Kritische beschouwingen bij een titelpagina
In mijn denkwereld geen Alwetende God of Opperbouwmeester. Eerder een Almachtige Letterzetter, met hoog in het zwerk de Elysische Boekerijen en diep onder de zoden een Eeuwige Cursus ‘Creatief met papier-maché’. Maar zolang mijn tijd niet gekomen is, stel ik het met wat uit de werkplaatsen van de ondermaanse boekenproducenten rolt, ook al is dat niet altijd even beklijvend.
Neem nu Zo heb je de Bijbel nog nooit gelezen van Mauro Biglino (2016). Afgaand op de cover gaan we het boek niet beoordelen, zelfs al schreeuwt-ie ons toe dat het “de bestseller uit Italië” is die “[in-] sloeg als een bom in de Italiaanse boekenwereld”. Blijkbaar heeft men daar de dood van Umberto Eco nog steeds niet verwerkt. Over de inhoud kunnen we eveneens kort zijn: het boek is een flauw afkooksel van wat zo’n dertig jaar geleden in de moosput van de alternatieve denkerij is achtergebleven.
De moderne mens als alienslaaf
“Komen onze goden van de sterren?”, vraagt Biglino zich nóg maar eens af. Niet alleen leert de wet van Betteridge dat het antwoord op vragende (onder-) titels veelal negatief is, ook de decennia-oude en afdoende kritiek op soortgelijke confabulaties van onder andere Zecharia Sitchin en Erich von Däniken doet vermoeden dat het verhaal weinig meer dan een ongeïnteresseerde geeuw kan opwekken.
De auteur beweert de Bijbel opnieuw te hebben vertaald, woord voor woord, en claimt dat hij nieuwe bewijzen gevonden heeft voor een wel héél speciale creatie. De moderne mens is het resultaat van genetische manipulatie door buitenaardsen. De Homo habilis werd ge-ggo’d tot de Homo sapiens, een mensensoort die beter geschikt was om voor die E.T.’s het zware graafwerk in de goudmijnen van zuidelijk Afrika uit te voeren. Neem gerust uw tijd om de vorige zin te herlezen. Ik ben er nog niet uit wie in mijn verbeelding het felst naar adem hapt: de gemiddelde evangelische pastor die de Bijbel ook woord na woord gelezen heeft, of de verzamelde top van Monsanto.
Een open en pure geest
Boeiender dan de cover én het boek is de titelpagina, waarop ons verzekerd wordt dat het werk “EEN ZOEKTOCHT VOOR VRIJDENKERS!!” is. En bij die gedachte willen we wél even stilstaan. Een vrijdenker, schrijft de uitgever-redacteur in het voorwoord, is iemand die “met een open en pure geest” de wereld benadert. En dat is naar het schijnt van belang voor “de ontwikkelingscyclus”. Volgens diezelfde redacteur smoort de maatschappij met haar religies, ideologieën en vastgeroeste ideeën het vermogen van kinderen “om spontaan existentiële vragen te stellen”. Als de mensheid zich kan ontdoen van die beperkende factoren zal “de evolutie […] resulteren in de ontwikkeling van het bewustzijn, dat zal acteren (sic) als een gewetensvol fenomeen, terwijl we tot nu toe alleen maar hebben rondgedoold in de modder van de onwetendheid.” Wat een alternatieve vrijdenker dus blijkbaar zeker niet moet doen, is coherente gedachten uitdrukken in verstaanbare zinnen.
De idee van een “open en pure geest” is alomtegenwoordig in de wereld van alternatieve denkers, genezers, complotdenkers en andere zelfverklaarde waarheidszoekers. Mij lijkt het in de eerste plaats een perverse uitloper te zijn van het nepdebat over nature versus nurture. De boze nurture omhult de pure geest als een dichte mist en pas als die mistbanken verdwenen zijn, of beter, verdreven zijn met de hulp van een spirituele lichtwerker, kan er overgegaan worden tot het verwerven van Diepere Kennis en Dito Inzichten. De pure geest is de meest natuurlijke staat, de kinderlijk onbevangen toestand, vrij van de erfzonde van het kritisch en rationeel denken en vrij van de last van reeds verworven kennis.
In de tweede plaats wordt hiermee de troop van het derde oog en de zesde chakra weer opgegraven en in een nieuw jasje gestoken. Dat derde oog is in bepaalde delen van Lalaland dé manier om tot Ongefilterd Weten te komen. Het alternatieve woordenboek geeft ‘instinct’ en ‘intuïtie’ als mogelijke synoniemen. Hét criterium om elke conclusie gebaseerd op zo’n onbevangen waarnemingen te beoordelen, is dan weer kinderlijk eenvoudig: komt het overeen met de voorgestelde alternatieve theorie? Twee mogelijke antwoorden: (1) ja: proficiat, u bent ontwaakt of (2) nee: het spijt me, u hebt nog te veel last van “vastgeroeste ideeën” en u zal het proces moeten herhalen tot u uitkomt bij antwoord (1).
Van straffe ideeën naar Ware Inzichten
Maar dit is een boekenrubriek en geen analyse van een cursus ‘creatief omspringen met de alternatieve werkelijkheid of toegepast postmodernisme’. Het pad dat Mauro Biglino in zijn boek voor de vrijdenker uitstippelt om tot diepere inzichten te komen, is niet bepaald een yellow brick road. Eerder is het een soort bricolage van argumenten die in de kringen van alternatieve denkers populair lijken te zijn: wilde speculaties (niet te verwarren met hypothesen) worden opgebouwd uit een disparate mengeling van wetenschappelijke ideeën of valabele (niet te verwarren met valide) wetenschappelijke hypothesen, feitjes, foute interpretaties en insinuerende vragen. In dit specifieke boek komen daar nog foute etymologieën en vertalingen bij van woorden uit zo ongeveer elke taal die tussen 3000 v.Chr en 300 n.Chr. in Tweestromenland en omstreken geschreven werd.
Bij wijze van voorbeeld: NASA laat weten dat verschillende astronomen vermoeden dat er zich in ons zonnestelsel een negende planeet bevindt, planeet X of planeet Negen. Het agentschap vermeldt dat dit momenteel wordt onderzocht. Voor Biglioni is dit het uitgangspunt voor tal van suggestieve vragen genre ‘Wat houdt NASA achter voor ons?’ en ‘Hadden de Soemeriërs dan toch gelijk over planeet Niburu?’ om over te gaan naar een foute vertaling van het Soemerische woord Niburu (wat eigenlijk Akkadisch is) en dan maar te concluderen dat planeet Niburu bestaat en dat de “goden” mogelijk van Niburu kwamen. Dit laatste aspect wordt dan weer “onderzocht” in een volgende rollercoaster van straffe ideeën die opnieuw leidt tot een Waar Inzicht.
Geen stof voor boeken- en taalminnaars
Uiteindelijk is het meest verbazingwekkende aan dit boek dat het gepubliceerd werd. Anno nu is er inderdaad nog steeds een Nederlandstalige uitgeverij te vinden die het tot haar taak rekent de niche van overbodige boeken op te vullen: uitgeverij Aspekt. Deze boekenfirma grossiert in pseudowetenschappelijke uitgaven en dito geschiedkundige teksten waarvan het lettertype zeer groot is en de lay-out heel ruim uitgemeten. En dat maakt hun boeken te dik en dus te duur. Bij Aspekt worden boekenliefhebbers niet bepaald verwend.
Taalminnaars evenmin. Aspekt is bij mijn weten de enige uitgeverij in de Lage Landen waarvan de redacteur (“de editor” in het eigen patois) de taalvaardigheid heeft van een gemiddelde samenzweringsdenker op Facebook. Het aantal correcte Nederlandse zinnen is op één hand te tellen, het aantal mystificerende puntjes in het gemiddelde beletselteken (…) niet. Samenstellingen vertonen symptomen van die andere Hollandse ziekte: “samenstellingsfobie”, volgens taaldokter en schrijfster Ann De Craemer, “de angst om woorden aan elkaar te schrijven”. Iemand zou de brave man moeten vertellen dat het gebruik van een “basis woordenboek” (sic) niets te maken heeft met binnen of buiten “de box” (sic) denken ……. (sic).
In het boek verwijst de schrijver naar enkele Latijnse auteurs, maar zij krijgen de Engelse namen toebedeeld, zoals “Hesiod” en “Ovid”, en een enkele keer zelfs de Italiaanse (“Guiseppe Flavio”, inderdaad Josephus Flavius). Het boek Zo hebt u de Bijbel nog nooit gelezen is dan ook een vertaling van de Engelse vertaling van de originele Italiaanse tekst. En dat geeft een betoog waarin vertalingen een cruciale rol zouden spelen, een extra dimensie. Eentje waarvan ik, met mijn vier ogen, geen dogmavrij vrijdenkersorgasme, maar wel een zeurderige hoofdpijn krijg.
Verscheen eerder in Wonder en is gheen Wonder, het tijdschrift van Skepp