Wat zou je kiezen? 100 euro nu meteen of 110 euro over drie maanden? Met de lage rentes van de laatste jaren, lijkt het verstandiger om voor het hogere bedrag over drie maanden te gaan. In de praktijk nemen mensen echter vaker het snelle geld. Hoogleraar groeps- en organisatiepsychologie Mark van Vugt en zijn team aan de Vrije Universiteit Amsterdam probeerden uit te vinden of de omgeving waarin je deze vraag stelt, uitmaakt. Van Vugt : “Impulsiviteit en korte termijn denken zijn typisch menselijke eigenschappen. In ons onderzoek keken we of natuur die mechanismen in ons brein kon beïnvloeden.” (persbericht VU, 6 nov. 2013).
Het onderzoek is gepubliceerd als: Do natural landscapes reduce future discounting in humans? Arianne J. van der Wal, Hannah M. Schade, Lydia Krabbendam, and Mark van Vugt (Proc R Soc B 2013 280: 20132295).
Waarom zouden hun bevindingen ons moeten interesseren? De onderzoekers stellen in het persbericht:
Het effect van natuur op menselijk beslisgedrag is van belang bij het aanpakken van problemen zoals afvalproductie, klimaatverandering, en de explosieve bevolkingsgroei. Want juist strategieën en gedrag die zich slechts richten op de korte termijn, veroorzaken de huidige sociale en milieuproblemen. […] Om ervoor te zorgen dat mensen beslissingen nemen die minder schadelijk zijn voor zichzelf, hun omgeving of het milieu, kan de invloed van natuur dus belangrijk zijn. Een groot deel van de wereldbevolking woont in steden. Door manieren te zoeken om mensen in steden toch in contact te brengen met de natuur, kunnen we gedrag ten aanzien van bijvoorbeeld het milieu positief en wellicht structureel veranderen.
Dat zijn nogal grote woorden en ik denk dat die niet echt ondersteund worden door de resultaten van dit onderzoek, dat ziet er toch wat dunnetjes uit. Twee van de drie experimenten zijn ‘priming’-onderzoekjes van het soort dat de laatste paar jaar nogal onder vuur is komen liggen (zeker na de Stapelaffaire). Het grootste probleem dat ik heb met dat soort tests, is dat de onderzoekers denken te weten hoe hun ingreep uitpakt. Vaak wordt er bijvoorbeeld met afbeeldingen gewerkt, die verschillende specifieke effect bij de proefpersonen zouden moeten bewerkstelligen. Maar als je er wat kritischer naar kijkt, kun je die afbeeldingen vaak ook onderscheiden op heel andere kenmerken dan waar het in het onderzoek om zou moeten gaan.
Het derde experiment dat in het artikel beschreven wordt, lijkt daarom interessanter. Dit keer geen plaatjes van bossen als surrogaat voor een natuurervaring, maar de deelnemers werden daadwerkelijk op een wandeling gestuurd door het Amsterdamse Bos. Een andere groep moest het doen met de stedelijk omgeving van de Zuidas. Na vijf minuten wandelen, ontmoetten ze een onderzoeksassistent die ze verschillende taken voorlegde. Het meest in de media beschreven onderdeel heeft veel weg van een spelletje: eerst kregen de deelnemers de vraag waar hun voorkeur naar uitging, 100 euro nu meteen of 110 euro over 90 dagen. De deelnemers die voor de directe 100 euro gingen, kregen de vervolgvraag wat ze zouden kiezen als het latere bod verhoogd werd: 100 euro nu of 120 euro later. En dat werd zo voortgezet totdat het laatste bod op 170 euro lag.
Het idee achter deze opzet is dat mensen die kiezen voor het uitgestelde, maar hogere bedrag in het algemeen ook meer rekening houden met de lange termijn. In vaktermen noem je dit een temporal discounting game en het is veel gebruikt door andere onderzoekers. Maar hier was de uitvoering afwijkend en de onderzoekers hadden daar te weinig oog voor, denk ik. De hypothese was dat de groep die aan het bos werd blootgesteld eerder zou kiezen voor de uitgestelde hogere beloning, omdat … ja, dat is natuurlijk waar dit eigenlijk om zou moeten gaan. De onderzoekers gaan er vanuit (en dat zullen veel mensen ook wel plausibel vinden) dat die blootstelling aan een natuurlijke omgeving je meer bewust zou maken van de gevolgen van je beslissingen ook in de verderweg gelegen toekomst en dat je daarom eerder doordachte beslissingen zal nemen. Of zoals ze dat in het artikel verwoorden: ‘when people are exposed to scenes of natural landscapes their discount rates are lower compared with exposure to urban landscapes’.
De resultaten worden als volgt gegeven:
Confirming Hypothesis 1, participants in the nature versus urban condition showed a significant difference in temporal discounting (F1,41 = 5.41, p = 0.025, part. η2 = 0.12). In the nature condition, the individual indifference point of the participants was lower than that in the urban condition, with Mnature = 122.38 (s.d. = 16.40) and Murban = 135.45 (s.d. = 20.17). On average, we found a 10% reduction in future discounting in the nature condition versus urban condition (figure 3).
En in een grafiek weergegeven:
Deze presentatie van de cijfers is onnodig ingewikkeld. Waarom niet een eenvoudig tabelletje dat laat zien hoeveel deelnemers er uiteindelijk met welk bedrag vandoor gingen? Gelukkig zijn ook de data van dit onderzoek onder Open Access bij het artikel beschikbaar gesteld en kon ik dat tabelletje zelf maken:
Nu valt meteen iets vreemds op: zo te zien waren er twee deelnemers (uit de stadsgroep) die 180 euro wisten te scoren, maar het laatste bod zou ‘100 euro nu of 170 na 90 dagen’ geweest zijn. Ik vermoed dat het hier om twee slimme deelnemers ging, die doorhadden dat ze telkens een beter bod kregen als ze aan het snelle geld vasthielden (de 100 euro direct uitgekeerd). Het lijkt dan slim om een nog beter bod af te wachten. Helaas kwam het laatste bod met 170 euro eerder dan verwacht en ze grepen naast het hogere bedrag.
De onderzoekers vertellen dat dit ‘spel’ gebruikt is door andere onderzoekers (Wilson & Daily, Kirby et al.), maar die deden dat toch op een essentieel andere manier. In dit experiment was het laagste bedrag telkens 100 euro, terwijl die andere onderzoekers het lage bedrag ook lieten variëren. Een eerste bod van ‘100 euro nu of 110 later’ zou je dan kunnen laten volgen door ’85 euro nu of 102 euro later’. Dan zouden de deelnemers waarschijnlijk niet kunnen bedenken dat ze met wachten (telkens het lage bedrag kiezen) de grootste kans zouden hebben op een hoge opbrengst, zonder risico om lager dan die 100 euro uit te komen. Die ‘zekere’ 100 euro is sowieso al een fors bedrag, waarom dan niet een gokje gewaagd om een echte klapper te maken?
In de berekening van de gemiddelden is de bijdrage van deze twee deelnemers meegenomen als 180 euro, maar dat slaat dus nergens op (misschien een codeerfoutje?). Als je het als een spelletje beschouwt, moet je hun score op 100 euro zetten. En anders weet je gewoon niet op welk moment ze voor het hogere, uitgestelde bedrag waren gegaan; dat het bieden ophield bij 170 euro is tamelijk willekeurig. De gemiddelden hebben daarom ook geen echte betekenis en er conclusies uit trekken, kan volgens mij niet, laat staan er met statistische tests een serieuze vergelijking tussen de twee groepen op baseren. Toch zou je wel wat met de resultaten kunnen doen als je er wat voorzichtiger mee omgaat. Het spelaspect kun je waarschijnlijk wel negeren als je alleen naar de eerste vraag kijkt (‘100 euro nu of 110 euro na 90 dagen’). Dan zie je nog steeds een significant verschil:4 van de 22 deelnemers in de stad kozen voor de uitgestelde beloning tegen 11 van de 21 deelnemers in de natuur (Fisher’s exact test: p=0.02).
Er is echter wel meer aan te merken. Wetenschapsjournalist Elmar Veerman (via wie ik hierop stuitte) schreef een leuk kritisch artikel op Wetenschap24 over dit onderzoek. Hij vraagt zich onder meer af of je niet veel eerder het vertrouwen meet dat de deelnemers hebben in degene die hun het geld aanbied, dan die toekomstgerichtheid. Ook merkt hij op dat het vreemd is dat er geen verschil werd gevonden tussen de deelnemers die opgegroeid waren in stedelijke of natuurlijke omgeving. Het zou dan om een beïnvloeding gaan die maar kort aanhoudt, wat enigszins merkwaardig lijkt als de verklaring van het effect volgens de onderzoekers zou kloppen.
Een ander punt, dat door Van Vugt wel onderkend wordt, is dat de natuurlijke conditie in dit geval wel een heel vriendelijk karakter had. Wat zou het resultaat zijn als je hetzelfde experiment zou uitvoeren met deelnemers die net door de woestijn hebben gelopen, of in een omgeving waar wilde dieren voorkomen? En in hoeverre was het van belang dat het om natuur gaat? Wat als je die deelnemers in een gezellig pittoresk stukje Amsterdam had laten rondwandelen?
Ik heb hier maar naar één van de experimenten in detail gekeken [update 15/11/2013: intussen geconstateerd dat met de data van experiment 1 hetzelfde mis aan de hand is], dus zal ik geen oordeel vellen over het artikel als geheel. Wel is er dus minstens één punt dat opgepakt moet worden door de auteurs, die vergelijking tussen de twee groepen in experiment drie deugt gewoon niet. Op zich heb ik niet zoveel bezwaar tegen dit soort onderzoekjes, maar ik stoor me wel aan de betekenis die toegekend wordt aan de resultaten. De onderzoekers gaan zelf al ver in hun artikel, maar het persbericht van de universiteit is helemaal ‘over the top’. Er wordt veel meer toegeschreven aan het onderzoek dan wat verantwoord is op basis van wat de wetenschappers laten zien. Maar die overtrokken weergave wordt wel gekopieerd door bijna alle media die aandacht geven aan dit onderzoek.
Van Vugt mocht het onderzoek ook in het radioprogramma Labyrint toelichten: ‘Stedelijk impulsiviteit’
Renate1 says
Een soort Roos Vonk, Diederik Stapel onderzoekje wat mij betreft, van het soort ‘vleeseters zijn hufters’.
Mark van vugt says
Dat vind ik een onterechte reactie. Ik zou zeggen: lees het artikel door, het is voor iedereen bechikbaar op de website van de Proceedings of the royal Society. kijk naar de data die bijgevoegd zijn en oordeel dan nog maar eens of je het een flutonderzoek vindt.
Martin_Bier says
De impliciete veronderstelling bij dit soort spelletjes & onderzoek is dat de 100-euro-nu-meteen de onverstandige keus is en dat rationele mensen de 110-euro-over-3-maanden prefereren.
Dat hoeft helemaal niet altijd het geval te zijn. Het is eigenlijk alleen het geval als je al comfortabele reserves hebt opgebouwd; als je een solide bankrekening hebt en je het je kunt permitteren om over rentestanden te denken. Stel dat je net genoeg verdient om in je elementaire levensbehoeften te voorzien en dat het elektriciteitsbedrijf op het punt staat je af te sluiten i.v.m. 100 euro achterstand in betaling. Voor heraansluiting later betaal je i.h.a. meer dan 10 euro. Of stel dat je voor dat levensonderhoud afhankelijk bent van je fiets & je krantenwijk en dat die fiets een reparatie van 100 euro behoeft. Of stel dat het december is en je winterjas wordt gestolen. Dan heb je toch echt meer aan 100 euro nu dan aan 110 euro in de lente.
Jan Willem Nienhuys says
Ik probeer me even voor te stellen hoe het gaat. Ik wandel een eind in een bos en ik word opeens aangesproken door iemand met twee briefjes van 50 in de hand die me vraagt of ik die wil hebben. Ik zeg dan ja, maar dan zegt hij of zij: je kunt ook drie maanden wachten, dan maak ik er 110 euro van. Of weet je wat, hij laat me een cheque zien die over drie maanden kan worden ingewisseld voor 110 euro. Op dat moment moet ik nagaan hoe geloofwaardig dat aanbod van 110 euro is. Ik kan zeggen: geef mij de 100 euro nu. Dan weet ik meteen of het aanbod serieus is, want als de betrokkene dan zegt dat het aanbod niet serieus bedoeld is, ben ik meteen klaar. Ik kan erop gokken dat het wel serieus is én dat ik inderdaad over drie maanden wordt betaald.
Of ging het zo: ik heb me opgegeven als proefpersoon voor een psychologische proef. Aangeboden beloning 100 euro. Bij het begin van de proef krijg ik opdracht een stukje te wandelen. Nu vijf minuten wandelen komt er iemand naar me toe en zegt: “Dit is het einde van de proef. U krijgt nu uw 100 euro. Wilt u even tekenen voor ontvangst?” Nadat ik de 100 euro in mijn portemonnee heb gestopt, zegt de betrokkene: “We kunnen ook het geld overmaken, dan krijgt u het over drie maanden en dan betalen we 110 euro. Lijkt u dat wat?” Als ik dan nee zeg, verhoogt de aanbieder het bedrag tot 120 euro.
Nu begint een ander gokspel. Ik vermoed dat als ik weer nee zeg, de beloning nog eens verhoogd wordt, maar ik weet niet waar de tegenpartij gaat stoppen. Als de tegenpartij niet verder gaat dan 150 euro, natuurlijk zonder erbij te zeggen ‘laatste bod’, en ik zeg dan ook nee, loop ik die extra 50 euro gewoon mis. Dat is zoiets als bij een afslag. Alleen gaat het daar om zaken (zoals een partij vis) waarvan de potentiële kopers de waarde kunnen schatten. Als Pepijn gelijk heeft zijn er 2 deelnemers die zo bij 180 euro achter het net gevist hebben.
Het lijkt me lastig om het zo in elkaar te zetten dat de proefpersoon niet allerlei kansen moet gaan schatten die verband houden met de werkelijke bedoeling van de proefleider. Met andere woorden, het gaat niet (alleen) om uitgestelde beloning versus directe beloning maar oordelen over de betrouwbaarheid en voorspelbaarheid van de aanbieder.
Is dat geld bij de proef (ca. 5500 euro) ook echt betaald?
Hans1263 says
Goh, dat heb ik nu nooit eens in het bos. Ik vrees dat ik in de verkeerde provincie woon. 😉
Het hangt natuurlijk helemaal af van de omstandigheden. Als een bank iets zwart op wit aanbiedt, kun je een rekensom maken en een overeenkomst sluiten. Dat is heel iets anders dan wanneer je “in het bos” iemand tegenkomt die zo’n aanbod doet. In het laatste geval zou ik meteen denken: hebben is hebben. Maar ik zou me ook meteen afvragen wat de tegenpartij als tegenprestatie verlangt. “In het bos” kan dat niet veel goeds betekenen. Bij een psychologische test zit het waarschijnlijk wel snor.
Pepijn van Erp says
Of dat geld echt betaald is, kan ik niet zo duidelijk uit het artikel halen bij dit experiment:
Bij experiment 1 (47 deelnemers), waarbij dezelfde bedragen werden gebruikt staat, maar met foto’s werd gewerkt, staat echter
Ik neem aan dat hetzelfde dus gebeurde bij experiment 3 en dat die opmerking dat het zo bepaald werd ná het experiment kwam.
Bij experiment 2 gebruikten ze wel wisselende bedragen en daarbij kregen ze ook één van die keuzen (willekeurig gekozen) daadwerkelijk uitbetaald.
Pepijn van Erp says
Ik heb net nog even gekeken naar de data van experiment één. Daar maken ze dezelfde fout, ook weer een aantal deelnemers met score ‘180’ en zo meegenomen in de gemiddelden.
Mark van vugt says
Beste pepijn, er zit helemaag geen fout in de data. Die zijn trouwens voor iedereen gewoon toegankelijk — leve Open access — dus iedereen kan ze zien. Jammer dat je dat niet even checkt met ons, de auteurs. We hebben de deelnemers in exp 1 en 3 7 keuzes voorgelegd en we hebben het indifference point berekend, dus wanneer swtichen ze van de 100 euro naar de lange termijn beloning. Er waren enkele proefpersonen bij die bij de 7e keuze, 170 Euro nog niets switchten naar de lange termijn. Hun indiffence pont ligt dus hoger dan 170 en daar hebben we 180 aan gegeven. Dat is inderdaad arbitrair maar dat kan ook 200 zijn voor hen. Je kunt de data op vele manieren analyseren, je kunt bijv kijken hoeveel keer men van de 7 keer voor de 100 euro gaat, de korte termijn, (zie Griskevicius et al, 2011, exp 2) en dan kom je tot steeds dezelfde conclusie: bij natuur kiest men meer voor de lange termijn beloning dan bij stedelijke omgeving. Waarom dat zo is inderdaad speculatie maar om te suggereren dat er iets mis is met de data is onterecht.
Groet, mark van vugt, m.van.vugt@vu.nl
Pepijn van Erp says
Wat er fout aan is in mijn ogen is heb aangegeven: het gaat om het meenemen van die 180 in de gemiddelden. Als het ‘echte’ indifference point veel hoger ligt (wat misschien te bepalen was door de vraagstelling te verlengen), is de verdeling ook anders.
Pepijn van Erp says
Ook die grafiek 3 vind ik dus merkwaardig, die twee personen met ‘180’ komen daar dus helemaal niet op de lijnen voor, maar de gemiddelden zijn er wel mede op gebaseerd.
(grafiek 1 is ook wat slordig, daar lijkt de ‘urban’- lijn van 160 naar 170 euro zelfs te dalen, wat natuurlijk niet kan)
Arianne J. van der Wal says
Griskevicius, Tybur, Delton & Robertson (2011) gebruikten de temporal discounting game van Wilson & Daly om de game te creëren die wij uiteindelijk in onze studie hebben gebruikt. Deze data kunnen geanalyseerd worden aan de hand van het aantal keren dat de deelnemers kiezen voor de toekomst waardering en aan de hand van de meer algemeen bekende methode van de indifference point. Beide analyses geven dezelfde resultaten. De indifference point is bepaald zoals Lee et al. beschrijven (staat ook in onze methode), door het punt te nemen waarop mensen switchen van immediate reward naar future reward. In 2 gevallen in de veldstudie en 4 gevallen in de labstudie hebben de deelnemers zelfs niet gekozen voor de 170 euro in 90 dagen, wat betekent dat hun indifference point in ieder geval ligt bij de 180 euro in 90 dagen (wat namelijk de volgende vraag zou zijn geweest). Daarom is de indifference point op 180 gezet voor deze deelnemers, terwijl dit uiteindelijk zelfs nog hoger zou kunnen liggen en het effect dat we vonden nog sterker zou hebben aangetoond. Aan het einde van het experiment kregen alle deelnemers een deel van een door hun gekozen optie in de temporal discounting game (willekeurig gekozen) uitbetaald.
Pepijn van Erp says
Dank voor je reactie (en ook op mijn persoonlijke blog). Die referentie die je geeft staat ook in het artikel en kan hier gevonden worden: pdf. Daarin staat inderdaad deze versie van de temporal discounting game. Daar wordt er niet echt gekeken naar de waarden, maar naar de rangorde.
Blijft dan in mijn ogen raar om er met gemiddelden en statistische test naar te kijken alsof het de uitkomst is van een steekproef en niet van een spel.
(NB die ‘risk items’ slaat op een ander experiment)
Mark van vugt says
Ik hoop maar dat de auteur van deze blog zich realiseert welke schade hij toebrengt aan de beweging onder wetenschappers omdatasets van wetenschappelijk onderzoek openbaar beschikbaar te stellen.
Laurens says
Ik heb het artikel van Pepijn van Erp nog maar eens doorgelezen en zie daarin vooral genuanceerd commentaar op de wijze waarop met de data is omgegaan. Is dat niet precies waar Open Access voor bedoeld was? Welke ‘schade’ wordt hier dan toegebracht?
Zie over Open Access trouwens ook dit nieuwsbericht van vandaag:
http://nos.nl/artikel/575667-alle-publicaties-wetenschap-gratis.html
Mark van vugt says
Het zou de auteur sieren wanneer de hij zijn reactie dat er “slordige fouten” bij dit onderzoek zijn gemaakt zou intrekken. Mocht de schrijver dat niet van plan zijn dan hoop ik dat de website redactie wel het belang inziet van een faire, zorgvuldige, en onbevoordeelde behandeling van wetenschappelijk onderzoek. Scepis ja, vooroordeel nee
Hartelijke groet,
Mark van Vugt
Pepijn van Erp says
Mij lijkt het toch duidelijk waar ik met de slordigheden op doel en dat heb ik in een eerdere reactie nogmaals aangegeven: die 180 euro is meegeteld op dezelfde manier als die waarden die uit een echte keuze van de deelnemers afkomstig zijn. Dat lijkt mij slordig. Mijn ‘codeerfout?’ slaat op een onzorgvuldige manier opnemen in de data, beter was er iets als ‘nvt’ of ‘>170’ of zo neer te zetten, op die manier voorkom je dat je later in de data-analyse vergeet dat het geen gewoon getal is.
Ragnar764 says
Met wat Martin Bier schrijft, op welke manier deze keuze wordt bepaald hangt ten nauwste samen met de financiële situatie waarin men verkeert.
Dus je kunt hierbij zoveel x-variabelen in het geding brengen, uiteindelijk is iedere persoonlijke situatie weer verschillend, we laten de mensen die hun sigaar met een briefje van vijftig aansteken nu maar even buiten beschouwing, evenals als Renate kwalificeer ik dit ook als een flutonderzoek, valt er nu trouwens helemaal niets anders om te onderzoeken.
Pepijn van Erp says
Er is door de eerste auteur van de studie, Arianne van der Wal, een eLetter geschreven op het oorspronkelijke stuk, waarin uitgelegd wordt waarom ze die 180 euro hebben gekozen als ‘indifference point’ voor de personen die hardnekkig aan de ‘100 euro nu direct’ bleven vasthouden: http://rspb.royalsocietypublishing.org/content/280/1773/20132295.full/reply#royprsb_el_7168
Die eLetter gaat helaas niet in op mijn kritiek dat de berekeningen zo eigenlijk nergens op slaan, omdat die 180 echt een ander soort getal is dan de uitkomstwaarden die wel daadwerkelijk gekozen werden in het experiment. Ook niet op de andere bedenkingen overigens, dat die slimmerds het ‘spelletje’ vermoedelijk doorhadden.