Binnen het NLP spelen oogpatronen een grote rol (naar rechtsboven kijken, voor de kijker links) zou bijvoorbeeld aangeven dat je een visuele herinnering aan het construeren bent), iriscopisten menen diagnoses te kunnen stellen door te kijken naar de ogen en dan vooral de iris en het zinnetje: “de ogen zijn de poorten naar de ziel”, kennen we waarschijnlijk ook allemaal.
Maar wat zeggen de ogen nu echt over iemand? Het Engelse blog over psychologie ‘Psyblog‘ beschreef 10 aanwijzingen die je uit de pupilgrootte zou kunnen halen.
Hieronder de eerste 3, de overige 7 kun je in het volledige artikel vinden.
1. I’m thinking hard
Look into my eyes and ask me to name the cigar-smoking founder of psychoanalysis and you won’t see much change in my pupil size. The name Sigmund Freud comes easily to my lips.
But ask me to explain the laws of cricket and watch my pupils expand.
That’s because research has shown that the harder your brain works, the more your pupils dilate. When Hess and Polt (1964) gave participants more and more difficult tasks to complete, their pupils got bigger and bigger.
2. My brain is overloaded
Keep watching my eyes closely and you’ll spot the point when explaining the laws of cricket gets too much.
Poock (1973) reported that when participants’ minds were loaded to 125% of their capacity, their pupils constricted.
It’ll be trying to explain a googly that will do it. (Don’t ask).
3. I’m brain damaged
The reason doctors and paramedics flash a light in patients’ eyes is to check their brains are working normally (and because it’s such an easy test to do). They use the acronym PERRL: the Pupils should be Equal, Round and Reactive to Light.
If my brain is broken, say, because I’ve had a bump on the noggin, you won’t see PERRL. There may well be other extremely subtle clues, like the blood pouring from my head.
Lastig is het wel, want behalve dat dezelfde pupilgrootte soms verschillende betekenissen kan hebben, ligt het er ook nog aan of iemand niet toevallig net een lampje aan heeft gedaan. Het artikel eindigt daarom met de vraag of we de kleine veranderingen in pupilgrootte nu eigenlijk echt kunnen waarnemen?
Volgens een fMRI studie worden veranderingen in de pupilgrootte veelal onbewust op gepikt. In de studie kregen proefpersonen afbeeldingen te zien van onbekende vrouwelijke gezichten waarbij de pupillen gemanipuleerd waren. De fMRI liet zien dat de hersenen in elk geval gevoelig waren voor de pupilgrootte van de gezichten op de afbeelding, er was namelijk een verhoogde hersenactiviteit (o.a. in de amydala) te zien wanneer de pupillen groter waren. Echter toen de proefpersonen ondervraagd werden bleek niemand van een verandering in pupilgrootte bewust te zijn geweest.