Herkenbaar? 🙂
Deel 1:
Deel 2:
Deel 3:
Op de onderstaande video zie je hoe een homeopathisch middel gemaakt wordt. Het is geen grap.
Hij doet het natuurlijk niet helemaal correct. Het ‘potentiëren’ (wat niet-homeopaten ‘schudden’ noemen) behoort namelijk niet drie keer op een tafel, maar een keer of tien op een leer gebonden boek gedaan worden. Een lederen boek geeft namelijk de juiste ‘vibratie’ of ‘frequentie’.
Tenminste dat zeggen homeopaten. Een onderbouwing geeft men niet*. Een verschil tussen 1, 6, 10 of 500 keer schudden kan men niet ontdekken of aantonen. Maar toch moet het zo… Op een lederen boek… niet op een plastic boek dus… of een boek met een papieren kaft… gewoon, omdat ze het zeggen. Het lijkt me duidelijk dat ook daar nooit een verschil tussen is (of kan worden) aangetoond.
Mensen die homeopathische middelen gebruiken beseffen vaak niet hoe die middelen gemaakt worden en welke vreemde ideeën daar mee gemoeid zijn.
Benieuwd naar meer informatie? Bekijk de wikipediapagina over homeopathie eens: http://nl.wikipedia.org/wiki/Homeopathie. Merk ook op dat het stuk ‘controverse’ zo op het oog net zo lang is als de rest van het artikel. Iets om over na te denken lijkt me zo. Een behandelwijze waar blijkbaar zulke lange discussies over gehouden kunnen worden zou nog niet als behandelwijze aangemerkt moeten worden toch?
* Men kijkt alleen naar het resultaat van een behandeling, en dat resultaat kan volledig verklaard worden vanuit het placebo-effect, maar dat heb je ook met een normaal middel, dus is dat geen reden om homeopathie te nemen.
Met dank aan Michiel Overtoom en Jan Willem Nienhuys.
In 1996 schreef Alan Sokal een artikel vol met mooi klinkende maar nietszeggende pseudowetenschappelijke termen. En pijnlijk genoeg werd dit gepubliceerd (in een tijdschrift dat toentertijd niet ‘peer-reviewed‘ was). Dit deed toen nogal wat stof opwaaien, lees hier meer over deze ‘Sokal-affaire‘.
Skepsis heeft dhr. Sokal zelfs geïnterviewd.
Als je zelf een sokalletje wilt proberen dan is er een website die je daarbij helpt: The Postmodernism Generator. Daar vind je de mooiste nietszeggende teksten.
Hieronder de eerste alinea van een voorbeeld. Je zult de rest van de tekst niet kunnen vinden, iedereen keer dat je de site bezoekt is de tekst namelijk anders:
——————————————————————————–
“Reality is intrinsically used in the service of sexism,” says Sartre. The masculine/feminine distinction intrinsic to Gaiman’s Black Orchid emerges again in Death: The High Cost of Living.
In the works of Gaiman, a predominant concept is the distinction between within and without. Therefore, any number of deconstructions concerning the bridge between class and consciousness exist. The subject is interpolated into a material theory that includes truth as a reality.
It could be said that Foucault uses the term ‘preconceptualist capitalism’ to denote a postcultural totality. If patriarchial situationism holds, the works of Gaiman are empowering.
In a sense, many narratives concerning social realism may be found. The main theme of the works of Gaiman is not dematerialism per se, but predematerialism.
Therefore, the failure, and therefore the dialectic, of substructuralist capitalist theory depicted in Gaiman’s Death: The Time of Your Life is also evident in Neverwhere, although in a more mythopoetical sense. Cameron[1] suggests that we have to choose between social realism and the precultural paradigm of discourse.
But several discourses concerning the common ground between sexual identity and art exist. The characteristic theme of Brophy’s[2] analysis of deconstructivist socialism is the fatal flaw, and eventually the defining characteristic, of neodialectic class.
Etc etc.
Er wordt ook nog een mooie referentielijst gegenereerd:
1. Cameron, K. U. ed. (1989) Social realism in the works of Smith. University of Oregon Press
2. Brophy, Q. (1998) Contexts of Failure: Preconceptualist capitalism in the works of Eco. Harvard University Press
Veel plezier ermee 😉
Met dank aan Dick Swart voor de tip.
Deze video gaat over het onderzoeken van bronnen. En de bronnen van die bronnen. En als het even kan, daar dan weer de bron van.
En hoe de media dat regelmatig achterwege laten. En hoe daardoor verhalen de wereld in geholpen worden. En…joy 😉
Deze video wordt overigens gepresenteerd als ‘deel 1’. Het lukt mij echter tot nu toe niet om deel 2 te vinden. Als iemand dat wel mocht lukken: alvast bedankt voor het doorgeven!
Wegens een technisch probleem is dit artikel iets later gepubliceerd dan normaal.
Dap Hartmann – astronoom en onderzoeker aan de TU Delft – schreef 15 december 2011 een column met als titel “TUfo Delft”.
In die column schrijft hij over ene heer V. die onlangs werd geïnterviewd door De Telegraaf. Niburu (een groep ufo-gelovigen) plaatste het artikel op hun website. Heer V. is beter bekend als Coen Vermeeren, waar we op Kloptdatwel al vaker over schreven (lees hier De ideeën van Coen Vermeeren en hier over het anekdotisch bewijs wat dhr. Vermeeren serieus neemt).
Vermeeren gelooft dat ufo’s buitenaards zijn. De U in ufo staat voor ‘unidentified’ (niet geïdentificeerd) maar dat lijkt Vermeeren te zijn vergeten. Vermeeren is luchtvaart- en ruimtevaartdocent aan de TU Delft en daarnaast is hij hoofd Studium Generale van dezelfde universiteit, hij zou dus beter moeten weten.
In zijn column stelt Hartmann simpele vragen naar aanleiding van uitspraken van Vermeeren:
Hoe kan meneer V. zulke onzin geloven? Is het omdat hij tweemaal met eigen ogen een ufo heeft gezien? ‘Samen met vrienden heb ik er eentje een meter of honderd boven onze buurt gezien, een grote oranje bol. Minutenlang.’ Nu staat de ‘u’ van ufo voor unidentified, maar meneer V. heeft die grote oranje bol in al zijn wijsheid geïdentificeerd als een buitenaards ruimteschip. Hoe hij dat zo zeker weet, blijft helaas onopgehelderd. Er is zelfs geen foto van: ‘Het kwam niet eens in me op om naar binnen te rennen en een camera te pakken’. Maar hoe wist meneer V. dat die ufo zich op honderd meter hoogte bevond? Om te bepalen hoe ver een object van je verwijderd is, moet je weten hoe groot het is of hoe snel het in transversale richting beweegt.
In het interview met De Telegraaf zegt Vermeeren het volgende:
Door Skepsis werd ik verguisd, maar die branden je altijd af zonder zinnig argument.
Eh… pardon? Die argumenten kan je hier lezen, want als er één ding is dat we bij Skepsis doen dan is het wel een standpunt beargumenteren!
Hartmann ziet het ook anders dan Vermeeren gezien zijn opmerking:
Dat hij door Stichting Skepsis werd verguisd, deert meneer V. in het geheel niet, want ‘die branden je altijd af zonder zinnig argument.’ In het comité van aanbeveling van Stichting Skepsis zitten onder meer biochemicus Piet Borst, astronomen Cees de Jager, Vincent Icke en Ed van den Heuvel, en fysicus en Nobelprijswinnaar Gerard ’t Hooft. Waarschijnlijk geen van allen aliens.
De volledige lijst met leden van het Comité van aanbeveling van Stichting Skepsis kan je hier vinden.
Lees hier de volledige column van Dap Hartmann.
Naschrift:
Na het schrijven van bovenstaand artikel werd ik via verschillende bronnen op een recent verschenen artikel gewezen over dit onderwerp. In het artikel wordt uitgelegd dat naar aanleiding van een brief door Skepsis-voorzitter Frans Sluijter aan de rector magnificus van de TU Delft Vermeeren onder toezicht werd geplaatst. Doordat Vermeeren zich regelmatig in de media begeeft waar hij wordt voorgesteld als docent aan de TU Delft luidt de titel en de inleidende alinea:
Uitlatingen over ufo’s ondanks toezicht
Rector magnificus Karel Luyben is in gesprek met Coen Vermeeren, hoofd van Studium Generale, over de vraag of zijn opvattingen over onder meer ufo’s ‘voldoende onderscheiden kunnen worden van zijn taken bij de TU Delft’.
Lees hier het volledige artikel.