Lange tijd zagen psychologen intelligentie, uitgedrukt als Intelligentie Quotiënt (IQ), als een vrijwel onveranderbare eigenschap van de mens. Een paar jaar geleden publiceerde twee Zwitserse onderzoekers, Susanne Jaeggi en Martin Buschkuehl, een onderzoek waaruit bleek dat een bepaald type geheugenoefening in korte tijd leidde tot een opmerkelijke verhoging van het IQ. Betekent dit dat iedereen met een korte training zijn intelligentie kan verbeteren? Volgens commerciële aanbieders van intelligentie trainingen wel. Het is vermoedelijk een kwestie van (korte) tijd totdat de intelligentietrainingen volgens de Jaeggi-methode ook in Nederland zullen aankomen.
Can You Make Yourself Smarter?
Ik las in de New York Times twee artikelen over de vraag of intelligentietraining werkt.
Het eerste artikel met de titel ‘Can You Make Yourself Smarter’ vertelde een positief-kritisch verhaal. Het spelen van een geheugenspel leidt volgens dit artikel al na korte tijd tot een meetbare verhoging van het IQ. Het spel werkt als volgt: je krijgt een serie vensters te zien, steeds een aantal vensters tegelijk, en in één van die vensters (steeds een ander venster) zit een figuur of een voorwerp dat je moet volgen. De kunst van het spel is dat je moet onthouden waar het voorwerp zich bevond twee, drie of meer stappen terug. Als je het moeilijker wilt maken kun je ook een spel spelen waarbij je twee reeksen van verschillende zaken in je hoofd moet houden, b.v. niet alleen de vensters maar ook een reeks letters. Dit wordt een ‘dual N-feedback game’ genoemd. Op de website ‘soack your head’ vind je een voorbeeld.
Het Times-artikel verwijst naar het onderzoek van Jaeggi en Buschkuehl (zie de link in de kop van dit artikel). Deze Zwitserse onderzoekers verrichtten hun onderzoek in het kader van een promotieonderzoek aan de Universiteit van Bern:
‘In a 2008 study, Susanne Jaeggi and Martin Buschkuehl, now of the University of Maryland, found that young adults who practiced a stripped-down … version of the game also showed improvement in a fundamental cognitive ability known as “fluid” intelligence: the capacity to solve novel problems, to learn, to reason, to see connections and to get to the bottom of things. The implication was that playing the game literally makes people smarter’.
Jaeggi legt uit hoe dit kan: door het trainen van aandacht en werkgeheugen gaan de cognitieve vermogens omhoog:
‘ … in 2008, Jaeggi turned one of these tests of working memory into a training task for building it up, in the same way that push-ups can be used both as a measure of physical fitness and as a strength-building task. “We see attention and working memory as the cardiovascular function of the brain,” Jaeggi says.“If you train your attention and working memory, you increase your basic cognitive skills that help you for many different complex tasks.”
Volgens het artikel in de New York Times is het resultaat van Jaeggi en Buschkuehl sinds 2008 al enkele malen met succes herhaald. Het NYT-artikel noemt twee onderzoeken: ten eerste een Zweeds onderzoek bij ADHD-kinderen dat ook leidde tot opmerkelijke resultaten. Verder wordt ingegaan op een onderzoek van Harold Hawkins, een cognitief psycholoog van het Amerikaanse leger (Office of Naval Research) die in een onderzoek naar vergroten van het werkgeheugen resultaten vond die het onderzoek van Jaeggi en Buschkuehl ondersteunen.
De NYT noemt echter ook kritiek. Randall Engle, een toonaangevende onderzoeker van de Georgia Tech School of Psychology presenteerde in augustus en november 2011 forse kritiek op het onderzoek van Jaeggi en Buschkuehl. Er zouden methodologische fouten zijn gemaakt en het lukt volgens Engle niet om de resultaten te herhalen:
‘At a meeting of cognitive scientists last August, and again in November, Engle presented a withering critique of Jaeggi and her colleagues’ 2008 paper. He pointed to a variety of methodological weaknesses (many of which have been addressed in subsequent papers by Jaeggi and others) and then presented the results from his own attempt to replicate the study, which found no effect whatsoever. (Those results have yet to be published.)
I.Q. Points for Sale, Cheap
Het tweede NY Times artikel is een opiniestuk met de titel ‘I.Q. Points for Sale, Cheap’ van David Hambrick, wetenschappelijk medewerker aan de faculteit psychologie van de Michigan State University. Zijn stelling is dat de onderzoeksresultaten van Jaeggi en Buschkuehl moeten worden aangemerkt als een ‘uitzonderlijke claim’ die vraagt om ‘uitzonderlijk bewijs’. Volgens Hambrick kunnen we niet voetstoots onderzoeksresultaten accepteren die zo fundamenteel anders zijn dan alle intelligentie-onderzoeken die eerder zijn gedaan. Voordat Jaeggi en Buschkuehl met hun resultaten kwamen, was er geen enkel eerder uitgevoerd onderzoek dat liet zien dat oefeningen het IQ konden verhogen. Hambrick licht toe:
‘Does this sound like an extraordinary claim? It should. There have been many attempts to demonstrate large, lasting gains in intelligence through educational interventions, with few successes. When gains in intelligence have been achieved, they have been modest and the result of many years of effort. … For instance, in a University of North Carolina study known as the Abecedarian Early Intervention Project, children received an intensive educational intervention from infancy to age 5 designed to increase intelligence. In follow-up tests, these children showed an advantage of six I.Q. points over a control group (and as adults, they were four times more likely to graduate from college). By contrast, the increase implied by the findings of the Jaeggi study was six I.Q. points after only six hours of training — an I.Q. point an hour’.
Hij haalt Randall Engle aan die in een artikel in het blad Psychological Bulletin waarschuwt dat een verbetering in één test niet betekent dat je echt slimmer bent geworden:
‘Another reason for skepticism is a weakness in the Jaeggi study’s design: it included only a single test of reasoning to measure gains in intelligence. As the cognitive psychologists Zachary Shipstead, Thomas Redick and Randall Engle note in a recent review of the cognitive training literature in Psychological Bulletin, intelligence can’t be measured with any single test; it reflects what tests of many cognitive abilities have in common. Demonstrating that subjects are better on one reasoning test after cognitive training doesn’t establish that they’re smarter. It merely establishes that they’re better on one reasoning test’.
Het begin van een miljarden-industrie?
Inmiddels hebben de commercie en onderwijsinstellingen het onderzoek van Jaeggi ontdekt. Volgens Hambrick het begin van een nieuwe miljarden-industrie: wie wil immers niet in een half uurtje per dag een stuk slimmer worden? Nintendo biedt het ‘Brain Age Game’ aan als een ‘treadmill for the mind‘. Lumosity claimt 20 miljoen gebruikers voor hun hersentraining die zou leiden tot ‘real-world cognitive benefits in individuals of all ages’. En Cogmed wordt al op onderwijsinstellingen in Amerika en Zweden toegepast. Het is denk ik een kwestie van (korte) tijd of we zullen ook in Nederland overspoeld worden door intelligentietraningen die zijn gebaseerd op het onderzoek van Jaeggi en Buschkuehl.
Het commentaar van Hambrick klinkt mij verstandig in de oren. Ik denk dat je niet direct moet geloven dat we nu een methode gevonden hebben waarmee we in een half uurtje per dag een heel stuk slimmer kunnen worden. Twee promovendi die een wereldschokkend resultaat publiceren: dat vraagt om grondige checks en dubbelchecks. Pas als die leiden tot overtuigend bewijs, ga ik aan de slag met ‘dual N-feedback’-tests. Tot die tijd ga ik er maar van uit dat er helaas geen short-cuts zijn naar een slimmere versie van mezelf.