In januari dit jaar berichtte ‘Iceman’ Wim Hof dat hij weer een sterk staaltje had geleverd. Een groep onervaren klimmers had onder zijn leiding in recordtijd de Kilimanjaro beklommen. En dankzij de technieken van Hof zou niemand van de groep last hebben gehad van de gevreesde hoogteziekte. Enkele dagen na dit hoogstandje berichtte ik hier op Kloptdatwel dat de echte top niet werd gehaald, maar er blijkt nog meer af te dingen op dit succesverhaal.
De tocht blijkt, zeker wat de afdaling betreft, toch wat problematischer te zijn verlopen dan je zou denken als je afgaat op wat er tot nu toe over naar buiten werd gebracht. Dat Hof zelf per fourwheeldrive vanaf 3700 meter naar beneden ging, past misschien ook niet zo goed in het beeld dat deze onverschrokken oermens graag van zichzelf uitdraagt.
Ruim een week geleden ontving de redactie een e-mail van een deelnemer, waarin die onder andere meldde dat er wel degelijk een aantal deelnemers te kampen had gekregen met hoogteziekte en dat een gedeelte van de groep uiteindelijk met een voertuig van de berg naar beneden is gebracht. Op basis van verdere communicatie met deze bron, wiens informatie ik verifieerde bij andere deelnemers, kom ik tot de volgende reconstructie.
Het plan was om in 36 uur de top van de Kilimanjaro te bereiken, in korte broek en met ontbloot bovenlijf. De locale gidsen en waarschijnlijk ook de parkwachters van het Kilimanjaro National Park vonden dat helemaal geen goed idee, zelfs onverantwoord met deze groep. Begrijpelijk ook, want er gebeuren al genoeg ongelukken op de berg zónder dit soort rare fratsen. De groep kon evenwel aan de beklimming beginnen nadat iedereen een verklaring had ondertekend waarin ze alle betrokken organisaties vrijwaarden van enige aansprakelijkheid voor mogelijke gevolgen.
De eerste dag liep de groep van negentien naar Horombo-hut op 3700 meter hoogte (zie nevenstaand kaartje voor de route). De volgende ochtend vertrok de groep heel vroeg om volgens plan tegen het eind van de middag de top de bereiken. Eén expeditielid besloot niet te vertrekken met de groep, wat andere deelnemers nogal verraste, omdat diegene in de voorbereiding één van sterkste deelnemers leek te zijn. Toen de groep Kibo-hut bereikte, moesten nog twee deelnemers afhaken, vermoedelijk vanwege hoogtezieke. Nog één persoon haalde de kraterrand niet en strandde op een paar honderd meter daaronder. Zodoende kwamen er vijftien deelnemers aan op de top, pardon, Gilman’s Point.
Tot zover klopt het persbericht aardig, hoewel je je kunt afvragen of het weglaten van de verschijnselen van hoogteziekte niet een verkeerd beeld geeft, zeker als je er in opneemt dat een ervaren gids er wél last van had. Ook merkt een deelnemer op dat het merkwaardig is dat er niet in staat dat twee deelnemers (niet Hof) wel degelijk in korte broek en met ontbloot bovenlijf de beklimming volbrachten.
Bij de afdaling kreeg nog een persoon last van verschijnselen die goed zouden kunnen duiden op hoogteziekte. De groep overnachtte bij Kibo-hut en daalde de volgende ochtend af. Maar vanaf Horombo-hut verliep die afdaling niet voor iedereen op dezelfde wijze. De twee deelnemers die de vorige dag bij Kibo-hut waren achtergebleven, waren klaarblijkelijk in dermate slechte conditie dat ze met een auto van het park verder moesten. Ook de persoon die in de afdaling van Gilman’s Point problemen kreeg, stapte in. En Wim Hof zelf. Die had naar verluidt blessures aan de voeten opgelopen die doorlopen erg moeilijk maakten. Tenslotte stapte nog een deelnemer in, gewoon omdat er nog een plek over was; die was het dus duidelijk alleen om de weg omhoog te doen geweest. Een eindje lager, op 2800 meter, pikte dezelfde of een andere auto wederom een clubje van drie , waarschijnlijk vier, deelnemers op. Uiteindelijk kwam dus iets meer dan de helft van de groep op eigen kracht beneden.
Eén deelnemer die ik benaderde had een wel erg opmerkelijk verhaal. Het gaat om één van de twee personen die in Kibo-hut bleef vanwege hoogteziekte. In diverse krantenartikelen duikt hij echter op als lid van de groep die de top haalde. Het was de journalisten blijkbaar niet opgevallen dat hij niet voorkomt op de groepsfoto op Gilman’s Point die bij hun artikel geplaatst is (en hij is niet degene die de foto maakte). Geconfronteerd hiermee, verklaarde deze persoon aan mij, dat hij inderdaad niet met de groep naar boven was gegaan vanaf Kibo-hut. Hij was al in eigen tempo met een gids ‘s ochtends vanaf Horombo-hut vertrokken en kwam aan bij Kibo toen de groep daar net vertrok. Een uur later zou hij echter alsnog aan het laatste stuk naar Gilman’s Point zijn begonnen, waar hij dan twee uur na de groep aankwam terwijl de duisternis reeds was ingetreden. Dit verhaal wordt door niemand anders bevestigd, integendeel; degenen die erop reageerden, doen het af als een verzinsel. Geloofwaardiger lijkt mij wat één van hen vertelde, namelijk dat deze meneer min of meer geregeld had om op eigen gelegenheid (wel met een gids) de volgende dag nog een poging te doen. Dit ging niet door, omdat de gidsen daar toch geen gelegenheid voor hadden of omdat de hoofdgids dit niet goedkeurde en zijn conditie het eigenlijk ook onverantwoord maakte.
Dit stuk is niet bedoeld om de individuele prestaties van de groepsleden te bagatelliseren. Uit eigen ervaring weet ik dat het beklimmen van vulkanen in Oost-Afrika voor een onervaren en niet bijzonder getraind persoon geen sinecure is. Ik vind het nog steeds frappant dat bij deze snelle stijging er eigenlijk maar zo weinig uitvallers waren in de groep. Maar waarom het persbericht niet wat openhartiger is over de ervaringen van de groep, roept vragen op. Vragen die mijns inziens gesteld moeten worden, omdat de opgepoetste versie van het verhaal door Hof wordt gebruikt om verder onderzoek mee te motiveren. Wie ondanks dit kijkje achter de schermen zin heeft gekregen om volgend jaar ook mee te lopen, kan zich nu al aanmelden bij het bedrijf van Hof. Of die groep met open armen ontvangen zal worden bij de poort van Kilimanjaro National Park, vraag ik me enigszins af.
Uiteraard heb ik Wim Hof en zijn bedrijf ook om een reactie gevraagd op deze reconstructie. Bij monde van Bart Pronk van Innerfire (die zelf ook deelnam aan de tocht) lieten ze weten dat er een aantal zaken niet kloppen of context missen. Concrete punten gaf Pronk ondanks aandringen niet. Wel werd ik uitgenodigd om de tocht onder het nuttigen van een kop koffie te komen doorspreken. Daarvoor heb ik vriendelijk bedankt, maar een reactie achteraf is natuurlijk altijd welkom.