dus NSAIDs geven wel degelijk een bekend verhoogd risico
op ernstige complicaties. De evidentie voor de beschermende werking van
maagzuurremmers is nog onduidelijk, maar vooral is empirisch en klinisch. Daarmee
dus ook weer kwakzalverij? Of zullen we toch maar vooral tijdig maagbeschermers
voorschrijven? Wat mij persoonlijk betreft wel.
BIG geregistreerde en HBO-master opgeleide manueel therapeuten zijn zorgprofessionals die continue handelen volgens de principes van Evidence based clinical practice (Sackett 2000). Daar moeten veel artsen nog hard aan werken. Zeker diegenen die nog menen dat zij degene zijn die de patiënt beter maken.
Pepijn van Erp says
Toch vind ik die vergelijking met NSAIDs een beetje raar als er niet een heel precieze vergelijking gemaakt kan worden. De ingrepen verschillen ook nogal, het eenmalige nekkraken of het nemen van pillen over langere tijd. Dan haalt Dabbs een getalletje voor NSAIDs aan voor patiënten met osteoarthritis, maar zijn dat wel vergelijkbare patiënten waarbij je volgens de richtlijn nog wel veilig hoog-cervicale zou kunnen manipuleren?
erik says
ik begrijp dat de getallen verontrustend zijn maar het risico op adverse events bij gebruik van NSAIDs is toch écht veel hoger dan bij gebruik van een hoogcervicale manipulatie. Gelukkig worden de risico’s bij NSAIDs ondervangen door aanvullende medicatie toe te passen en door grondig klinisch redeneren van de voorschrijvend arts; net zoals het risico bij de manipulatie ondervangen wordt door juiste indicatie stelling en grondige screening. Beide op basis van best evidence. Want arts en fysio-manueel therapeut zijn beide even zorgvuldige en goed opgeleide zorgprofessionals. Zolang wij met respect voor elkaar expertise een open discussie kunnen houden over deze belangrijke kwesties gaat het goedkomen met de gezondheidszorg voor patiënten. Ik neem aan dat zowel artsen als fysio-manueel therapeuten hun therapieën inzetten op basis van de drie pijlers van EBM: best evidence, clinical expertise en patient values. Kruisvaarders die met een ongefundeerde mening te vuur en te zwaard hun geloof willen opdringen aan anderen zijn in elke cultuur te vinden maar daarmee niet in hoge achting te houden.
FrankVerweren says
Ik snap uw redenering omtrent de “5 casussen” niet:
Dat neemt niet weg dat de behandeling uitgevoerd is. En mag een manueel therapeut die handeling pas uitvoeren nadat hij is afgestudeerd? Mag hij dan pas gaan “oefenen”? Dat is nog veel gevaarlijker.
Ja, en? Ook dat neemt niet weg dat de behandeling gewoon uitgevoerd is.
Dus als er 2 casussen waren waar geen directe causaliteit was, blijven er 3 casussen over, niet 1.
erik says
Beste Frank, ik hoop ter verduidelijking: het uiterst minimale risico op ernstige bijwerkingen van een hoog-cervicale manipulatie is nog verder naar beneden te brengen. Inderdaad moet een nog niet-afgestudeerde MT beter niet een hoog-cervicale manipulatie bij een patiënt uitvoeren. En een techniek die geadviseerd wordt niet te gebruiken vanwege (vermeend; nog niet vastgesteld!) ietsje hoger risico en waarvoor een prima alternatief is zou ook niet gebruikt moeten worden. Dan blijven er dus nog minder casussen over. maar ook bij 3 casussen op (naar schatting) 480.000 interventies is een kans van 0.0000063%. Dat is al veel lager dan internationaal geschat wordt en dat zal nóg verder dalen bij goed gebruik van het nieuwe wetenschappelijk gefundeerde IFOMPT framework. En vergeet niet: de kans op ernstige complicaties bij gebruik van NSAIDs voor pijn bij artrose is 0.04% ( Dabbs et al.. 1995:’…the likelihood of a serious gastrointestinal bleed from NSAIDs is 1 per 1000 and the death rate for NSAID associated GI problems is estimated at 0.04% per year among patients with osteoarthritis who receive NSAIDs, with 3200 deaths per year.). We moeten het kind niet met het badwater weggooien. De hoog-cervicale manipulatie is een veilige en effectieve conservatieve behandeling, o.a. voor bepaalde subgroepen van patiënten met a-specifieke nekpijn en sommige hoofdpijnvormen. Wellicht dus wel veiliger dan medicatie en in elk geval effectiever.
FrankVerweren says
U doet net alsof de opleiding niet bij het werk hoort en resultaten daarvan niet mogen meetellen in de mortaliteit.
Alsof een opgeleide MT na zijn examen een handeling opeens wél veilig kan uitvoeren die hij voor zijn examen nooit heeft geoefend.
Dat klinkt als een slager die na zijn examen pas voor het eerst een mes mag gaan hanteren, onmogelijk.
Het opleiden/oefenen behoren tot de mortaliteitscijfers, net als het kiezen voor die behandeling terwijl een beter alternatief voorhanden is, ook dat zal blijven voorkomen.
Uw herhaling van de NSAID-problematiek doet daartoe niet ter zake.
AAtsouPier says
Erik zegt :
“BIG geregistreerde en HBO-master opgeleide manueel therapeuten zijn zorgprofessionals die continue handelen volgens de principes van Evidence based clinical practice (Sackett 2000).”
“Manueel therapeuten zijn goed opgeleide en BIG geregistreerde zorgprofessionals.”
De publicatie van Sackett (ging die over Nederland ?) kan ik niet vinden.
In beide zinnen wordt echter de indruk gewekt dat de betrokken alternatieve-zorg-verleners officieel als manueel therapeut in het BIG-register staan. Het beroep van manueel therapeut is echter niet een beroep dat in het BIG-register is opgenomen. Tenzij er nog een apart BIG-register is voor paramedische beroepen oid, zonder de rechten en plichten van het officiële register ; daar was ooit sprake van, meen ik. Op de site van het BIG-register kan ik daarover echter niets vinden.
erik says
Dat u publicaties van Sackett over evidence based medicine niet kent is verontrustend als u over medische wetenschap een mening wilt formuleren.
Sackett DL, Rosenberg WM, Gray JA, Haynes RB, Richardson WS.Evidence based medicine: what it is and what it isn’t. 1996. Clin Orthop Relat Res. 2007 Feb;455:3-5.
Verder is manuele therapie een erkend specialisme binnen de fysiotherapie en fysiotherapeuten zijn BIG geregistreerd. Alle manueel therapeuten die lid van de NVMT zijn, zijn dus ook fysiotherapeut. De opleiding manuele therapie is een post HBO opleiding op HBO master niveau. Nederland is “full member” van IFOMPT, de wereld organisatie van manueel fysiotherapeuten en IFOMPT is een subgroup van WCPT de wereld organisatie van fysiotherapeuten.
IFOMPT is de ENIGE para-medische en/of medische organisatie ter wereld die een minimum standaard van opleidingseisen als voorwaarde stelt en die dan ook nog iedere 3 jaar onafhankelijk peer reviewed monitort.
Overigens is de wetenschappelijke carriere van de heer Renckens alleen gebaseerd op kruisvaarder-achtige publicaties van persoonlijke meningen en dan ook nog in vooral Nederlandstalige tijdschriften. Op PubMed komen wij hem alleen daarin tegen. Dus de internationaal erkende wetenschappers en experts waar hij zo schamper op denk te mogen reageren hebben hun sporen in wetenschappelijk onderzoek wél verdiend. Hij nog steeds niet. En dat blijkt uit zijn foutieve interpretatie van data.
Hans1263 says
Tja, het zijn dus BIG-geregistreerden die naast hun vakgebied ook kwakzalverij toepassen. Je kunt je afvragen of hun BIG-registratie dan moet worden gehandhaafd.
Ragnar764 says
@Eric: Verder is manuele therapie een erkend specialisme binnen de fysiotherapie en fysiotherapeuten zijn BIG geregistreerd.
Inderdaad, dat klopt wel, kan men dan überhaupt nog wel van kwakzalverij spreken, vraag ik mij af, maar persoonlijk zou ik me toch nooit aan de hoog cervicale manipulaties onderwerpen, met al die kwetsbare structuren bij het nek en hals gebied, maar goed…., medische calamiteiten vinden ook veelvuldig in het reguliere circuit plaats, het is dus een erkende fysiotherapeutische behandeling en als het voor mensen met chronisch onverklaarbare klachten soelaas kan bieden, zie ik dat niet zo als problematisch. Zelfs al zouden de klachten slechts tussen de oren zitten.
AAtsouPier says
De zin van Erik “BIG geregistreerde en HBO-master opgeleide manueel therapeuten zijn zorgprofessionals die continue handelen volgens de principes van Evidence based clinical practice (Sackett 2000).” valt op twee manieren te lezen.
a) Wat evidence based clinical practice is staat in Sackett 2000 en
b) In Sackett 2000 staat dat BIG-geregistreerden en HBO-master opgeleide manueel therapeuten handelen volgens de principes van Evidence enz.
Ik koos voor b), maar Erik bedoelde kennelijk a).
Overigens bleek Sackett 2000 (dat ik niet kon vinden) opeens veranderd te zijn in Sackett 1996, namelijk :
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2349778/pdf/bmj00524-0009.pdf
Erik zegt verder :
“De opleiding manuele therapie is een post HBO opleiding op HBO master niveau.”
Dat neem ik graag aan. Als ik het goed begrijp wordt men dus eerst fysiotherapeut via een HBO-opleiding, waarna men een van overheidswege beschermd beroep mag uitoefenen, met bijbehorende verplichte BIG-registratie.
Vervolgens doet men een post-HBO-opleiding en dan is men ook manueel therapeut, wat dus geen van overheidswege beschermd beroep is met verplichte BIG-registratie.
Voor de patiënt die op enig moment in zijn ziektecarrière terecht komt bij een manueel therapeut, lijkt het mij nogal verwarrend als deze hem zou meedelen dat alles OK is omdat hij een BIG-geregistreerde zorgverlener is. Inderdaad, dat is hij, maar alleen als fysiotherapeut, niet als manueel therapeut. De patiënt, thuisgekomen, kijkt op de site van het BIG-register en ontdekt dan dat het beroep van manueel therapeut niet één van de acht BIG-beroepen is en ook niet voorkomt onder de specialismen.
Ik zal eens kijken of ik Erik op Pubmed kan vinden.
erik says
Leuke semantiek maar dat u Sackett moet opzoeken en dan ook nog niet eens kunt vinden zegt op zich al genoeg: Sackett heeft voldoende over EBM gepubliceerd en uw referentie van 1996 is een wat oude; recenter in 2007 nog: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17340682
De manueel therapeut is altijd fysiotherapeut en als zodanig altijd in het BIG register te vinden. Net zoals ook alleen het beroep ‘arts’ daarin te vinden is maar niet elk specialisme daarbinnen.
En ja, Erik staat in pubmed; zoek maar op Thoomes EJ. En maakt u zich vooral geen zorgen dat er “pas” 3 artikelen te vinden zijn: er komen nog meer publicaties aan die al geaccepteerd of nog under review zijn. En dan zijn er nog meer manuscripten in diverse stadia van compleetheid in aantocht.
Nogmaals: wat meer respect voor collega zorgprofessionals via een open discussie zou meer bekomend zijn en zou de patiënt ook ten goede komen: die is toch uiteindelijk de belangrijkste spil in deze.
Hans1263 says
Is Sackett heilig verklaard?
Hans1263 says
Er zijn ook series ernstig kwakzalvende artsen die desondanks zijn ingeschreven in het BIG-register.
BIG-registratie zegt helemaal niets over kwaliteit. Het zegt alleen iets over bepaalde handelingen die slechts door bepaalde mensen mogen worden uitgevoerd.
AAtsouPier says
Beste heer Thoomes,
Eerst vond u het verontrustend dat ik zonder Sackett te kennen een mening formuleerde over de medische wetenschap. Nu formuleerde ik in het geheel geen mening over de medische wetenschap, dus of ik al of niet Sackett kende is volstrekt irrelevant en bovendien kunt u niet weten wat ik wel en niet ken.
Vervolgens zegt het volgens u al genoeg dat ik Sackett (waarvan u een verkeerd jaartal opgaf) niet kon vinden.
En dan moet ik ook nog wat meer respect hebben voor collega-zorgprofessionals. Nou, dat zal heel moeilijk worden, aangezien ik wel een professional ben, maar niet in de zorg. Zelf hebt u overigens geen enkel respect voor de heer Renckens.
Ik kan mij aan de hand van deze drie voorbeelden niet aan de indruk onttrekken dat u meer bedreven bent in ad hominem-opmerkingen dan in gewone logica.
In tegenstelling tot wat u beweert kan ik op het BIG-register wel degelijk op beroep èn specialisme zoeken. Die laatste zoekfuctie bevat (op het oog) zo’n 50 specialisaties, voor artsen, maar ook voor verpleegkundigen. Manuele therapie als specialisatie van fysiotherapeuten staat daar niet bij, en ook geen andere specialisatie.
In ieder geval feliciteer ik u met het feit dat u op uw site vermeldt dat u vanwege de risico’s niet aan de bovenste nekwervel zit te draaien. Het eerste plaatje op de video op uw site (waar een arm om een gedraaide hals ligt) zal dan wel slaan op gedraai aan de tweede of derde nekwervel.
erik says
Beste heer AAtsouPier, voor de heer Renckens heb ik inderdaad geen respect zolang hij het nodig acht om op deze populistische wijze een mening te vormen over gerespecteerde collega’s in de gezondheidszorg en in de wetenschap, alleen omdat hij meent dat hij op basis van zijn diploma arts-gynaecoloog maar alles mag roepen zonder inhoudelijk onderlegd te zijn. En uw laatste opmerking klopt inderdaad: C7-T1 links. Zullen wij de discussie hiermee maar sluiten en vooral de hoop uitspreken dat alle behandelaars werken volgens evidence based principes en hun patiënten, na een grondig onderzoek, altijd van alle mogelijk bij- en nawerkingen van de voorgestelde interventie op de hoogte brengen. Dat kost wel wat meer tijd dan nu vaak geinvesteerd wordt, maar dient de gezondheid van de cliënt /patiënt.
Ragnar764 says
Eric: Verder is manuele therapie een erkend specialisme binnen de fysiotherapie en fysiotherapeuten zijn BIG geregistreerd.
Mw Atsou-Pier: Als ik het goed begrijp wordt men dus eerst fysiotherapeut via een HBO-opleiding, waarna men een van overheidswege beschermd beroep mag uitoefenen, met bijbehorende verplichte BIG-registratie.
Vervolgens doet men een post-HBO-opleiding en dan is men ook manueel therapeut, wat dus geen van overheidswege beschermd beroep is met verplichte BIG-registratie.
Ik kom dan terug op de inhoud van mijn vorige post en denk toch dat Mw Atsou-Pier in deze het gelijk aan haar zijde heeft.
Manuele therapie is dus niet gefundeerd is op toetsbare hypothesen en theorieën, natuurlijk als gevolg daarvan geen verleende Big registratie, tja, dat riekt dan toch wel enigszins naar kwakzalverij.
erik says
Als u op Pubmed (of Medline of EMBASE of in de Cochrane Library) gaat kijken kunt u heel veel over alle getoetste hypothesen en onderzochte theorieën terugvinden. er is op het hoogste niveau (meta-analyses) onderzoek gedaan en dat wordt nog steeds en steeds meer iedere dag aan gerenommeerde universiteiten gedaan. Los van het feit dat de gehele medische wetenschap en dus ook de medische en paramedische behandelingen te maken hebben met de “black box” van de patiënt is manuele therapie geen alternatieve of complementaire geneeswijze maar een erkende para-medische interventie en de voorvechters tegen kwakzalverij moeten hun pijlen juister en correcter richten. zij blijken bij voortduring niet goed ingelezen te zijn of aan navelstaren te doen en met enorme confirmation bias naar uitkomsten van onderzoek te kijken. Manuele therapie is een effectieve interventie voor een aantal klachten gebleken en voor een aantal aandoeningen effectiever dan operatief ingrijpen of huisartsenzorg.
Hans1263 says
We wachten gewoon op de volgende calamiteiten.
Misschien grijpt IGZ dan naar ik hoop eens wat effectiever in.