De ‘supermoon’ van 19 maart heeft geen onheil op aarde aangericht. De voorspellingen van angstige astrologen zijn gelukkig niet uitgekomen. Wat is eigenlijk die supermaan, en waar komt het begrip vandaan? En waarom verschijnt dit bericht precies 4 dagen na de supermaan?
Op 19 maart was het ‘supermaan’-dag. Op die zaterdag stond de maan net ietsje dichter bij de aarde dan gebruikelijk. Niet veel, maar toch. Astrologen waren bang dat die nabije stand voor rampen op aarde zou zorgen. Op 7 maart schreef kloptdatwel.nl er een stukje over. We vertelden dat er geen enkel verband was aangetoond tussen rampen op aarde en eerdere supermaan-momenten (die komen namelijk zeer regelmatig voor, meerdere keren per jaar). Onze boodschap was dat er geen reden was om te denken dat het einde van de wereld op 19 maart zou zijn. Direct na de aardbeving in Japan verschenen er berichten dat het ‘supermoon’-verschijnsel daarvoor verantwoordelijk zou zijn. Kloptdatwel schreef op 14 maart een stukje waarin dit idee werd ontkracht. Ondertussen was de verwoestende supermaan een enorme mediahype geworden.
Waar komt het idee van de verwoestende supermaan eigenlijk vandaan? Het begrip is afkomstig van de Amerikaanse astroloog Richard Nolle. Hij bedacht het begrip in 1979 voor de situatie dat de maan in zijn maandelijkse omloop dichter bij de aarde staat dan gebruikelijk. Op één of andere manier is het begrip rond begin maart van dit jaar door kranten en websites opgepikt en werd het een mediahype. Het lijkt er op dat de eerste berichten ontstonden in Australië en Nieuw Zeeland.
Op zijn website geeft Nolle een overzicht van alle supermaan-gebeurtenissen in de 21e eeuw. En het zijn er veel, gemiddeld 4 tot 6 per jaar. Nolle voorspelt op zijn website dat de kans dat de aarde wordt getroffen door een ramp groter is dan gemiddeld is in de 3 dagen voor en na de supermaan. De zeven gevaarlijke dagen zijn vandaag voorbij en er is niets bijzonders gebeurd.
Er is nooit een verband aangetoond tussen de supermaanstand en rampen op aarde. De trieste werkelijkheid is dat de wetenschap er nog maar uiterst matig in slaagt om aardbevingen en andere rampen correct te voorspellen. Veel ernstige bevingen vinden volkomen onverwacht plaats in onbekende breuken. Was dat maar anders! Hier zijn drie bronnen die uitleggen dat de maanstand geen bewezen effect heeft op seismische activiteiten op aarde: een website van de Berkeley universiteit, een website van de Amerikaanse overheid en een populair geschreven artikel van de website lifeslittlemysteries.com. Als je meer wilt weten kun je ook dit artikel (‘5 things you need to know about the supermoon’) van de Amerikaanse publieke omroep PBS lezen. En je kunt natuurlijk ook onze eigen kloptdatwel berichten er op naslaan.
Lees vooral niet dit bericht van msn waarin wordt gesteld dat sommige astronomen vrezen voor rampen op aarde op 19 maart ( en andere niet). Eerlijk is eerlijk – msn corrigeerde het bericht later keurig.
Nolle lijkt zijn ideeën zelf ook met een korreltje zout te nemen:
“That said, there’s no harm in making sensible preparations for this year’s SuperMoons. The worst that can happen, if the worst doesn’t happen, is that you end up with a stock of fresh batteries and candles, some extra bottled water and canned goods, maybe a full tank of gas and an evacuation bag packed just in case. […] And maybe you’ll think twice about being in transit and vulnerable to the weather hazards and delays that are so common during SuperMoon alignments. These are the kind of sensible precautions that can make a big difference if the worst does come to pass”.
Hadden de media dat stukje van zijn website maar gelezen!
Jan Willem Nienhuys says
Ik heb even wat telwerk verricht. Het is om te beginnen niet zo duidelijk wat Nolle met een supermaan bedoelt. Hij bedoelt er mee: een volle of nieuwe maan op een tijdstip dat de maan ‘tamelijk dicht’ bij de aarde staat. Maar Nolle is nogal vaag over wat hij daarmee bedoelt. Hij geeft als voorbeeld dit jaar 2011.
De baan van de maan is een ellips, maar door storing van de zon is die ellips soms wat verder en soms wat minder ver uitgerekt dan gemiddeld. Op het ogenblik zit de maan in een tamelijk sterk uitgerekte ellips, in feite de meest uitgerekt ellips dit jaar. De grootste afstand (apogeum) is 406.655 km en de kortste afstand (het perigeum van 19 maart) is 356.577 km. Het verschil is 50.078 km.
Nolle neemt nu 10% van die 50.078 km. Dat is 5008 km. Die telt hij op bij de perigeumafstand 356.577. Dat geeft 361.584. Als nu een van de 12 volle of 13 nieuwe manen van dit jaar een afstand heeft die minder is dan die zojuist berekende afstand, noemt hij dat een supermaan.
Het is onduidelijk of hij de berekening voor elk jaar afzonderlijk doet of dat hij de grens van 361.584 km voor alle jaren aanhoudt. Veel zal het niet schelen, omdat er elk jaar wel een sterk uitgerekte ellips voorkomt.
In de praktijk komt het erop neer dat zo’n volle of nieuwe maan enkele dagen voor of na een perigeum valt dat een afstand van minder dan 360.000 km heeft. Ik heb op de website van Nolle nageteld dat er in de tien jaren 2001-2010 in totaal 48 supermanen waren. De maan voltooit haar baan om de aarde (ten opzichte van de sterren) in 27,32 dagen, en gemiddeld is er dus (volgens Nolle) eens per 2,8 omlopen een supermaan. In een omloop zijn er vrijwel altijd een volle en een nieuwe maan, een halve omloop van elkaar, dus een van beide zit altijd dichter bij het perigeum dan bij het apogeum.
Aangezien Nolle beweert dat er in de week om een supermaan een verhoogde kans op rampen is, gaat het om in totaal 48 weken in de periode 2001-2010. Dat is 9,2% van de totale tijd. Als hij het dus goed gedaan heeft, heeft hij een lijst gemaakt van alle rampen in een dergelijke periode, en vervolgens nagegaan of het aantal rampen (orkanen, aardbevingen) dat in een supermaanperiode viel samen aanzienlijk meer dan 9,2% uitmaakt van het totaal aantal rampen. Als hij dat gedaan heeft, heeft hij in elk geval niet het antwoord verteld. Wat hij wel vertelt is dat je, als er een zonsverduistering is of als de maan in een ander opzicht een extremum bereikt (bijvoorbeeld zich op maximale afstand van het vlak van de aardbaan bevindt), de periode van een week moet oprekken tot twee weken. Hij geeft ook veel anekdotes.
De zogenaamde supermaan van 19 maart 2011 was wel een beetje speciaal, omdat toen perigeum en volle maan tamelijk goed samenvielen en bovendien de perigeumafstand ook nog wat kilometers minder dan gebruikelijk.