De gemeenteraad van Keulen heeft 38 heksen die in de West-Duitse stad ter dood waren veroordeeld postuum gratie verleend. Dat berichtte afgelopen vrijdag de Volkskrant. De heksenjacht die in de 16e en 17e eeuw z’n hoogtepunt bereikte, kostte in Keulen 34 vrouwen, drie mannen en een jongen het leven. Eén meisje van acht jaar oud bleef wel in leven, maar werd verbannen. In heel Duitsland zijn naar schatting 25.000 tot 30.000 mannen en vrouwen als heks terechtgesteld.
Daarmee neemt Duitsland een groot deel van de in totaal 40.000 tot 60.000 dodelijke slachtoffers voor z’n rekening van de Europese heksenvervolging in de ‘vroege moderne tijd’, een periode die begon aan het einde van de middeleeuwen. De laatste officiële executie van een heks vond in Duitsland plaats in 1793, maar uit 1836 stamt een bericht van een vrouw die werd verdacht van hekserij en met geweld werd verdronken in een zogeheten ‘waterproef’. De Duitse Wikipedia biedt een grote hoeveelheid informatie over de heksenvervolging in Duitsland. Wie het Duits minder makkelijk vindt, kan dit artikel in de Engelse Wikipedia lezen (‘Witch trials in the Early Modern period’). Dit artikel gaat ook uitvoerig in op de diverse verklaringen voor de heksenvervolging – die variëren van de onzekerheid in de samenleving door veranderende omstandigheden, de strijd tussen katholicisme en protestantisme, tot welbewust beleid van de katholieke kerk om vroedvrouwen te vervolgen omdat deze kennis hadden over geboortebeperking.
Een van de bekendste heksen die in Keulen ter dood werd gebracht was Katharina Henot. Zij was aan het einde van de 16e / begin van de 17e eeuw een bekende onderneemster in Keulen. Ze was o.a. directeur van het plaatselijke postkantoor. Dat is haar mogelijk fataal geworden. Een invloedrijke politicus, graaf Leonhard II von Taxis, had andere plannen met de postbezorging. Er wordt verondersteld dat de graaf roddels heeft verspreid dat Henot een heks was om zo de controle te krijgen over het postkantoor. De Wikipedia:
‘From 1626 to 1631 a great witch trial was held in the city of Cologne. In 1627, a nun in the convent in the city had become “obsessed”. Rumors pointed out Henot, and the commission of the archbishop arrested both Henot in January 1627 and accused them of having caused several cases of death and sickness in the convent by use of magic. She was imprisoned and denied bail and protection’.
Henot bleef tot het laatst ontkennen dat ze een heks was, ondanks langdurige marteling. Het hielp niets. Ze werd gewurgd en daarna verbrand op 19 mei 1627. Dit was in strijd met de toen geldende rechtsregels die eisten dat een heks moest bekennen voordat ze ter dood kon worden gebracht.
Bijna 400 jaar later heeft de protestantse geestelijke Hartmut Hegeler zich ingespannen voor eerherstel voor Henot. Hij diende een verzoek in bij de gemeenteraad van Keulen. Dat leidde dus op 28 juni 2012 tot het besluit om Henot en de andere veroordeelde heksen postuum gratie te verlenen. De beslissing was symbolisch, volgens TheLocal.de (Duits nieuws in het Engels). De gemeenteraad heeft immers formeel niet de bevoegdheid om beslissingen van de rechtbanken van de katholieke kerk ongedaan te maken:
‘The move was not a judicial act – authorities in modern day Germany do not have the power to overturn rulings made under the Holy Roman Empire. Instead, the move was intended to highlight how easily a person can be defamed to the point of no longer being seen as human, but a demon that deserves to die a horrible death’.