Decennia lang was de homeopathie de meest populaire vorm van kwakzalverij in ons land. Zij profiteerde zeer van het pro-alternatieve klimaat dat in de jaren 70 van de vorige eeuw ontstond en had het voordeel dat zij vanaf het begin af aan ook door artsen werd toegepast, terwijl er ook al lang beroepsverenigingen, een patiëntenvereniging en homeopathische firma’s bestonden. Het aantal homeopathisch artsen nam tussen 1977 en 1993 toe van 50 naar 520. Sindsdien zakte overigens het aantal weer tamelijk snel.
De omzet in homeopathica steeg tussen 1985 en 1993 ongeveer met 300 procent om daarna te stagneren. Volgens een conservatieve schatting (van Nehoma) bedroeg de omzet van de middelen, inclusief de fytotherapeutica, in 1994 97 miljoen euro (consumentenprijzen) en volgens een andere schatting (Neprofarm) 174 miljoen.
In de jaren zeventig en tachtig verspreidde de homeopathie zich ook in de diergeneeskunde en de tandheelkunde. Het privaatdocentschap homeopathie aan de VU bleef, ondanks affaires, onbedreigd. De overheid en publieke opinie beschouwden de homeopathie nauwelijks meer als alternatief en de middelen werden tot 1993 volledig vergoed door het ziekenfonds. Overheidsdienaren hielden feestredes bij de uitbreidingen van de homeopathische fabrieken. De KNMP (met zijn folder Apotheek Info in 1990) en overheidsvoorlichting via Postbus 51 verspreidden wervende publiciteit over de homeopathie en het KNMG-blad Medisch Contact accepteerde advertenties voor homeopathica en personeelsadvertenties waarin homeopathische artsen voorrang werd beloofd.
Universitaire onderzoekers onder leiding van Knipschild uit Maastricht gaven in 1991 met een artikel in het British Medical Journal de homeopathie het voordeel van de twijfel. Deze publicatie zou jarenlang tot de canon van de homeopathie behoren. Vooraanstaande homeopaten ontvingen Koninklijke onderscheidingen.
Na 1993 begon de teruggang van de homeopathie: artsen keerden zich er vanaf, op de zelfzorgmarkt gingen de voedingssupplementen overheersen en wetenschappelijk bewijs voor de werkzaamheid bleef uit. De consumentengids van juli 1994 publiceerde een vergelijkend onderzoek naar zeven homeopathische medische zelfhelpboeken. De recensie werd geschreven door een homeopathisch arts! In 1996 liet de consumentenbond zich tegen betaling strikken door VWS om deel te nemen in het project ‘Ondersteuning Kwaliteitsbeleid Alternatieve Beroepsorganisaties’. Dolkomisch waren de rapportcijfers die ernstige kwakzalverijen als de ASR-therapie uit Hengelo (de zgn. bordeeltherapie) in het kader van dat project ontvingen.
Vanaf 1999 ging het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) homeopathica registreren: sommige preparaten konden daarna met een toegestane indicatie worden verkocht. Het CBG nam in verband met deze omstreden taak homeopathische artsen in dienst. In 2002 werd het privaatdocentschap homeopathie aan de VU vrijwel volledig ontmanteld en trad minister Brinkhorst van LNV streng op tegen een dierenarts die beweerde iets homeopathisch tegen mond- en klauwzeer te kunnen doen. Intussen bezocht in dat jaar nog altijd 2,4 procent van de bevolking een homeopaat: 370.000 mensen per jaar.
Enkele jaren geleden verbood VWS homeopathische aanbieders nog indicaties te noemen, waarvoor niet op normale farmacologische wijze bewijs van werkzaamheid was geleverd. Hoewel er bij het CBG nog altijd een zestal medewerkers is ingehuurd voor de homeopathische waterhandel en er nog zo’n 3900 middelen in de handel zijn, ondanks deze relicten is de vaderlandse homeopathie geleidelijk een volledige instorting nabij. En zo hoort het ook in een beschaafd land.
In dat licht kwam de démarche van consumentenbond-directeur Bart Combée, die bij VWS aandrong op wederinvoering van de leugenachtige bijsluiterteksten, als wel zeer unzeitgemäss en was zij op geen enkele manier te rijmen met zijn ferme uitspraken van dat de werkzaamheid van homeopathie niet bewezen is. Veel leden misten echter die zo praktische voorlichting. Kan waar zijn, maar het bijgelovige deel van zijn 500.000 leden tellende bond op deze wijze naar de mond praten, dat getuigt van diepe minachting voor die dommige mensen, die hij nu juist zou moeten beschermen tegen valse claims en misleiding. Zoals een echte consumentenbond betaamt. In een reactie op zijn verkiezing stelde Combée, dat als de jury zich nergens meer druk over had te maken dan over zijn actie, dat dan de missie van de Vereniging tegen de Kwakzalverij geslaagd was en dat opheffing moest worden overwogen. Leuk gevonden, maar de consumentenbond zou beter eerst de eer aan zich zelf kunnen houden als zij leugens over maar liefst 3900 producten voor lief neemt.
FVerweven says
Het is destijds helemaal langs me heengegaan dat de overheid toen actief homeopathie stimuleerde. Wat moet dat een frustrerende tijd van tandenknarsen zijn geweest voor de VtdK.
Is er iets aan te wijzen rond 1993 dat de omslag in denken over homeopathie veroorzaakte?
De homeopathie mag dan vanaf die tijd sterk in populariteit zijn gedaald, talloze vormen van kwakzalverij zijn juist gegroeid of er bij gekomen, en pas de laatste 10 jaar is het totale alternatieve gebruik niet meer toegenomen volgens het CBS.
Het zou wel zo aardig zijn als Renckens wat meer links in de tekst invoegde en/of wat bronnen vermeldt. Hij geeft immers zeer interessante feiten en cijfers en die bronnen zou ik wel eens willen raadplegen, ook handig bij toekomstige discussies.
renckens says
Je vindt alle feiten tot 2014 in mijn gratis te downloaden proefschrift:
http://dare.uva.nl/record/203070
FVerweven says
Dank! Ik ben nu op blz 55.
renckens says
Ik bedoel 2004. Daarna op http://www.kwakzalverij.nl en in het NTTdK.
BenZeeland says
Misschien verdienen ook de apothekers, als academisch geschoolden, een plaatsje in het overzicht. Hun ruime en prominent uitgestalde handel in alternatieve producten past niet bij een integere beroepsopvatting.
Hans1263 says
Als ik me niet vergis, is vele jaren geleden een weigerachtige apotheker via een beslissing van een rechter gelast homeopathica af te leveren. In zoverre hebt u gelijk dat je dan als apotheker altijd nog zou kunnen eisen dat de patiënt daarvoor een recept van een arts overlegt.
Ik zou dat wel een komisch idee vinden: “Sorry mevrouw, Natrium muriaticum D30 wilt u, tuttuttut, even in de computer kijken, (hoofdschuddend) tjongetjonge, een zodanig sterk gepotentieerd geneesmiddel lever ik in mijn apotheek alleen af op recept. Helaas mevrouw, gaat u alstublieft eerst naar uw arts…” “Maar bij de drogisterij om de hoek kan ik het zo kopen!” “Mevrouw, ik vind dat écht onverantwoord…!” Enzovoort.
Zolang er zoveel homeopathica legaal in de handel zijn en die zelfs door de overheid als geneesmiddel worden gezien (NB gereguleerd in de Geneesmiddelenwet, een blunder van de eerste orde) is het kennelijk lastig de rug recht te houden.
Jan Willem Nienhuys says
Ik vind ‘voordeel van de twijfel’ voor de publicatie van Kleijnen (en Knipschild en Ter Riet) wel wat overdreven. Het enige wat ze eigenlijk opmerkten was dat het onderzoek gemiddeld verrassend goed was. Hun vergelijkingsmateriaal was een soortgelijk onderzoek over acupunctuur. Maar in hun waarderingssysteem zat ook dubbelblindering, en dat kan bij acupunctuur nauwelijks, en bij homeopathie is het juist doodeenvoudig.
KKR zeiden ook duidelijk dat volgens hen de verklaring publication bias was.
Iets preciezer: als voor een bepaald regulier middel bij een bepaalde aandoening zoveel positiefs werd gevonden, dan zou men niet aarzelen om het middel voor die aandoeing bewezen te verklaren. Maar dat kan niet bij homeopathie. (Dat je die methode van hen niet kunt toepassen op een ongelooflijk allegaartje aan behandelwijzen tegen van alles en nog wat, zeiden ze er niet bij.) Maar dat er een verklaring moest zijn die niks te maken had met de werkzaamheid, stelden ze heel duidelijk.
Dat wordt in homeopathische propaganda altijd weggemoffeld. Daarmee maken de homeo’s duidelijk waar de ware verklaring gezocht moet worden: systematisch liegen en frauderen waar je maar kunt.
Dat kan al in het onderzoek door een veelheid van resultaten zo te selecteren of voor te stellen dat het wat lijkt. De propagandisten gaan dan een stapje verder en selecteren uit een publicatie het ene zinnetje dat ze aanstaat.
Hetzelfde gebeurde toen Vandenbroucke het over epidemiologisch onderzoek had. Die zei ongeveer hetzelfde als KKR, en diens woorden worden ook systematisch verdraaid door de homeopaten.
Hetzelfde gebeurde met de meta-analyse van Linde et al. Die vond dat er een “overall effect was” dat niet puur het placebo-effect kon zijn (want alle onderzoeken waren
placebo-gecontroleerd). (Mijn suggestie: dat overall effect komt door systematisch liegen). Maar Linde zei ook dat er voor geen enkele afzonderlijke aandoening behoorlijk bewijs was. Dat heeft een van de top-homeopaten in Nederland domweg fout vertaald met ‘niet voor elke aandoening is er bewijs’).
Lang niet alle leugens zijn makkelijk aan te wijzen. Zo had Brigo een fantastisch resultaat met klassieke homeopathie tegen migraine, en er was maar 1 ding dat een beetje raar was: Bij deze aandoeing is het bekend dat het placebo-effect aanzienlijk is, maar dat was er juist helemaal niet bij Brigo’s placebo-groep.
Toen het onderzoek werd overgedaan door Walach et al., met rigoureuze blindering (door een notaris) was het effect opeens weg. Rara.
Frans van den Hurk says
Als de consumentenbond zich druk gaat maken over zaken als bijsluiters bij homeopatische middelen is de missie van deze bond blijkbaar geslaagd en kan opheffing worden overwogen.