Op de startpagina voor homeopathie vind je een open brief aan skepsis, afkomstig van de website path of wisdom.nl. Ik weet niet hoe lang die brief er al staat. Naar aanleiding van de open brief gaat dit stukje over de vraag hoe een zinvol gesprek kan ontstaan tussen een skepticus en iemand met een opmerkelijke kennisclaim.
De open brief laat zien dat dit gesprek erg lastig is. Veel skeptici zullen zich bij het lezen van de brief ongelukkig het volgende afvragen: (a) hoe kan ik hier een paar feiten ontdekken, liefst controleerbaar, (b) hoe moet ik me verdedigen tegen persoonlijk gerichte opmerkingen en verwijten, (c) waar vind ik aanknopingspunten voor een gesprek dat tot conclusies kan leiden die we ons allebei in kunnen vinden.
Wat is de oplossing? Een gesprek vraagt van beide zijden openheid en de bereidheid om te twijfelen en ter discussie te stellen. Over een overtuiging kun je niet praten. Ook vraagt het van beide zijden respect, je onthouden van persoonlijke getinte opmerkingen en oncontroleerbare uitspraken doen over de motieven van de ander. Waarschijnlijk zijn er meer ideeën die bijdragen aan een goed gesprek, maar dit zijn volgens mij een paar goede om mee te beginnen.
Het risico voor de skepticus is dat die het gesprek uit de weg gaat en zich terugtrekt op een eiland van gelijk. Het bezwaar is dat je dan eigenlijk niet skeptisch meer bent. Skepsis is in de basis de bereidheid om te twijfelen. Mag ik een andere aanpak voorstellen? Die bestaat uit twee onderdelen.
(a) Ik denk dat het slim is beide zijden accepteren dat de bewijslast voor opmerkelijke theorieën en ideeën ligt bij degene die ze formuleert. Zolang een opmerkelijke stelling niet is bewezen, hoeft niemand deze te accepteren. De skepticus heeft geen plicht om stellingen te bewijzen of te ontkrachten. Het risico is immers dat je anders veel energie steekt in steeds opnieuw aanwijzingen zoeken voor steeds weer nieuwe beweringen. Er zijn immers erg veel opmerkelijke claims – de brief op de homeopathie-startpagina is één van de vele. Je energie en aandacht is nu eenmaal beperkt. Natuurlijk staat het de skepticus vrij om zelf energie te steken in opmerkelijke claims, als je daar motivatie voor voelt. Redenen kunnen zijn dat je interesse is gewekt of dat je je zorgen maakt over de gevolgen. Dit laat echter onverlet dat degene die de bewering doet verantwoordelijk is voor het bewijs. (b) Het gesprek zou kunnen beginnen met overleg over een methode hoe je samen kunt vaststellen dat de opmerkelijke bewering klopt.
Ik vraag me af of we de genoemde uitgangspunten kunnen toepassen op de open brief. Er zijn veel persoonlijk getinte opmerkingen en uitspraken over intenties van skeptici in de brief (een van de minst vervelende is punt 21 dat ik direct kan ontkrachten – er wordt heel wat afgelachen tijdens skeptische werkgroepbijeenkomsten). Laten we aan de schrijver verzoeken om af te zien van persoonlijk getinte opmerkingen. Er zijn verder veel opmerkingen en stellingen die oncontroleerbaar zijn, zoals bv punt 11. Daarover hoeven we niet te overleggen, dat zijn persoonlijke belevingen die we elkaar gunnen. Er zijn ook zaken in de open brief en op de website path of wisdom die aanleiding geven tot zorgen – lees b.v. de ideeën over kankerbestrijding van path of wisdom. Die opmerkingen zijn in strijd met wetenschappelijke inzichten en kunnen mensen afhouden van een goede behandeling. We maken ons zorgen dat dit soort opmerkingen zomaar mogen worden gepubliceerd.
Maar er zijn ook dingen in de brief waarover we het in principe snel eens kunnen worden, zaken die we rustig kunnen controleren. Daar zijn we als skeptici in geïnteresseerd. Ik stel voor punt 8 uit de open brief bij de hoorns te vatten. Daar staat het volgende: “waarom zou volgens jullie bij een kaakoperatie bv. een parasetamolletje wel tegen de pijn helpen en Hypericum D30 niet? Hebben jullie dat wel eens uitgeprobeerd?”
Laten we eens een onderzoekje doen naar de pijnbeleving van mensen die een kaakoperatie moeten ondergaan (hoort een wortelkanaalbehandeling daar bij?). We zouden dan de pijnstilling door hypericum D30 kunnen vergelijken met die van paracetamol (of vermoedelijk de wat zwaardere pijnstillers of verdovingen die worden gebruikt bij zulke ingrepen). Als dat even goede resultaten oplevert, dan zijn we al bijna overtuigd. Zou dat kunnen?