De derde set lezingen op het laatste Skepsis-congres van 22 oktober werd verzorgd door Leo Polak en Brecht Decoene. Zij spraken over complottheorieën.
Hieronder de presentaties van Polak en Decoene:
De derde set lezingen op het laatste Skepsis-congres van 22 oktober werd verzorgd door Leo Polak en Brecht Decoene. Zij spraken over complottheorieën.
Hieronder de presentaties van Polak en Decoene:
650 skeptici in één zaal, naar schatting tweederde Brits en eenderde Europees (met enkele Amerikaanse en Australische uitzonderingen), verzameld met dezelfde passie voor onderzoek, kritisch denken en onzinbestrijding. Zo was het half oktober 2016 in het Mercure Piccadilly Hotel in Manchester op QED: Question, Explore, Discover, de grootste meerdaagse skeptische conferentie van Europa ooit. Om te luisteren naar wetenschappers en activisten die hierover spreken en discussieerden, maar vooral ook om als skeptici onder elkaar te zijn, oude vrienden te zien en nieuwe vrienden te maken. En ik was erbij, voor de derde – en wat mij betreft beste – keer. Het is ongelofelijk hoe veel aardige, leuke en interessante mensen uit allerlei streken en landen je bij QED tegenkomt die je gewoon kunt aanspreken en hun eigen verhaal hebben. Over tal van onderwerpen werden presentaties gegeven, paneldiscussies gehouden of bij borrels of diners gekletst, variërend van hilarisch tot bloedserieus en verbijsterend.
Donderdag 13 oktober
De eerste dag, 13 oktober (naar het schijnt International Skeptics Day), vloog ik met Vera de Kok via Eindhoven naar Manchester, terwijl we over social media al druk communiceerden met onze vrienden. Toen ik dacht dat we de weg kwijt waren, liepen we juist Rüdiger en Heiko, twee getrouwde Duitse mannen die we slechts online kenden, tegen het lijf recht voor het conferentiehotel. Na meer dwalen en vergeefs op bussen wachten hebben we een taxi genomen naar de Skeptics in the Pub in Salford, waar ik oude bekenden tegenkwam. Professor parapsychologie Caroline Watt vertelde over onderzoek dat zij met anderen zoals Richard Wiseman had uitgevoerd aan de Universiteit van Edinburgh. Veel meer dan testen of paranormale claims waar zijn, bestudeert de Koestler Parapsychology Unit vooral waarom mensen erin gaan geloven. Een belangrijke observatie daarbij is dat wie in zijn jeugd zich machteloos voelde (vaak maar niet exclusief bij slechte opvoeding), magisch denken een gevoel van controle kan scheppen. Om middernacht kwam uiteindelijk mijn Hongaarse vriend András Pintér aan, die ik warm begroette.
Vrijdag 14 oktober
Dag twee stond in het teken van SkeptiCamp. Deelnemers konden van tevoren aangeven dat ze een presentatie wilden geven van 10 minuten met 5 minuten Q & A. Men gebruikte het Inferno-slideshowformaat, waarbij de dia elke 20 seconden automatisch verandert. Dit houdt de vaart erin en werkt goed voor wie gevoel voor timing heeft, maar schopte ook een aantal presentaties in de war, omdat het verhaal van de spreker niet synchroon liep met de plaatjes en de organisators geen handmatige bediening toelieten.
Er kwamen tal van interessante onderwerpen voorbij, zoals dat Electronic Voice Phenomena eigenlijk communicatie met onszelf is (Claire Elliott), de verdwaalde anti-GMO-beweging (Myles Power), hoe de Edinburghse en Glasgowse skeptici samen met kraampjes op festivals mensen informeerden (Heather Pentler en Brian Eggo), skeptische samenwerking op Europees niveau (András) en de grappigste mythes over blindheid – ja, blinden kunnen beter horen of er een auto aankomt; nee, niet iedere blinde heeft het muzikaal talent van Stevie Wonder of Ray Charles; nee, blinden zijn niet beter in bed, het is gewoon als seks in het donker bij niet-blinden (Chris Hofstadter, werd als dertiger geleidelijk blind).
Er waren echter ook wat gekkere onderwerpen, zoals een andere kijk op economie, nl. via bezit i.p.v. schuld (Tim Knight), waarom kannibalisme zo gek nog niet is (James Williams), een man die door een foutje in zijn hersenen tijdelijk geheugenverlies had en twee weken lang in God geloofde (Michael Hales) en de jolige Adam Cuerden die inspeelde op de recente killer-clownhype, o.a. met drie tenenkrommend lange, luidruchtige maar wel geinige liedjes.
Zelf heb ik ook kort gesproken over mijn Wikipedia-project over het verzamelen van informatie over alle skeptische organisaties in Europa, dat ik de afgelopen 3 jaar heb gedaan met tientallen mensen in verschillende talen en dat nu bijna voltooid is. Paranormaal onderzoekster Hayley Stevens, die twee jaar geleden nog felle kritiek had op hoe wij bij Guerrilla Skepticism on Wikipedia te werk gaan (zie Skepter 27.2), kwam naderhand glimlachend naar me toe en bedankte me voor mijn praatje, ze was aangenaam verrast om te zien wat wij hadden bereikt. Mijn weekend kon niet meer stuk.
De vrijdagse pubquiz was traditiegetrouw heel gezellig in een informele sfeer, maar veel vragen hadden helaas niets met skepticisme te maken en alles met Engelse taal en Britse culturele referenties die je als buitenlander moeilijk kunt weten. Net als vorig jaar kreeg mijn team de laatste plaats, maar ook weer een leuke pechprijs (onzinboeken over pseudowetenschap en complotten). Daarna ging ik dineren in Manchesters Gay Village met o.a. Andreas Kyriacou (Zwitserse Vrijdenkers), Catherine de Jong (VtdK), Jakub Kroulik en Claire Klingenberg (Tsjechische Skeptische Club Sisyfos), die talloze tests hebben uitgevoerd met mensen die beweerden iets paranormaals te kunnen demonstreren, maar nog niemand heeft overtuigend de prijs van 1 miljoen kronen gewonnen.
Zaterdag 15 oktober
Dag 3, het begin van de eigenlijke conferentie, werd geopend door de Lets-Amerikaanse Alan Melikdjanian, op YouTube bekend als Captain Disillusion, één van de beste online hoax video debunkers. Dat blijkt niet makkelijk: van de 6 voorbeelden die hij de zaal vol skeptici liet zien, raadde de meerderheid maar in 3 gevallen goed of een filmpje echt of nep was. Alan toonde hoe hij steeds een maand lang bezig is voor geweldige video’s en hoe je kunt zien dat twee viral video’s met blikseminslagen onrealistisch en nep waren, duidelijk mee geknoeid. Veel humor en interessante audiovisuele techniek, waarbij hij tips geeft hoe je zelf een succesvolle YouTuber kunt worden en dat hij, ondanks veel flauw en negatief commentaar, denkt dat het ontmaskeren van onechte video’s op het internet toch zin heeft om mensen kritischer te laten nadenken over of ze de realiteit gepresenteerd krijgen.
Daarna begonnen paralelle sessies in verschillende zalen; je moet soms moeilijke beslissingen maken wat je echt wilt bijwonen en wat je zult missen. Ik ken genoeg mensen, dus ik kwam altijd wel iemand tegen die naar dezelfde sessie ging en anders leerde ik gewoon nieuwe mensen kennen. De sfeer is ontzettend open en vriendelijk en je hoeft je nooit alleen te voelen.
Een paneldiscussie van vier vrouwen over spoken en andere rare wezens werd voorgezeten door Deborah Hyde, hoofdredacteur van The Skeptic en cryptozoölogie-expert; Hayley, Caroline en Susan Blackmore (ervaringsdeskundige voor out-of-body-ervaringen) deden ook mee. Allevier hadden ze vroeger wel in iets paranormaals geloofd, maar kwamen na kritisch onderzoek tot andere conclusies. De dames bespraken hoe je mensen het beste kunt benaderen en waarom het goed is om te proberen irrationele angsten weg te nemen. Hayley vertelde dat ze vaak gaat kijken als iemand thuis iets buitengewoons heeft gesignaleerd. Meestal wordt de oorzaak snel gevonden (bijv. een krakende deur, een piepende koelkast enz.). Sommige mensen zijn dan opgelucht, maar anderen houden stug vol dat het spookt en wijzen wetenschappelijke verklaringen af.
Bij een workshop van onderzoeksjournalist Meirion Jones vertelde hij hoe je kwakzalvers ontmaskert met verborgen camera en microfoon, zoals de oplichter die de koninklijke familie van Swaziland had overtuigd dat je aids kunt genezen met geitenserum. Je hebt de juiste gadgets nodig voor stiekem filmen en opnemen en er moet publiek belang zijn om iemands vertrouwen/privacy zo te schenden. Als journalist kun je ook een kwakzalver overvallen door bij een geplande afspraak met iemand anders ineens binnen te komen lopen (“doorstep interview”) met een “helikoptervraag” waarom hij nepmiddelen verkoopt. Als hij wegloopt, verraadt hij zichzelf, als-ie zich verdedigt, zijn z’n claims on record en kan zijn bedrog worden gedeeld met de hele wereld.
Daarna was ik al moe; zoals altijd voor grote evenementen kon ik de nacht ervoor slecht slapen en ik was tot laat opgebleven om te socialisen. Tip voor meerdaagse conferentiegangers: de meeste presentaties en panels worden gefilmd en later toch gepubliceerd op YouTube; het is de sociale interactie met andere skeptici die een conferentie zo geweldig maakt, die kun je thuis niet opnieuw beleven, dus richt je daar op. Ik sliep tot 17:30 en probeerde toen aan te sluiten bij een eetgroepje. Onderweg kwam ik nog een groepje christelijke straatprekers tegen voor ons hotel, over die leuke beleving zal ik later nog schrijven. Ik ging uiteindelijk uit eten met Britse en Duitse skeptici die ik nog niet kende en heb een zeer gezellig diner gehad.
De zaterdagavond geldt als het hoogtepunt van QED. De Ockham Awards (vernoemd naar Ockhams scheermes) worden door de redactie van The Skeptic uitgereikt voor de beste skeptische activiteiten van het afgelopen jaar. De winnaars dit jaar zijn:
– Best blog: The Naturopathic Diaries. Britt Marie Hermes kwam er na 3 jaar als praktiserend naturopaat achter dat natuurgeneeskunde anders was (gebaseerd op achterhaalde ideeën en potentieel gevaarlijk) dan haar was verteld, stopte ermee en blogt nu over haar ervaringen.
– Best podcast: Say WHY To Drugs. Dr. Suzi Gage bespreekt kritisch de effecten van recreatieve drugs en hoe ermee om te gaan. Zonder uitleg ‘nee’ zeggen of loutere bangmakerij is geen goede voorlichting, meent zij, en dat vond de redactie ook.
– Best Event/Campaign: Good Thinking Society. Simon Singh, Michael Marshall en Laura Thomason zijn er o.a. in geslaagd om overheidsvergoeding voor homeopathie in Merseyside via de rechter te beëindigen; belastinggeld mag namelijk niet worden verspild aan onwerkzame behandelingen. Waarschijnlijk gaat de campagne straks overal in Engeland en Schotland lukken.
– Editor’s Choice: Crispian Jago. Al lang betrokken bij de beweging als komiek en blogger, in december gediagnosticeerd met onbehandelbare nierkanker. Alle kwakzooi heeft hij consistent afgewezen, maar sinds 3 maanden is er chemotherapie beschikbaar gekomen die werkt, dus misschien overleeft hij het nog. Volgens Deborah had hij de prijs nu wel verdiend.
Psychologieprofessor Richard Wiseman voerde met ons de grootste kaarttruc ooit uit: schijnbaar willekeurig moesten we kaarten schudden en scheuren, maar aan het einde hielden we precies de kaart over waar we mee begonnen. De linkse lesbische singer-songwriter Grace Petrie zong leuke liedjes tegen onzin, zoals kerkleiders die roepen dat overstromingen de schuld zijn van homoseksualiteit: ‘I do not have the power to cause a flood / but if I could I would, right to Putin’s door.’ Dave Alnwicks gegoochel verbaasde ons allemaal; hoe hij ieders gedachten kon lezen legde hij soms uit, bij andere trucs bleef het geheim erachter een raadsel. Komiek Tiernan Douieb rondde het af met veel op recente Britse actualiteiten gebaseerde humor die daarom soms moeilijk te volgen was voor buitenlanders, maar andere grappen snapte iedereen: ‘Het klinkt wel mooi om te zeggen dat je ‘je angsten moet omarmen’, maar ik weet niet of knuffelen met een haai zo’n goed idee is.’
Aan de bar was het socialisen met andere skeptici absoluut het mooiste onderdeel van QED. Ik ervoer dikwijls een mengeling van emoties dat ik zowel met prominente als volkomen onbekende figuren uit de skeptische beweging gesprekken kon hebben, waarvan ik zo daverend enthousiast werd dat ik mijn eigen verhaal volkomen door elkaar gooide (ik wilde 10 dingen tegelijk vertellen aan mensen die ik pas een minuut geleden had ontmoet) en ook nog eens compleet over mijn Engels struikelde. Dan moest ik rustig ademhalen en opnieuw beginnen, maar niemand vond dat erg en mensen hingen aan mijn lippen en ik aan de hunne. Historica Victoria Stiles wilde iets weten over Nederlandstalige nazipropaganda tijdens de oorlog, laat ik daar nu toevallig onlangs wat onderzoek naar hebben gedaan. Opgewonden zegt ze tegen mij: ‘You’ve just become my favourite person!’ Een internationale skeptische conferentie is echt geweldig en ik kan het iedere skepticus aanraden.
Zondag 16 oktober
Zondagochtend, dag 4, was Cara Santa Maria, bekend van o.a. de podcast The Skeptics’ Guide to the Universe, de keynote speaker. Zij vertelde hoe zij opgroeide in een mormoons gezin maar daar radicaal mee brak, een tijd journalist was en wetenschapscommunicator werd. Televisiezenders zoals Discovery Channel, National Geographic en History zitten tegenwoordig vol pseudowetenschap of dingen die niks met wetenschap te maken hebben, omdat aangenomen wordt dat mensen dat willen zien; dat moet veranderen. Cara benadrukte ook dat de skeptische beweging nood heeft aan meer diversiteit, vriendelijker moet worden voor vrouwen, homo’s, etnische minderheden etc. en presenteerde plannen hoe dat kan.
De rest van de dag heb ik de meeste sessies overgeslagen omdat ik nog een project te voltooien had: zo veel mogelijk belangrijke sprekers kort interviewen voor een voice intro op Wikipedia. Ze stellen zichzelf daarin kort voor en zeggen erbij wat ze interessant of belangrijk vinden aan skepticisme. Een hele toer omdat iedereen het druk heeft en je ook een stille ruimte moet vinden voor een goede opname. Het is me uiteindelijk met 10 sprekers gelukt.
De laatste keynote presentatie was van Meirion Jones, die de oplichter James McCormick ontmaskerde met zijn nep-bomdetector ADE-651 (een veredelde wichelroede), waarmee zijn groep vermoedelijk zo’n 40 miljoen pond heeft verdiend door o.a. de Iraakse regering om te kopen om deze nutteloze dingen aan te schaffen. Er wordt geschat dat dit op zulke grote schaal soldaten bij checkpoints in Bagdad en elders een vals veiligheidsgevoel heeft gegeven en daardoor veel autobommen zijn doorgelaten, dat zo’n 2000 mensen zijn omgekomen in aanslagen die hadden kunnen worden voorkomen met echte bomdetectie. McCormick is in 2013 veroordeeld tot 10 jaar cel en bijna 8 miljoen pond boete, maar het meeste geld heeft hij niet hoeven teruggeven en kan hij na zijn vrijlating waarschijnlijk nog prettig van genieten in zijn drie villa’s…
Kurkuma, geelwortel, is een uit India afkomstige voedingsstof, die een belangrijk bestanddeel vormt van kerrie en een reputatie heeft als ayurvedisch medicijn. Zoals elk kruid bestaat kurkuma uit talrijke stoffen en een daarvan is curcumine, welke stof in de reageerbuis schadelijke effecten heeft op kankercellen. Om deze reden wordt er al geruime tijd wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de antikankerwerking van deze stof. Het begint er inmiddels steeds meer naar uit te zien dat het middel zijn beloften niet zal waarmaken, omdat het nauwelijks wordt opgenomen bij orale inname en omdat die minieme hoeveelheden curcumine, die wel in de bloedbaan terechtkomen, vrijwel direct worden afgebroken. Ik stel u voor aan drie wetenschappers die zich met curcumine hebben beziggehouden.
De eerste is Michal Heger (1977), medisch bioloog verbonden aan de afdeling Experimentele Chirurgie van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Zijn onderzoek naar curcumine wordt grotendeels gefinancierd door de Stichting Nationaal Fonds Tegen Kanker. Hij ontving voor zijn werk al een miljoen 320.000 euro van dit look alike fonds met een uiterst dubieuze herkomst. De Stg. NFK heeft tot doel ‘voeding, beweging en welzijn’ in te zetten tegen kanker. Als een kankeronderzoeker zijn werk in dat keurslijf kan persen, dan kan hij geld krijgen. Ik suggereerde Heger in 2015 al eens dat hij zijn financiering ergens anders vandaan zou moeten halen, maar het kan hem niets schelen waar of hij zijn geld van krijgt. (*)
In interviews zorgt hij ervoor zijn financiers niet voor het hoofd te stoten: ‘Ik gebruik bijvoorbeeld curcumine, maar ook multivitaminen, mineralen en daarnaast ginseng en Ginkgo biloba. (…) Curcumine wordt in India gebruikt als ayurvedisch medicijn. Dat is alternatieve geneeskunde. In Nederland doen we daar vaak neerbuigend over, wat in sommige gevallen onterecht is’. Aldus Heger in GezondNU augustus 2013.
Prof. dr. F.C. Visser is sinds 1982 cardioloog. Hij werd bijzonder hoogleraar in het VUmc met een leerstoel gewijd aan het myocardiale metabolisme bij hartfalen. Sinds 2008 is Visser ook werkzaam in het ZBC Stichting Cardiozorg in Amsterdam West. Eerder was hij verbonden aan het niet meer bestaande CVS centrum Amsterdam en zo werd hij naar eigen zeggen ook expert op het gebied van deze ‘vermoeidheidsziekte’. Visser werkte jarenlang samen met de arts Vermeulen, die in 2010 wegens grensoverschrijdend gedrag door het tuchtcollege uit het artsenberoep is geschrapt. Met zijn status als hoogleraar verhoogde Visser eerder het aanzien van dit kwakzalvershol totdat Vermeulen dat in zijn val meesleepte.
Visser heeft niets met een psychologische benadering van ME/CVS, maar stijft zijn patienten in het idee dat zij aan een somatische afwijking lijden. Hij deed o.m. een uiterst knullig onderzoek naar het effect van ‘kurkuma, gebonden aan het molecuul fosfatidyl choline’: 49 patiënten namen 2 maanden 1000 mgr kurkuma per dag en vulden voor en na de kuur een vragenlijst in. Niks dubbelblind, niks standaardiseren van de hoeveelheid werkzame stof (curcumine) en niks publiceren. Zijn huidige advies: wie denkt dat kurkuma misschien helpt die kan het proberen.
Casper van Eijck is oncologisch chirurg en als hoogleraar verbonden aan het Erasmus MC. Hij staat bekend als uitstekend operateur en als onconventioneel arts. Zo is hij clubarts van Feyenoord en bezoekt hij zijn patiënten soms thuis en dat ook in de weekends. Van Eijck gaf op 19 maart 2016 een interview aan De Volkskrant, waarin hij ongegeneerd de namen noemden van enkele buitenlandse beroemdheden, die zich voor hun alvleesklierkanker door Van Eijck lieten behandelen. Was dat al niet fraai, vervolgens deed Van Eijck een aantal uitspraken uit de losse pols, zonder zich te realiseren welk effect dergelijke publieke uitspraken op patiënten met alvleesklierkanker. Hun prognose is veelal zeer slecht. Zo prees hij het vogelgriepvirus aan als potentieel geneesmiddel tegen de ziekte en beweerde letterlijk: ‘Bij alvleesklierkanker werkt kurkuma effectiever dan chemotherapie. Maar waarom geven wij niet die kurkuma, maar wel chemo?’. Daarbij gaf hij ook nog de volgende adviezen: ‘Dus wat kurkuma door de bami… Moet je het wel elke dag doen. Maar dan werkt het net zo goed om de groei van kankercellen af te remmen als chemotherapie. En spruitjes zijn een goede groente voor patiënten met alvleesklierkanker.’
Gelukkig verscheen er op 22 oktober 2016 een mooi overzichtsartikel over de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de behandeling van alvleesklierkanker in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Kurkuma, spruitjes en vogelgriep worden daar niet eens genoemd en ik informeerde bij de auteurs naar hun mening over Van Eijck’s uitlatingen in de publieke media. Hun reactie was kort en bondig: ‘Veel dank voor uw commentaar. Vanuit de DPCG zijn we van mening dat FOLFIRINOX bewezen effectief is gebleken voor de behandeling van het (gemetastaseerd) pancreascarcinoom. Het effect van kurkuma op pancreascarcinoom is echter (nog) niet voldoende onderzocht. Vanuit de DPCG hebben we daarom besloten deze vooralsnog experimentele behandeling niet in het manuscript op te nemen. Zie hierover ook enige tijd geleden het DPCG nieuwsbericht.’
Over spruitjes, bami en vogelgriep reppen de ongetwijfeld enigszins geneerde auteurs in hun reactie al helemaal niet. (FOLFIRINOX is een combinatie-chemotherapie en verhoogt het genezingspercentage van 3% naar 7%, red.).
Heger, Visser en Van Eijck, deze drie: op elk van hen is serieuze kritiek mogelijk. Maar de meest verontrustende om niet te zeggen kwalijke uitlatingen zijn gedaan door die clubarts van Feyenoord, al heeft hij het hart nog zo op de goede plaats en is hij ongetwijfeld bezield van de beste bedoelingen. We hebben vooralsnog niet te maken met een nieuwe Houtsmuller, maar iets meer zelfdiscipline zou voor Van Eijck beslist geen kwaad kunnen.
(*) toevoeging 26/2/2017: Heger heeft laten weten dat hij sinds september 2016 geen geld meer krijgt van SNFK. Zijn onderzoek staat echter nog wel bij het ‘lopend onderzoek’ op de website van SNFK, maar alleen omdat er nog een publicatie moet volgen.
Van 22-24 september vond in Amsterdam de 12e Internationale Conferentie van Société Internationale d´Ethnologie et de Folklore (SIEF) plaats. De leden bestuderen alternatieve geneeswijzen als cultureel fenomeen. Hieronder een indruk van wat er zoal besproken werd.
Complementary Alternative Medicine (CAM) heeft meer gemeen met religie dan met geneeskunde, maar dat is niet hoe het wordt gecommuniceerd, vertelt Candy Brown, hoogleraar godsdienstwetenschappen aan de Universiteit van Indiana, als we na afloop van het congres met sprekers en belangstellenden door een van de smalle straatjes van Amsterdam lopen op weg naar een café voor de afsluitende borrel. Brown die als keynote speaker het congres opende begrijpt waarom ik teleurgesteld afhaakte bij de studie natuurgeneeskunde, CAM heeft zichzelf culturele legitimiteit verschaft omdat het zich voordoet als wetenschap. In de VS zie je veel CAM praktijken in ziekenhuizen, maar dat is niet omdat medici dit graag willen, ziekenhuizen zijn er meer als hier commerciële instellingen die met het aanbieden van CAM een bredere groep patiënten wil aantrekken. Daarnaast hebben skeptici het moeilijker vanwege het Amerikaanse rechtssysteem. Volgens Brown is hun invloed in Nederland veel groter.
Ze schreef het boek The Healing Gods: Complementary and Alternative Medicine in Christian America waarin ze de vraag opwerpt of we CAM als een seculiere dan wel religieuze therapievorm moeten opvatten (en welke ethische consequenties dat met zich meebrengt.) Want als praktijken zoals yoga, acupunctuur en Reiki inherent religieus zijn, is de huidige manier waarop ze worden aangeboden, nl. als seculiere methoden, in strijd met ethische regels. Vooral de integratie van CAM in medische centra kan mensen op het verkeerde been zetten als er niet bij wordt verteld dat het veronderstelde werkingsmechanisme is gebaseerd op metafysische aannames zoals een universele levenskracht. Brown benadrukt het belang van instemming: Patiënten en consumenten hebben recht op correcte informatie op basis waarvan zij al dan niet kunnen instemmen met een behandeling. En hoewel Brown vooral gericht is op het spanningsveld christelijke versus niet-christelijke religies onderschrijf ik haar pleidooi wat betreft de ethiek van het geven van juiste informatie.
Bij de overige deelnemers kwam de ethische kwestie niet echt aanbod, wel veel aandacht was er voor de verschuivende plaats die spirituele en alternatieve healing praktijken maatschappelijk gezien innemen. Al sinds de jaren 1960 is sprake van een opmars, en zijn langzamerhand steeds meer alternatieve praktijken onderdeel gaan uitmaken van de mainstream cultuur. Behalve het aantal onconventionele therapieën is ook het aantal mensen dat er gebruik van maakt enorm gestegen waardoor het een relevant sociaal fenomeen is geworden aldus de congresfolder. In de lezingen komt een brede waaier aan internationale praktijken voorbij, van Nederlandse health bloggers tot een Braziliaanse faith healer en van IJslandse verpleegsters die CAM voorstaan tot een Katholieke kathedraal in het Poolse Kraków dat sinds de ontdekking van de daar gelegen ‘’aard chakra’’ steeds meer bezoekers trekt.
Organisator van het Congres prof. Peter Jan Margry (tevens spreker op het Skepsis-congres 2016) opent op donderdagochtend de conferentie. In het zaaltje van het Allard Pierson museum zitten zo’n 30 geïnteresseerden van wie er 23 ook spreker zijn. Margry heeft het over de domestication of alternative medicine in Nederland. In vogelvlucht komen voorbij de Greet Hofmans affaire uit de jaren vijftig die bijna tot een politieke crisis leidde, Jomanda die in de jaren tachtig en negentig met haar healingshows duizenden bezoekers trok tot zij in 2000 door de zaak Millecam in discrediet werd gebracht. Daarna had je genezeres Lenie de Boer uit Ridderkerk die ook haar zalen vol kreeg, maar onder de radar van de media bleef. Zij putte inspiratie uit de Italiaanse healer Padre Pio en liet bij haar dood in 2013 een geldsom na aan het Meertens Instituut dat de financiële middelen verschafte voor dit congres.
Tegenwoordig zijn alternatieve praktijken minder apart dan vroeger en sommigen zijn zelfs gewoon geworden zoals yoga en supplementengebruik. Daarnaast heb je ook nog steeds minder aangepaste vormen zoals de ‘’underground spiritualiteit’’ van de in Italië ontstane Damanhur community. Zij geloven dat ze een methode hebben om kanker te genezen.
Margry hield een enquête onder 1400 deelnemers waaruit bleek dat de helft van hen opgeeft alternatieve behandelingen te ondergaan, van hen blijkt 84 procent hoger opgeleid. Alternatieve therapievormen mogen dan niet werken maar ze helpen wel en dat is de reden dat ze geaccepteerd zouden moeten worden, zegt Margry. En als voorbeeld noemt hij hoe het gegaan is met mindfulness. Ik begreep eerlijk gezegd niet zo goed wat hij hiermee wilde zeggen, want maatschappelijke acceptatie is er toch al?
De volgende lezing van de Griekse aan de Universidade Nova de Lisboa verbonden post doc Eugenia Roussou ging over spiritualiteit en healing in Griekenland en Portugal. Nog niet zo lang geleden stond de bevolking vooral aarzelend tegenover niet reguliere religie en geneeskunde. De new age-beweging creëerde ruimte waardoor holistische methoden op meer acceptatie konden rekenen. Door multiculturalisme, globalisatie en de huidige sociaal economische crisis zijn beide landen door een proces van transformatie gegaan. In de context hiervan zijn allerlei spirituele praktijken van yoga en traditionele Chinese geneeskunde tot sjamanistische healing en Tarot meer en meer populair geworden.
Dan volgen enkele bijdragen die gaan over Braziliaanse spiritualiteit. Hoogleraar in de antropologie aan de Universidade Nova de Lisboa Clara Saraiva vertelt hoe Portugal fungeert als een soort ingang voor Afro-Braziliaanse religies. Vooral na 1974 kwamen er veel Afrikaanse en Braziliaanse immigranten. Een centraal idee is dat goden zich wenden tot mensen in een ritueel, ze doen dit met hun energie, ze praten niet. Belangrijk is ook het concept balans uit de Afro-Braziliaanse syncretische religie Umbanda: wie spiritueel uit balans is loopt het risico ziek te worden, een ritueel kan bescherming bieden of de balans herstellen. Brazilië kent vrijheid van religie, maar in de praktijk geldt je als aanhanger van een Afro-Braziliaanse religie als activistisch.
Erin P. More, hoogleraar antropologie aan de Univerity of Southern California, en ass. prof. Cristina Rocha, verbonden aan de Western Sydney University in Australië, deden studie naar de internationaal bekende Braziliaanse faith healer John of God.
In Brazilië is het een populair gebruik om spirituele healers te bezoeken. Artsen genezen alleen het lichaam is het idee, maar dat is niet genoeg, een zieke geest blijft het lichaam infecteren. John of God sluit aan bij deze traditie en kent ook spiritistische invloeden. En er is sprake van persoonsverheerlijking.
John of God (João Teixeira de Faria) werd geboren op 24 juni 1942 in Cachoeira da Fuaca, Goiás in Brazilië. Hij begon zijn carrière als arme kleermaker, later werd hij healer en succesvol zakenman, zo’n tien jaar geleden brak hij internationaal door als genezer. Hij zou analfabeet zijn maar de sprekers geloven dit niet, het is onwaarschijnlijk voor iemand met een succesvol bedrijf en kinderen met goede banen als tandarts en advocaat. Hij ziet zichzelf als een onbewust medium, hij weet van niets maar raakt in trance en wordt dan als medium gebruikt door veel verschillende spirits.
Tijdens sessies in zijn Casa die hij een spiritueel ziekenhuis noemt draagt hij een lange witte jas, ook de andere aanwezigen moeten in het wit. De dag begint met testimoniums, aan de muren hangen afbeeldingen van John of God en Jezus naast elkaar. De Britse auteur Cash Peters beschreef de Casa als een themapark voor gelovigen, bij binnenkomst mag je drie wensen doen. Verder bestaat de dag uit veel wachten, soms tot wel 3 uur lang, dit leidt niet tot gemopper maar heeft juist een hypnotisch effect, de verwachting groeit. Als je eindelijk aan de beurt bent krijg je een recept, hij schrijft iedereen dezelfde pillen voor namelijk passiebloem, maar toch zijn ze persoonlijk, je neemt geen pil van iemand anders.
Dan is het tijd voor Physical surgery. Het is geen nepoperatie zoals bij de Filipijnse faith healers, er wordt echt gesneden en pijn voelen wordt gezien als falen. Het zijn vooral mannen die graag de fysieke operatie ondergaan, het is een beetje een macho ding. (Er is ook een zachtere variant). Na de operatie ga je naar de recovery room. Hoe zit het juridisch met deze operaties, zijn er geen aanklachten? Vraagt iemand uit het publiek. Wonderlijk genoeg houden veel mensen er niets aan over, toch zijn er wel rechtszaken en er gebeuren soms ongelukken, maar John of God heeft goede advocaten en komt er mee weg.
Wat vinden de onderzoekers er zelf van? Beiden zijn sceptisch over de methode maar konden dit tijdens het veldonderzoek niet laten blijken, Rocha vraagt zich af of ze nog welkom is in de Casa als haar boek gepubliceerd is. Ze concludeert dat mensen graag iets willen geloven, dat is waardoor ze zich beter voelen.
Ook enkele andere sprekers deden casestudies naar meer of minder bekende opmerkelijke personen. Zo sprak prof. Leonard Norman (Cabrini University, Radnor, Pensylvania, USA) over de in China tot regulier arts opgeleide Chan, die als emigrant in de VS stopt met reguliere geneeskunde, christelijk wordt en gaat werken als massagetherapeut en acupuncturist. Hij beschouwt zichzelf niet als een traditionele acupuncturist, maar als een christelijke healer, Gods genezende krachten komen tot de mensen via acupunctuur.
Marko Uibi, PhD (University of Tartu Estonia), vertelt over enkele Estlandse genezers: Kaika Laine, een kruidenvrouwtje en Luule Viilma die oorspronkelijk was opgeleid als gynaecoloog. Zelfs al in de jaren tachtig waren zij enorm populair terwijl de overheid toen erg tegen was. Volksgeloof heeft het Sovjet-regime beter overleefd dan de kerk: 16-18 procent van de bevolking gelooft in God, terwijl 50-54 procent in geesten en spirituele genezing gelooft. 77 procent denkt dat sommige mensen genezende krachten hebben.
Caroline van der Stiggele, PhD religie studies KU Leuven, deed een casestudie naar Eric Gomes, een Vlaamse pionier op het gebied van Yoga. In 1962 was hij de eerste yogaleraar in Gent en in 1970 promoveerde hij aan de Rijksuniversiteit te Gent op een proefschrift over de biomechanica van de hatha-yoga. Rama Polderman was een van zijn docenten, verder was hij beïnvloed door Randolph Stone, de ontwikkelaar van de polariteitstherapie, een energetische alternatieve geneeswijze die werkt met handoplegging. Gomes integreerde de therapie in zijn yogalessen waarbij hij de oorspronkelijke lichamelijke focus veranderde. Huilen en schreeuwen tijdens sessies werd aangemoedigd om zo spanningen los te laten, na afloop omhelsde men elkaar. Volgens een psycholoog was de methode onverantwoord omdat mensen er psychotisch van kunnen worden. Toch is er nooit echt iets gebeurd, er werden altijd opvolgsessies gegeven, niemand ging in geagiteerde toestand naar huis. Voor zover de spreekster weet is de methode Gomes uniek.
Prof. Daniel Wojcik (Englisch and Folklore studies, university of Oregon) spreekt over George King en het door hem gestichte Aetherius genootschap in Los Angeles, een van de oudste en bekendste ufo religies. Al sinds 1955 waarschuwen zij voor de Apocalyps, die ze door bidden en rituelen proberen af te wenden.
King die opgroeide in een theosofisch gezin in Engeland beweert dat hij in 1954 telepathisch werd benaderd door een buitenaardse intelligentie, hij ontving van hen boodschappen die van belang zijn voor het voortbestaan van de aarde. Vernietiging kan voorkomen worden als de gevaren van atoomwapens en andere destructieve neigingen van de mensheid worden onderkend. Om de ziel van de wereld te helen, moeten mensen bidden en deelnemen aan specifieke techno-spirituele rituelen, daarnaast is er veel aandacht voor persoonlijke healing. De Aetherians claimen dat door hun inspanningen de koude oorlog ophield en veel rampen zoals aardbevingen, terroristische aanslagen en invasies van vijandelijke ruimtewezens werden voorkomen.
Wojcik vindt de beweging interessant omdat hun praktijken ons inzicht geven in de zorgen, angsten en verwachtingen van deze tijd. Existentiële vraagstukken worden geadresseerd door een alternatieve vorm van spiritualiteit aan te bieden die beoogt de wereld te helen.
Gepland in het onderdeel ‘Integrative’ Healing Practices spreken prof. dr. Dorothea Luddeckens (religiestudies) en PhD student Barbara Zeugin beiden verbonden aan de universiteit van Zurich. Ze deden onderzoek naar alternatieve healing methoden als middel voor zelf empowerment.
De PowerPointpresentatie toont een foto van een rek met folders die alternatieve healing methodes aanprijzen op de afdeling radiologie van een ziekenhuis in Zurich. Ze zijn daar uitgestald omdat er behoefte is aan betekenis en zingeving, vooral bij ongeneeslijke en terminale zieken. De universiteit van Zurich doet met steun van het Nationales Forschungs Programm onderzoek naar het aanbieden van CAM bij terminale patiënten. De therapie werd niet voorgeschreven, de patiënten mochten zelf een alternatieve therapie uitkiezen.
Patiënten willen geen slachtoffer zijn van betekenisloosheid, maar actief deelnemen in een proces. De alternatieve methoden hebben de capaciteit om betekenis te geven en als curatieve interventies geen optie meer zijn waarom zou je dan geen CAM aanbieden? Is de concluderende redenering van de onderzoekers.
Ook gepland in dit onderdeel spreekt medisch antropoloog Sweinn Gudmundsson, hij deed onderzoek onder verpleegkundigen en artsen in IJsland die CAM willen integreren in hun werk. De verpleegkundigen zijn niet gelukkig met de allopathische geneeskunde. Zij zouden graag CAM toepassen en doen dat ook wel eens, maar echt geaccepteerd bij collega’s is het niet. Iets als handoplegging moet je toch een beetje uit het zicht doen, verklaarde een van de verpleegsters. Onder artsen is het nog meer taboe, zij spreken van ‘’the evidence hell’’ en van ‘’the iron cage of rationality’’. Ze worden gezien als excentriekelingen of ‘‘hooligans’’. Conclusie: er is een conflict.
Tot zover mijn samenvattingen van enkele lezingen. Ik vond het een fascinerend congres en heb veel interessante verhalen gehoord. Wel miste ik af en toe de skeptische invalshoek. Antropologen bestuderen uiteraard niet de werkzaamheid van alternatieve geneeswijzen, maar daar werd dan ook geen enkele aandacht aan besteed en soms leek het wel of sprekers die voor waar aannamen. Ook de misleidende wijze waarop alternatieve geneeswijzen zich presenteren was nauwelijks een aandachtspunt, (alleen bij Candy Brown kwam het heel even aan bod). Evenmin maakte niemand echt duidelijk wat nu precies het verschil was tussen alternatief en regulier, ik kreeg de inruk dat sommige sprekers dat zelf ook niet zo goed wisten.
Dit is een uitgebreide versie van het verslag dat in de komende Skepter verschijnt.
De tweede set lezingen op het laatste Skepsis-congres van 22 oktober werd verzorgd door Cees Renckens en Peter Jan Margry. Voor iedereen die er niet bij was nu de video:
Hieronder de presentaties van Renckens en Margry: