Dit is een oud fragment uit een tv-show van James Randi waarin hij bijzondere claims test. In de onderstaande via test hij een wichelroedeloper:
De wichelroedeloper laat eerst zien dat zijn wichelroede een duidelijke uitslag geeft bij de steentje in de doos. Let wel: hij weet hier zelf al het antwoord.
De duidelijke uitslag van de wichelroede wordt veroorzaakt door het ideomotoreffect. Er zijn allerlei websites die dit psychologische effect omschrijven, ik citeer hier de Wikipediapagina ‘ideomotorisch effect‘:
Het ideomotorisch effect is het psychologisch fenomeen dat mensen spierbewegingen maken nadat ze deze onbewust bij anderen hebben waargenomen of doordat ze er onbewust aan denken. Het ideomotorisch effect verklaart de werking van vermeend paranormale of bovennatuurlijke zaken zoals het Ouijabord, automatisch schrift, de wichelroede en telekinese. Beoefenaars van deze paranormale bezigheden menen vaak – ten onrechte – dat de geproduceerde bewegingen afkomstig zijn van een kracht buiten henzelf. Ideomotorische effecten komen ook voor bij het televisiekijken, mensen die actief meeleven met hun favoriete sporter vertonen spierspanning in dezelfde spieren als de sporter.
(…)
Wetenschappelijke tests door onder meer Michael Faraday, Michel Chevreul, William James en Ray Hyman hebben aangetoond dat allerlei fenomenen die dikwijls worden toegeschreven aan spirituele of paranormale krachten of “energieën”, feitelijk veroorzaakt worden door het ideomotorisch effect. De tests tonen verder aan dat “eerlijke, intelligente mensen onbewust musculaire activiteit vertonen die consistent is met hun verwachtingen” (Hyman 1999).
In de test scoort de wichelroedeloper precies volgens kans (een willekeurig iemand uit het publiek had het net zo goed gedaan). Daarmee is dus geen bewijs gevonden dat deze man kan wat hij zegt te kunnen, of dat een wichelroede kan werken. Helaas. Op naar de volgende wichelroedelopers.
regenworm says
Het feit dat het ideomotorisch effect bestaat en dat de wichelroede door dat wordt bewogen bewijst nog niet dat het niet werkt. Integendeel, de roede lopers zouden nog steeds kunnen beweren: Ik voel het water (of wat dan ook) op een onbewuste en niet verklaarbare wijze, de roede of het draadje dient alleen maar om dit onbewuste gevoel aan te wijzen.
Hans says
Maar als ze het resultaat niet van tevoren weten, doen ze het niet beter dan de kansberekening al aangeeft. En dus is wichelroedelopen onzin.
Maarten Koller says
Beweren kunnen ze het zeker. Laten zien dat de bewering ook echt waar is kunnen ze helaas niet.
Bewijzen dat iets niet werkt is ook ‘nogal’ lastig. Je kan alleen bewijzen dat iets wél werkt.
2011/11/26 Disqus
Anthony de Vries says
Voor het bewijzen of wichelroedelopen onzin is of niet, is het voldoende om een dubbelblind experiment te doen.Ongeacht of je weet *hoe* het werkt, kun je daarmee aantonen *of* het uberhaupt werkt. En daarvan is het resultaat duidelijk, het werkt gewoon niet.
Daarna komt de vraag waarom wichelroedelaars dan toch denken dat het werkt. En dát kun je uitleggen met het ideomotorisch effect.
Jan Willem Nienhuys says
Als je op deze manier gaat zoeken waar iets zit onder N doosjes, dan heb je gemiddeld bij poging nummer (N+1)/2 succes. Alle mogelijkheden hebben uiteraard dezelfde kans., dus het gaat om de uitkomst van (1 + 2 + … + N)/N. De formule voor de ‘standaarddeviatie’ is wat ingewikkelder, namelijk de wortel uit (N-1)N(N+1)/12, dat levert in het geval N=7 op wortel 28, dus iets meer dan 5. Daar heb je weinig aan, zoals we zullen zien.
Na een keer proberen kun je nog helemaal niks zeggen. Je hebt (zoals Randi ook beklemtoont) een kans van een op zeven om het meteen goed te hebben. Het is traditie om pas over iets bijzonders te spreken als de prestatie een toevalskans van minder dan 1/20 heeft. Dus voor deze test zou je bijvoorbeeld pas als de wichelaar bij twee onafhankelijke pogingen het meteen bij de eerste keer goed heeft kunnen zeggen ‘Hm, interessant, laten we nou eens een lange serie proberen’.
Bij de opstelling zoals getoond is er niets gezegd over hoeveel pogingen (dus starten van een serie waarbij alle doosjes onbekend waren) de wichelaar mocht ondernemen en bij ‘hoeveel goed’ de prestatie als bijzonder zou worden aangemerkt. Het zou ook behoorlijk lastig geweest zijn om bij een tweede wichelronde een stukje erts zo onder de doosjes te stoppen dat Randi, het publiek en uitaard de wichelaar niets wisten.
Stel eens dat de wichelaar tien ronden had mogen proberen. Zijn verwachte aantal raadpogingen zou dan 40 (10 x 4) geweest zijn, en waneer de eis zou geweest dat hij alles samen maximaal 9 keer mocht raden (bijvoorbeeld 3 maal bij een ronde, en de rest ineens goed) zou hij nog een kans van ongeveer 1 op 60 (286 op 16807) gehad hebben om puur toevallig zo’n prestatie te leveren.
Dat zou natuurlijk oersaaie tv geweest zijn, maar als serieuze test stelt deze show niks voor, speciaal omdat er kennelijk niets is afgesproken welke prestatie opmerkelijk genoeg geweest zou zijn om tot nader onderzoek over te gaan.
@regenwurm:disqus
Inderdaad zeggen de slimmere wichelaars dat de roede slechts een versterking is van onbewuste signalen. Maar het ideomotorisch effect werkt altijd. Ik kan zo’n roede of pendel heel goed stilhouden, vind ik zelf tenminste, maar ik denk dan ook heel intens: stil hangen jij. Dus dan is dat stil hangen in feite ook ideomotorisch. Dus wat die slimmere wichelaars in feite zeggen is dat hun onbewuste (o.i.d.) sterker is dan het ideomotorische effect.
Hoe dan ook, de uiteindelijke proef is of de wichelaar of pendelaar herhaaldelijk het goede antwoord kan geven.
Ik vind het wel opvallend dat deze wichelaar zo erg zwiept met zijn wichelroede.