Vandaag komt de smurfenfilm 3D in de Nederlandse bioscopen. De film gaat erover dat de smurfen per ongeluk een tijdreis maken van de middeleeuwen naar het hedendaagse New York. Onschuldig vermaak zou je zeggen? Maar is dat wel zo?
De Franse socioloog Antoine Buéno schrijft in zijn ‘Le Petit Livre Bleu’ (het kleine blauwe boekje) dat de stripverhalen over de ogenschijnlijk vriendelijke blauwe mannetjes (er is maar één smurfin) in feite doordrenkt zijn met racistische propaganda en een totalitaire samenleving verheerlijken (hier een Frans artikel over het boekje). Volgens de Huffington Post zegt Buéno dat de smurfen ‘the embodiment of a totalitarian utopia, steeped in Stalinism and Nazism’ zijn. Een goed voorbeeld van een complottheorie. Wat is hier aan de hand?
De smurfen verschenen voor het eerst in 1958 in een Belgische krant. Ze zijn een creatie van de striptekenaar Peyo. Ze heetten toen nog ‘Schtroumpfs’. In de Nederlandse vertaling kregen ze de naam ‘smurf’ die later over de hele wereld zou worden gebruikt. De Amerikaanse producent Hanna Barbera (ook bekend van de Flintstones) maakte in 1981 de eerste smurfenfilm.
Volgens Buéno zijn we ons al die jaren niet bewust geweest van het kwaad dat in de stripverhalen schuil ging. Hou je vast voor de volgende analyse. Volgens Buéno is hun leider, de Grote Smurf, een autoritaire figuur die privébezit verbiedt en de smurfen dwingt te leven in een collectivistische samenleving die is gericht op zelfvoorziening op gebied van energie en voedsel, een communistisch ideaal. Grote Smurf is de enige die een rode muts draagt en een baard mag laten groeien (die doet denken aan de baard van de communistische ideoloog Karl Marx), hij wordt als leider verheerlijkt door de andere smurfen, net zoals Lenin, Stalin en Hitler zich lieten verheerlijken. Tegenspraak wordt onderdrukt: de dissidente moppersmurf wordt sociaal geïsoleerd en ook de Brilsmurf, volgens Buéno de representant van de Russische dissident Leon Trotski, wordt belachelijk gemaakt: ‘Brainy Smurf is claimed to represent Trotsky, as he is the only one who comes close to matching Papa’s intellect, wears round glasses, is often isolated, ridiculed, or even ejected from the village for his ideas’. Smurfen zijn macho, en de (lange tijd) enige vrouw, de smurfin, vertoont trekjes van het arische schoonheidsideaal (blond haar en blauwe ogen). Het (vrijwel) ontbreken van vrouwen geeft te denken over het seksleven van de smurfen, aldus Buéno. De gehate vijand van de smurfen, de tovenaar Gargamel, vertoont een sterke gelijkenis met karikaturen die de nazi’s maakten van joden en zijn kat heet Azraël, volgens joden en islamieten een naam van de ‘aartsengel des doods’. De smurfen dragen een witte muts die sterk doet denken aan de kap van de gewelddadige ultra-rechtse organisatie Ku-Klux-Klan. Het eerste smurfenstripverhaal, De Zwarte Smurf, had volgens Buéno een racistische ondertoon. In het stripverhaal worden de blauwe smurfen ziek. En als ze ziek zijn, worden ze zwart en kunnen ze niets anders meer zeggen dan ‘gnap, gnap, gnap’. Dit was overigens de reden dat Amerikaanse uitgevers het stripverhaal niet wilden publiceren. Enkele jaren later werden de zieke smurfen paars in plaats van zwart en konden ze wel in de USA verschijnen.
Op het internet zijn er inmiddels ook filmpjes waarin de smurfen worden betrapt op het brengen van de nazi-groet.
Een beetje studie op het internet leert, dat allerlei vormen van kritiek op de smurfen al jaren de ronde doen. Dit artikel in New York Magazine geeft een paar voorbeelden. Ook dit artikel van CNN.com waarin de kritiek van Buéno nog een keer wordt uitgelegd, wijst er op dat de kritiek op de smurfen niet van vandaag is. In de tijd dat de USA nog bang waren voor de communisten dachten sommigen dat ‘Smurf’ een afkorting was van ‘Small Men Under Red Forces’.
De directeur van Studio Peyo, Thierry Culliford (de zoon van striptekenaar Peyo), verwerpt de aantijgingen. Hij noemt ze ‘between the grotesque and the not serious’.
Hoe serieus moeten we de kritiek inderdaad nemen? Eerder lazen we dat de Teletubbies zouden aanzetten tot homoseksualiteit. Ook Perez Hilton vraagt zich af of er iets klopt van de theorieën van Buéno. Ik houd het er zelf op dat het smurfenverhaal niet alleen de fantasie van kinderen prikkelt, maar dat ook volwassenen volop de ruimte biedt voor projectie. Tja, Pierre Kartner moest eens weten.