• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Hans van Maanen

Ingetrokken artikelen van Diederik Stapel worden ook in 2019 nog steeds geciteerd

4 July 2019 by Hans van Maanen 10 Comments

Ingetrokken artikelen van Diederik Stapel worden ook in 2019 nog steeds geciteerd 1
Stapel bij VPRO Boeken (2014)

Je zou verwachten dat iedere psycholoog, misschien wel iedere wetenschapper, op de hoogte is van de lotgevallen van Diederik Stapel, en zijn frauduleuze bevindingen niet meer argeloos citeert. Was het maar waar: nog steeds — zeven jaar na de affaire — worden Stapels artikelen aangehaald.

Dit blijkt uit een binnenkort te publiceren onderzoek van Luis Morís Fernández en Miguel Vadillo van de Universidad Autónoma de Madrid, ‘Retracted papers die hard’. ‘Weinig gevallen van wetenschappelijk wangedrag en datavervalsing hebben de aandacht ontvangen die Stapel heeft gekregen, maar het weerhoudt geleerden er niet van zijn teruggetrokken artikelen te citeren,’ aldus de auteurs.

Sinds het bedrog van Stapel in 2011 aan het licht kwam, zijn 58 van zijn artikelen ingetrokken; volgens de site Retraction Watch staat Stapel daarmee overigens vierde op de lijst auteurs met de meeste retracties. De omvang van zijn fraude deed een schok door de psychologie en andere takken van wetenschap gaan, en leidde mede tot een algemene herbezinning op het wetenschappelijk proces.

Fernández en Vadillo namen 20 veelgeciteerde artikelen van Stapel, en bekeken of die minstens een jaar na retractie nog steeds werden geciteerd — positief, dus zonder kanttekening, negatief, dus met de retractie genoemd, of neutraal, waarbij het alleen om bijvoorbeeld de methodologie van een artikel ging. De tijdschriften waarin de citaten voorkwamen, werden gescoord naar belang en naar vakgebied.

Ingetrokken artikelen van Diederik Stapel worden ook in 2019 nog steeds geciteerd 2
In 2015 bekeek de Volkskrant ook al eens hoe het stond met het citeren van de ingetrokken artikelen.

De 20 artikelen werden in totaal 102 keren geciteerd terwijl ze toen al minstens een jaar waren teruggetrokken. Daarvan waren er 80 citaties positief, 9 neutraal en 13 negatief. Van de 80 positieve citaties stonden er 21 in de belangrijke psychologische bladen zoals Frontiers in Psychology en Cognition and Emotion, en 41 in andere grote tijdschriften. In 2018 werden artikelen van Stapel nog 7 keer geciteerd waarvan 6 keer instemmend, in 2019 tot dusver 4 keer waarvan 3 instemmend. Dat zullen er dus nog wel wat meer worden, verwachten de auteurs.

Het aantal citaties van de artikelen van Stapel daalde overigens wel al voordat ze formeel werden ingetrokken, waarschijnlijk door de grote media-aandacht.

Met de huidige technologie, menen de auteurs, zou het voor tijdschriftredacties betrekkelijk eenvoudig zijn om verwijzingen naar een teruggetrokken artikel uit de literatuurlijst te vissen. Daar bestaat zelfs al een computerprogramma voor, net zoals er een programma is dat waarschuwt voor foutieve statistische resultaten. ‘De tijd dat bibliothecarissen met een groot stempel retracties moesten aangeven op de pagina’s van gedrukte tijdschriften is allang voorbij,’ besluiten zij. ‘Met de komst van nieuwe technologieën, elektronische tijdschriftene, digitale registers en enorme databanken moet dit probleem tot het verleden gaan behoren.’

Filed Under: Wetenschap Tagged With: citaties, diederik stapel, retraction watch

De mannengriep blijft aanstelleritis

9 January 2018 by Hans van Maanen 16 Comments

Blinde geestdrift maak zich van journalisten meester als een wetenschapper weer eens een maatschappelijk verschijnsel biologisch heeft verklaard. Ook al zit het onderzoek zo vol gaten dat je er dwars doorheen kunt kijken.

De mannengriep blijft aanstelleritis 3Vreemd, heel vreemd. Op 25 juni 2016 schreef wetenschapsredacteur Maarten Keulemans nog in een trotse terugblik dat de Volkskrant met de nieuwe rubriek ‘Klopt dit wel’ in een jaar tijd al heel wat onzin had ontmaskerd — waaronder uiteraard ‘De mannengriep bestaat tóch’ — anderhalf jaar later, op 12 december 2017, pakt hij zelf uit met: ‘Man met ‘aanstelleritis’ is écht zieker dan een vrouw’. Naar die eerdere ‘factcheck‘ verwijst hij daarbij niet, laat staan naar zijn branie dat de wetenschapsredactie van de Volkskrant ‘ook het snelle hapslikwegnieuws controleert’ en ‘opvallend weinig’ mis schiet.

Misschien was hij geheel vergeten dat de ‘mannengriep’ al tientallen jaren in het snelle hapslikwegnieuws figureert, misschien vond hij dat het zo pal voor de feestdagen niet zo nauw luisterde, of misschien was er werkelijk baanbrekend onderzoek dat al het eerdere in de schaduw stelt en overtuigend aantoont dat mannen, overige omstandigheden gelijkblijvend, zieker zijn van hetzelfde virus dan vrouwen?

In ieder geval lijkt Keulemans het nieuwe onderzoek serieus genoeg te nemen om er een stevige driekolommer van te maken. Hij begint:

Dames: als de man weer eens kermend van ellende op de bank ligt met wat gewoon een koutje lijkt — het is geen aanstelleritis. Er zijn serieuze aanwijzingen dat mannen zich écht ellendiger voelen als ze worden getroffen door een verkoudheid of een griepje.
Is de man ziek, dan is hij zó zielig. Voor vrouwen is het zo herkenbaar dat de aanstelleritis van de man zelfs een naam heeft, de ‘mannengriep’. Maar inmiddels is er aardig wat wetenschap die de man gelijk geeft, noteert de Canadese huisartsgeneeskundige Kyle Sue in de jaarlijkse, luchtige kerstspecial van artsenblad The British Medical Journal (BMJ).

De mannengriep blijft aanstelleritis 4Het artikel staat kennelijk in een luchtige kerstspecial, maar moeten we het onderzoek dan ernstig nemen of niet? Je moet het maar net weten: het kerstnummer van de BMJ biedt ruimte aan auteurs die een origineel onderwerp lichtvoetig maar wel wetenschappelijk benaderen. Een greep uit het aanbod van dit jaar: het formaat van wijnglazen van 1700 tot 2017, de behandeling van het managementtaalsyndroom, een longitudinaal onderzoek naar de vraag of hoogmoed inderdaad voor de val komt, en het verband tussen volle maan en het aantal motorongelukken. Uit dit overvloedige en inderdaad niet ongeestige kerstbuffet koos Keulemans dus ‘The science of ‘man flu‘,’ door Kyle Sue. Het maakt het alleen maar vreemder.

Abominabel

Sue was op het onderwerp gekomen ‘omdat hij het beu was beschuldigd te worden van overdrijving’, waarschijnlijk toen hij weer eens kermend van ellende te bed lag. Hij besloot de wetenschappelijke literatuur door te vlooien om te zien of mannen werkelijk ernstiger symptomen ervaren en of dit een evolutionaire grond zou kunnen hebben.

Om maar meteen de kaarten op tafel te leggen: die zoektocht is abominabel uitgevoerd, zonder enige systematiek en zonder enige verantwoording. Het ziet ernaar uit dat hij inderdaad niet verder heeft gedacht dan ‘Kom, ik ga eens wat lezen en wat onderzoeken verzamelen’, en daarna de citaten die hem van pas kwamen op een rij heeft gezet. De BMJ stelt uitdrukkelijk dat voor het kerstnummer dezelfde hoge eisen worden gesteld aan methodologische strengheid, transparantie en leesbaarheid als in gewone afleveringen, met dezelfde competitieve selectie en peer-review. Van baanbrekend onderzoek dat al het eerdere in de schaduw stelt, is bij Sue in ieder geval geen sprake. Het is een boeketje onjuiste, verdraaide en halfbegrepen citaten en anekdotes — precies het hapslikwegnieuws waarop de Volkskrant zo alert zou zijn. Ook de goede BMJ slaapt wel eens.

Sue begint met omstandige verwijzingen naar onderzoek in dieren en reageerbuizen dat moet aantonen dat vrouwen over het algemeen een krachtiger afweersysteem hebben dan mannen en dat dit wordt veroorzaakt door geslachtshormonen — oestradiol versterkt de afweer, testosteron verzwakt het. Dat is volstrekt overbodig: er is geen enkele deskundige die dit, desnoods met een zuinig kanttekeningetje, zal bestrijden. Vrouwen zijn, zoals dat heet, ‘immuungeprivilegieerd’.

Keulemans vindt het echter wel de moeite van het vermelden waard en kiest als voorbeeld:

Zo blijkt uit laboratoriumonderzoek dat mannelijke cellen die zijn besmet met het griepvirus daarvan beter herstellen als je ze besprenkelt met vrouwelijke oestrogenen.

Vreemd genoeg is dit precies het onderzoek waarover factchecker Ronald Veldhuizen op 8 februari 2016 de ‘Klopt dit wel’ schreef die Keulemans luttele maanden later als lichtend voorbeeld voor de Volkskrant aanhaalde. Wat heeft factchecken voor zin als zelfs je eigen krant zich er niets van aantrekt?

De mannengriep blijft aanstelleritis 5
Griepvirus van 1918 (beeld: CDC)

Mannen en vrouwen

Ook onderzoek bij mensen wijst op verschillende respons bij mannen en vrouwen op influenza, vervolgt Sue: ‘Zelfs de Wereldgezondheidsorganisatie benadrukt dat het ‘geslacht in aanmerking zou moeten worden genomen bij het evalueren van blootstelling aan en gevolgen van influenza’.’ Het rapport van de WHO, Sex, gender and influenza, uit 2010, is buitengewoon lezenswaardig, maar net dat citaat is er niet in te vinden. Wel beschouwingen over de genoemde verschillen in afweer tussen mannen en vrouwen, over de verschillen in toegang tot de zorg en in kwaliteit van de zorg, de wisselende kans op blootstelling door beroep en het extra risico door zwangerschap.
Dan nog is het beeld volgens de WHO gemengd: bij het ene virus sterven meer vrouwen, bij het andere meer mannen en meer postmenopauzale vrouwen, en het kan bovendien van land tot land wisselen. Vandaar dat ‘zelfs’ de WHO het belangrijk vindt leeftijd en geslacht in de overwegingen te betrekken — heus niet vanwege de mannengriep.

Als Sue verwijst naar een studie uit Hongkong waarin volwassen mannen tijdens een griepepidemie een hoger risico op ziekenhuisopname hebben, verzwijgt hij dat de onderzoekers zelf het bewijs ‘beperkt’ vinden, bij sommige epidemieën juist vrouwen vaker werden opgenomen, en dat de verschillen klein zijn. Als hij verwijst naar Amerikaans onderzoek waarin mannen vaker aan influenza overlijden dan vrouwen, verzwijgt hij de verklaring van de onderzoekers dat dit waarschijnlijk te maken heeft met de neiging van het virus plaques in de bloedvaten te destabiliseren met een extra risico op een hartinfarct, het feit dat het een ingewikkelde modelberekening betreft, en de bevinding dat van de mannen tot vijftig jaar er 12 op de 100.000 per jaar overlijden aan zaken die met hun griep zou kunnen samenhangen, van de vrouwen 9 op de 100.000. Bij ouderen zijn de verschillen iets groter, maar evenmin erg relevant qua mannengriep. In heldere cijfers blinkt Sue toch al niet uit.

De mannengriep blijft aanstelleritis 6
Huisartsgeneeskundige Kyle Sue

Verdraaid

‘De geslachtsverschillen betreffen ook andere luchtweginfecties dan influenza,’ meldt Sue (terwijl hij het daarvoor al over het rhinovirus had). Hij verwijst naar Oostenrijks onderzoek waaruit zou blijken dat mannen gevoeliger zijn voor complicaties, maar dat Oostenrijks onderzoek gaat daar in het geheel niet over — de term valt niet eens. Vervolgens haalt hij Schots onderzoek aan over het opschorten van dagelijkse bezigheden bij 33 verschillende ziekteverschijnselen als hoofdpijn, slapeloosheid, moeheid, verkoudheid en griep onder verschillende leeftijdsgroepen. ‘De overeenkomsten tussen de seksen was treffend,’ aldus de auteurs, ‘bij slechts een enkel symptoom zeiden vrouwen significant vaker activiteiten op te schorten’. Sue maakt er een onderzoek naar uitsluitend lichte luchtweginfecties van en citeert alleen het tweede deel van de zin, waardoor die zich laat lezen alsof ‘vrouwen significant vaker zeiden activiteiten op te schorten bij slechts een enkel symptoom’ (women were significantly more likely to report cutting down activities in response to only one symptom).

Overdrijven

Zo gaat het voort. De fameuze Common Cold Unit in Salisbury in Engeland verzamelde tussen 1948 en 1989 schatten aan informatie over alle mogelijke aspecten van griep en verkoudheid. Ook hiertussen vindt Sue iets van zijn gading: een onderzoek van Sally Macintyre naar het verschil tussen mannen en vrouwen in de beleving van hun ziekte. In totaal 1700 mannen en vrouwen kregen tijdens een tiendaags verblijf in de Unit hetzij een virus hetzij een placebo, en vervolgens een experimentele behandeling of placebo. Een arts scoorde de ziekteverschijnselen tegelijk met de deelnemers. Volgens de waarnemer liep 41 procent van de vrouwen een verkoudheid op, tegen 36 procent van de mannen. Dat verschil kwam niet terug in de beleving van de deelnemers, vooral niet die van de mannen: ‘Mannen vinden significant vaker dan vrouwen hun symptomen erger dan de waarnemer,’ was de conclusie — het verschil was weer niet heel groot: 20 procent tegen 14 procent. Er waren amper verschillen in klinische verschijnselen als temperatuur, hoeveelheid snot, opgezette klieren, enzovoort.
Macintyre oppert drie verklaringen: mannen overdrijven hun ziektelast, de waarnemer vindt symptomen bij vrouwen erger, of een combinatie van beide. Zelf vindt ze dat die klinische meting toch meer wijst in de richting van de zeurende man — maar ze erkent dat strikt genomen ook de beleving van de patiënt als gouden standaard kan worden genomen, in plaats van de observaties en metingen van de waarnemer. In dat geval zou je kunnen zeggen, zo oppert ze, dat ‘klinische waarnemers ziekte en symptomen eerder aan vrouwen toeschrijven, en dat ze de symptomen van mannen onderschatten.’

En laat dat nu net de enige zin zijn die Sue citeert? Als je niet weet hoe het zit, zou je er zomaar intrappen. De meer voor de hand liggende lezing noemt Sue in het geheel niet.

Blote borsten

Als klap op de vuurpijl verwijst Sue naar een — hij geeft toe onwetenschappelijke — enquête onder 2131 lezers van een populair tijdschrift. Maarten Keulemans was er in de Volkskrant ook erg van onder de indruk:

Een peiling van The BMJ wees al eens uit dat mannen gemiddeld drie dagen moeten bijkomen van een zware verkoudheid, en vrouwen slechts anderhalf.

De mannengriep blijft aanstelleritis 7Waarschijnlijk keek Keulemans met anderhalf oog naar de referentie, want Sue verwijst daarin naar de BMJ van 25 november 2006. Maar in dat stukje, getiteld ‘Are reports of ‘man flu’ just Nuts?’, sabelt Petra Boynton die enquête juist woedend neer. De peiling werd niet uitgevoerd door de BMJ, maar door het mannenblad Nuts (‘Local girls strip off!’, ‘When breasts escape!’); een persbericht zorgde verder voor de media-aandacht. De redactie van Nuts wilde Boynton niet zeggen wat de vragen waren, maar vertelde wel dat de enquête onder de lezers was gepresenteerd als ‘the man flu survey’. Veel vrouwen zullen er onder de lezers niet gezeten hebben, en omdat het een internetenquête was, zullen vooral lezers met belang bij de kwestie de moeite hebben genomen te antwoorden.

Het persbericht van Nuts draafde nog wat vrolijk door: ‘Zegt het voort dat ons vrouwvolk zich meer moet inspannen om voor ons te zorgen wanneer we geveld zijn, zodat ook in de toekomst kasten kunnen worden getimmerd, auto’s kunnen worden onderhouden en voetbalstadions in het hele land goed kunnen worden bezocht.’ Die zin werd door de media destijds maar weggelaten, aldus Boynton, maar Kyle Sue citeert hem compleet, en voegt er nog aan toe dat ‘het slechts enkele van de vele manieren zijn waarop mannelijke virale luchtweginfecties de maatschappij kunnen beïnvloeden’.

Tot besluit komt Sue dan uiteraard met de evolutionaire voordelen van de ‘mannengriep’, maar het is wel mooi zo. Hoe het op de been blijven met een luchtweginfectie de voortplantingskansen van een volwassen vent verkleint, is moeilijk in te zien, en de verschillende speculaties die Sue ten beste geeft, zijn verhaaltjes zoals iedereen ze op een kerstachternamiddag kan verzinnen.

Echt verklaard

Maar er zit nog een ander aspect aan de kwestie. Waarom wil Sue bewijzen dat mannengriep ‘reëel’ is? En vooral: waarom zo? Met endocrinologische, immunologische en evolutionaire argumenten? In het ideale geval zou hij een onderzoek hebben opgezet om aan te tonen dat biologische factoren zwaarder wegen (‘meer variantie verklaren’) in de verschillen tussen mannen en vrouwen dan maatschappelijke. Maar hij komt slechts met dubieuze citaten uit de medische literatuur, waarbij zelfs een begin van een sociologische overweging of een psychologisch inzicht ontbreekt.

In een medisch tijdschrift is dat misschien nog niet eens zo verbazend. Maar Keulemans kiest — net als alle andere journalisten ter wereld — vast niet voor niets juist dit onderwerp uit het kerstbuffet van luchthartigheden. Door mee te gaan met de opvatting dat immunologische en evolutionaire inzichten groter gewicht hebben in de verklaring van menselijk gedrag dan historische of antropologische, werken journalisten keer op keer mee aan het negeren van de sociale wetenschappen en het versterken van een reductionistische wetenschapsopvatting. Het is pas écht verklaard en vermeldenswaard als iemand er biologische factoren bij heeft gehaald. En als er een gen voor is gevonden — godsdienst, misdaad, adhd, echtscheiding, homoseksualiteit — is de opwinding helemaal compleet. Ook al gaat het werkelijk nergens over.

Niemand zal een man zijn aparte ziektegedrag bij verkoudheden heel erg misgunnen, en er zijn tal van interessante alfa- en gamma-vragen over het verschijnsel mannengriep te formuleren — heeft het te maken met man-vrouwinteractie, vindt een man dat hij met griep eindelijk ook eens mag klagen, kunnen mannen slecht tegen plagen, biedt het vrouwen de gelegenheid hun superioriteitsgevoel te verwoorden, houdt het — ‘Dames opgelet’, kopte de website van de Volkskrant — de maatschappelijke verhoudingen in stand? Maar nee: een Canadese dokter produceert een flutstukje over biologische verklaringen van de mannengriep in de BMJ, en de Volkskrant is alle goede voornemens voor het hele jaar prompt vergeten.

Naschrift 24/1/2018
Zoals Maarten Keulemans in de reacties al beloofde, is hij er opnieuw ingedoken en nam ook contact op met Sue. Die moest wel toegeven dat hij het een en ander toch niet goed gezien had. BMJ doet de kwestie een beetje flauw af met de stelling dat het artikel van Sue als opiniestuk gezien moet worden en niet als wetenschapsartikel: ‘Best zware mannengriep’ verdampt onder experts toch weer tot aanstelleritis.

Filed Under: Gezondheid Tagged With: mannengriep, volkskrant

Lang leven door koffie. Hoeveel scheelt het dan?

12 July 2017 by Hans van Maanen 25 Comments

Lang leven door koffie. Hoeveel scheelt het dan? 8‘Jaja lieve mensen,’ twitterde wetenschapsjournalist Maarten Keulemans van de Volkskrant dinsdagochtend, ‘hebben wij zomaar ook eens een koffiegoedvooru’tje. Wel met goede nieuwsaanleiding, natuurlijk.’ Hij wil maar zeggen — laat al die andere kranten maar knoeien, als wij erover schrijven, deugt het wel. Ten bewijze had hij ook een plaatje gemaakt van het betreffende stuk in de krant, waarin direct de zin opviel: ‘Nieuw zijn de opgetogen berichten over koffie niet.’

Dat stuk was afkomstig van Keulemans’ collega Ellen de Visser, en dat de andere Volkskrant-journalisten het al even goed nieuws vonden, blijkt wel uit het feit dat het meteen op de voorpagina werd aangekondigd, pal naast Arnon Grunberg: ‘Gezondheidswinst koffie, drie koppen optimaal’. Journalisten schijnen nogal koffieleuten te zijn.

Journalisten wordt ook met de paplepel de regels voor een goed journalistiek bericht ingegoten, van oudsher samengevat als de ‘5 W’s en een H’: wat, waar, wanneer, wie, waarom en hoe. Als ten minste die vragen in het bericht zijn beantwoord, kan de lezer zich een redelijk beeld vormen van wat er is gebeurd. Maar de wetenschapsjournalistiek kent daarenboven ook nog haar eigen ‘5 W’s en een H’. Daarvan is veruit de belangrijkste de H: hoeveel scheelt het dan? Of, anders gezegd, hoe groot is het effect werkelijk, hoeveel moeten we ons van het nieuws aantrekken?
Helaas laat het stuk van De Visser ons hier geheel in de steek. Sterker, er wordt in het complete stuk geen enkel getal genoemd, behalve die bovenmaatse ‘3’ in de pull quote: ‘3 koppen koffie per dag geven optimaal positief effect op de gezondheid en de levensverwachting’. Plus de imposante aantallen proefpersonen die aan de studies meededen: een half miljoen volwassenen uit tien Europese landen (waaronder Nederland). Maar de vraag hoeveel het dan scheelt, die drie koppen koffie, blijft onbeantwoord.

Koffieconsumptie verschilt enorm per land

Wie daarover meer wil weten, zal zich in het oorspronkelijke wetenschappelijke artikel moeten verdiepen, en moeten hopen daar wat meer over de effectgrootte en risicoverlaging te vinden. Gelukkig meldt De Visser dat het artikel is verschenen in het vakblad Annals of Internal Medicine, en daar blijkt het artikel inderdaad voor het luttele bedrag van 32 dollar te koop — het nalezen van de wetenschappelijke literatuur loopt voor lieve mensen snel in de papieren. (Er is ook sprake van Amerikaans koffieonderzoek in hetzelfde nummer, maar dat kost nog eens 32 dollar.)
Het artikel, ‘Coffee drinking and mortality in 10 European countries’, kent maar liefst 48 auteurs; de twee belangrijkste zijn Marc Gunter en Neil Murphy. Volgens de onderzoekers is ‘het verband tussen koffieconsumptie en sterfte in verschillende Europese landen met verschillende manieren van koffiezetten’ nog steeds onduidelijk, dus wilden zij ‘bekijken of koffieconsumptie verband houdt met sterfte door alle oorzaken en door afzonderlijke oorzaken.’ Het is inderdaad niet voor het eerst dat er een verband tussen koffie en sterfte wordt gezocht: wie op Pubmed ‘coffee’ en ‘mortality’ intikt, wordt overspoeld door een vloedgolf aan grote en kleine onderzoeken. Die onderzoeken kunnen bovendien op steeds andere manieren bij elkaar worden gezet, en die leveren dan steeds weer nieuwe wetenschappelijke publicaties. Nieuws zijn de bevindingen allang niet meer.

Lang leven door koffie. Hoeveel scheelt het dan? 9

En om meteen nog maar een mogelijk misverstand uit de weg te ruimen: of koffie de oorzaak van hogere of lagere sterfte is, is niet onderzocht, er is alleen gekeken of er een verband was tussen koffie drinken en sterfte. Lees de kop boven het stuk van De Visser nog even terug. Er was toch genoeg ruimte — drie kolom, twee regels, een chapeau — om het goed te doen?
Belangrijker is, dat de onderzoekers voor het beantwoorden van hun vraag iets onverwachts doen. Zij kijken niet naar de kopjes koffie die mensen in verschillende landen drinken, zij kijken naar de kopjes koffie die mensen drinken in vergelijking met andere mensen in hun land. Dus Denen ten opzichte van andere Denen, Spanjaarden ten opzichte van andere Spanjaarden, enzovoort. Vervolgens worden zij per land in vijf groepen ingedeeld: nooit-drinkers, en dan vier ongeveer even grote groepen naar consumptie. Dat leidt tot de merkwaardige figuur dat Denen worden ingedeeld in vier groepen met 0, 500, 900 en 1300 milliliter koffie per dag als grenzen, en Spanjaarden in 0, 50, 105 en 196 ml/d. De grootste koffieleut in Spanje drinkt nog niet de helft van de kleinste in Denemarken. Dan worden die ‘land-kwartielen’ bijeengeveegd tot vier Europese kwartielen en geanalyseerd. Op die manier hopen de onderzoekers waarschijnlijk te corrigeren voor de verschillende zet- en drinkgewoontes in de verschillende landen, maar het maakt de interpretatie van de gegevens er niet eenvoudiger op. (Voor de berekeningen zijn zoveel mogelijk precies gelijke mannen en vrouwen genomen, dus die even oud zijn, hetzelfde wegen, eten, bewegen, roken, drinken, dezelfde opleiding hadden enzovoort — of je daarmee alles kunt vangen, blijft altijd de vraag.)

Minder sterfte als er maar koffie wordt gedronken

Maar inderdaad, als we alle sterfte samen nemen, zien we bij mannen een verlaagde sterftekans van 12 procent in het hoogste kwart vergeleken met nooit-drinkers, bij vrouwen van 7 procent. Het gekke is echter dat het effect, zeker bij vrouwen, ook al optreedt in het laagste kwart: daar is bij beide geslachten de sterfte al met 6 procent verlaagd. De hoeveelheid koffie doet er kennelijk niet zoveel toe, als er maar koffie wordt gedronken. Kankersterfte bij de mannen is in het hoogste kwart zelfs met 1 procent verlaagd en in het laagste met 8 procent, bij vrouwen in het hoogste met 12 procent verhoogd en in het laagste met 0 procent. Dat laatste komt vooral door, zo zeggen de onderzoekers, de hoge sterfte aan ovariumcarcinoom (21 procent verhoogd in het laagste kwart, 31 procent in het hoogste kwart), maar ze doen dit, in tegenstelling tot de verschillen die ze wel verwachten, af als een ‘onechte’ bevinding. Het lijkt me wel een opmerking in de krant waard.

Lang leven door koffie. Hoeveel scheelt het dan? 10
‘Drie koppen koffie per dag drinken’ is de belangrijkste boodschap die bij journalisten is blijven hangen

Evenals trouwens de merkwaardige verlaging van zelfmoord onder koffieleuten: onder de koffieleuten met 25 procent, in de wat minder gulzige groepen zelfs met 36 procent. Het is de sterkste daling in alle sterftecategorieën op ingewandsziekten na. Dat lijkt me ook wel een opmerking waard: als we het onderzoek serieus nemen, daalt voor elk kopje koffie dat een man per dag meer drinkt, de kans op zelfmoord met 10 procent. Dat drie koppen per dag ‘optimaal positief effect’ geven, lijkt een gevaarlijk advies.

Wat leveren die drie koppen per dag u nu op?

Intussen willen we nog steeds weten hoeveel die drie koppen per dag nu werkelijk schelen. Met die indeling in kwarten komen we niet veel verder, maar het artikel zegt er gelukkig wel iets over — zeer terloops, en zonder verdere tabellen of toelichting, alsof het slechts bijzaak was (‘data not shown)’. Er staat, vrij vertaald: het sterfterisico onder mannen die drie of meer koppen per dag drinken, was 18 procent lager dan onder niet-drinkers, onder vrouwen 8 procent. (Niet ‘drie’, maar ‘drie of meer’.) Om uit te rekenen hoeveel het werkelijk scheelt, hoeven we nu alleen nog maar te weten wat de sterftekans van mannen en vrouwen in Nederland is. De deelnemers waren bij aanvang van de studie rond de 50 jaar oud, en het onderzoek duurde 16 jaar, dus zullen we daarvan uitgaan.
Volgens het CBS overlijden van 10 000 mannen van vijftig jaar er 1835 binnen 16 jaar. Dat zijn natuurlijk zowel koffie- als theedrinkers, dus we zullen wat met de natte vinger iets naar boven afronden (*), en een sterftekans van 19 procent nemen onder niet-koffiedrinkers. Met koffie daalt die sterftekans met 18 procent, dus komen we uit op 0,81 maal 19 is 16 procent. Anders gezegd: er overlijden onder 100 koffieleuten niet 19 mannen in 16 jaar, maar slechts 16 — een willekeurige vijftigjarige koffiemijder die in het goede nieuws aanleiding ziet toch maar fors aan de koffie te gaan, verhoogt zijn kans om niet voor zijn pensioen dood te gaan ruwweg van 81 procent naar 84 procent.
Ook voor vijftigjarige vrouwen scheelt het. Van hen overlijdt afgerond 12 procent binnen 16 jaar, dus dat komt uit op minder dan 1 sterfgeval besparing binnen 16 jaar. Koffie past in een gezond leefpatroon, zullen we maar zeggen.

Dat was de H. Wie meer over de 5 W’s van de wetenschapsjournalistiek wil weten, zou bijvoorbeeld de cursus van de SCW in Amsterdam kunnen volgen. Daar is ook Maarten Keulemans een gewaardeerd docent.


* Verbetering 13/7/17: De afronding voor de niet-koffiedrinkers en -drinksters in de berekening van het sterfterisico kan beter omhoog dan omlaag.

Filed Under: Gezondheid Tagged With: EPIC, koffie, sterfte

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?
9 May 2025 - Ward van Beek
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?

.Het vorige congres ligt nog vers in ons geheugen, maar omdat ontwikkelingen steeds sneller gaan zijn wij alweer druk bezig met het Skepsiscongres 2025, op zaterdag 1 november a.s.  De maatschappij bekeken met een skeptische bril Je hoort het vaak:…Lees meer Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter? › [...]

Graancirkels op European Skeptics Congress 2024
7 May 2025 - SkepsisSiteBeheerder
Graancirkels op European Skeptics Congress 2024

Voordracht van Francesco Grassi op ESC2024 in Lyon.Lees meer Graancirkels op European Skeptics Congress 2024 › [...]

SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!
27 April 2025 - SkepsisSiteBeheerder
SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!

Onze Belgische zusterorganisatie SKEPP bestaat dit jaar 35 jaar. Op zaterdag 10 mei vieren ze dat met een mooi programma. Hoofdgast is de bekende skepticus en emeritus hoogleraar psychologie Chris French die onlangs ook tot erelid van SKEPP werd benoemd.…Lees meer SKEPP wordt 35… en dat vieren ze! › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

David Geier, Mail Order Pharmacist
10 May 2025 - Kathleen Seidel

David Geier was in the drug business. What was he selling before the FDA stepped in? The post David Geier, Mail Order Pharmacist first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Dr. Vinay Prasad is Now the Medical Establishment. It’s His Job to Run RCTs, and It’s Our Job to Call Him a Lying Piece of $#!& if He Fails.
9 May 2025 - Jonathan Howard

"I wish Vinay all the best for his new role. It's a whole new state of play when the buck stops with you." The post Dr. Vinay Prasad is Now the Medical Establishment. It’s His Job to Run RCTs, and It’s Our Job to Call Him a Lying Piece of $#!& if He Fails. first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Breathing Easy: Treating Allergic Rhinitis
8 May 2025 - Scott Gavura

Spring is a miserable season for those with seasonal allergies. There are effective drug- and non-drug measures that can control most symptoms effectively. The post Breathing Easy: Treating Allergic Rhinitis first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Renate1 on De linke weekendbijlage (19-2025)Ach, de heer Kennedy maakt zich druk over 300.000 kinderen die volgens complotgelovigen als sex-slaaf of iets dergelijks werken. Misschien
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsOp https://archive.is/1Exnu staat een gearchiveerde versie van een recente posting van Ronald Meester op LinkedIn. In deze posting verwijst
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsEen verbeterde versie van Hoofdstuk 6 van dit rapport van Ronald Meester en Marc Jacobs is op 22 april 2025
  • Hans1263 on Volgens Maurice de Hond beschikt hij over telepathische gavenHet filmpje waarin hij een trucje met Jeroen Pauw uithaalt, bewijst natuurlijk helemaal niets, ja misschien het denkniveau van De
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (17-2025)En de paashaas is er snel vandoor gegaan,

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in