De eerste set lezingen op het laatste Skepsis-congres van 22 oktober werd verzorgd door Massimo Pigliucci en Maarten Boudry. Voor iedereen die er niet bij was nu de video:
Hieronder de presentaties van Pigliucci en Boudry:
De eerste set lezingen op het laatste Skepsis-congres van 22 oktober werd verzorgd door Massimo Pigliucci en Maarten Boudry. Voor iedereen die er niet bij was nu de video:
Hieronder de presentaties van Pigliucci en Boudry:
De Franse neurowetenschapper Arnaud Delorme deed een onderzoek naar de mogelijkheid om aan iemands foto te kunnen zien of die persoon nog leeft of reeds is overleden. Zijn resultaten publiceerde hij in april dit jaar in het open access journal Frontiers in Human Neuroscience. Het onderzoek wees uit dat de deelnemers het iets beter deden dan je zou verwachten als de keuzes louter toevallig zouden zijn (53,8 procent). Het artikel is nu echter ingetrokken.
Delorme is als neurowetenschapper verbonden aan een aantal universiteiten in Frankrijk en de Verenigde Staten, maar klust blijkbaar ook bij als parapsychologisch onderzoeker aan het Institute of Noetic Sciences. Dean Radin, de laatste genoemde auteur van het artikel (‘Prediction of Mortality Based on Facial Characteristics‘), is een bekende parapsycholoog, die nogal stevig bekritiseerd is door skeptici als Chris French en Ray Hyman.
In het onderzoek werden twaalf mediums op de proef gesteld. Ze kregen ruim 400 portretfoto’s voorgeschoteld afkomstig van jaarboeken van verschillende periodes, maar ook recentere foto’s van voornamelijk politici en zakenmensen uit een andere staat (niet Californië, waar de mediums vandaan kwamen).
Participants were asked to press a button if they thought the person in a photo was living or deceased. Overall mean accuracy on this task was 53.8%, where 50% was expected by chance (p < 0.004, two-tail). Statistically significant accuracy was independently obtained in 5 of the 12 participants.
Op zich lijkt dit onderzoek helemaal niet zo slecht opgezet, maar in het oog springt dat er helemaal geen controlegroep was. Je weet dus helemaal niet of die 53,8 procent nu echt bijzonder is. De verwachte 50 procent is gebaseerd op het gegeven dat de deelnemers evenveel foto’s van nog levenden als overledenen te zien kregen. De onderzoekers hebben wel hun best gedaan om er voor te zorgen dat die verzamelingen met foto’s van levenden en overledenen niet van elkaar afwijken op allerlei visuele kenmerken, maar een vrij voor hand liggende laatste controle met proefpersonen die zichzelf niet als helderziend beschouwen, hebben ze nagelaten. Wellicht zijn er daarom toch subtiele verschillen tussen de personen op de foto’s die zouden kunnen duiden op een verschil in gezondheid dat je misschien onbewust zou kunnen oppikken. Ook het gegeven dat vooral bij de recentere foto’s ‘positieve’ resultaten werden geboekt, geeft te denken.
Wat de editors van Frontiers in Human Neuroscience nu precies heeft bewogen om het artikel in te trekken is niet zo duidelijk. Ze geven alleen de volgende verklaring:
Following publication, concerns were raised regarding the scientific validity of the article. The Chief Editors subsequently concluded that aspects of the paper’s findings and assertions were not sufficiently matched by the level of verifiable evidence presented.
De auteurs zijn het helemaal niet eens met de intrekking. Delorme laat in een reactie op Retraction Watch ook weten het ontbreken van de controlegroep helemaal niet relevant is, omdat ze alleen onderzochten of een groep ‘beter’ zou kunnen scoren dan een verwachte 50 procent – niet of ze beter zouden scoren dan een controlegroep. Op zich staat dat ook in het artikel en in de Discussion wordt ook wel enige voorzichtigheid betracht bij het duiden van het resultaat:
… an adequate explanation may rest upon subtle clues that might have been unconsciously exploited. Of interest in this regard is that post-session interviews with the participants indicated that they sometimes “felt” a difference between images of deceased vs. living individuals, which was consistent with their claims. However, overall their accuracy levels were only modestly above chance, so that feeling was apparently not as accurate as they may have thought. Regarding alleged claims of clairvoyance by the tested subjects, our data does not allow for a rigorous test of that hypothesis, but it is certainly compatible with it. Our data does warrant further investigation of that hypothesis.
Maar die laatste zinnen maken stiekem toch duidelijk dat de onderzoekers wel wat zien in die hypothese en bereid zijn om de misschien niet eens significante resultaten van dit onderzoek op te rekken tot een ondersteuning daarvan.
Dat het helemaal niet makkelijk is om een goede set foto’s voor een dergelijk onderzoek samen te stellen, weten ze bij de werkgroep Utrecht van Skepsis ook. Iemand had zich gemeld bij Skepsis omdat hij zijn gave wel eens op de proef gesteld wilde zien. Hij zou op basis van een foto met een pendel kunnen vaststellen of de persoon of de foto overleden is of nog leeft. De proef wees uit dat het wel meeviel met die gave.
Lees verder bij:
In het HBO programma Last Week Tonight besteedde John Oliver ruim een half uur aan het fenomeen Multilevel Marketing, wat in de meeste gevallen erg veel weg heeft van een piramidespel. Bekendste voorbeeld is Herbalife, verkoper van een hele rage aan voedingsproducten, soms met erg dubieuze gezondheidsclaims. Eerder dit jaar kreeg het bedrijf een tik op de vingers van de Federal Trade Commission.
In België moest Herbalife na een lange juridische strijd haar praktijken staken. In Nederland sponsort het bedrijf een aantal sportteams. Zo loopt er een contract tot in ieder geval eind 2016 met PSV en met Ajax tot halverwege 2017. Maar ook de zwembond en diverse individuele sporters laten zich voor het karretje spannen van dit bedrijf met verkooptechnieken die desastreuze gevolgen kunnen hebben voor verkopers die een beetje onderin de piramide blijven hangen. En dat is natuurlijk het overgrote merendeel van alle verkopers in zo’n pyramideconstructie.
Op de website van Skepsis zijn een aantal artikelen te vinden over producten die via Multilevel Marketing aan de man werden gebracht. Een voorbeeld is de firma Nikken, maar die is sinds 2015 niet meer actief in Nederland.
Dit interessante stuk in de Columbia Journalism Review geeft een inkijkje in de merkwaardige wereld van de journalistiek in Japan. Het artikel beschrijft de mislukking van de onderzoeksjournalistiek bij een belangrijke nationale krant, de Asahi Shimbun. Aanvankelijk lijkt de onderzoeksjournalistiek van de krant een groot succes: Asahi Shimbun heeft indrukwekkende ‘scoops’ (onder andere over Fukushima) en krijgt hiervoor de ene na de andere prijs. Maar de krant stelt de Japanse cultuur van kameraadschappelijke omgang tussen de overheid en de vrije pers te zwaar op de proef. De onderzoeksjournalisten van Asahi Shimbun mogen dan wel prijzen in ontvangst nemen, het management en de andere reporters van de krant krijgen te maken met forse tegenwerking – en dat stellen ze niet op prijs. De onderzoeksjournalistiek werd ten grave gedragen. Een onderzoekscommissie die de krant had ingesteld concludeert dat de onderzoeksjournalisten te fanatiek waren geweest bij het volgen van autoriteiten. De commissie vindt dat de journalisten zich schuldig hadden gemaakt aan ‘an excessive sense of mission that they ‘must monitor authority.’
Internetmemes hebben de manier waarop we online communiceren radicaal veranderd, vooral op social media. Meestal bestaan ze uit een foto of cartoon met een bepaalde tekst erbij om een punt te maken. Zoals het bekende gezegde luidt, één plaatje zegt meer dan duizend woorden, en kan daardoor veel effectiever zijn in het overbrengen van een boodschap dan een heel weloverwogen, goed onderbouwd essay (vooral als Twitter posts beperkt tot 140 tekens).
Memes kunnen op zeer geestige wijze iets raars over de wereld uitleggen in de vorm van een simpele grap, die mensen hun kijk op de maatschappij kan doen heroverwegen. Maar, hoewel ze vaak een kern van waarheid bezitten, zijn ze meestal onnauwkeurig in detail en soms extreem misleidend of gewoon onjuist.
Eén type memes dat zeer gangbaar is, is citaten van beroemde wetenschappers, filosofen, politici etc. met hun foto ernaast. Het kan een diepzinnige uitspraak over een bepaald aspect van het heelal of de menselijke natuur bevatten, of eigenlijk pseudo-diepzinnige bullshit van het type dat van je Deepak Chopra zou kunnen horen en je niets over de realiteit vertelt.
Duidelijk geërgerd door de valse Aurelius-meme, maakte iemand deze anti-meme.
Een ander veelvoorkomend type is fictieve quotes, die worden toegeschreven aan mensen waarvan bij naspeuring niet kan worden bevestigd dat ze het ooit hebben gezegd of geschreven en het waarschijnlijk niet zouden hebben gesteund. Een berucht voorbeeld is Marcus Aurelius, die vals geciteerd wordt alsof hij twijfelde aan het bestaan van goden, hoewel niets van zijn overgeleverde geschriften op dergelijk religieus skepticisme wijst. Dit citaat is over het internet verspreid in veel verschillende vormen, vooral door atheïsten, agnosten en humanisten die waarschijnlijk houden van het feit dat een zeker antiek persoon het met hen eens lijkt te zijn. In één van zijn ergste verschijningen wordt de meme zelfs vergezeld van een afbeelding van Caracalla in plaats van Aurelius zelf. Dit is gewoon pseudogeschiedenis die we moeten tegengaan, zelfs als je het sentiment leuk vindt.
Een laatste categorie slechte bad memes bestaat uit verkeerd toegeschreven uitspraken. Iemand heeft het inderdaad gezegd – hoewel mogelijk niet letterlijk – maar die persoon was niet zo bekend, mensen onthouden verkeerd wie het heeft gezegd (of het kan ze niet schelen) en schrijven het toe aan een beroemder iemand. Op Facebook zul je met gemak honderden teksten vinden die zogenaamd zijn geuit door door Albert Einstein, Stephen Hawking of Carl Sagan – figuren waarmee rationalisten zich graag identificeren. Een quote die tergend vaak verkeerd wordt toegeschreven aan Hawking is ‘The greatest enemy of knowledge is not ignorance, it is the illusion of knowledge’. Iedereen die vol passie pseudowetenschap bevecht is er vatbaar voor om het eens te zijn met zo’n statement, en als Hawking ‘t heeft gezegd, dan moet het wel geweldig zijn. Dus ze klikken op ‘Delen’ of ‘Retweet’ en wachten af om likes te oogsten, zonder eerst de bron te checken.
De echte auteur was Daniel J. Boorstin. Wie? Ja, van hem heb je vast nog nooit gehoord. Maar dat is geen excuus om lichtgelovig te zijn; give credit where it is due. Het is nogal ironisch wanneer dit citaat, dat waarschuwt tegen de ‘illusie van kennis’, zomaar gedeeld wordt zonder enige factcheck, vooral als skeptici het doen – wij, die toch het goede voorbeeld zouden moeten geven.
Als tip kan ik zeggen dat WikiQuote en GoodReads meestal betrouwbare websites zijn om de authenticiteit van een uitspraak te verifiëren, maar er zijn ook vele andere, en deze twee kunnen het ook fout hebben – iets wat je zelf zult moeten uitvissen. Dus, als je dat eenmaal gedaan hebt, wat is dan de volgende stap? Je zou een anti-meme kunnen maken zoals de debunker van de Aurelius-meme hierboven deed, met rode markeringen en hoofdletters, maar dat kan nog wel eens negatief en zelfs agressief overkomen. Beter kun je misschien degene die een foute meme heeft gepost beantwoorden door gewoon zelf een gecorrigeerde versie van die meme te maken, een counter-meme, en die overal verspreiden. Als je succesvol bent, kan de poster een rectificatie of retractie plaatsen en misschien deze keer zelfs jouw meme posten als alternatief.
De beste manier om dit af te sluiten is misschien wel de beste skeptische quote-meme van allemaal, expres verkeerd toegeschreven aan iemand die allang was overleden voordat het internet werd uitgevonden. Deze en vergelijkbare versies zijn een uitstekende reactie om mensen opnieuw te laten overdenken of de meme eigenlijk wel waar is. Maar zelfs als een beroemd persoon het echt heeft gezegd, kan de tekst inhoudelijk nog steeds fout zijn; we dienen ook uit te kijken voor een beroep op een misleidende autoriteit.